I Diet veel vooruit gegaan zijn, althans Diet
geledeD. Dat Handelmaatschappij van
jp 130% viel en Exploitatiemaatschappij
113 0p 110 pCt. is meer toe te schrijven aan
[realisatie dan wel aan andere reden, hoe-
(aatuurlijk ook de ongunstige richting der
li haar invloed daarop deed gelden.
Buitenlandsche fondsen verloren 4 pCt.
ahe rente en de leening 1871 1 pCt., Spanje
IliO 1 pCtr, leening 1871 1%, Binuenlandsche
1 pCt.Portugal bijna 1 pCt.; de meeste
lische staats- en spoorwegfondsen 14 tot pCt.,
1864 van f 247 op f 240. Oostenrijksche
schuld, zoomede in papier als in zilver be
liep ruim 1 pCt. terug, terwijl ook de
even als de Spoorwegfondsen gevoelige ver
leden. Turken en Italië vielen respectie-
L van 441% op 43 jf, en van 55% op 54%,
lie vaD 78 op 76%, Brazilianen van 92j op
[Peruanen van 74% op 73% pCt., terwijl zelfs
.,Amerikaansche Staatsschuld hevig aange-
f»erd en de 1882er van 97% op 96%, de
I-van 97% op 96'% viel. Traag en beperkt
I ,le handel in Noord-Auierikaansche Spoor-
(fcndsen, die allen min of meer belangrijk
■eruit liepen. Wij vermelden slechts enkele
■les die meer dan de anderen verloreD, zoo
Icertif. Illinois 118 op 117, Chicago North-
]9% op 78, Madison 86% op 86%, Erie
op 26%, St.-Paul en Pacific 1ste Sectie 70
2de Sectie 69% op 69, Centraal Pacific
op 86%, Rockfort Rock-Island 43% op 41,
cago South-West 89 op 87%, Union Pacific,
n, 77% op 77, Colorado Aand.-maatschappij
ip b6 pCt. De eenigste uitzondering maakten
It-Huron, die van 67 tot 67% en Elisabethtown
van 80 tot 80% pCt. klommeD.
BU1TENLAN P.
Frankryk.
ilitair- en civiel element in Algerie. Tol
verdrag. Belang voor de scheepvaart.
It hmpi wijdt een artikel aan den strijd tus-
i het militaire en burgerlijk gouvernement
Ifene, en de wijze waarop deze laDgzamer-
öl',staan is. Onder het keizerrijk was het
|uirf régime in volle kracht. Het stelde zich
I om het bevel over de troepen, de poli-
1 en administratieve macht in éen hand te
[enigen. De gouverneur-generaal was een mili-
i en het speciale budget voor Algerie ressor-
voor alle afdeelingen bij het ministerie
f oorlog. Dit militaire gouvernement bereikte
toppunt onder generaal Mac-Hahon, die de
leden stelde ODder liet gezag van de generaals
lover de verschillende provinciën het kommando
Irden,
Het gouvernement van 4 Sept. had de ver
loste, wat er overigens ook van te zeggen moge
dat het aan dezen toestand een einde heeft
[naakt door het decreet van 24 Oct. 1870. Daarbij
liden aan Algerie afzonderlijke vertegenwoor-
lers in de nationale Vergadering gegeven, de
litaire gouverneur-generaal afgeschaft en het
liuur der kolonie aan het departement van
■log ontnomen.
Gedurende den oorlog met Pruisen was er
liet geen mogelijkheid, deze hervorming met
ih in te voeren. Ra den oorlog brak de
in de kolonie uit, en de militaire
Itj ivas dadelijk bij de hand om dezen
Ie schrijven aan het burgerlijk régime
livel gedurende 5 maanden Algerie rustig was
iveest, terwijl het zonder leger was (daar alle
Icbikbare soldaten naar het moederland werden
loepen), in de benoeming van den admiraal
Gueydon dachten de militairen eenen over
ig te vinden tot hunne vroegere macht, maar
pe heer vatte zijne benoeming tot burgerlijk gou
frneur ernstig op en stelde hunne verwachting
I leur. De minister van oorlog heeft thans eene
Iculaire uitgevaardigd, waarbij hij verklaart dat
officieren onder de rechtstreeksche autoriteit
|an van den burgerlijken gouverneur, en hoewel
|l door het nog bestaande decreet van het gou-
Iniement van 4 Sept. zelfs niet noodig was, is
Erdoor toch de richting die de tegenwoordige
Roering denkt in te slaan duidelijk aangegeven.
insurrectie is overwonnen en met haar de
l'lilaire partij.
[He zaak van het tol-contract over Elzas-Lotha-
lDgen is nog altijd onzeker. Door den heer Thiers
|lDi zoo als men vooronderstelt eenige concessien
tón, maar men weet niet in hoeverre of zij
die kracht zijn, dat eene bijeenroeping der
l'-' -jriale Vergadering er door noodig zou worden
'Iluitsche bladen zijn over het algemeen tegen
"ereenkomst geporteerd. Hun voornaamste
Itement is, dat door den Rijksdag bepaald is, dat
pi Jan. 1872 Elzas-Lotharingen in het tolverbond
'heden; dat de uitvoering dezer bepaling aan
'rijkskanselier is opgedragen; dat hij derhalve
lel tijdstip der intreding niet eigenmachtig kan
■"stellen dat eindelijk juist door de overeenkomst
|'el frankrijk zulk een uitstel noodig zou maken,
rt, indien de verminderde uitvoer-rechten aan
I '--Loth, werden toegestaan, terwijl het tot het
[Herbond behoorde, andere mogendheden zich
[recht bij Frankrijk zouden kunnen beklageD,
p', volgens de tractateD, als de meest begun
stigden behandeld te worden, daar het tolverbond
voorrechten boven hen genoot.
Aan den andereu kant zijn de financieele be
richten voor Frankrijk zoo gunstig, dat er alle
kans bestaat om spoedig het vierde halve milliard
te kunnen betalen. De indirecte belastingen en
de octrooien leveren volgens administratieve me-
dedeelingen aan het gouvernement op verscheidene
plaatsen meer op dan vorige jaren. Door de be
taling van het vierde halve milliard nu zouden
zes departementen van zelf moeten ontruimd
worden en het tol-verdrag voor Elzas-Lotharingen
dus veel van zijne wenschelijkheid verliezen; wij
bedoelen hiermede zijne occasioneele wenschelijk
heid, want als bevordering van het vrijhandels
systeem zou het altijd aan te prijzen blijven.
Dat het financieele leven weder een weinig
opgewekt begint te worden,blijkt uit een groot werk
dat men voornemens is te maken. Van Parijs naar
La Manche zal, zooals de Nouvellisle de Rouen mede
deelt, de Seine gekanaliseerd worden. Zij zal daar
door op alle punten, ook voor groote schepen
bevaarbaar, en het verkeer tusschen Parijs en
het kanaal van La Manche derhalve zeer verbe
terd worden. Parijs, als de meest belanghebbende,
zal natuurlijk het grootste gedeelte der kosten
dragen.
Dultschland.
Gevoelens der oud-katholieken jegens deJezuïten.
Sprekers op het congres. Munt-hervorming.
Van de artikelen, die na de vier vroeger ver
melde door het katholieken congres te Munchen
zijn aangenomen, verdient vooral vermelding het
zesde van het programma, dat gericht is tegen de
orde der Jezuïten. Het luidt als volgt:
„Daar, zooals ieder weet, de heillooze verwar
ring in de kerk veroorzaakt is door het zooge
naamde gezelschap van Jezus, daar deze orde
hare machtige positie gebruikt om bij de hiërar
chie, de geestelijkheid en het volk begrippen te
verbreiden en te voeden, die vijandig zijn aan
de beschaving, gevaarlijk voor den staat en strij
dig met het nationaal gevoel, daar zij eene val-
sche en verderfelijke moraal onderwijst en toe
past, zoo spreken wij de overtuiging uit, dat vrede
en welvaart, eendracht in de kerk eu eeDe goede
verhouding van haar tot de burgerlijke maat
schappij eerst dan mogelijk zal zijn, wanneer aan
de voor alle belangen schadelijke werkzaamheid
vau deze orde een eind zat gemaakt zijn."
Men ziet, hoewel het niet direct uitgesproken
wordt, dat men dit artikel beschouwen kan als
eene poging om de Jezuïten-orde uit Duitschland
te verdrijven. Er wordt in het midden gelaten of
de staat zich met deze uitdrijving moet belasten,
dan wel of de bisschoppen, die de oud katholieken
met den paus tot privaat al6 het hoogste gezag
der kerk beschouwen, zich hiermede moeten be
lasten. Intusschen zou de staat het gerust op zich
kunnen nemen, zelfs nog zonder schending vaD
het concordaat; de voortdurende kuiperijen toch,
de opruiingen tegen burgerlijke autoriteiten en
andere ongepastheden der Jezuïten-orde geven
het volstrekste recht om hare opheffing niet te
beschouwen als eene zuiver inwendige aangele
genheid der kerk, waarin volgens het concordaat
de staat zich niet mag meDgen.
Dat aan de Jezuïten de besluiten van het
laatste concilie voornamelijk te danken zijn, wordt
duidelijk wanneer men zich herinnert, dat vele
bisschoppen hevig protesteerden tegen het regle
ment van orde dat door hen doorgedreven werd.
Zij beweerden, dat de paus het recht had, dit
reglement vast te stellen en, uit vrees voor de
welsprekendheid van sommige anti-onfeilbaar
heidsmannen werd daarin onder anderen op het
laatst ook opgenomen de bepaling, dat hunne
redevoeringen eenvoudig schriftelijk zouden inge
diend worden, terwijl hun vóór dien tijd op allerlei
wijzen het spreken bemoeilijkt werd. De bis
schoppen eischten toen inzage van het reglement
van orde van het concilie van Trente, dat in de
Vatikaansche archieven bewaard wordt. Niet
alleen werd hun dit geweigerd, maar zeis werd
plotseling de eenigszins van oppositie-geest ver
dachte archivaris, Dr. Augustin Theiner van zijn
ambt ontzet. Nu is echter bij een boekhandelaar
te Weenen een werk uitgekomen, getiteld: „De
orde der werkzaamheden van het concilie van
Trente, uit een Latijnsch handschrift van het
Vatikaansche archief, voor de eerste maal nauw
keurig en volledig in de Duitsche taal aan het
licht gebracht, met eene vergelijking tusschen het
orde-reglement van de Trentsche kerkvergadering
en dat van het Vatikaansche concilie." Het door
de bisschoppen gevraagde handschrift is derhalve
op eenigerlei wijze toch aan het licht gekomen,
en daaruit blijkt, dat op het Trentsche concilie
zelf zijn reglement vaststelde, zonder dat de paus
er eenigen invloed op uitoefende. Dit is inderdaad
een nieuw gewichtig argument voor hen die de
besluiten van het laatste concilie niet als ver
bindend willen beschouwen.
De Weener IV. Fr. Pr. wil weten, dat de aan
staande Duitsche protestanten-vergadering zich
in dit opzicht met het Munchener congres geheel
zal vereenigen, en daarna een verzoek in dien
zin bij den rijksdag zal indienen.
Wat de redevoeringen betreft, die in de open'
bare Congres-zitting gehouden werden (het pro
gramma werd in de afzonderlijke zittiog der ge
machtigden uit verschillende l&ndeD aangenomen)
zij zijn te uitvoerig en te veel in getal om er
zelfs den korten inhoud hiervan meê te deeleD.
De voornaamste sprekers waren in de vergadering
van 23 Sept.Prof. H fiber van Munchen, prof.
Windscheid uit Heidelberg, prof. HÜDziger uit
Bern, pater Hyacinthe en prof. Schulte uit Praag
in de vergadering van 24 Sept.: Prof. Reinkens
uit Breslau en prof. Michelis uit Braunsberg.
Hoewel de rede van Schulte, die een sarcastische
critiek van het onfeilbaarheidsdogma bevatte en
die van Michelis tegen de Jezuiten alleszins leer
rijk en krachtig waren, is de held van het con
gres zonder twijfel geweest pater Hyacinthe. Hij
sprak in het Fransch en vestigde er vooral de
aandacht op, dat, terwijl Frankrijk en Duitsch
land zoo hevig tegen elkander hadden overgestaan,
zij zich weder moesten vereenigen door die band,
die allen omstrengelt, den godsdienst. Hoewel er
in de Kerk thans ook strijd wordt gevoerd is dit
niet hare schuld, maar door toedoen dier secte,
die zich godsdienstig noemt, en die nergens anders
naar streeft dan naar opperheerschappij en on
derdrukking. Zijne rede werd, ook door zijn im
posant uiterlijk en zijne welsprekende voordracht
met een outzettenden bijval begroet. En door de
geheele vergadering ging eeDe trilling van aan
doening, toen hij op het laatst zijner rede in een
gebed overging om den Hemel te smeeken het
werk dezer kerkhervorming te doen strekken
tot heil en zegen voor de geheele wereld.
Waarschijnlijk zal reeds in de aanstaande zit
ting van den Rijksdag de quaestie in behandeling
komen om meerdere éenheid te brengen in het
Duitsche muntstelsel. De aanleiding tot de spoe
dige behartiging dezer zaak is, dat er tegen
woordig in Duitschland overvloed van FraDSch
geld aanwezig is, dat de Duitsche munt natuurlijk
niet geheel vervangen kan, terwijl van deze
laatste met het oog op de aanstaande wijziging
niet uieer geslagen wordt. De filialen der bank
dringen er daarom sterk op aaD, dezen toestand
te verbeteren. De vroeger door ons medegedeelde
besluiten hierover van het staathuishoudkundig
congres te Lu beek, zouden zij bij de verandering
als uitgangspunt willen aangenomen zien.
Spa n j e.
Uitstel der Carlisten-opstand.
De Impartial en de Esperanza, welk laatste blad
het orgaao is vaD het Carlisme in SpaDje, deelen
deD volgenden brief mede, door den Carlos aan
den generaal Elio
„Waarde generaal,
Ik heb de gevraagde inlichtingen verkregen.
Zij getuigen van uwen ijver en doorzicht, zoowel
als van die der JuDta en der verschillende gene
raals. Evenwel heeft niemand van hen, zonder
twijfel uit billijke redenen, mij de staten toege
zonden, die ik verzocht had over de sterkte van
mijn leger.
Ik heb volgens mijn koninklijk geweten (don
Carlos voert hier een nieuwe rubriek in) de
stoutmoedigheid van het manifest mijner aanhan
gers overwogen, en de gevoelens op prijs gesneld
van heD, die het geteekend hebben. Ik vooral,
uwe opmerkingen hierover in ernstige overweging
genomen, ik heb diegenen gehoord, die in der
gelijke zaken als autoriteiten bekeDd staan; ik
ken de opinie van een groot getal andere personen,
die even gewichtig zijn en waarvan sommigen
zich op de grenzen, anderen in Spanje bevindeD, en
ik heb eindelijk nagedacht over de tegenwoordige
verhoudingen en over hetgeen de toekomst te
wachten geeft. Dat alles heb ik in de balans ge
worpen, en met Gods hulp en algeheele kennis
van zaken heb ik besloten:
Dat er geene voldoende middelen bestaan, noch
eene geschikte gelegenheid om een opstand te
beproeven.
Deel deze beslissing mede aan alle autoriteiten,
maar doe hen tevens weten, dat ik het werk wensch
te zien vervolgen met deDzelfden ijver eD dezelfde
énergie, die men er tot nu toe bij heeft aaDge
wend, opdat de nieuwe elementen die er bij zul
len gevoegd worden diegenen zullen vervangen,
die men verloren heeft, zeg hun, dat de juiste ge
legenheid nadert en spoedig ook, en dat zij ons
dan sterk, eensgezind en waakzaam zal vinden."
Men ziet dat men na dezen brief niet zeer bang
meer behoeft te zijn voor de geruchten, die in
den laatsten tijd over een nieuwen opstand der
Carlisten in omloop waren Tegen den zin van
hun hoofd zullen zij het niet beproeven. Boven
dien heeft, niettegenstaande alle erkentelijkheids-
betuigingen van Don Carlos over ijver, doorzicht,
waakzaamheid enz. de laatste amnestie aan die
hoedanigheden van de Carlisten vrij wat afbreuk
gedaaD, daar zij ook schijnen te denken„Het
hemd is nader dan de rok." Welke aanstaande
geschikte gelegenheid door den pretendent in het
laatst van zijn brief wordt bedoeld, verklareD
wij niet te begrijpen en zou hij ons zelf mis
schien ook moeilijk kunnen uitleggen.
Parys, 26 September. Men verzekert, dat de
heer v. Arnim in zijne bijeenkomst op gisteren
met den heer Thiers verklaard heeft, dat hij de
onderhandelingen over het definitieve tractaat zal
hervatten, zoodra de gevolmachtigde, dien hij naar
Berlijn heeft gezonden, teruggekeerd zal zijn.
Er is geene enkele nota gewisseld betreffende
de slechte bejegening, waaraan de Duitschers te
Lyon zouden hebben blootgestaan. De heer v.
Arnim heeft te dier zake enkel mondeling en
officieus eenige opmerkingen aan den heer de
Rémusat gemaakt, waarop deze een voldoend
antwoord heeft gegeven.
Londen, 26 September. De heer Gladstone
heeft in eene openbare vergadering te Aberdeen
eene rede gehouden, waarin hij gezegd heeft,
dat het bezit vaD een onbevlekten naam vooral
zijn streven is. Hij verklaarde verder, dat hoe
meer de Ieren begunstigd werden, hoe moeilijker
zij te voldoeD zijn.
De heer Disraelie heeft een landbouwkundig
feest te Hugenden bijgewoond en bij die gelegen
heid op de gezondheid der Koningin gedronken.
Deze toast werd levendig toegejuicht. Hij ver
klaarde, dat niemand beter dan de KoniDgin be
kend is met de traditien van de biDnen-enbui
tenlandsche politiek van Engeland.
Het Russisch eskader met den grootvorst Alexjs
aan boord, is van Falmouth vertrokken, om zich
naar de Vereenigde Staten te begeven.
Konstantinopel, 25 Sept. Zadik Pacha is be-
Doetnd tot Minister van Financiën en Achmet
Efl'endi tot directeur-generaal der indirecte belas
tingen. De dagbladen juichen die benoemingen
toe. Er hebben voorts talrijke veranderingen plaats
gehad in het personeel van de rechterlijke macht
en van den Staatsraad.
Baden, 26 Sept. De Keizerin ontving alhier een
bezoek van den Koning van Denemarken.
In de jongstverloopen week kwamen te Hum-
burg 31 gevallen van cholera voor, tegen 68 in
de vorige.
Home, 26 Sept. Volgens de Nuova Roma zal de
paus eerstdaags eene encyclica uitvaardigen,
waarin de benoeming van Italiaansche bisschop
pen besproken zal worden.
Florence, 26 Sept. Het telegram uit Rome,
voorkomende in Engelsche bladeD, dat de brug
van St. Angelo en het plein van St. Pieter door
troepen bezet waren, uit vrees voor een aanval
des volks, is onwaar.
Lausanne 26 Sept. Op het vredescongres diende
Lemonnier een rapport in over de sociale quaestie,
waarin het persoonlijk eigendom verdedigd
wordt.
Sonnemairn verklaarde zich tegen het rapport
en stelde voor den aankoop vaD spoorwegen door
den staat en de concentratie van alle banken
in handen van den staat.
Mevr. André Leo hield eene lofrede op de
Commune. Men riep: weg met de Commune 1
weg, met Versailles! en leve de vrijheid. De
secretaris Estafette, die voor de Commune partij
trok, werd de deur uitgeworpen. Onder een on
beschrijfelijk rumoer verliet mevr. Leo onder
protest het spreekgestoelte.
De heer Hodgson uit Londen betoogde, dat
Engeland aaD gematigde verbeteringen de voor
keur gaf.
Daarop nam Mevr. Delhomme het woord om
Mevr. Leo te verdedigen. Zij zeide, dat het schaDde
was iemand in de rede te vallen. Op nieuw
ontstond er een tumult. Onder gejouw moest zij
het spreekgestoelte verlaten.
De zittiDg werd te zes uren gesloten.
Washington, 26 Sept. De commissarissen voor
de regeling van het tractaat van Washington
hebben heden een voorloopige bijeenkomst ge
houden. De eigenlijke werkzaamheden dier com
missarissen zullen binnenkort eeD aanvang nemen.
Vallegas, 26 Sept. De bijeenkomst der ledeD;
bebooreude tot de meerderheid in de Kamer,
aanvankelijk beraamd op 28 dezer, zal eerst op
30 e. k. worden gehouden. Men zal beproeven
om den heer Sagasta te doen benoemen tot pre
sident van het Congres tot bestrijding van den
ministerieelen candidaat, den heer Riviro.
Londen, 27 Sept. De gezondheid derkoniDgin
is niet verbeterd.
De verzending van goud uit de bank naar
Duitschland heeft gister nog geen plaat9 gehad.
Men gelooft, dat er wel eene verzending zal
plaats hebben, maar niet uit de bank.
STATEN GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Aan de Tweede Kamer is aangeboden een
wets-ontwerp tot Onteigening ten behoeve van een
spoorweg van Boxtel langs Gennep nanr de Pruisische
grenzen in de richtingen naar Kleef en Wezel.
In de Memorie van Toelichting wordt door de
regeering gezegd, dat, volgens ontvangen inlich
tingen, voor de uitvoering der concessie noodig
is 6 millioen gulden. Voor dit kapitaal is in
stam-actiën deel genomen tot een bedrag van
f 2,632,000. Ingevolge de statuten van de Maat
schappij, bestaat het tweede gedeelte van het ka
pitaal iD eene obligatie-leemng, groot ruim 3
millioen gulden. Nadat van dit gedeelte was ge-
plaats een nominaal bedrag van f 558,930, heeft
de Maatschappij met de firma Voorhoeve en C.
te Rotterdam eD een zestal aodere huizen eene
overeenkomst aangegaan tot overneming van het
restant der leening, waardoor, volgens de meening
der directie, de zaak geheel verzekerd is.
Wat de voorloopige uitvoering der concessie
betreft, kan door nem worden medegedeeld, dat
het waarborgkapitaal, groot /'S00,000, en ven de
bijdrage voor den aauleg van verdedigingswer
ken, een bedrag a 150,000 is gestort. Voor de
stortiDg der overblijvende f 100,000 is uitstel ver
leend tot na bekrachtiging vaD dit wets ontwerp.
Overigens is door de Maatschappij geregeld vol
daan aan de voorwaarden tot inzending van de
plans en ontwerpen.
In Augustus was de aardebaan in Limburg over
eene lengte vau 3740, in Noord Brabant over eene
leDgte van 8835 meter gereed. Met het maken
van de fundeeriDgeu voor eenige kunstwerken is
een aanvang gemaakt; waarbij de hoeveelheid
aangevoerde bouwstoffen voldoende is voor gere-
gelden voortgang.
Met het bouwen der brug over de Maas te
Gennep werd een begin gemaakt, door het ont
graven der fundeeringsputten voor de landhoofden
en de landpijlers het heien der betonkist voor
een der landpijlers, het uitbaggeren van den fun-
deringsput voor den stoompijler en het aanvoeren
van kalk, tras en steen. Te Veghel waren aan
gevoerd 7400 bereidde dwarsliggers, te Gennep
30,325 dwarsliggers en 400 spoorstaven.
Het tractaat met Pruisen, betreffende de aan
sluiting voor dezen weg, is 18 Augustus jl. te
BerlijD geteekend en zal aan de kamer medege
deeld worden.
De vraag werd onder de aandacht van deD
minister gebracht, of deze voordracht niet eene
ongezochte gelegenheid opende tot het nemen der
teD vorige jaren verschoven beslissing over de
bezwarende voorwaarden, voor de belangen van
's lands verdediging aan hel verleeneD van con
cessien voor spoorwegen soms verbonden.
Daargelaten of omtrent die voorwaarden vaste
regels zijD te stellen, geeft deze voordracht zeker
niet de gelegenheid om de zaak voor het vervolg
in beginsel uit te maken.
Die bijdrage voor het makeD van verdedigings
werken in art. 7 der voorwaarden van concessie