den 12den waren wij nog 48 mijlen van Port .Said en den 14den waren wij daar. Het maakt een grootschen indruk, wanneer men bedenkt dat eenige jaren geleden alles nog zand was, waar nu de zee vrije toegang heeft en men gevoelt de grootste bewondering voor een genie als de Lesseps, die hoeveel moeielijkheden hem ook in den weg gelegd werden, ze allen overwon en zich de grootste zorgen getroostte, om zijn prachtig plan te doen gelukken. Port Said zelf is, zooals meu denken kan, vrij primitief doch alles kan men er krijgen, even goed als in Europa, terwijl de prijzen niet te hoog zijn. „Onze vice-consul de heer Anslijn, uit Utrecht, is expres voor de vaart van de boot door het ka naal uit Alexandrië gekomen, om het passeeren van het kanaal zoo gemakkelijk mogelijk te ma ken; een Frausch zee-officier zal ons ook ver gezellen. De geest ouder de passagiers is zeer opgewekt en 's middags de salon binnentredende, zou men niet wanen aan boord van een schip te zijn, zoo druk en levendig is het gesprek. „De tocht, als hij zoo blijft voortgaan, kan niet missen den besten indruk op alle passagiers te maken, en dan ook den goeden naam der maat schappij naar billijkheid te vestigen, 't Kan niet ontkend worden, dat alles geschiedt, wat maar mogelijk is, om de stoombootliju der maatsch. Nederland aan alle billijke vorderingen te doen beantwoorden, en haar dus sympathie te doen verwerven, die zij voor zich wenscht en die zij verdient." De Minister van Marine brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat, naardien de cholera ook te Dantzig is uitgebroken, de schepen, die na den 19den dezer die haven verlaten hebben, bij aankomst op eeue Nederlandsche reede, aan quarantaine-maatregelen zullen worden onder worpen. De luitenant ter zee der lste klasse E. L. Ehnle, de luitenants ter zee der 2de klasse G. J. Buyskes, M. A. Medeubach, C. J. de Jong en de officier van administratie der 8de klasse J. F. de Vries, allen behoord hebbende tot het eskader in Oost- Indië, en van daar den 19den dezerin Nederland teruggekeerd, worden met dien datum op non- activiteit gesteld. Z. M. heeft goedgevonden: 1°. den militieplich- tige Benjamin Christiaan de Jong, tijdelijk ver blijvende te Brielle, ontheffing van den werkelijken dienst voor zijn geheelen diensttijd te verleenen; 2". te bepalen, dat genoemde militieplichtige niet in. persoon aan de militaire autoriteit zal worden afgeleverd, maar dat zijne inlijving zal plaats heb ben enkel op overgifte van den staat, model N". 19, voorgeschreven bij art. 45 van ons besluit van 8 Mei 1862 Staatsblad N°. 46). Z. M. heeft aan Mr. S. C. van Appeltere, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag ver leend als rechter-plaatsv. in de arrond.-rechtbank te Gorcum. Z. M. heeft aan den heer Jhr. Mr. H. Repelaer vuu Driel, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van betaalmeester te Maas tricht, onder dankbetuiging voor zijne aan den lande bewezen diensten, en behoudens aanspraak op pensioen. Z. M. heeft goedgevonden aan den kanonnier der 2de klasse C. Aalders, van het 3de reg. vest.- art„ de vergunning te verleenen tot het dragen van het kruis Fidei et Virtuti, hem door den Paus geschonken. Z. M. heeft aan deu Oust-lndischen ambtenaar P. Zeedijk, laatstelijk schout in het distrist Singen Kidool (Samarang), thans met verlof hier te lande op zijn verzoek, met ingang van 1 Sept. 1871, een eervol onlslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van recht op pens., bijaldien hij volgens de bestaande bepalingen daarop aanspraak heeft. BINNENLAND. Nieowediep, 29 Augustus. Gisterenmorgen ver trok van hier de Eng wherry Rob Roy, waarvan de bemanning enkel bestaat uit een Engelschman, Mac Greger, enzijn hondje. Dit ranke vaar tuigje is 14 Eng. voet lang, 3 voet breed, bij een diepte van 18 duim; het heeft verder een loggers- tuig en munt in alle opzichten door netheid en doelmatigheid uit. Pagaaiende verliet de gezag voerder de haven en even daarbuiten zijnde, heesch hij het zeil en had in betrekkelijk korten tijd de haven an Texel bereikt. Vandaar is hij van plan over Vlieland en Terschelling naar Harlingen te gaan. leder stond vetbaasd over de roekelboze stoutmoedigheid van den Engelschman. 's-Gravenhace, 29 Augustus. Voor de 4de pro- vineiele vergadering van onderwijzers en voor standers van het onderwijs in Zuid-Holland, op Zaterdag, den 9den September e. k., zijn de vol gende punten ter bespreking vastgesteld 1 Het onderwijs aan volwassenen. Ingezonden en in te leiden door den heer L. Akkerhuys J. Ez., van Schoonhoven. 2 Behoort liet ouderwijzend personeel in het schooltoezicht vertegenwoordigd te zijn Ingezon den en in te leideu door den A. J. Labberton, van Alblasserdam. 3. Zou het niet weDSchelijk zijn dat het onder wijs meer gelijktijdig aan beide seksen gegeven werd? Wat leert de ervaring te dien opzichte bij ons en in het buitenland? Wat is er voor en wat is er tegen? Ingezonden en in te leiden door mevr. de wed. W. Storm, geb. A. A. M. van der Chijs, van Delft. 4. Welk stelsel is voor de lagere school het best: dat van standvastige of van elkander, bij kleine perioden, afwisselende klasse-onderwijzers? Ingezonden en in te leiden door den heer J. W. Regt, van Waddinxveen. Keuze voor een plaats in de volgende verga dering. Vervolgens zal er pauze gehouden worden. Bij de hervatting der werkzaamheden: mede deeling van de gekozen plaats voor 1872 en aan wijzing eener voorloopige commissie. Daarna nog bespreking der volgende punten 5. Iets over het onderwijs in de handwerken. Ingezonden door een gewezen hoofdonderwij zeres. 6. Vóór 1857 kwa.i en de leerlingen op do lagere school verder in het rekenen dan tegenwoor dig. Hoe komt dat? En is jammer? In te leiden door deu heer F. Snel van 's-Gravenhage. 7. Aau de letterkunde is bij examens en bij de studie des onderwijzers een te geringe plaats toegekend. Ingezonden en in te leideu door den heer Schippers, van Scheveuingen. De vergadering zal gehouden worden in de groote zaal van de sociteitDe Vereeniging hier ter stede. Rotterdam, 29 Augustus. Hedenavond heelt op de luisterrijk versierde plaats der sociëteit De Harmonie de eerste bijeenkomst plaats gehad van deelnemers aan den nationalen schietwedstrijd. Een paar uren te voren hadden zich inmiddels reeds velen naar de schietbaan begeven, om het terreiD in oogenschouw te nemen en om, zoover zij aldaar wilden overnachten, zich hunne plaat sen Le zien aanwijzen. Tot bijwoning van den wedstrijd zijn uitge- noodign: Z. M. ue Koning, HH. KK. HH. de Prins van Oranje, Prins Alexander, Prins Hen drik en Prins Frederik der Nederlanden. (Van Prins Frederik is echter bericht ontvangen dat Z. K. H. van de uitnoodiging geen gebruik zal kunueu maken, terwijl Z. K. H. de Prins van Oranje door ongesteldheid hierin verhinderd zal zijD). Wijders zijn nog genoodigd de navolgende autoriteiten, corporatiën, enz.: Graaf R. J. Schimmelpenninck tot Nyenhuis, Groot-meester van het Huis des Konings, Z. M. Commissaris bij den NederlandscheD Weerbaaar- heidsbond; de Minister van Oorlog; de generaal- majoor Mac-Leod, bevelhebber in de eerste milit. afdeeling; de heer J. W. Schubart, voorzitter van den Nederl. Weerbaarheidsbond, met de perma nente afdeeling van het Centraal Comité; de colleges van Burgemeester en Wethouders met de Gemeenteraden van Rotterdam en Delfshaven de kolonel J. E. Knight, kommandant van het regiment schutterij hier ter stede, benevens de hoofd- en verdere officieren, den auditeur-militair en de oud-officieren, gerechtigd tot het dragen van den unifoim; de kapiteiu-kommandant der schutterij van Delfshaven met de officieren van het korps; de luitenant-kolonel Stengel, komm. van het garnizoen alhier, met de officieren van het korps mariniers; de luitenant-kolonel Soer, van Nieuwe Diep, gewezen garnizoens-komm. hier ter stede; de kommandauten en états-major van Z. M. kostschip Wodan en der alhier liggende monitors; de subcommissie van het kleeding- en wapeningfonds van het korps Koninklijke scherp schutters van Rotterdam; het bestuur der Ver eeniging tot beoefening van krijgswetenschap, te 's-Hage; commissarissen der sociëteit Harmonie; de hoofdcommissaris van politie te Rotterdam; de commissaris van politie te Delfshaven; de directeur der gemeentewerken te Rotterdam; de magazijnhouder van het artillerie-, stapel- en constructie-magazijn te Delft; de besturen van de heide sectiën der Rotterdamsche afdeeling van de Vereeniging Het Metalen Kruis; de besturen der Liedertafels Amphion en Rotte'» Mannenkoor; het bestuur der Boogschutterij do Batavieren, en de redactiën van verschillende dagbladen. Het aantal ingekomen prijzen, bestemd om in den wedstrijd te worden uitgeloofd, is zeer aan zienlijk en geeft blijk, dat het zoowel te Rotter dam als elders niet aan belangstelling in den wedstrijd ontbreekt Onder de verschillende weerbaarheids-vereeni- gingen die bij den wedstrijd vertegenwoordigd zijn, komt ook voor, de Leidsche Scherpschutters- Vereeniging, kommandant de heer W. P. Mullié, en de Leidsche Studente.n-Vereeniging tot vrij willige oefening in den wapenhandel, komman dant J. Rollandet. Delft, 29 Augustus. Sedert eenige dagen is alhier, even buiten de Oostpoort, op een uitne mend daartoe geschikt terrein, in werking de stoom-trasfabriek van de heeren Vermaes de Ronde. De uitkomsten die aanvankelijk zijn ver kregen hebben uitmuntend voldaan. De tras, die van de beste qualiteit steen wordt gemalen, paart aan eeue voldoende fijnheid eene scherpte die haar voor het gebruik zeer aanbevelingswaardig maakt, De fabriek die ruim en luchtig gebouwd is, ligt vlak aan het singelwater, zoodat, zelfs vrij diepgaande schepen, er kunnen lossen en laden, terwijl op het terrein en in de gebouwen allerwege ijzeren sporen zijn gelegd om het trans port te vergemakkelijken. Een aantal nette en goed ingerichte arbeiderswoningen zijn, op het zelfde terrein, ten oosten der fabriek gebouwd. Het geheel is ordelijk en doelmatig ingericht, zoodat men met grond mag verwachten, dat de heeren Vermaes de Ronde zich spoedig in een ruim debiet van hun fabriekaat zullen mogen ver heugen, en de stad onzer inwoning eene bloeiende industrie te meer zal tellen. Utrecht, 29 Augustus. Naar men verneemt zal de thans in aanbouw zijnde Beetwortel-suiker fabriek van de firma van deD Broeke, Reiger C°. aan de Leidsche vaart alhier, op 1 October a. s. in werking worden gebracht. Het aantal arbei ders verdeeld in dag- en nachtploeg, zal ongeveer 300 bedragen. De directie der fabriek wordt gevoerd door de vier besturende vennooten der firma, onder toe zicht van drie uit en door de aandeelhouders be noemde commissarissen. In de eerste algeineeDe vergadering van aan deelhouders op 28 Februari j 1.gehouden in het „Gebouw voor Kunsten eu Wetenschappen" wer den tot commissarissen benoemd de heeren E. H. Kol, chef der firma Vlaer en Kol, H. J. A. van Son, te Utrecht en J. R. A. Kuytenbrouwer te Zeist, terwijl de heer E. H. Kol, thans als presi dent commissaris in functie is. De stand van den beetworteloogst is zeer be vredigend, en het rooien zal tegen het einde van do maand September begonnen worden. Enschedé, 28 Augustus. Gisteren werd in de algemeene vergadering der Twentsche vereeniging tot bevordering van nijverheid en handel door den heer H. J. Ekker, te Hengelo, eene voordracht ge houden over de reis, nog niet lang geleden door hem als lid der firma C. T. Stork C°., en in haar belang, naar Bombay, Calcutta, Singapore, Rangoon, enz., alsook naar Java ondernomen. Na eene boeiende en onderhoudende beschrijving van de reis zelve, kwam spreker tot het eigenlijk doel dezer mededeeling, namelijk, de Twentsche fabrikanten aan te sporen, om hunne relation in genoemde en andere overzeesche gewesten meer en beter te vestigeD, door zeiven daarheen ge schikte jongelieden, aan hunne zaak verbonden, te doen vertrekken. Twente, zeide spreker in den loop zijner voor dracht, kan concurreeren, kan het vooral daar, waar de arbeidsloonen bij de fabricatie een over wegend deel der kosten uitmaken; maar dan moet het ook handelen overeenkomstig den tijd geest, zooals de concurrerende naburen doen. Dan moet in de eerste plaats de fabrikant de plaat sing op zijn kantoor of in zijn fabriek van jonge lieden, ook uit andere plaatsen van ons land, be vorderen; nog maar al te veel worden de aan vragen daartoe afgewezen in het denkbeeld: wat zullen die jongelieden bij ons doen? Dat is juist verkeerd, zeer verkeerd. Vlugge aankomende menschen bij zich te nemen, hen op te leiden in de kennis van het vak, hen aan de zaak te ver binden, hen daarvoor hart te doen krijgen, en hen dan, met degelijke kennis toegerust, uit te zenden, om ginds voor de firma op tetreden.dat is de weg, om Twente's artikelen overal elders gunstig bekend te doen worden en ze met voordeel af te zetten. Maastricht, 28 Aug. Hedeumorgen werd hier bericht ontvangen, dat de gisterennamiddag op gestegen luchtballon Jules Favre des avonds geluk kig is neergekomen te Malmédy, een stadje van Rijn-Pruisen, niet ver van Spa. De muziek der Koninklijke Harmonie, vergezeld van het comité oer Sociëteit Momus, zal zich heden namiddag naar het station begeven om er de luchtreizigers te ontvangen, die met den trein van Aken verwacht worden. Behalve door kapitein Bunelle en den marinier Knitel, werd de luchtreis volbracht door den heer J. Naus en luitenant Schoenmaekers; volgens den Courier de la Meuse bevond zich daarbij ook de ingenieur Lebou. INGEZONDEN. Iets naar aanleiding der concessie tot den aanleg van een Spoorweg van Utrecht langs Woerden, door de Rijnstreek naar Leiden. Dat het plan van de Heeren P. C. Kuijff en A. Kaptijn tot aanleg van bovenbedoelde lijn met eene levendige belangstelling werd begroet is geenszins te verwonderen. Sedert stoom ons ten dienste staat moet men, op verbeurte van vroegere welvaart, deze aan wenden en alzoo met het oude breken; wordt zulks verzuimd, dan wordt op eene onverantwoor delijke wijze het belang over het hoofd gezien. Hoe rijk ook eene streek aan voortbrengselen moge zijn, hare ligging heeft als 't ware door den stoom eene omwenteling ondergaan, zoodat was die vroeger bij uitnemendheid geschikt tot afzetting barer producten, zij thans bij gebrek aan de thans gebruikelijke middelen van vervoer, ach teraan komt. Dat kan ook thans van de schoone Rijnil[ I worden gezegd, en bovengenoemd plan dat jj voorziening beoogt, geniet dan ook aller l> I stelling. Het is 't voornemen niet de HU. Knijtfeut I tijn in datgene, wat zij in hunne toelicht, I aanbeveling dezer onderneming hebben te volgen. Slechts een punt moet hier H aangehaald met name dit: de voordeelen I die toelichting ons worden voorgespiegeljjB betrekking tot den vischhandel te Katwijk zullen wel grooteodeels als illusoir kunnen den aangemerkt, indien die weg niet verda I tot Leideu gelegd zal worden, men heeft hit,B slechts te letten op den betrekkelijk grooteiB stand, die Leiden van Katwijk scheidt p. m.;.l uren. Om die reden, doch meer bepaald met hei,I op de beschouwingen die hier later volgen, ,1 het als eene groote ramp gerekend worden I de verlenging der lijn tot Katwijk reeds nu :l veel tegenkanting ondervindt, bij het Gemeesl bestuur van Leiden. Thans eenige beschouwingen naar aan led I vaü het, plan. Toestanden schijnbaar geheel vreemd aan! kander moeten hier in aanmerking worden „el men. Slechts vluchtig zal hierop de aandaclill vestigd worden, het aan elk die daartoe opl wektheid gevoeld overlatende, daarvan ter be king van een grootsch doel, partij te trekkei De lof over onze schoone Rijnstreek is si meen en welverdiend, met het oog op hare voa brengselen, maar laat ons liever de keer-ofsl duwzijde nemen en aanmerkingen maken w wij gebreken vinden, en die liggen helaas r, de hand. Primo stellen wij de vraag: Is de waterlos; opgedragen aan de vaderlijke zorgen van he machtige bestuur van Rijnland, voldoende? I Het antwoord geve ieder naar eigen ovtS ging, met overweging van de volgende gegeM Na de droogmaking van de HaarlemmertB is Rijnlands boezem te klein om de Pokil de landerijen, ten allen tijde van het overloB water te bevrijden. Waartoe, bepalen zich de zorgen vau RijnlsM voornamelijk in deze aangelegenheid? Na vermelding dat het onlangs door eeDe ki»| bare, doch zooals de ondervinding zal doen zij weinig afdoende verbreeding der hoofdkanaltl naar de sluizen van Katwijk a/Zee verbeteriJ in de afwatering heeft zoeken te brengen, enJ veranderde waterloozing te Gouda op deu IJssJ waardoor echter slechts gebaat worden die landeJ die op de Gouwe hun water loozen, moet iD J eerste plaats als zijne voornaamste zorg wordtl genoemd, de onverbiddelijke handhaving van eed overoude strafverordening, medebrengende, dl op zekere gegevene tijdstippen de landerijsl gelegen ten zuiden van den Rijn, ten algemeea nutte, behalve voor hen die hier slachtofferszij:l moeten verdrinken (men noemt zulks „met bovetl peil malen") en I ten tweede door het steeds afwijzeud beschil ken op adressen tot droogmaking van plassen! wateren die thans nog tot boezem verstrekke:l Wat de gunstige uitkomsten zijn van eeneii danige zorg, behoeft hier waarlijk niet te wovl opgesomd, genoeg zij het hier te vermelderB een zoodanige toestand jaarlijks duizendei; Ml dens doet verloren gaan en verwoest. Nu stellen we de vraag: Is in den bestaat-B toestand verbetering aan te brengen? Es il weifelen we niet daarop een bevestigend r-l woord te geven. Een stoomgemaal te Katwijk a/Zee iD staaiil ook bij hoogen waterstand der Noordzee, Rijnltól overtollig water uit te malen, zal ons die w| betering aanbrengen. Thans zullen deze beschouwingen aan een heel ander onderwerp worden gewijdWaar tod blijven voor een groot deel de voortbrengsel onzer nijverheid, van landbouw en veeteelt, ooi dat van Leiden en hare omstreken? antwoord zij voeden den buitenlandschen handel. Doch is nu, om ons slechts tot landbouw-e veeteelt-producten te bepalen, de Rijnstreek w'6 bijzonder gunstig gelegen om op eeue voordeelifc'l wijze die voortbrengselen naar eene zeehaven# vervoeren. Nu is de weg over Rotterdam en bij vriezend weder over Harlingen of het Nieuwediep. Wal zou eene haven te Katwijk die reis niet bespt* digen? De uitvoerbaarheid wordt aan deskund: gen overgelaten, doch de voordeelen kan een iedt als met deD vinger aanwijzen. Het denkbeeld van eene haven te Katwijk niet nieuw, reeds was er sprake van tijdens Regeeriug van Napoleon hier te lande. De uitstrooming van Rijulaudswater kon we licht dienstbaar gemaakt worden tot onderin» van den gleuf voor eene haven benoodigd. Doch genoeg, bovenbedoelde concessie en L' tegenwerking van Leidens Bestuur om nu ree» de geprojecteerde lijn tot Katwijk aan te leggiJ gaven aanleiding om deu toestand van de Rij1' streek ook van hare schaduwzijde te besprek*11. Wellicht heeft het zijn nut.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2