19 September. IV0. 3561. Dinsdag A°. 1871. f Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". ENE ONTVLUCHT!WG UIT SIBERIE RUSSISCHE GEVANGENISSEN. LEIBNCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden.3.00. franco per postm 3.85 Afzonderlijke Nommersa 0.05. Deze Courant wordt dagelijls, met uitzondering van Zen- en Feestdagm, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNTIKN. Vooriederen regelJ 0.1S Grootore letter, uur de plaatsruimte die zij beslaan. Lelden, 19 September. I Gisterenmorgen had er buiten de Hoogewoerds- Lrt een treurig ongeval plaats. Ben jongen van l aar, bezig zijnde een praam voort te boomen, I bet ongeluk, door het uitglijden van de boom, i het water te storten. Na veel inspanning i9 ■to er in geslaagd, hem met een haak in de |teren te haken en bijna levenloos van den grond tjie halen. Naar men verneemt, moet hij reeds luelfden morgen zijn overleden. Aan de Arnh. Cour. wordt omtrent den water- door den hoek van Holland geschreven lln den gemeenteraad van Rotterdam werd op In Üden September 1869, door den heer van der loop, naar aanleiding van een artikel iD de Arnh- Trant, over den nieuwen waterweg van Rot. Irdani naar zee, eene interpellatie tot Burge- Heester en Wethouders gericht, ten einde te ver luien, of er omtrent den nieuwen waterweg Uk Dsdere berichten waren ingekomen- I De Burgemeester verklaarde daarop, dat hij gen verontrustende tijdiiigen omtrent het werk jehoord of gelezen had. De heer Pincoffs wilde isrop aan de Regeering gevraagd hebben, of er Kctnig opzicht werkelijk reden bestond tot der- pjkt verontrustende berichten als door (ie Arnh. naren medegedeeld. De heer van der ma nam daarop het woord om te verklaren iu tij meermalen, en nu nog geene veertien igeu geleden, het werk had bezichtigd, in ge- jfchap van personen, die hij bevoegd achtte om lover te oordeelen. Uit hetgeen hij toen gezien, itoord en later nog in een gesprek met dén lold-ingenieur vernomen heeft, is hem gebleken l de berichten, die omtrent het werk van tijd I lijd in de Stoompost worden medegedeeld, vol- nen juist zijn, en dat er geen reden bestaat aan bet succès van het werk te twijfelen, ïat betreft de vrees dat het werk niet in tijds (011 gereed komen, zoo had hij van den hoofd- feenieur een geheel andere verklaring gehoord, (ten namelijk in October 1866 de eerste spade 1 bet graven van het kanaal in den grond werd [poken, werd er gezegd, dat het kanaal na ver- vaü 5 jaren zou gereed zijn. Volgens het zou het dus eerst met October 1871 tot al- Ineen gebruik kunnen worden opengesteld; doch at de verzekering, die spreker thans aldaar had liu'injen, was het buiten quaestie, dat de schepen vóór dien tijd wel zouden in- en uit- IreD, Beeft de heer van der Hoeven de verklaring Ihji den hoofd-ingenieur goed overgebracht, dan Wjjit het, nu wij bijna tot October 1871 genaderd 'jjn, dat de vrees gegrond was van hen, die ge- lofden dat het werk niet in tijds zou gereed lumen. jffel zijn er reeds vroeger bij hoog water vis sersvaartuigen door het kanaal naar zee gegaan, eindelijk is er een stoombootje, volgens de jeiime Roll. Gouraut van 16 Sept. jl., op den 14den I Zie byToegBel Nieuwe Rott. Courant van 8 Sept. 1869. Sept. doorgevaren, waarin Z. K. H. Prins Hendrik en andere geuoodigden zich bevonden, maar tot nog toe zijn er geeoe schepen doorgegaan, betgeen ook niet mogelijk is, uithoofde er nog niet meer dan 1.5 meter (6 voet) bij laag- en 3.8 meter (11 voet) bij hoog water op het droogste gedeelte van het kanaal gevonden wordt. De hoofd-ingenieur schijnt in zijne verwach ting ten aanzien van de uitschuring aanvanke lijk te leur gesteld te zijn, zoodat hij verplicht is geweest het kanaal uit te baggeren, hetgeen veel tijd en veel geldt kost. Nu echter de dam door het Scheur tot boven laagwater gevorderd is, die dus in korten tijd tot hoogwater vol tooid kan zijn, verwacht men dat de uitschu ring krachtig zal aanvangen. Wanneer men in de aanvankelijke verwachting ten aanzien der uitschuring te leur gesteld was, nu, zoo wordt gezegd, zou die schuring aan geen twijfel ineer onderhevig wezen, zoodra het Scheur afgedamd zal zijn. Zijn wij wel onderricht, dan zouden, sedert men met het afdammen van het Scheur begonnen is, het Brielsche gat en het Spui merkbaar dieper geworden zijn. De natuur zou dan de zuidelijke vaarwaters uitgediept hebben, terwijl men in het kanaal moest baggeren, uit hoofde de natuur daar niet wilde uitschuren. Mochten die zuidelijke vaarwaters, na de af damming van het Scheur, in diepte blijven toe nemen, daD zou tevens de vrees voor de reüs site van den nieuwen waterweg blijken gegrond te wezen; want al mocht men dan later er toe overgaan om ook die vaarwaters af te dammen, dan nog zon de natuur, zeggen de zeelieden, eer het vaarwater door het Volkenrak openschu- ren, waar thans met hoogwater met moeite schepen van 4.6 meter diepgang doorkomen, dan het door kunst gevormde kanaal door den hoek van Holland op dé verlaDgde diepte te brengen, die zeker niet rniuder dan 5 meter bij laagwater mag zijn, om aan de geringste eischen van den tegenwoordigen tijd te kunnen voldoen. Men heeft nu in het kanaal tot 1.5 meter bij laag water gebaggerd en zal dus nog 3.6 meter moeten uitschuren of uitbaggeren, vóór dat het werk voltooid zal zijn. Onze beste wenscheu zijn voor het welslagen van het groote werk daarom vestigen wij de aandacht op de toene mende diepten in de zuidelijke vaarwaters, waar aan men de werking van de natuur kan kennen, om te zien of de zeelieden al dan niet gedwaald hebben in hunne ongunstige verwachting van een nieuwen waterweg door den hoek van Holland. Voor eenige dagen deelden wij mede het aftre den van den heer Richard Hol als directeur der liedertafel Amüelt Mannenkoor. Wij zijn thans zoo gelukkig te kunnen berichten, dat door het be stuur der voornoemde zaugvereeniging een plaats vervanger gevonden is, den aftredende volkomen waardig, en die voor de toekomst der liedertafel dagen van voorspoed en gelukkige werkzaamheid voorspelt. Onze talentvolle stadgenoot de heer frans Coenen heeft zich, na eenige dagen van ójp beraad, bereid verklaard de hem aangebodene letrekking te aanvaarden en met 1°. November k. komt de wakkere en geoefende schaar Am- selszonen onder zijne leiding te staan. Een nieuw tijdperk opent zich thans voor de met roem be- feaude Amsterdamsche liedertafel. Een schitterend valleden, steunende op oefening en rustelooze in spinning, waarborgt eene schoone toekomst en wiar een degelijk en rijp kunstenaar als Frans Coenen zich aan het hoofd eener gezónde en krachtige vereeniging_ stelt, daar mag men de heerlijkste vruchten verwachten. (HM.) Eergisterennamiddag is te Willemsdorp de der tiende spanning voor de spoorwegbrug over het Hollandsch Diep met goed gevolg van den bouw- aeiger op de paaljukken geplaatst. De Heraut meldt, dat het getal abonnenten voor let nieuw op te richten dagblad van christelijk- historische richting reeds tot drie duizend vijf honderd geklommen is, waarvan te Amsterdam alleen ruim duizend, en uit de provinciën Noord- Holland en Zuid-Holland te zamen omstreeks (weeduizend vijf honderd. Uit de overige provinciën beginnen de opgaven eerst in te komen. B1NNENLA1VD. 's-Gravenhaoe, 16 September. Het prov. Ge rechtshof nam gisteren als rechter in appèl, ken nis van een fraude in zake belastingen, waarop het a. s. Zaterdag vonnis zal wijzen. Het appél in quaestie komt kortelijk hierop neer: Th. Bax, kroeghoudster in de Karnemelk steeg te Rotterdam, werd namens den Minister van Financiën voor de arroDdissements-Rechtbank te Rotterdam, gedaagd, als zou zij zich hebben Schuldig gemaakt aan het ongedekt vervoer van gedistilleerd eu aau weigering en belemmering van visitatie aan daartoe bevoegde Rijksambte naren. Genoemde Rechtbank sprak haar echter vrij, omdat h. i. niet overtuigend het ten laste gelegde bewezen was. Hiervan appèl op den Hove van Znid-Holland. Reeds den 6den Juni jl. werd dit appèl ter rolle gebracht, doch een nieuw getui genverhoor werd door de administratie der Be- astingen gevraagd en aan haar op de audiëntie van heden verleend. Een getuige kon slechts verschijnen, daar de andere sinds was overleden. Die éene getuige verklaarde heden, gelijk in eerste instantie, dat hij niet zijn thans overleden collega in den avond van den 14den September 1870 de nu geïntimeerde op straat had ontmoet en staande gehoudenom dat het hun voorkwam dat zij iets „suspects" droeg. Bekl. had töen eerst visitatie geweigerd en was doorgegaan. Eindelijk hield zij, op herhaalde aanmaning, staDd, doch wierp toen twee 5-kans kruiken, die zij onder haar kleed verborgen had, op de straatsteenen neer, met de woorden: hier heb je ze allebei, als je ze dan toch hebben moet, en van de zware vracht ontslagen, spoedde zy zich nu ijlings heen. Een der rijksambtenaren, de getuige die 14 daag te voren in haar kroeg het „peil" had opgenomen, had haar echter herkend en herkende haar evenzeer toen hij zich den vol genden morgen ten harent vervoegde. Op die pertinente verklaring concludeerde de Rijksadvocaat, Mr. Rocbussen, dat het Hof zou vernietigen het vonnis van vrijspraak des eersten rechters en de geïnt. alzoo alsnog zou schuldig verklaren aan het haar bij dagvaarding ten laste gelegde en veroordeelen in een geldboete van drie honderd gulden- De geïDt., des ondervraagd, wendde een alibi voor; tij was op dien bewusten avond niet aan gehouden kunnen worden, want zij had haar woning niet verlaten, hetgeen zij zoo goed niet weten zou, ware 't niet dat zij dien avond juist visite had gehad en bij haar man had moeten blijven, die zich toen ziek had gemaakt. Trouwens, zoo merkte zij den Rechter op, 't was onzin dat zij twee kruiken en wel vijf kans kruiken zou gedragen hebben, dat ging hare zwakke kaachten te boven. Deze en dergelijke verontschuldigingen had de geïnt. maar zij voldeden Mr. Rochussen niet, die zich beriep op een beëedigd procesverbaal van twee Rijks-amb tenaren, dat geloof verdiende, zoo lang het bewijs van het tegendeel niet was geleverd, en dat had de geïntimeerde niet gedaan- Hij persisteerde dus bij zijn conclusie. Adv.-gen. Mr. Terpstra was 't met hem eens en, zoo als gezegd is, over 8 dagen zal blijken hoe het Hof er over denkt. s-Gkavenhage, 18 September. De Tweede Ka mer der Staten Generaal heeft reeds heden te halfvier, eene ziting gehouden, waarin de com- missiën zijn benoemd lot het onderzoek der ge loofsbrieven van de nieuwgekozen of herkozen leden. Naar wij vernemen zegt het Weekblad van het Hecht is door den Minister van Justitie inge volge Koninklijke machtiging, bij den raad van State de overweging aanhangig gemaakt van een ontwerp van wet, houdende eene nieuwe rech terlijke inrichting en tevens eene nieuwe rechter, lijke indeeling des Rijks. De gemeenteraad alhier zal Dinsdag a. s. -eene vergadering houden waarin o. a. zullen wor den behandeld1°. de vaststelling der herziene al- gemeene politieverordening; 2°. de inlichtingen om trent een adres der Vereeuiging tot onderzoek naar de middelen ter bevordering van den gezondheids toestand te 's Gravenhage3". liet besluit van Ge deputeerde Stateu betreffende de toelating van den heer Dr. H. de Jong, als lid van den Gemeente raad en 4'. het voorstel betrekkelijk de oprichting van een gebouw voor kunsten en wetenschappen waarover in de vorige zitting de stemmen heb ben gestaakt. Wat betrelt het derde punt, hebben B. en W. den Raad kennis gegeven, dat zij ge ineend hebben de resolutie van Ged. Staten (hou dende vernietiging van het besluit van den ge meenteraad van 's-Hage van 29 Augustus II., waar hij de lieer Dr. Hendrik de Jong met als lid van EN EEN BEZOEK IN DE Vervolg.) |üj raden Piotrowski dringend aan geduld te l«nen, daar dit het eenigste middel was om r-»?ere behandeling te voorkomen, en tot onder- •a»tite bevorderd te worden. Hij mocht echter et lang bij zijne vrienden vertoeven; een aan •"'hoofd en wang gebrandmerkten misdadiger, opzichter fungeerde, kwam en beval hem bezem te nemen en een hoop puin, die de lotselaars hadden laten liggen, weg te vegen. n moordenaar was zijn kameraad, en zoo ®est hij tot aan het vallen van den avond wer- toen zijne vrienden hem in het bijzijn der ^haten en misdadigers, mochten bezoeken. Ver- de meesten dergenen die thans zijne jenooten waren, hadden zich aan de grootste tsdaden schuldig gemaakt. 00 verliepen voor-hem lange, treurige dagen, onder harden arbeid te midden van sneeuw en vorst, dagen bij wier treurige herinnering wij niet langer willen stilstaan. De nachten moest Piotrowski in eene ellendige barak onder allerlei walgelijke tooneelen van dronkenschap en ver- dierlijking iD gezelschap van dit uitvaagsel der menschheid doorbreDgeD. Na verloop van ander half jaar verschafte zijn goed gedrag hem een plaats op het kantoor, waar hij allerlei licht werk verrichten moest en daarvoor maandelijks twee- eneenhalven zilveren roebel (10 franken) ontving. Gedurende dien tijd verkeerde hij veel met zijne landslieden en rondtrekkende handelaars en ver schafte zich alle mogelijke iulichtingen aangaande de wegen en rivieren, daar hij nog altijd het vaste voornemen koesterde, om zoodra zich eene geschikte gelegenheid daartoe opdeed, te ontvluch ten. De inboorlingen oefenden echter gezamenlijk met de dienstdoende soldaten een streng en nauw keurig toezicht over de honderden misdadigers die steeds tot ontvluchting alles in het werk stel len. Het gewone spreekwoord der Tartaren is dan ook: „Als men een eekhorentje doodt, krijgt men alleen zijn vel, doodt men ecliter een veroordeel de, dan bekomt men drie zaken zijn rok, zijn hemd, en zijne huid," daar er voor iederen vluchteling die weder gevangen genomen wordt eene premie betaald wordt. Langzaam en met de grootste zorgvuldigheid verzamelde Piotrovvki de noodige materialen voor zijne gevaarvolle reis. Voor alle dingen moest hij echter een pas hebben, Een der gevangenen, we gens valschinunterij veroordeeld, had nog een zeer fraaien stempel met het keizerlijk wapen in zijn bezit; Piotrowski kocht dit voor eenige franken. Het beDoodigde papier was gemakkelijk op het bureau te krijgen en zoo werd de pas vervaar digd. Na lang wachten wist hij zich eene Sibe rische pruik te verschaffen, een uit schapenvacht met de wol binnenwaarts gekeerde hoofdbedek king, tegen de koude verder drie hemden, een scha- penpeU en eene rood fluvveelen mnts met bonten rand, kleedingstukken, die de gegoede landlieden gewoonlijk dragen. Gedurende een zeer kouden nacht verliet hij Ekaterinski, met het voornemen den noordelijken weg naar Archangel in te slaan, daar deze bet minst bezocht wordt. Kort te voren was te Irbit, aan den voet van den Ural, een groote jaarmarkt of kermis gehouden, en hij hoopte zich ODder de groote menigte die van daar we der naar huis trok, te kunneD verbergen. Spoe dig nadat hij de rivier overgetrokken was, hoorde hij een slede achter zich. Hij sidderde bij de ge dachte, dat dit wellicht reeds zijne vervolgers waren. „Waar moet gij heen?" riep de boer, die op de slede zat, hem toe. „Naar Tara." „Geef mij veertig KopekeD, dan neem ik u mee." „Neen, dat is mij te veel. Ik zal er u dertig geven, als gij mij meeneemt." „Goed, dat is afgesproken. Stap gauw in." Hij werd te Tara (eene stad aan den Irtisch) afgezet, en klopte daar aan een huis om volgens het Russisch gebruik te vragen of er ook paar den te huur waren. „Ja een paar, waar moet gij heen?" „Naar Tobolsk. Ik ben een reizend koopmau èn moet mijo heer opwachten. Ik hen te laat aangekomen en heb groote haast, span dus zoo spoedig mogelijk in." Zij waren ter uauwernood op weg, toen er een hevige sneeuwstorm losbrak en de voerman van den weg raakte. Zij reden den geheelen uacht in het boscli rond en Piotrowski verkeerde in de grootste angst eu spanning. „Keer maar naar Tara terug," zeide hij tot den koetsier, toen de dag aanbrak. Ik zal een andere slede huren; maar ik betaal u niets, daar gij zoo dom geweest zijt van den weg te dwalen. Zij keerden terug, maar haddeD ter uauwernood een kwartier gereden, toen de voerman uitriep: „Daar is onze weg." Nu wilde hij den tijd inha len, reed bij een zijner bekenden aan, en vree» daar om thee en nieuwe paarden. Zij reden nu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1