Zaterdag
9 September.
n
3533
LEIDSCH
A°. <871.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post8 3.85
Ifzonderlijke Nommers0.05.
Lelden, 8 September.
)e benoeming van deD heer Harteveit tot lid
i de commissie van financiën, ter vervanging
i den heer Schelteina, heefteen uitmuntenden
ruk te weeg gebracht.
Je betrekking door den heer Schelteina vele
en met kunde en ijver vervuld, is opmeuw
i goede handen toevertrouwd.
Je heer Harteveit heeft immers gedurende
i voor deze gemeente zoo vruchtbaar lidmaat-
iap van den raad, in 't bijzonder zijne financieele
kwaamheden doen waardeeren.
Na zijne uit partijberekeniug zoo fel bestreden
■kiezing tot lid van den raad, wordt dit nieuw
vijs van vertrouwen uit den boezem van dit
lege, door de verlichte burgerij met ingenomeu-
d en welgevallen begroet, overtuigd als zij is
de heer Harteveit ook op deze plaats veel
knuneh aanwenden tot bevordering van de
Jangen onzer gemeente.
lus plaatselijk belastingstelsel, wij weten 't
laat veel, zeer vee 1 te wenscbén over.
'ngrijpende hervormingen zijn beproefd, maar
^dusver gelukte het niet die tot stand te brengen,
'aar de heer Harteveit een van de ijverigste
rslaDders van hervorming op dit stuk is, zien
len in zijne benoeming tot lid van de commissie
In financiën, ook met h'et oog op de veranderde
enstelling van den raad, een gunstig voortee-
n, dat andermaal ernstige pogingen mogen ver
acht worden om het plaatselijk belastingstelsel
zijne gebreken radicaal te zuiveren.
Burgemeester en Weths. van Leiden, gezien de
Bressen van: a. Gerardus Petrus Timp, koek
,kker, alhier woonachtig, waarbij hij vergunning
iagt tot het plaatsen van een 2den bakkersoven
het huis aan de Haarlemmerstraat n°. 245;
Jacobus Goddijn, meubelmaker, wonende alhier,
ludende verzoek om, ter uitoefening van zijn
:oep, eene vuring te mogen doen plaatsen in het
hitvs aau de Haarlemmerstraat n". 254; en c. Jan
f^etAeveld, melkverkooper alhier, om vergun-
tot bet houden en mesten van varkens op de plaats
Ier zijn huis aan de Oostdwarsgracht n". 14.
'i Ie weten, dat tot het hooren der eigenaars
bewoners van de naast bijgelegene en belen
dende panden, ten opzichte der informatien de
etKmodo et incommodo, door B. en VVs. zal worden
gwacecrd op het Raadhuis dezer Gemeente, op
luandag den llden September aanstaande, 's voor-
npddags te elf uren.
■Hedenmorgen te vier uren ontstond er een weinig
liMduidende brand in een perceel in de Koesteeg,
Mje echter spoedig door de bewoners gebluscht
Deze Courant wordt dagehjks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKH ADVUKTICNTIICN.
Voorieileren regel0.1 Ti
Orootere letter« naar de plaatsruimte die rij beslaan.
werd. De brandweer en schutterij waren tegen
woordig, maar behoefden geen dienst te doen.
Op het Hoofdstuk inkomsten van de begrooting
voor 1872 van Groningen, wordt de opbrengst
van haardasch en vuilnis op f 70,0U0 geraamd.
De raming van hetzelfde op de begrooting voor
1872 van Leiden is 4270.
Te Groningen heeft de gemeente het ophalen
van asch, vuilnis enz. in eigen beheer; te Leiden
wordt een en ander verpacht.
Men schrijft ods heden uit Voorschoten:
Heden was geheel Voorschoten iu feestdos ge
tooid. In een open rijtuig met vier paardeu
bespannen, voorafgegaan door een Hofkoerier,
passeerde Z. M. de Honing, vergezeld van een
adjudant en ordonnance-oflicier, de gemeente
Voorschoten, om zich te begeven naar de Konink
lijke Nederlandsche fabriek van gouden en zil
veren werken van den heer J. M. van Kempen.
Aan het woonhuis afgestapt, werd Z. M. door
eene gepaste toespraak welkom geheeten door
den heer van Kempen, die de eer mocht hebben
zijne vier zonen aan Z. M. voor te stellen. De
Koning bezocht verjjpjgeps de fabriek, waarvan
het terrein prachtig gedecoreerd was. Naalvo
reus de smederij in oogensehouw te hebben ge
nomen, begaf Z. M. zich naar de smeltovens, al
waar èn naar het oude, èn naar het Dieuwere
Amerikaansche systeem, het zilver voor Z. M. werd
gesmolteu en in baren uitgegoten. De tweede
zoon van den fabriekant vertoonde aan Z. M.
het model eener coupe, die tijdens Hoogstdeszelfs
bezoek zou worden uitgevoerd, van het zilver
dat iu Z. M. tegenwoordigheid was gesmolten.
In de pletterij gekomen zag Z. M. het gesmol
ten zilver in een oogenblik tot plaat pletten, en
de plaat afsnijden benoodigd tot de vervaardi
ging van de voorgestelde coupe. Intusschen kapte
eene krachtige machine massieve lepels en vor
ken uit, die onmiddellijk onder mechanieke val-
harners verder werden afgewerkt, om daarna
kunstmatig te worden gepolijst. Deze arbeid droeg
in liooge mate de goedkeuring des Konings weg.
Bij den grooten stoomhamer stond alles gereed
om van de geplette platen theebladen te formee-
reD; Z. M. roemde die inrichting ten hoogste.
Iii het lokaal der plaatdrijvers lagen inmid
dels de voor de coupe benoodigde zilveren pla
ten gereed; het werk werd onder verschil
lende handen verdeeld. Z. M. gaf zich den tijd
alles nauwkeurig na te gaan, en vóór dat Z. Al.
het lokaal verliet, was de zilveren coupe volko
men aan het model gelijkende gereed.
In de werkplaats der slijpers, werd de coune
terstond machinaal geslepen. Iu het polijst-lokaal,
nam Z. M. een machine in oogensehouw, die
door 3000 omwentelingen in éene minuut, in een
oogenblik het schoonste poli bracht op het zilver
werk. Als proeve werd aan Z. AI. een blad ver-
vertoond waarvan het poli aan spiegelglas gelijk
was.
In liet lokaal der guillocheurs ging Z. AI. die
bewerking met de meeste nauwkeurigheid na.Z. AI.
bezocht vervolgens de lokalen der kunstdrijvers,
der monteerders, en de soldeertoestellen.
In de lokalen der goudwerkers betuigde Z. Al.
Hoogstdeszelfs tevredenheid, dat ook de bewer
king van het goud, op de hoogte stond der bui-
tenlandsche fabrieken.
In de modelleurs- en teekenkamer bezichtigde
Z. M. de concepten der groote zilverwerken die
door Z. M. aan den heer van Kempen ter uit
voering waren opgedragen, eu vervaardigd wei
den door de heeren van Dokkum en Bern-
hardie. Z. AI. betuigde beide artisten Hoogst
deszelfs tevredenheid over de ontwerpen.
Z. AI. bezocht vervolgeos de ateliers voor de
ejeetriciteit, waar de oudste zoon van den heer
van Kempen de hooge eer mocht genieten, de
verschillende bewerkingen aan te toonen, en ten
slotte Z. AI. te geleiden, naar de gipsen-modellen
der groote beelden van liet Nationaal Monument,
waarvau de overbrenging iu metaal, aan Z. AI.
op de plaats zelve der primitieve inrichting werd
verduidelijkt.
Aan het woonhuis teruggekeerd gaf Z. M. her
haaldelijk Hoogstdeszelfs hooge tevredenheid te
kennen over de inrichting der Koninklijke Nederl.
Fabfiek van Gouden eu Zilveren werken en
werd de zilveren coupe intusschen gpreed gemaakt,
door den tweeden zoon van den lieer van Kern
pen aan Z. AI. aangeboden eD welwillend aan
genomen.
Wij tnoeteD hier nog bijvoegen dat Z. M. zich
met verschil lende leden van het personeel aller
minzaamst onderhield, eu tot eenen werkman
terugkeerde om te vernemen dat eene kwetsuur,
onder do bewerking der coupe voor Z. M. bp-
koineu, van zeer geringen aard was.
Z. M. verliet het terrein onder luide toejuiching
der werklieden.
Naar wij vernemen schonk Z. AI. den lieer
van Kempen de gouden medaille van verdienste.
In de uamiddag-godsdienstoefening te Zutfen
van Zondag jl. maakte Dr. Ph. S. vaD Ronkel
aan de gemeente bekend, dat hij een beroep had
ontvangen als predikant voor Leiden, en dat hij
dit in beraad wenschte te nemen. Reeds eenige
dagen ongesteld, had toch Dr. van Roukel deze
mededeeling in persoon aan de gemeente willen
doen. Den kansel verlatende, gevoelde hij zich
zeer onpasselijk; middelerwijl was er een hevig
onweer, vergezeld van zwaren regen, aan de
lucht. Daarom verzocht hij den koster van Dick,
een rijtuig voor hem te willen bestellen. Deze
weigerde, omdat hij rheende, dat dit het werk
van den kerkeknecht was, die echter niet was
te vinden. Het gevolg was, dat Dr. van Ronkel
te midden van zwaren regen naar huis kon
wandelen. Er is eene gróote verontwaardiging
jegens den koster gerezeo; en kerkvoogden trek
ken zich deze zaak zeer aan.
De volgende regelen in liet Dagblad v. Z. H. zijn
zeer opmerkelijk:
vBij de benoeming van den heer Dr. W. J. F.
Nuyens tot ridder van de Eikenkroon, wordt
medegedeeld dat deze onderscheiding is toegekend
als een erkenning der verdienste van zijn Ge
schiedenis der Nederlandsche Beroerten." Wij hebben
alle reden om de juistheid hiervan aan te nemen,
en hebben volstrekt niets tegen de vermelding
om welke reden de Koning een onzer medebur
gers eene onderscheiding heeft waardig gekeurd
integendeel zouden wij er ons zeer wel mede
kunnen vereenigen wanneer het elders reeds be
staande gebruik, óm die reden steeds oflicieel te
vermelden, ook hier werd ingevoerd.
Eenige R. C. bladen gaan echter verder-
De Tijd laat op bovenbedoelde vermelding nog
volgen: „Men weet, dat deze historische arbeid
van Dr. Nuyens een doorloopende weèrleggiug
bevat-van de dichterlijke beschouwing en partij-
kreten des begaafden Amerikaans, John Lothorp
Afotley."
De Maasbode verduidelijkt lieden de bedoeling
dezer bijvoeging, door zijnerzijds op bet bericht
der benoeming de onderstaande regelen te laten
volgen
„Wij verheugen ons van harte in deze hooge
onderscheiding, den gevierdeu schrijver toege-
wezeu. Dr. Nuyens heeft den Catholieken niet
alleen, maar ook ai onzen landgenooteu een ge
wichtige dienst bewezen door een juiste beschrij
ving te leveren van hetgeen iu de 16de eeuw iu
ons land plaats had eu het meer dichterlijk dan
waar geschrijf van den Amerikaan Motley vol
komen te ontzenuwen.
„Maar deze benoeming vereert ook onzen dier
baren Koning. Z. M. toont zich verheven boven
de laffe vleierijen eu de gedienstige onjuistheden,
waarmede de prolestantsche schrijvers over dat
tijdvak, te goeder of te kwader trouw, het Huis
van Oranja een dienst uieendeu te bewijzen, en
wil gaarne erkennen, dat Dr. Nuyens de waar-
beid en de waarheid alleen gehuldigd heeft. Dat
geeft Z. M. den Koning een nieuwe aanspraak
op de vereeriug en dankbaarheid Zijner getrouwe
onderdanen."
Hiermede wordt zeer zeker aan de zaak een
geheel verkeerde beieekeuis toegekend. Niets is
ons aangenamer dau ook in deze te mogen con-
stateereu, dat Z. M. de Koning een nieuwe aan
spraak op de vereering en dankbaarheid zijner
getrouwe onderdanen heeft verworven; maar had
de benoeming in quaestie de beleekeuis, welke
de Katholieke bladen er aan geven, dan zouden
wij het niet met hen eens wezen, dat die aan
spraak dAardoor verworven zou zijn, daar niets
zoozeer wenschelijk is in het algemeen belang
der bevolking als dat de Koning, in volle onpar
tijdigheid, boven de partijen verheven blijve.
Zooals de zaak nu wordt voorgesteld, zou de
Koning de historische opvaüing vau den heer
Nuyens iu het gelijk, eu die van den lieer Motley
in het ougelijk hebbeu gesteld. Het zou alles
behalve wenschelijk zijn als do cunstitutioneele
Koning zoodanige uitspraak deed. En het kan
onmogelijk juist zijn te onderstellen, dat zij iu
WERKEN VAN HET N00RDZEE-KANAAL.
Jüe Zutfensche Courant behelst den volgenden
■iet omtrent de reusachtige werken dezer be-
mgwekkende onderneming:
Vermits wij den stoombaggerinolen en de wer-
o bij Schellingwoude uit ervaring kenden, ko-
11 wij het spoortraject en stoomden met den
tsten treiD naar Velsen. Wij reisden derde klasse,
}ts dat men in deu zomer, voor korte afstanden,
'egens de grootere ruimteen het meerder gemak,
(et genoeg kan aanbevelen. Wij hadden van den
esident-directeur der kanaalmaatschappij, den
Ier S. W. Jos. Jitta, een toegangbewijs ontvau
1", eu na bij Velsen de iu aanbouw zijnde
I oorwegbrug te hebben bezichtigd, die met Mei
I moet worden opgeleverd en waaraan men
I)s met allen ijver bezig is, stapten wij op ons
icnak naar de betonfabriek, eene merkwaardige
dchling, waar een enkel klein stoomwerktuig
•erlijk wonderen verricht. Het maalt en mengt
portland-cement en grind dooreen, het stort
m bakken uit, voert die met duizelingwek-
|riide snelheid over den weg, en schaart ze iD
rijen op en over en naast elkaar. Vervol
gens worden de bakken uit elkaar geschroeid,
en hetzelfde stoomwerktuig stapelt beurtelings de
acht duizeud kilo zware beion-blokken opeen, en
wentelt ze, schier zonder dat men liet hoort, soms
een paar honderd meter ver over de rails. Dan
wachten er een aantal locomotieven, die tien,
somtijds vijftien wagens met beton-blokken, zand
of tras door de duinen eu langs het kanaal naar
de plaatsen van bestemming slepen.
Naauw liaddeu wij het gevaarte beklommen,
dat het terrein belieerscht en waarboven een
kolossale kraan het zand eu kiezel op- en afvoert,
of de opzichter kwam ons medodeelen, dat het
groot gevaar, aan de bezichtiging verbonden, tot
een totaal verbod had geleid. Of wij al ons be
wijs toonden, of wij al protesteerden, het hielp
weinig. Wij moesten het terrein verlaten. Geluk
kig hadden wij het voornaamste opgenomen, en
zonder veel leedwezen, sloegen wij dus den weg
in naar het zoogenaamd Engelsche dorp, om en
bij Wijkeroog. Nadat wij die romantisch ver
spreid liggeude groepen zwart houten huisjes
niet lieve op zijn Eogelsch aangelegde tuintjes,
zooveel mogelijk hadden langs gewandeld, traden
'wij de shop, of toko, of wel store binnen (een
magazijn, waar uien ten naastenbij alles kan
bekomen, van de slechtste Engelsche ale tot den
vetsten rumpudding). Wij vonden iu den maga
zijnmeester een Hollander, een vluegen, spraak-
zaïnen jongen, die een jaar of tien in Engeland
had doorgebracht, ootbeten er met een paar lek
kere Engelsche broodjes eu een paar bekers
geurigen ale, lieten ons elk twee nieuwe brood
jes prepareren, en na onzen voorraad sigaren te
hebben vergroot, begaven wij ons naar liet kan
toor van den ingenieur van Rijn, om een geldig
billet meester te worden. De heer van Rijn was
niet aanwezig; doch de adjunct-ingenieur Zillesen
verstrekte ons, met de grootste welwillendheid,
eene kaart. Deze was echter niet geldig voor
de hoofden aan zee, en juist die wilden wij be
zoeken. De heer Zillesen voorzag ons, op ons
verzoek, van eene aanbeveling aan zijn collega
v. d. Poll, en twijfelde niet, of deze zou ons
het verlof voor de zeewerken wel verstrekken;
aan alle zijden werden wij gewaarschuwd
voor de schromeiijkste gevaren. Terwijl wij
bij Velsen het kanaal bezichtigden, dat reeds be
zaaid ligt met allerlei vaartuigen, wees men ons
de plaats, waar eerst de vorige week een arbeider
midden door was gereden. Wij achten het dus
beter de reis te voet te maken dan op de hob
belende zandwagens plaats te nemen, iets dat
trouwens ons uiterst moeilijk zou zijn gevallen.
Vooreerst was het opnemen van passagiers streng
verboden, en vervolgens hadden wij moeilijk
met ons vieren op éeu „trein" kunnen plaats
nemen. Scheiden wilden wij niet, en dus heette
het: courage! Langs eu op eu over de rails,
nu eens over, dan weer onderlangs de duinen,
nu eens over planken en tigchels, dan weer wa
dend door het mulle zand, of schier wegzinkend
in het moeras, legden wij een tocht van vijf
kwartier af, dien wij nimmer zullen vergeten.
De hitte was ontzettend; het zweet gudste ons
in dikke parelen af, en de een na den ander
ontdeden we ons in hongerlooze wanhoop vau
onze broodjes. Ik was de eerste, die ze, uit mede
lijden voor de aankomende forelleD, in de plas
sen liet zwemmen. Spoedig volgde een tweede
mijn voorbeeld, eu dit werkte aanstekelijk, zoo
dat er van onze ammunitie niet veel overbleef.
Uitgeput van krachten, kugchend en hijgend,
beklommen wij eindelijk het duin weer, en traden
een armoedig krot binnen, pralend met den
weidschen titel van Noordiee-kofjiehuis. Hier wasch
ten en verfrischten we ons een weinig, wierpen
een blik terug op den kolossalen sluisput, eu we
dachten met verbazing, hoe eene middelmatige
kraan aan het kanaal niet minder dau tieu last,
zegge 20,000 kilo, uit de schepen ligt; hoe alleen
de aannemer Freeman, voor nog niet de helft
vau het werk, elke maand meer dan een en een
kwart millioen steenkolen verbruikt.