N°. 3545
Donderdag
31 Augustus.
LEIDSCH
A°. 1871.
DAGBLAD
PRI.1S DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post.n 3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
flil.IW OER ADVKRTttNTlttN.
Voor iederen regelj 0.15
Grootere letter, nur de plaatsruimte die zij beslaan.
lAtlUen, 30 Augustus.
Ijleu zal zich herinneren dat onlangs met zeer
lel belangstelling in de pers en eenige tijdschriften
l administratieve quaestie werd behandeld en ge-
l'gd nopens een voorschrift van Gedeputeerde
[alen van Zuid-Holland aan het bestuur van den
Ier- en Kleinen Blankaardpolder.
[in de jongste zomervergadering van de Provin
ce Staten van dit gewest, werd deze aangele-
knheid op nieuw behandeld ingevolge de bekende
loiie van het jaar 1870 en een besluit genomen
[treffende het voorstel van Gedeputeerde Staten
wijziging van het algemeen Reglement voor
de Polders in de provincie Zuid-Holland.
tllDgevolgo dit besluit hebben Gedep. Staten aan
besturen der Hoogheemraadschappen, alsmede
n de besturen der polders in deze provincie
tieu toekomen een afdruk vari bedoeld ontwerp
in wijziging en van de daarbij behoorende ine-
lorie van toelichting; met uitnoodiging om die
ukken, na openbare kennisgeving, gedurende
en maand op de daarvoor bestemde plaats ter
inzage van belanghebbenden te leggen, ten einde
boo de gelegenheid Ie geven om hunne aantner-
lingeu daarop aan de vergadering kenbaar te
kkeu.
ISaat aanleiding van deze circulaire hebben
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland eeue
Bssire aan de polderbesturen enz. verzouden,
lot welker openbaarmaking meu ons welwillend
i staat heeft gesteld
liTer voldoening aan het Besluit van Gedepu-
lerde Staten van Zuid-Holland dd. 25 Juli II.
11, doen wij U hiernevens niededeeling van
fcne Ontwerp-wijziging van het Algemeen Pol
r-Reglement geldend voor alle Polders in Zuid-
lollarid, ten eiDde dit ontwerp door U gedu-
leode eeue maand ter inzage worde gelegd van
Ingelanden Uws Polders, en de aanmerkin-
o, waartoe het bij U eo bij de Ingelanden
inleiding mocht geveu, door U aan ons ter ver-
inding aan Gedeputeerde Staten geworden.
Dit doende achten wij ons verplicht Uwe aan
lacht op het groote gewicht der voorgestelde
wijziging te vestigen.
Ofschoon de door Gedeputeerde Staten verlangde
en ontworpen wijziging slechts bestaat uit invoe
ging van twee korte nieuwe Artikelen in het
blder-Reglement, is de bedoeling dier invoeging
Bet minder dan aan Gedeputeerde Staten, of,
bij weigering van deze, aan den Koning, de be-
ifcegdheid te geven om vergunning te verleenen
'Bt daden van eigendom, welke tot heden volgens
de Eeur zonder vergunning des Polder-Bestuurs
»jn verboden, en zulks wel voor het geval het
Polder-Bestuur van oordeel is, dat de toestand
des Polders de weigering vordert.
"'De Ontwerp-Wijziging strekt dienovereenkom-
»ig om in zake van de handhaving der verbods-
®palingeu eener Keur alle gezag aan het Pol-
•Er-Bestuur te ontnemen, en dit over te brengen
bij Gedeputeerde Staten of den Koning.
Zij ware, kwam zij tot stand, eene hoogst be-
pngrijke greep in het recht der Polders, d. i.
Rn dier Ingelanden, op zelfbeheer ten aanzien
hunner bloot huishoudelijke aangelegenheden, een
Jicht zoo oud als het land en geijkt op het belang
ïer Ingelanden.
Het belang der Polder-gemeenschap, d. i. van
e gezamelijke Ingelauden, vordert wederkeerige
Inthouding door elk hunner, wie hij ook lij, van
lulke daden van eigendom, als waardoor de wa
terlozing, waterwering en waterberging zouden
kunnen worden benadeeld, en dientengevolge
Ben Polder aan overlast van water, ja aan alge-
Jeeleu ondergang zouden kunnen blootstellen.
Dit belang wordt, naar ons inzien, het best
lerzekerd door het toezien daarop, het verleenen
Jan vergunning waar de Keur zonder haar eenige
Pandeling verbiedt, of het verleenen van vrijstel-
['ug waar zij die toelaat, uitsluitend op te dragen
[gelijk thans het geval is) aan het Polder-Bestuur,
i- aan hen, die met de plaatselijke zaken,
fuistandigheden en personen van nabij zijn hekend,
"oor en uit de Ingelanden met de zorg voor
waterlozing, waterwering en waterberging zijn
pelast, en te dier zake aan de gezamenlijke Inge-
anden verantwoordelijk zijn. Vandaar het recht
(■er Polder-gemeenschap, d. i. der gezamenlijke
Ingelanden tegenover elk hunner individueel,
bat niemand anders dan het door hen uit hunoe
Bedebelanghebbenden gekozen en aan hen ver-
Btwoordelijk Bestuur de vergunningen verleene,
welke vereischt wordeu om te doen wat zonder
haar de Keur verbiedt.
In dat regt der Polder-gemeenschap tegenover
elk harer leden is voor haar de waarborg gele
gen, dat geene vergunning of vrijstelling worde
verleend dan die zonder nadeel voor haar ver
leend kan worden.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten zou dat
recht aan de gezamenlijke Ingelanden ontnemen,
door in gevallen, waarin het Polder-Bestuur oor
deelt, dut de vergunning behoort te worden ge
weigerd, aan het Provinciaal, en aan het Rijks
gezag de bevoegdheid te geven haar desniettemin
te verleenen. Niet in den Polder door diens
plaatselijk Bestuur, maar in den Haag, in de bu
reaux van het Provinciaal en Rijks Gouvernement,
zal door personen geheel vreemd aan den Polder,
diens gesteldheid en belangen, ten slotte worden
beoordeeld en heslist wat het waterstaats-belang
des Polders kan verdragen of gedoogen.
Wij hebben allen eerbied en ontzag voor het
Provinciaal en Rijksgezag binnen de grenzen
hunner hooge en weldadige roeping. Wij keuren
goed, dat voor sommige handelingen der polders
de goedkeuring van Hooger gezag wordt gevor
derd, gelijk die in art. 91 opgeteekend, hunne
besluiten door hooger gezag kunnen worden ver
nietigd, doch vermeenen, dat hel nemen van
beslissingen in bloot huishoudelijke aangelegen
heden der Polders ten aanzien van hetgeen het
waterstaats-belang van deze al of niet toelaat,
niet tot de roeping van Hooger gezag behoort,
en aan de Polders zeiven moet worden overge
laten.
De Commissie uit de Provinciale Staten, in
vyier handen deze het ontwerp van Gedeputeerde
Staten hebben gesteld om de Staten-Vergadering
ten deze voor te lichten, heeft, bij haar voorloo-
pig rapport, uitgebracht in de zitting der Staten
van 12 Juli jl. reeds dadelijk de Staten-Vergade
ring op het gewigt van liet voorstel gewezen, en
geoordeeld dat zulk gewichtig en ingrijpend voor
stel noch door haar nog door de Staten-Vergade
ring in overweging mocht worden genomen, dan
nadat door de mededeeling en ter inzagelegging
de Polder-Besturen en Ingelanden in de gelegen
heid zouden zijn gesteld van hun gevoelen omtrent
het al of niet wenschelijke van het voorstel te
doen blijken.
De Staten-Vergadering heeft daarop tot de me
dedeeling en ter inzagelegging besloten. Van
daar de toezending.
Bij eene zaak van zoo groot gewicht als deze
schijnt het plicht dat de Besturen en vooral dat
de Ingelanden gebruik maken van de hun door
de Staten-Vergadering aangeboden gelegenheid
om van hun gevoelen te doen blijken. Wij
noodigen U daarom uit eene opzettelijke buiten
gewone Vergadering van Ingelanden van Uwen
Polder te beleggen, ten einde aldaar het voorstel
ter sprake te brengen en aan die Vergadering
voor te stellen, om, mocht zij, even als wij, be
zwaren tegen het voorstel hebben, daarvan hij
adres aan Gedeputeerde Staten te doen blijken."
Het Handelsblad dringt heden nadrukkelijk aan,
om het door de Regeering ingediende wetsont
werp, houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten
nog vóór de openiug van liet nieuwe zittingjaar,
op den derden Maandag in September, te behan
delen en af te doen. Daar het ontwerp, zooals
de memorie van toelichting uitdrukt, voorname
lijk strekt om „het gevaar dadelijk in den be
ginne met krachtige maatregelen te keer te gaan
en die terstond bij de eerste gevallen van be
smettelijke ziekte onverwijld te doen nemen,"
mag niet langer gedraald worden.
De Regeering heeft blijk gegeven van prijzens
waardige activiteit door het indienen van dit
wetsontwerp; zij heeft haren plicht gedaan. Het
is thans aan de Staten Generaal dat voorbeeld
te volgen.
Te Goes is 't tot een openlijke breuk gekomen
tusschen het Gemeentebestuur aan de eene en
den Raad en de meerderheid der Commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs aan de
andere zijde overhet beiderlei-kunne
stelsel op de Hoogere burgerschool aldaar.
De meerderheid der Commissie van toezicht
verzocht aan het Gemeentebestuur voor Maandag
2S Augustus eene raadsvergadering te beleggen,
ten einde eene beslissing van den Raad uit te
lokken, in strijd met het besluit van het dage-
lijksch bestuur, om op de aanvragen tot toelating
van meisjes gunstig te beschikken.
De burgemeester belegde dien raad tegen
Zaterdag-avond, waarin hij echter de meening
uitte dat de Raad incompetent was om op de
beslissing van het dagelijksch bestuur terug te
komen, die de uitvoering van de wet op het mid
delbaar onderwijs eu de verordening te dier zake
betrof.
De schoolopziener Mr, de Laat de Kanter had
op verzoek geadviseerd, dat tegen het samenzijn
der leerlingen van beiderlei kunne onder toezicht
der leeraareu, even weinig bezwaar bestond als
tegen het samenzijn in de kerk, cathechisatie
en de zangschool.
Desniettegenstaande werden B en Ws. in het
ongelijk gesteld. De Raad nam aan eene motie
van den heer Pompe van Meerdervoort, luidende
„dat de thans te Goes bestaande inrichting voor
middelbaar ouderwijs alleen toegankelijk is voor
mannelijke leerlingen."
De burgemeester heeft echter den Raad bekend
gemaakt dat hij art. 70 al. 2 van de Gemeentewet
zal toepasssen, van den volgenden inhoud
„Het besluit, dat, naar zijn (de burgemeester)
oordeel, als strijdig met de wet of het algemeen
belang, door Ons kan worden geschorst of ver
nietigd, brengt hij niet ten uitvoer."
Met belangstelling ziet men te gemoet in welken
zin de laatste alinea van genoemd artikel zal
toegepast worden, luidende aldus:
„Hij is, indien dertig dagen na de dagteekening
zijner kennisgeving aan Gedeputeerpe Staten geene
schorsing of vernietiging door ons is bevolen, lot
uitvoering verplicht."
Het kan geen kwaad te weten dat in den
raad te Goes het orgel getrapt wordt door anti
revolutionairen en ultramontanen, onder aanvoe
ring van de leden Pompe van Meerdervoort en
Hanto.
Sedert de vorige opgave zijn alhier 2 per
sonen door pokken aangetast, als hersteld opge
geven geene, overleden geene, zoodat in behan
deling blijven 10.
Men verneemt dat het Consistorie der Waalsche
geuieeente te Rotterdam het navolgende twaalftal
heeft opgemaakt, waaruit eerstdaags hst beroep
van een derden predikaut bij die gemeente zal
gedaan worden: van Hamel, pred. te Leeuwar
den; Perk, pred. te Breda; de Greef, pred. te
Maastricht; Valès, pred. te Amsterdam; Luté,
pred. te Middelburg; NolstTrenité, pred. te Utrecht;
Bonnet Maury, pred. te Dordrecht; van Goens,
pred. Ie Leiden; F. Prost, pred. te Verviers;
Chavannes, pred. te Motier, kanton Frieburg;
Fontanès, pred. te Havre; Grotz, pred. te Nimes.
Bij de verkiezing van éen lid voor de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, gisteren door de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland gehouden, zijn
ingekomen 65 biljetten, waarvan de heer M. H.
Insinger bekwam 21 stemmen, A. Prins 81, Dr.
E. C. Buchner2, Mr. H. J. Koenen 1, Jozua van Eijk3,
C. P. van Eeghen 1 en A. Teding van Berkhout
6. Bij de daarop gevolgde herstemming heeft de
heer A. Prins bekomen 37 stemmen en M. H.
Insinger 25 stemmen, terwijl drie blanco briefjes
werden ingeleverd. De heer A. Prins, liberaal,
is dus gekozen.
In het belaug der openbare gezondheid hebben
B. en Ws. van 's-Gravenhage de volgende publi
catie uitgevaardigd
„Gelezen een schrijven van den Inspecteur voor
het geneeskundig staatstoezicht in Zuid-Holland,
van 18 dezer; en in aanmerking nemende, dat
alle maatregelen ter voorkoming der verspreiding
van smetstoffen vooral iu deze dagen bijzondere
aanbeveling verdienen, hebben besloten: 1°. de
ingezetenen te verzoeken zooveel mogelijk hun
privaatputten thans te doen ledigenwaartoe zij
zich kunnen aanmelden ten kantore der open
bare reiniging, als wanneer de lediging zoo spoe
dig doenlijk kosteloos en reukeloos zal geschie
den; 2°. de ingezetenen hekend te maken met
het advies van den voornoemden inspecteur om,
na de lediging der pulten, de secreten dagelijks te
desinfecteeren, en zulks met ruim gebruik van
het sub. 3*. bedoelde mengsel; 3°. ter openbare
kennis te brengen, dat voor minvermogenden ter
geineentewerf om niet verkrijgbaar is phenylzuur
en ijzervitriool, welke stof, in eene honderdvou
dige hoeveelheid water opgelost, als desinfecteer-
middel zeer geschikt wordt geacht.
Dezer dagen moet in de Debating-Society Voor
uitgang te Amsterdam eene belangrijke discussie
plaats gehad hebben over de vraag, of en in hoe
verre 't wenschelijk mag worden geacht, dat ook
niet-kiesgerechtigden invloed oefenen op en zich
bezighouden met het stellen van candidalen voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer, der Prov,
Staten en van den gemeenteraad. Na afloop der
beraadslagingen hebben eenige belangstellenden
zich tot eene voorloopige commissie vereenigd,
ten einde de practische uitvoerbaarheid van het
denkbeeld te overwegen en, zoo mogelijk, de eer
ste stappen tot verwezenlijking te beramen.
Onder de 15 adspiranten naar de betrekking
van directeur van het conservatoire te Gent zijn
de volgende Nederlanders: B. A. Rudolph van
Goes, Richard Hol van Utrecht, U. W.Kooy van
Kampen, en A. Schliebner van Leeuwarden.
O fö W W ps w
r: cd P P cs s>
O 7? 7T 3 -•
3 3 cr 2 p
5' s S
3 CR* O1
O 3 S?
J O p Qi
B 3 B
O o
g.
S o o
O O O
*3
o a
O* <t>
CR
C cu
gjö
e 5*
3 CD O
g
g s
CR *1
I 3
2. 5
3 2.
qj O CTQ
sr cr
CO
h a
co
-1 c/o
co os co CO
O O co 00 Oi
O lp Oi —1
^4 Üt CR H
CO 25 to O '--3
if a co
K
55 58 55 o
M M Ifa 'O
S° (O
oa oo Oh i oo
CO O O* O O o>
to o o w o
b o w ija b w £-
S O tra
O* o O os O U* V*
o o bi o —J
O O 05 o W
CO CO
V
co Oi o
co O O O
O O O O CO O
O o cn -O
O CJ> to
O 0 h—
t>
- a
_a ot o)
Oi to
o* ro "b* "co
t® O O CJT O
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland-
sche Bank op 24 Juli, bij een muntmateriaal van
ƒ130,602,403.665 voor eene som van ƒ133,940,744.231
minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar
toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal
op zijne beurt ƒ53,576,297.695 meer bedraagt, dan
in verhouding tot de schuldvorderingen tot dek-
kiug noodig zou wezen.
Uit een brief van de stoomboot Prins oan Oranje
uit Port Said, den 15 Aug. verzonden, wordt aan
'i Ulrechtscli Dagblad 't volgende medegedeeld
„Per telegram zult u het tijdstip van ons ver
trek vernomen hebben, hetgeen den 29 Juli io
den namiddag plaats had; 's avonds kwamen wij
op de buitenreede ten anker, ter einde het veri
ficeeren der conipasseri door prof. Hoek en den
heer Cornelis3en kon plaats hebben. Deze com-
passen schijnen van eene nieuwe constructie te
zijn; kapitein Braat en de stuurlieden geven er
zich zeer veel moeite voor. Men zegt, dat van
onzen geachten stadgenoot, prof. Hoek, de nieuwe
constructie uitgaat,
Z. K. H. Prins Hendrik, die den 28sten met den
Prins van Oranje en gevolg een bezoek aan
boord bracht, heeft het schip niet meer verlaten,
voor wij voor goed anker op en in den stoom gin
gen, en toen zelfs vergezelde Z. K. H. ons tot buiten
deu uiterton, waar Z. K. H. 's morgens ten 6 uur
op een der marineschepen overging, die ons om di e
reden vergezeld had. Het schip met zijn geheele in
richting is bekendieder die op de groote mailboo-
teu is geweest, erkent, dat op de Prins van Oranje
alles even smaakvol en luxurious is, en het de
meeste vreemde booten overtreft. Het spreekt
van zelf, dat er wel eenige kleine gebreken zijn,
doch deze kuonen pas verholpen worden ua hel
afleggen van de eerste reis, daar zij thans eerst
voor den dag komenhet personeel is ook nog
niet in alle opzichten t'huis doch dit moet voor
zulk eene lijn ook als 't ware gevormd worden,
evenals dit ook met de vreemde lijnen heelt
moeten geschieden.
„De gang van het schip is buitengewoon goed
en overtreft de verwachting, daar men 10 mijl
in de wacht behoudt, de eerste twee dagen trof
fen wij het slecht; de wind en de zee vlak up
den kop, hetgeen den loop van het schip ver
traagde en verscheidene passagiers onlekker
maakte. De reis ging later prachtig, in zes dagen,
dus den 5den Aug. passeerden wij Gibraltar,