N°. 3573. Dinsdag A°. 1871. 3 October. OP WILHELMSHfiHE EIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85 Afzonderlijke Noramers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNTIKN. Vooriederen regel0.15. Grootere letten naar 4e plaatsruimte die iy beslaan. De clericale politiek in Europa. i. een opmerkenswaardig feit in de politiek Uichelieu (en wij bedoelen met dien naam l.iinister van Lodewijk XIII, niet het „enfant Ir. des dames" onder Lodewijk XV of een der |ere schaduwen van den grooten staatsman) Idl gewoonlijk medegedeeld, dat hij de Hu- loien in Frankrijk uit al zijne macht vervolgde, «ijl hij de Protestanten in Dnitschland onder- Jimle. In hoeverre dit feit inderdaad opmerkeus- larilig is, daar het toch noodzakelijk voortvloeide 1de destijds algemeene Europeesche staatkunde I de overmacht van het huis Habsburg tegen (gaan, laten wij in liet midden. Doch onwille- 0 komt ons deze schijnbare tegenstrijdigheid |1D 't algemeen elke nuttigheids-politiek in de lachte wanneer wij een blik werpen op de ■ragslijn, die tegenwoordig in het staatkundige lolgd wordt door de clericale of ultramon- Jniche partij of hoe men haar noemen wil. In- men toch de handelingen dezer partij in schillende landen vaD Europa nagaat, dan staat 1 bij eene oppervlakkige beschouwing ver- bi over de vele scliakeeringen, die zich voor W opdoen. Maar de verwondering houdt op, Weer men de staatkundige fabriek verder [wandelt en langs al die in verschillende ricli- 'l draaiende raderen heen tot het groote drijf- Rei genaderd is, dat hen allen in beweging ligt. alen ziet dan aan het opschrift, dat daar het I der duisternis en der Roomsche wereldheer- fappij ronddraait en dat de werkzaamheid der Iriolnllende kleine machinetjes, bestaat in het Irsloren der orde in de Europesche staten, het Jioorzaken van twist en verwarring, kortom in ft troebel maken van het water waaruit de nacht van Pius IX en zijne volgers moet op- Ivischt worden. ■In Italië zelfs is de strijd vrij eenvoudig. Victor manuel heeft den paus het wereldlijk gezag llnomen dat hem door God (alias, Clovis, Karei lu Groote enz.) geschonken is, derhalve is Victor |nanuel een roover en godslasteraar, en alle gingen van de getrouwen moeten daartoe strek ken om den overweldiger van zijn troon te ver bijten en er den zwakken grijsaard weder op t ïeta. Of de arme Italianen onder het vroegere bestuur der stedehouders van Petrus opgroeiden p ellende, onderdrukking en domheid, of het volk aaardoor toe gebracht is, den goddelijken lerscher de gehoorzaamheid op te zeggen, en feu wereldlijken verlosser, Victor Emanuel, met Beu armen te ontvangen, daarnaar wordt niet ptraagd. De paus is van zijne wereldlijke macht leroofd, daardoor wordt aan de geestelijkheiden (wruamelijk aan de Jezuïten het vaste uitgangs- l'int voor hunne wereldtyrannie ontnomen, der plve moet hun werktuig (want als iets meer behouwen zij den armen Pius waarlijk niet) 1 fijne macht hersteld worden. De tot bereiking |sn dat doel te volgen gedragslijn is in Italië van zelf aangewezenoppositie tegen al wat van de nieuwe regeering uitgaat, demonstratiën om het fanatismus van de overgeblevene geloovigen gaande te houden, het zenden van deputatiën naar Pius om hem toespraken te doen houden, die het mede lijden opwekken, bij afwisseling hevige en aan doenlijke leading-artikelen in de clericale pers organen ziedaar in het kort de middelen, die hun daar ten dienste staan. Maar het is duidelijk dat deze middelen niet voldoende zijn, dat het clericale Italië in zich zelf geen kracht genoeg heeft om zich van den onder- gauen slag te herstellen. Derhalve moet liolp ge zocht worden bij andere mogendheden, bij het geheele katholieke Europa. Het katholieke Europa zeggen wij, doch dit moet enkel zoo opgevat wor den, dat de clcricalen uit den aard der zaak het meeste kans van slagen hebben in de landen, die hun geloof zijn toegedaan. Wij bedoelen daar mede volstrekt niet, dat zij eenig vooroordeel koesteren over de godsdienstige vooruitgang van hem, die hun de gewenschte hulp zou aanbrengen. Indien de Sultan zijne onderdanen beval, hunne kromme sabels tegen Victor Emanuel uit de schede te trekken, men zou zich evenmin geueeren het offer aan te nemen als Frans I er in der tijd be zwaar in zag, om zich tot schandaal der christenheid met de ongeloovigen tegen Karei V te verbinden. Waarnaar moet in de verschillende katholieke lauden tot bereiking van het aangegeven doel gestreefd worden? Natuurlijk in het ondersteunen of aan het roer brengen van regeeringen, die de clericale begrippen zijD toegedaan, die de wereldlijke macht van den paus hersteld willen zien. Daarvoor zijn twee middelen aangewezen. Vooreerst werking op het volk door de perc, door de geestelijkheid, door het ouderwijs en de op voeding enz. Ten tweede meer directe politieke bemoeiingen, bestaande in het tegenwerken van alle liberale elementen, het opwekken of aan moedigen van partij-twisten dat voor de clerica- len het dubbele voordeel geeft van de tegenpartij te verzwakken en aanspraak te hebben op de dank baarheid van die zijde, die men ondersteund heeft. Wij zullen ons hief alleen met het tweede middel bezig houden en kortelijk nagaan, hoe het bij de verschillende staatkundige partijen in de katholieke landen van Europa wordt aangewend. Dat de cleriealen zich in de eerste plaats tot Frankrijk wenden is een gevolg, niet van de voorliefde voor ondersteuning juist van die zijde wij zeideQ reeds dat hierover bij hen geen voor- oordeelen bestaan maar van de historische en min of meer ook de geographische verhouding des lands. De laatste heeft zij met enkele andere mogendheden gemeen. Doch wat de eerste be treft kan men zich in Frankrijk beroepen op zoogenaamde historische overleveringen, zooals daar zijn: „dat de Fransche koningen altijd de pausen beschermd hebben (hetgeen trouwens zeer onnaar is), dat het geluk der Fransche natie altijd in verhouding tot de krachtdadigheid dier bescherming is toe- en afgenomen (hetgeen ook zeer omvaar is) enz." Dergelijke phraseu beteekenen niets, maar maken alijd een vrij grooten indruk op het onwetende volk. Thiers heeft de hoop der cleriealen teleurge steld. Terwijl hij nog pas aan het hoofd des be- bestuurs was, terwijl het land nog in al de eerste ellende en verwarring na den oorlog gedompeld was, zijn geene pogingen onbeproefd gelaten om hein liet door Napoleon III uitgeoefende bescherm heerschap van den heiligen stoel te doen op zich nemen. Maar Thiers is zoo vaderlandslievend ge weest om te willen begrijpen, dat daardoor de laatste stoot aan het uitgeputte Frankrijk zou worden toegebracht en heeft de paus onder allerlei betuigingen van eerbied en gastvrijheid te kennen gegeven, dat hij niets voor hem doen kon. De hoop der cleriealen heeft zich dus natuurlijk ge heel gevestigd op den leerling der Jezuïeten, den graaf de Chambord, of volgens hem Hendrik V, koning van Frankrijk. De partij, waarbij zij zich derhalve aangesloten hebben is die van de ultra legitimisten. „Geen Aumale of graaf van Parijs, geen Orleans maar een Bourbon" is hunne leus. Indien zij de mislukte fusie der twee huizen hebben onder steund, dan is dit eenvoudig omdat zij hoopten daardoor meer kans voor het oudste geslacht, voor hunnen Hendrik V in het leven te roepen. Men kent de manifesten, door den graaf de Cham bord uitgevaardigd, zijne bewering dat hij Frank rijk gelukkig zal maken, zijn noodelooze reis naar België om zich met de prinsen van Orleans te verstaan, den weinigen bijval dien zijne bekrom- pene toezeggingen en beginselen hebben verworven enz. Men kent ook de aanhoudende doch vergeef- sche pogingen der rechterzijde om Thiers te doen vallen en om in hun midden een man te vinden die in staat was voor het oude koningshuis de rol van Monk te vervullen. Kortom men weet dat de clericaal-legitimistische partij vooreerst in Frankrijk verslagen is. Naar de stemming des volks op het oogenblik te oordee- len zien wij dan ook geen gevaar, dat zij voor 's pausen wereldlijke macht veel zal uitrichten. Doch er is in de wet, die aan het voorstel Rivet zijn ontstaan te danken heeft, eene verklaring opgenomen, die ons ook met betrekking tot ons onderwerp niet bevalt, de toekenning namelijk van het constitueerende recht aan de vergadering. Indien het deze vergadering ooit gelukt eene con stitutie door te drijven, dan twijfelen wij niet of het zal eene monarchale zijn. Het koningschap eens aangenomen zijnde, is Heudrik van Bourbon de naaste rechthebbende, en met zijne troonsbe klimming de oorlogs-fakkel over's pausen wereld lijke macht in Europa neergeslingerd. Wij geloo- ven derhalve dat op die constitueerende bevoegd heid in het geheim de grootste hoop der cleriealen gevestigd is, maar vertrouwen dat het Fransche volk zich eindelijk verstandig genoeg zal toonen om den slag bij tijds af te wereu. Bij welke partij de cleriealen zich in Spanje moeten aansluiten is hun, gesteld dat zij er nog over konden twijfelen, aangewezen door 's pausen hooge beslissing dat Isabella de eenige rechtheb bende is op den Spaanschen troon. Jammer voo de ultramontanen, dat sedert de tijden van Hen drik IV en Gregorius VII 800 jaren verloopeu zijn. Het zou hun wel een aardig gezicht opleve ren, koning Amedéus, den hertog van Montpen- sier en Don Carlos naar Rome te zien reizen om op hunne bloote knieën voor den paus in de sneeuw te gaan liggen, terwijl Isabella, Chris tina en de jonge prins van Asturiën met de pauselijke bul gewapend zegevierend Madrid binnentrokken. Zooals de zaken ech ter nu staau valt er om dat doel te bereiken wat meer te doen. En dan gelooven wij, dat de paus, niettegenstaande zijne verklaring, er niet tegen zou hebben, wanneer eene verzoening tot stand kwam van Isabella met Montpensier en don Carlos. Dat dergelijke plannen bij de cleri ealen broeien, blijkt uit de vergadering, die dezer dagen op Isabella's verblijf in Normandië gehou den is. Daar toch bevonden zich zoowel trouwe aanhangers der ex-koningin b.v. Bravo-Murillo, als van Montpensier b.v. Rios Rosas, terwijl Nocé- dal geacht kon worden de belangen van Don Carlos te hebben vertegenwoordigd. Zonder twijfel zouden de cleriealen bij zulk eene vereeniging Montpensier en Don Carlos dezelfde rol willen laten spelen als in Frankrijk den hertog van Aumale en den graaf van Parijs bij de vereeni ging met Chambord. Hunne aanhangers zouden gebruikt worden om de andere partij te verster ken en, nadat de slag geslagen was, met een bedankje naar huis gestuurd worden. Isabella toch heeft in het laatst harer regeering genoeg getoond, dat zij in alles de gehoorzame dienares van den paus of liever van de Jezuïeten wil zijn, met Don Carlos is de proef nog Diet genomen en Montpensier wordt afgekeurd, al ware het alleen omdat hij behoort tot het vrijzinnige huis van Orleans. Om deze reden alleen heeft de paus dan ook zonder twijfel de aanspraken van Isabella wettig verklaardhij heeft zich hier niet afge vraagd of Ferdinand VII recht had de Salische wet, die Isabella van de regeering uitsloot, te herroepen, uiaar eenvoudig van welken pretendent voor „de Kerk" het meeste te wachten was. Van uit het standpunt zijner heiligheid is dit dan ook zeer goed te hegrijpen. Intusschen wat de cleri ealen doen zouden indien eene vereeniging tot stand kwam is op het oogenblik van weinig be lang. De bijeenkomst in Frankrijk toch heeft bewe zen, dat er voorloopig tot zulk een vergelijk nog niet veel kaDS bestaal. Men heeft er niet veel anders ge daan dan eene kostschool voor het prinsje van Asturiën vaststellen eu een adres aan Isabella aanbieden. De partijen ieder op zich zelf ver mogen niets; Don Carlos b. v. heeft zijne aan hangers „na te rade te zijn gegaan met zijn koninklijk geweten het wijze voorschrift gegeven om voorloopig maar van alle pogingen af te zien. Koning Amedeus zit zoo vast op den troon als ooitde Spaansche steden wedijveren op het oogen blik 0111 hein eer te bewijzen. Men kan dus gerust zeggen dat ook in Spanje de kansen voor de partij der duisternis vooreerst verkeken zijn. Hare voor- in hel jaar 1807. (Historisch verhaal.) Het jaar 1807 spoedde ten einde. I Napoleon I had in den loop van dat jaar door ■tilaive veldslagen en nieuwe onderdrukkingen, 1^ wereld haar groot doel de heerschappij |Iat Jen eeuwigen vrede weder eenige schre- l0® nader gebracht. In zijn rusteloozen ijver om Jde zegeningen der beschaving te verzekeren l2'io prezen zijne lofredenaars dat werk had hij liveder een geheel nieuw koningrijk geschapen, |,faaraan hij den Daam van Westfalen had ge zonken. De hoofdstad van dit nieuwe koning rijk was de oude, laDdgrafelijke verblijfplaats Iüasselde provinciën van het nieuwe rijk waren |ut veler heeren landen samengesteld; willekeur 1 de grenzen afgeteekend en den broeder keizers, Jerome, tot koning van dat rijk ver- l-even, die met zijn hof Wilhelmshöbe betrok, dat daardoor later ook veelvuldig Napoleonshöhe genoemd werd. Hoog, boven den voorgevel van het lustslot, wapperde de Fransche driekleur met het wa pen van den nieuwbakken koning. De vlag wapperde lustig been en weer, de scherpe noor denwind ten trots, die huilend om het paleis zweepte alsof ze de vlag aan flarden wilde scheu ren; doch te vergeefs: de storm die ze verscheu ren zoude, moest van een andere zijde komen. Dezelfde scherpe wind speelde ook met den lan gen ruitermantel van een IliDk gebouwden jon gen man, die zich van Kassei naar het paleis Wil- helmshöhe begaf. Hij moest zich nu en dan omkee- ren om zijD mantel, die door den wind openge- waaid was, weder toe te slaan, waardoor dan de fraaie, groene uniform van het nieuwe Westfaal- sche regiment zichtbaar werd. De op den linker schouder bevestigde epaulet deed zijn rang als luitenant keDnen. Hoewel een beeldhouwer zijn gelaat juist niet tot model zou gekozen hebben, verried het toch de volle kracht en frischheid der jeugd en straalden uit de bruine oogen, door zware wenkbrauwen overschaduwd, verstand en moed, terwijl ook de trekken van zijn mond een groote mate van goedhartigheid verrieden. Aan een der boomen der laan zag hij thans een door den wind half verscheurd aanplakbiljet hangen, waarop met groote cijfers het getal 100,000 te lezen was. „Honderdduizend franken," mompelde de jonge officier in 't voorbijgaan, terwijl hij een vluchti- gen blik op het biljet wierp, een schurk zou wel voor minder eeu landsverrader worden. Waarom zooveel f' Toen hij in de Dabijheid van het paleis geko men was, ging hij naar de stallingen. De zijdeur stond open. Mannen in grijze staljassen zag men in 't midden en op den achtergrend zich bewe gen, terwijl het stampen der paarden en het op- en afrollen der halster-kettingen een eentoo- nig muziek veroorzaakten. In den langen gang heerschte reeds een halve schemering; achteraan zag men reeds den eer sten lantaarn aangestoken. De officier sloeg zijn mantel open toen hij den warmen stal binnentrad. Bij een der paarden bleef hij staan. Een stalknecht was bezig een zeer fraai rijpaard het avondstroo onder te werpen. „Goeden avond, Willem!" zeide de officier tot hem. „Ik kom uit de stad en breDg u de groete uwer moeder." „Ik dank u luitenant," antwoordde gene op mistroostigen toon. „Hoe gaat het met mijn paard en hoe maakt gij het?" „Goed, luitenant: met uw paard beter dan met mij. In dezen tijd gaat het met de dieren beter dan met de meuschen; de dieren blijven wat ze waren maar de menschen moeten zich in dingen schikken, die hun waarlijk in de wieg niet voor gezongen werden. Mijne arme moeder verloor haar pensioen en moest naaister worden eu ik moest mijn gravoerstift wegwerpen om met de hooi vork als stalknecht in den stal van Zijne Konink lijke Majesteit te fungeeren.'t Is God ge klaagd I" „Kom, kom! Ge moet u dat zoo niet aantrek ken, hernam de luitenant, terwijl hij naar liet paard ging en dit op den hals klopte. Ik verzeker u dat het hier in deu stal heel pleizierig is in vergelijking met de koude daar buiten. Ge moogt God danken, dat gij met uwe neiging voor paar den, rijden en rossen uwe tegenwoordige plaats gekregen hebt. Er zijn wel menschen die nog vrij wat meer verloren hebben dan de plaats van bediende bij den hofgraveur, met het vooruitzicht later misschieuzelf een slecht bezoldigd Hofgraveur te worden. En daar ik zie dat gij zoo treurig gestemd zijt, kom ik u nog een groet brengen die u wel wat vroolijker zal stemmeD. Weet gij al van wie hij komt?" Willem vestigde zijne groote blauwe oogen vra gend op den luitenant. [Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1