2 September.
T. 3547
Zaterdag;
Feuilleton van liet „Leidscli
Dagblad".
Ondermeester.
vort
bil
AV. JUS/4.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
franco per post.9 3.85
Afzonderlijke Nommers .4. 1i0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTENT1KN.
Vooriederen regal/-ij.lf}.
Grootere lettert naar de plaatsruimte 'die ^ij beslaan.
Lelden, I September.
et ontzetting lezen wij heden het volgende
'icht iD de Goudtche Courant:
Van goederhand ontvangen wij de tijding dat
gisteren te Moordrecht een geval van cholera
tica heeft voorgedaan. De lijder was binnen
ige uren bezweken.
Niet om te alarmeeren deeleu wij dit mede,
r om allen, openbare instellingen en bijzondere
sonen die met hunne maatregelen nog niet
•eed zijn, op te wekken tot meerdereu spoed."
IVij hopen van harte gaarne dat dit bericht blijken
moge ODjuist te zijn, ofschoon wij helaas aan de
waarschijnlijkheid niet twijfelenmaar in ieder
voegen wij onzen aandrang bij dien van
den berichtgever, dat een ieder, juist in dezen
tyd van onzekerheid of de gevreesde vijand zijn
jirwoestingen zal komen aanrichten, zijn plicht
autoriteiten, bijzondere instellingen en inge-
lenen.
|Vaa den beginne reeds hebben wij niet nage
len op 't dreigend gevaar te wijzen, hebben wy
Ion het nemen spoedige en krachtdadige maatrege-
aangedrongen.
ie vorderingen welke de epidemie in Europa
ikt hebben wij herhaaldelijk in dit blad
eeld. Nu echter bericht wordt, dat in
lid-Holland een geval is voorgekomen, sporen
lol verdubbelde waakzaamheid aan. Gezond
lidj-maatregelen, al worden zij niet met 'toog
naderende epidemien genomen, zijn nim-
Ier overbodig.
°De heer Groen van Prinsterer houdt zich bezig
het voor zijne partij krijgsplannen te vervaar-
figeu tegen den naderenden parlementairen veld
tocht. In de jongst verschenen nummers der Neder-
fyndsche Gedachten geeft de heer Groen bevelen
Buks en rechts.
'Als hoofdvereischte wenscht de eminente Staats
nan voor zijne partij een dagblad onder leiding
Van Dr. Kuijper wat de hoofdartikelen aangaat,
nel 6000 abonnenten k f 5 voor den eersten jaar-
ang.
Vervolgens moeten de organen zijner partij een
nuiatief nemen omtrent herziening van art. 194der
Grondwet. „En bierbij is haast." Hel adres-debat
poet daartoe gebezigd worden, daarbij moeiden
auval tegen art. 194 krachtig doorgezet worden,
taial er blijke, dat tusschen het parlement cn
de kiezers eenig verband is.
■Uit dit schrijven van den heer Groen mag men
[ports opmaken, dat een petitionnement te dier
aks onder de anti-revolutionairen op til is, want:
Be heer Groen ziet dan ook met genoegen, dat
jen beter den aard van een eventueel petition
nement ter herziening van art. 194 begint te
grijpen. Als een recht moet men baar van de
ïroon, niet van de Kamer vragen" enz.
De ijver en onvermoeide strijd van den
anti-revolutionairen staatsman zijn bewonderens
waardig, uiaar of zijn ruimen blik en helder
Boorzicht, hem wel 't juiste oogeublik tot dit
Hnitiatief hebben doen kiezen, mag minstens be
twijfeld worden. Wij zien althans niet reikhalzend
uit naar een uitvoerig adresdebat, maar verwach
ten dat vele zaken die op afdóeniog wachten
spoedig ter hand zullen worden genomen; wij
zien reikhalzend uit naar 't aanbieden, onder
zoeken en behandelen van flinke wetsontwerpen
ter regeling van belangen, waarin voorziening
sterk dringt; naar de spoedige behaodeling
van het wetsontwerp tegen besmettelijke ziek-
teu, kortom wij wenschen en durven dien
weusch als een uationalen uit te spreken,
dat de Vertegenwoordiging in het aanstaande
zittingjaar wat minder tijd verbeuzele met poli
tiek geharrewar en wat meer tijd bestede aan de
materieele belangen van het volk.
Omtrent de ongeregeldheden te Bodegraven
wordt aan het Vaderland nog geschreven
„Reeds vroeg in het voorjaar is te Bodegraven
besloten geen kermis te houden. Later is door
eenige belanghebbenden verzocht om als burgers
van de gemeente huuue kramen te mogen opzet
ten gedurende de kermisvveek, die nu is inge
vallen. Dit is met 5 tegen 2 stemmen, die van
J. van Dam, burgemeester, en dokter Kapteijn,
wethouder, geweigerd. Nu heeft de andere weth.,
J. van deu Giesen, een rijk uian van orthodoxe
richting, om verschillende redenen veel invloed,
hoewel niet bij de meest ontwikkelden. Doch
door de mindere standen wordt hij ontzien. Deze
heeft dan ook bij het indieneu io den Raad
van bovengenoemd verzoek gezegd, dat er zelfs
geen schijn van kermis zou worden geduld.
Intusscheu is hij met een ander raadslid, Velen-
turf, die ook tegen het verzoek gestemd had,
met zijn geheele gezin de beide dagen bij de
volksfeesten te Alphen gezien, en het volk te Bode
graven achtte het hoogst ongepast, dat hij, die
zoo scherp hun de kermis ontzegd had, nu zelf
elders een dergelijk vermaak ging opzoeken.
Maandag avond nu werden bij deze beide raads
leden de glazen ingeworpen, terwijl bij den bur
gemeester, die intusschen uiterst zwak en zieke
lijk is, en bij den dokter sereiiaden werden ge
bracht. Gisteren, Dinsdagavond, was een 40 man
soldaten uit Woerden gearriveerd met de noodige
politie. Afsteken van vuurwerk werd uu ver
gund. Burgemeester Zaalberg uit Alphen, die ook
ivas gekomen, hield een toespraak tot het volk,
die zeer werd toegejuicht en een kalmeerende
uil werking scheen te hebben. Maar na afloop
van liet vuurwerk ging men drinken en raakte
men spoedig niet de politie slaags; oen enkele
persoon werd daarbij gewond.
„Opnieuw werden nu bij J. van deu Giesou de
ruiten ingegooid en werd hem een ketelmuziek
gebracht.
„Heden, Woensdagavond, zou, maar men zegt,
het werkvolk weer op de been komen.
„Een praatje, dat, mocht de burgemeester, die
ziekelijk is, komen te overlijden, de wethouder
J. van den Giesen tot zijn opvolger bestemd zou
zijn, heeft, geloof ik, aan de volksstemming ook
geen goed gedaan.
Gisterenavond is, zoo schrijft men ons heden,
alles rustig gebleven. De militairen uit Woerden
zijn weder vertrokken, en de geest der bevolking
heeft de geweosebte kalmte teruggevonden.
Uit Koningsbergen wordt geschreven Professor
Dr. Burow heeft zich tot de betrokken autoritei
ten gewend met eene breed gemotiveerde memorie
van toelichting tot een voorstel om tijdens de
cholera alle bearbeiding van den grond te ver
bieden. Hij voert aan dat een menigte der ge
vaarlijkste miasmeu en gassen dadelijk uit de
geopende schoot der aarde ontsnappen en beroept
zich hierbij zoowel op eigen ervaring als op we
tenschappelijke autoriteiten, met name op Pet-
tenkofer.
Het hoofd der politie heeft het voorstel in han
den gesteld van den stads-physicus Dr. Pincus,
onder wiens talrijke voorzorgsmaatregelen een
zoodanig wel voorkwamdeze heeft zich met
het voorstel van Prof. Burow vereenigd en dien
tengevolge heeft het stedelijk bestuur aanzegging
bekomen, dat alle bearbeiding van den grond
voor water- of gasleidingen hetzij gestaakt hetzij
niet aangevangen mag worden.
Ook het maken van fondamenten is verboden.
Gisterenmorgen werd in de groote zaai van het
Park te Amsterdam het tweede congres gehouden
der Bestuurders en voorstanders van volksvoor
drachten.
Na verwelkoming der aanwezigen en eenige
voorbereidende werkzaamheden, waaronder het
vaststellen van eeu reglement, is men overgegaan
tot afdoening van de volgende punten van be
handeling
A. „is het wenschelijk dat elke Vereeuiging
die f 50 'sjaars bijdraagt door tusscheukomst van
het Oentraal-Bureel tweemalen in het winter
seizoen een letterkundige ol'wetenschappelijk ge
vormd man in haar midden ontvangt, tot het
houden eener voordracht," voorgesteld door de
bestuurders der volksvoordrachten in Middelburg.
De lieer Appel van Middelburg leidt dit punt in
en toont aan van hoeveel belang 't ook ter wille
der afwisseling wezen zou indien op kleiue plaat
sen sprekers van buiten kwamen. Na eenige dis
cussie waaraan verschillende sprekers deelnemen
wordt overeengekomen om met acclamatie de
wenschelijkheid aan te nemen.
B. „Kunnen de Volksvoordrachten dienen oui
bij volwassenen datgene aan te vullen wat hun
ontbreekt, doordien zij in hun jeugd geen of geen
voldoend lager onderwijs hebben genoten? Zoo
ja, hoedanig moet dan de inrichting zijn?" is nu
aan de orde. De volksvoorlezingen in Leiden
hebben vroeger geleden ondereen beperkt lokaal,
zegt de spreker uit Leiden; aanstaande winter
komt er beschikking over een lokaal voor 1600
personen, een publiek dat zeer gemeleerd is en
nu ontstaat de vraag in hoeverre de volksvoor
drachten voor beiden bevredigend kunnen inge
richt worden.
De heer Rensse van Hoven breekt een lans
voor de aanschouwelijke voorstellingen; de dui
kerklok en locomotief zijn plastisch voorgesteld
en duidelijk gemaakt; ook de dissolviugviews van
den heer Maju doen veel goed.
De heer van Eek spreekt over punt D. (Is het
niet noodig de gewone bezoekers onzer volksvoor
lezingen meer en meer op bevattelijke wijze ken
nis te doen krijgen van de inrichting van een
Staatsbestuur?) Velen vreezen nog dat men den
arbeider op een verkeerden weg brengt door hem
zijn rechten te leeren kennen. Spreker beant
woordt echter de vraag bevestigend en acht die
kennis zeer noodig; de vraag is evenwel, welk
handboek men kiezen moet; hij herinnert aan de
in druk verschenen voordrachten over de Belgi
sche Grondwet van den heer Rolin Jaquemins.
Hij wenscht dat men bij de volksvoordrachten
ook de sociale quaestie bespreke.
De heer Logeman meent, dat de vorige spreker
te ver gaat door het door hem behandelde te
brengen binnen het kader van punt D. Met be
trekking tot punt B doet hij uitkomen, dat niets
het gemis kan aanvullen van voldoend lager
onderwijs.
Verschillende sprekers voeren nog het woord,
en aan het oordeel der vergadering worden nu
twee moties onderworpen. De eerste luidt:
De vergadering spreekt als haar innige over
tuiging uit dat er geen middel te vinden is, waar
door de volwasseneu bevredigend het gemis
kuuneu aanvullen van voldoend lager onderwijs
terwijl zij door deze verklaring alle ouders in
den lande wenschen op te wekken hun kinderen
dit onontbeerlijk onderwijs niet te onthouden,
maar zoo lang mogelijk te doen verstrekken. In
tusschen meent de vergadering dat de volksvoor
drachten evenzeer onmisbaar zijn, om de ouders
van de behoefte aan het onderwijs te door
dringen.
De (wëede lurdt:
De vergadering spreke de wenschelijkheid uit
dat in elk bestuur van volksvoordrachten worde
opgenomen eenige van de belanghebbenden.
Na de pauze zijn de Belde moties aangenomen.
Verdet- is besloten tot de benoeming eener com
missie van onderzoek Daar de bestaande volks
literatuur in Nederland. Eene motie waarbij <le
nièt-wertschelijkheid wordt Uitgesproken van di
recte inmenging in de kermis quaestie, maar de
wenschelijkheid van het nemen van het initiatief
tot verbetering van volksvermaken is aangenomen.
,4/s de plaats waar het volgend Congres ial gehouden
worden is Leiden aangewezen.
De geueraal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stiruin, buitengewoon adjudant des Konings,
maakt, overeenkomstig de aankondigïug in de
Staats-Courant van den 19den dezer, bekend, dal
bij hem is ontvangen tot het oprichten van eeu
monument ter eere der gesneuvelden in de Cita
del van Antwerpen in December 1832: eene bij
drage van honderd gulden van den heer Mr. E. J.
A. graaf van Bylaudt, lid van de Eerste Kamer
der Staten-Geueraal, te 's-Hage (Wassenaar); eene
bijdrage van twintig gulden van Mr. J. A. J.; en
eene bijdrage van vijftig gulden van den heer Bran-
IETS l ir MET LEVEN
VAN EEN
BBCKM AIT-CH ATB.I AH"
naverteld.
Vervolg).
//Ik was op zoo iets voorbereid," zeide hij droevig,
l//daar ik pastoor Bernard sinds lang ken. Hij is
leen geslepen man, niettegenstaande zijn norsch
[voorkomen. De toestemming, die hij u verleend
Iheeft om de Mennonieten in uwe school op te
laenien, is mij altijd onnatuurlijk voorgekomen,
l'k konde niet begrijpen hoe hij u had toegestaan
laan ketters te onderwijzen, hetgeeD hij ons belet
[had te leeren aan de volwassen personen van
IChène-Fendu. Dit wekte mijn argwaan op, en
l'k zeide tot mijzelven„Daarmede heeft hij
eene geheime bedoeling," en ik peinsde »r over,
|en het kostte mij hoofdbreken om 't te ontraadse
len, maar nu begrijp ik alles van het begin tot
hei einde. Ja, de geschiedenis van de Chibés is
thans heel duidelijk; door dit middel hief pastoor
Bernard onze avondschool op, die hem mishaagde,
en dour u naar Roches te zenden spande hij een
stuk aan de Mennonieten; het is een priester
list!"
De oude schoolmeester heet zich op de lippen
en staarde nadenkend op deu grond. En toen ik
hem smeekte mij te hulp te komen en mij eenen
goeden raad te geven om uit dezen ueteligen toe
stand te geraken, besloot hij, met tol mij te zeg
gen„Mijn Godl Jean Baptiste, welken raad zal
ik u geveu? Tijdens den overweldiger -zoudt gij
oui herstel kunnen vragen bij den burgemeester
of deu ouderprefect, men zou u misschien recht
hebben laten varen, maar sinds de terugkomst
der Bourbons zijn de pasloors oppermachtig in
hunne kerspelen, hun beroep is te gebieden, het
onze, te gehoorzamen. Bijaldien gij niet doet
wat pastoor Bernard wi), zijt gij verloren. Niet
alleen zal hij middel vinden om u van Roches
te verdrijven, maar hij zal daarenboven zorgen
dat er van de geschiedenis der Chibés in uw
getuigschrift melding wordt gemaakt, en hij zal
u braudinerken bij zijne medebroeders als een
gevaarlijk voorwerp. Gij zult het nergens kunneD
uithouden, aangenomen al dat gij eene andere
plaats hadt gevonden, eene zeer moeilijke taak
met slecht getuigschrift; in éen woord, zijn haat
zal u overal vervolgen, en die haat zal des te
grooter zijn, naarmate gij hem zult teleurgesteld
hebben om zich te verheffen in den geest zijner
meerderen.
Niets strekt eenen priester tot grooter eer dan
de bekeering van eenen ketter, het is hun aller
geheime eerzucht.
Pastoor Bernard is zeer eerzuchtig, het verveelt
hem te verkwijueu in een klein dorp in de ber
gen, en eeu rijk kerspel in Lotharingen zou hem
niet ongevallig zijn. Hij heeft reeds getracht om
de kinderen der Mennonieten te lokken naar de
school van zuster van Eleonora, maar hij is er
met in kuuneu slagen, omdat die vrouw niets
weet, en omdat zij dan deze kinderen niets konde
leereD dan de Catechismus en de gezangen,
zaken, strijdig met hunne godsdienstige begrippen.
Nu, dank zij uwe moeite, rekent hij zijn doel
te hereikeD, en daarin verheugt hij zich reeds
bij voorbaat. Verbeeld u zijnen toorn, wanneer
de zaak mislukte door uwe schuld."
„Maar meester Guillaumel" riep ik uit, hem
in de rede vallende, „indien ik doe wat pastoor
Bernard van mij verlangt, zal dit vader Jakob
dogenblikkelijk ter oore komen, en zal hij zich
haasten om zijne kinderen weg te nemen, niet
medegerekend nog, van dat hij het recht zat
hebben mij eeu woordbreker, ellendeling eu on
eerlijk meusch te noemen, eu dat ik daartegen
niets zou kunnen inbrengen."
„Welnu, dat weet ik zeer goed," hernam hij,
met een droevigen blik, „maar zoo gij ongehoor
zaam zijt aaD pastoor Bernard, zult gij uwe be
trekking verliezen, en op nieuw ten laste uwer
ouders komen, dat zou heel erg zijn, Jeau Bap
tiste!Als men arm is, en zijne betrekking
noodig heeft om te leven, moet men velerlei ver
keerde zaken dulden, ik weet er bij ondervin
ding van te sprekeD. Och, het is zoo recht ge
makkelijk eerlijk te blijven als men rijk is, maar
als men arm isNu, nu, overleg alles wel,
vóór en aleer gij een besluit neemt. Laat u niet
door uwe drift medeslepen, uwe toekomst staat
op het spel; het is een erg geval, zeer erg!"
En dit was al de raad, dieD ik kreeg van
meester Guillaume. De beteekenis hiervan was
vrij duidelijk aldus gij zijt de zwakste, wees de
minste, doe als zoovele anderen en zooals ik zelf
zuchtend heb moeten doen.
Ik daDkte hem en vertrok. Mijn hart bloedde.
Ik zal u mijne toornige en wraakgierige gedach
ten niet mededeelen, die my, klimmende naar
Les Roches, door het hoofd woelden. Waartoe
zoude zulks dienen? Deze zaken zijn lang voorbij,
beter is het, die te vergeten. Iets is er echter,