S°. 3543 Dinsdag A0. 4871. 29 Augustus. Ondermeester. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per postm 3.85 Afzonderlijke Nommersm 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKBTKNTIKN. Voor iaderen regelf0.16. Grootere letten naar de plaatsruimte die lij beslaan. Lelden, 28 Augultm. Achter het jaarverslag van het Comité „Leidua n omstreken" tot het verleenen van hulp van :ieke en gewonde krijgslieden, komt eene circu laire voor door het bestuur aan al de Comité's erzonden, tengevolge van eene vergadering te irecht van verschillende afgevaardigden der ilaatselijke Comité's, en waaraan het volgende intleend is Leiden, 14 Juli 1871. In Juni jl. zouden eenige Utrechtsche Heeren ian de Comité's van het Roode Kruit eene circu laire, waarin zij de medewerking dier Comité's Inriepen voor j „de stichting van een eigen Rooie Kruis Hos pitaal, aanvankelijk voor 25 zieken, dat in „vredestijd dienstbaar gemaakt aan de ver ipleging van behoeftigen tegen een klein ver- „pleeggeid daags en het materieel leverende „voor de practische instructie van ziekenver plegers (mannelijke en vrouwelijke), bij nade- „rend oorlogsgevaar, door het daarneveu stel- I „len van houten barakken, tot een lazaretli- „dorp kan worden uitgebreid. Localen voor i ,de theoretische opleiding der verplegers, voor „modelkamer en centraalmagazijn zouden in dat gebouw moeten worden ingericht, even als voor de keuken en al wat op de huis houding betrekking heeft." Het Utrechtsch Comité had reeds in 1868 aan d- en landgenooten bijdragen voor dit doel evraagd. De ridders der Duitsche Orde te Utrecht adden daarvoor de belangrijke som van 4000 ngezonden; maar verder was de uitkomst dezer uvrage benedejp de verwachting gebleven. De trechtsche Heeren wenschten thans te vernemen f wellicht de bij het Hoofdcomité en de verschil- eiide plaatselijke Comité's overgebleven gelden oor dit doel konden worden gebezigd. Het Bestuur van het Leidsche Comité deelde d zijn antwoord op de Utrechtsche circulaire mede, dat het met het gronddenkbeeld van bet Utrechtsche voorstel ingenomen was en daarover met de Utrechtsche heeren gaarne in nader over leg treden zou. Het Bestuur van het Leidsche Comité achtte het namelijk ook ten einde de oodige belangstelling in de zaken van het Roode Kruit in vredestijd te behouden hoogst wen- helijk, ja zelfs noodzakelijk, om de tijdens het woeden van den krijg bijeengebrachte gelden, aarvan nog een aanzienlijk bedrag bij het oofdcomité eD de plaatselijke Comité's is over- ebleveu, op de meest doelmatige wijze te ge" ruiken. Het wenschte daaromtrent gaarne met e verschillende Comité's in overleg te treden, pdat de zaak, genoegzaam voorbereid en onder ocht, op de Algemeene Vergadering in Septem- er zou kunnen wórden bediscussieerd en aldaar ot beslissing worden gebracht. Het gronddenkbeeld van het Utrechtsche voor tel de oefening en opleiding van goede zieken- erplegers in vredestijd wilde bet Bestuur van bet Leidsche Comité met alle kracht ondersteunen en bet zond diensvolgens een afgevaardigde naar Utrecht om de zaak met de Utrechtsche heeren en zoovele andere Comité's te bespreken als op die bijeenkomst mochten vertegenwoordig zijn. De bijeenkomst had op 2 Juli plaats en, behalve de afgevaardigde uit Leiden, waren aldaar nog 9 andere afgevaardigden, van de Comités van Utrecht, Nijkerk, Bergen op Zoom Harderwijk, Wageningen, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Breda en Goeree aanwezig. Op die vergadering werd door den afgevaar digde uit Leiden, Prof. A. Heynsius, voorgesteld om het voorstel der Utrechtsche heeren in zoo verre te wijzigen, dat de stichting van een eigen Roode-Kruis-Hospitaal met modelkamer enz. daar uit verviel eu alleen de opleiding en oefening van ziekenverplegers als een hoofddoel van de bemoeiingen van het Roode Kruis in vredestijd behouden bleef. Het voorstel van Leiden luidde aldus: Voorstel I. Het Roode Kruis looft bij de ver schillende groote burgerlijke en militaire zieken- inrichtingen van ons vaderland premiën uit tot aanmoediging van eene goede ziekeoverpleging, om zoodoende te zorgen, dat het Roode Kruis bij eventuëele behoefte over geoefende en beproefde ziekenoppassers (mannelijkeen vrouwelijke) kunne beschikken. Nadat de bezwaren tegen de oprichting van een eigen hospitaal met modelkamer enz. door den Leidschen afgevaardigde waren ontwikkeld en de voordeelen waren uiteengezet, die bij de verwezenlijking van het Leidsche plan zouden kunnen worden verkregen, toonde eene ten slotte gehouden stemming over de beide voorstellen aan, dat de aanwezige afgevaardigdeu aan het voor stel van Leiden hunne persoonlijke adhaesie schon ken en het wenschelijk achtten, dat het Bestuur van het Leidsche Comité dit voorstel met de noodige toelichting aan de verschillende Comité's zou toezenden. Voorts werd nog besloten, dat een tweede voorstel van Leiden, dat insgelijks bij de te Utrecht aanwezige afgevaardigden adhaesie vond, gelijktijdig aan de Comité's ter kennisneming zou worden verzonden. Dit tweede voorstel luidde: Voorstel II. Het Roode Kruis schaft zich een ijzeren barak aan voor de verpleging van 2030 patiënten, het richt die in volgens de eischen der wetenschap en met het oog op ons klimaat, en geeft die barak in vredestijd in bruikleen waar en zoo dikwijls dit noodig is. Sedert de vorige opgave zijn alhier geene per sonen door pokkeu aangetast of als hersteld opge geven, overleden 1, zoodat in behandeling blijven 9. De faculteit van Wijsbegeerte en Letteren aan de Hoogeschool alhier heeft bepaald, dat het admissie-examen zat plaats hebben op Maandag en Dinsdag, den 18den en 19den September. Op Dinsdag den 19den September a. s. des middags te 12 uren, zal onder goedkeuring van den Minister van Oorlog, door de garnizoens- kommandant alhier worden aanbesteed, de leve ring van de fourrages, benoodigd voor de troepen die van den lsten November aanstaande tot en met den 31 October 1872 alhier aanwezig zullen zijn. Z. M. heeft aan den militie-plichtige Jacob Hendrik Smit alhier ontheffing van den werkelijken dienst verleend voor zijn geheelen diensttijd, en bepaald, dat genoemde militie-plichtige niet in persoon aan de militaire autoriteit zal worden afgeleverd, maar dat zijne inlijving enkel op overgifte van den staat, model n°. 19, voorge schreven bij art. 45 van Zr. Ms. besluit van 8 Mei 1862 Staatsblad u*. 46,) zal geschieden. Op de lijst van aanbeveling voor de betrekking van rechter in de rechtbank te Alkmaar, zijn geplaatst de heeren: Jhr. Mr. S. Laman Trip, commies bij het departement van Binnenlandsche Zaken te 's-Gravenhage, Mr. W. A. L. Domis, griflier bij het kantongerecht te Zwolle, en Mr. C. H. Q. van Streijen, subst.-griffier bij de recht-1 bank te Hoorn. Bij den burgemeester van Amsterdam is inge komen: voor de algemeene armen, een bankbiljet groot duizend gulden, van mevr. de Wed. F. Hartogh-Ënthoven, ingevolge den wensch van harén overleden echtgenoot, Mr. H. A. Hartogh, in leven officier van justitie aldaar. De correspondent van de N. Midi. Ct. uit'-Gra- venhage meldt, dat de Minister van Financiën, die de zware taak beeft de begrooting op te ma ken, terwijl de inkomsten uit Indië steeds schra ler vloeien, bepaald heeft besloten een inkomsten belasting aan te bieden, en dat daarvan in de troonrede melding zal worden gemaakt; het voor stel zal losgemaakt zijn van de opheffing der patentbelasting. De Minister van Financiën moet intusschen bij zijn collega voor Oorlog op de meest mogelijke zuinigheid hebben aangedrongen. De Rijnspoorwegmaatschappijen in Nederland en Duitschland zullen groote uitbreiding aan het materieel geven, hetgeen voor den handel van groot belang is. De Stoompost verneemt, dat, met ingang van 1 Januari 1872, de tractementen der opzichters vau dea waterstaat zijn verhoogd, voor de 2de klasse met 100 en voor de 3de en 4de klasse met ƒ200 'sjaars. Den 26sten Augustus 11. was bet 20 jaar geleden dat Koning Louis Philippe op het kasteel Clare- inont stierf. Door het comité tot verbreiding van het ras van hoornloos rundvee, te Utrecht gevestigd, is de volgende prijsvraag uitgeschreveneene zilveren medaille, versierd met het borstbeeld van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, wordt uit geloofd aan hem, die de beste vergelijkende proe ven en opmerkingen zal hebbeu gedaan en daar van verslag inzendt, omtrent het hoornloos tegen over het hoorndragend rundvee in Nederland, vooral ten opzichte van de hoeveelheid en hoe danigheid der melk, vetwording en vleeschaah- zetting, alsmede van den gemoedsaard van het vee, terwijl aan hem die het best gekeurd ant woord het meest in waarde nadert, eene derge lijke madaille in brons zal worden toegekend. De antwoorden moeten van eene andere hand dan die des schrijvers zijn en, vergezeld van een gesloten briefje, voerende ten opschrift eene spreuk of motto, en inhoudende opgaven van naam en woonplaats vau den inzender, franco worden toegezonden vóór 1 Januari 1873, te Utrecht aan den voorzitter van (jat comité, den heer Maurin Nabuys, of den secretaris, den heer F.R, C. .G. $Wfs -'.h iiinif emu va J9d fRi osioteluO .0 Het comité heeft, behalve de reeds vroeger vermelde medailles, ook aan Z. K. H. prins Adalbert van Beieren een exemplaar in zilver zijner medaille geschonken, als bewijs vetn hulde voor hetgeen de prins voor de bevordering der invoering van het hpornloqs rundvee heeft gedaan. Den 22sten Augustus overleed op 71jarigen leeftijd te Berlijn Professor 'Wilhelm Zahu, be kend voor zijne groote verdiensten tijdens de opgravingen van Herculanum en Pompeji. De Koning van Siam heeft, volgens den Straits Observer bepaald dat de slavernij in zijn Staat met 1 Jan. 1872 zal zijn afgeschaft. Een correspondent van de Manches Courier schrijft uit Preston, dat de runderpest heviger dan ooit in Lancashire woedt. De officier van gezoödheid der 2de klasse W. Schutte wordt, met den lsten September aan staande, geplaatst op Zr. Mr. schroefstoomschip Kijkduin. Blijkens bij de Regeering ontvangen bericht van het Italiaansche gouvernement zal te Udine op 14, lb en 16 September aanstaande een interna tionaal bacologisch congres plaats hebben, waar van de zittingen in het openbaar zullen worden gehouden. Zij die aan het congres als effectieve leden weo- schen deel te nemen, worden verzocht, zoo moge lijk niet later dan op 10 September, daarvau de verklariog in te zenden aan het „Coinitato ordi- natore del congresso bacologico", Palazzo Bartolini, Udine. De offlcieele taal van het congres, is de Itali aansche. Z. M. heeft goedgevonden met ingang van den lsten S.ept. aanstaande te bevorderen: tót luit. ter zee der 2de kl., de adelborsten der 1ste kl., J. W. Arkenbout Schokker, G. H Thomassen Thuessink van der Hoop, M. F. Tydeman, C. J. de Jong, L. G. Kakebeeke, P. H. Prager, J. Schim mel, C. J. de Vries en W. A. Cambier. Z. M, heelt de volgende pensioenen verleend als aan: F. A. van Asten, postbode ƒ98;: H. Zol of Zoll, postbode ƒ118; E. Larcher Houth, dir. IETS UIT HET LEVEN van een BBiCSMA HnT -CHATH/IA33" naverteld. (Vervolg). Indien gij het ongeluk hadt om de kinderen der Mennonieten in uwe school te ontvangen, zonder terlof van pastoor Bernard, zoude hij het toch oogen- blikkelijk te weten komen, want al biecht gij «iet, anderen biechten voor ons, tegenwoordig weet men alles, en alles is voor geld te krijgen, en u zoude lichtelijk iets ergens kunnen over komen dan bij het Carnaval." Deze raadgevingen van meester Guillaume vervulden mij met groote vreezezonder nu grif weg alles te gelooven, wat hij mij mededeelde, begreep ik toch heel goed, dat hij misschien niet gaosch en al ongelijk had. Daarom beloofde ik hem ook, zijn raad te volgen. Tijdens de vesper vroeg ik mij zeiven af wat er van mij zou worden, indien ik de toestemming van pastoor Bernard niet erlangen mocht, eu zocht ik reeds naar verontschuldigingen om mij van mijn woord los te maken bij de Mennonieten. Al deze overdenkingen beangstten mij zeer, en in de kerkekamer, toen ik bezig was den pastoor te helpen, beefde ik dermate, dat ik hem niet om de vergunning durfde vragen, hetgeen mij vroeger zoo eenvoudig scheen. Ik wist niet hoe te beginnen. Hij zelf bemerkte dit voorzeker en zeide mij: „Welnu! wat is er dan?" Toen vertelde ik hem in éénen adem wat er gebeurd was, maar ik durfde heat niet vertellen dat ik Vader Jakob mijn woord gegeven had. Zeer verbaasd stond hij stil en vroeg mij: „Hoe! de Mennonieten willen bij u ter schole gaan? Zijt gij daar wel zeker van?" „Ja, pastoorl ik geloof het wel; de boschwach ter Jeröme heeft mij gezegd dat dit stellig zal gebeuren, bijaldien ik hen het landmeten, onder-! Iiandsche acten maken en bet boekhouden onder wijzen kan." „Waarom niet?" antwoordde hij lachende, „leer hen alles wat zij maar wenschen, mijn beste Renaud. Mijn hemel, dat is dood eenvoudig, gij kunt van den wind niet leven. Zuster Eleo- nora ging des zomers naar haar klooster, maar die toevlucht hebt gij niet. Uwen ouders kunt gij niet tot last zijn, gij zijt dus gedwongen, het is u voorgeschreven. Ja, jal welzeker! gij hebt inijne toestemming. Toch deed gij zeer goed met mij er kennis van te geven, mocht er zich eenige moeielijkbedeo voordoen, dan ben ik daar. Het is goed van u, zeer goed." Niet alleen stond de pastoor mijn verzoek toe, maar hij scheen recht in zijn schik, en op de stoep van de pastorie gaf hij mij de hand, iets dat bij nog nooit had gedaan. Ik ging dan ook heen, gelukkiger dan ik zeggen kan. Meester Guillaume en moeder Catharina die uitde vesper waren thuisgekomen, wachten mij uit nieuwsgierigheid op onder aan de trap bij de school. „Welnu?" vroeg mij de oude man. „Ja!" riep ik, dood gelukkig, met mijn pet io de lucht zwaaiende, „ja, ik heb verlof bekomen. Pastoor Bernard wenscht niets liever, bij heeft alles, zonder iets in te brengen, toegestaan, hij is de beste mensch ter wereld. Gij ziet hoe weinig geloof de kwade tongen verdienen." Ik deelde hem het gansche gesprek mede, mees ter Guillaume en zijne vrouw waren uiterst ver baasd I „Het is onbegrijpelijk, onbegrijpelijk I" zeiden zij, elkander aanziende. Eindelijk sprak de oude meester. „Welnu, des te beter, het doet mij recht veel pleizier. Nu is alles iu orde. Niemand kan u nu iets verwijten, maar toch, Jean Baptiste, ik heb het niet kunnen gelooven! Nu, nu, gij hebt verlof, dat is het voornaamste." Wij moesten hier scheiden, en ik ging zeer tevreden weg, slechts denkende aan de Menno nieten en aan de gelukkige toekomst, die ik mij voorstelde. Nooit scheen mij de lucht zoo helder toe, en voor ik Roches bereikte stood ik meer dan eens stil midden tusschen de heesters, om het landschap te beschouwen. Bij het vallen van den avond gonsde alles om mij henen. Rechtsaf, hoog boven de toppen der pijnboomen zag ik de boerderij van den ouden Jakob, glinste rend als eene vonk, midden in bet boscb, de zon verlichtte de kleine vensters. De angst vau mees ter Guillaume en al betgeen hij mij verleid had van den pastoor, deed mij lachen en ik zeide tot mij zeiven: „de oude man begint op die oude hazen te gelijken, die elk jaar vreesachtiger wor den, naarmate zij vaker het lood van den jager rond hunne lange ooren hoorden fluiten. IX. Reeds des anderen daags kwamen de kinde ren der Mennonieten met hunne mondbehoeften in kleine linnen zakjes;.zij woonden de ochtend-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1