zich bezig houden met in het hospitaal den ge
kwetsten en zieken door deelnemende minzaam
heid een vertroostenden balsem in hun treurige
omstandigheden toe te dienen. Nu eens met slijk
overspat, dan druipend van water, bevorderde
hij overal den goeden geest door zijn bemoedigend
voorbeeld.
„Geen vermoeienissen werden geleden, geen
gevaren doorgestaan, waarin de brave Voet
niet deelde. Om zijn gebrekkigen en moeielijken
gang was hij steeds verzeld van een soldaat als
bediende, die hein mantel of lantaarn nadroeg.
Twee dezer bedienden werden achtereenvolgens
aan zijn zijde onherstelbaar gewond, waarover
hij de hoogste gevoeligheid aan den dag legde.
„Algemeen bewonderde men hem en de
achting van allen was groot voor dezen waardi
gen hoofdofficier. Gewis kan het Vaderland het
gewicht, dat majoor Voet in de schaal der ver
dediging van het Antwerpsch kasteel heeft ge
legd, niet beter vergelden, dan door zijn roem
rijken naam, met dien van zooveel andere braven,
tot het verste nageslacht te doen voortleven."
Een deputatie van Belgischen en Hollandsche
kooplieden is dezer dagen te Parijs ontvangen,
nopens eene handelsquaestie, die het belang aan
neemt van een internationaal vraagstuk. Zie hier
het feit: Gedurende den oorlog, is de douane in
de noorderdepartementen verplicht geweest hare
bedieningen op te schorsen. De inwoners, die zich
langs den kant van het Zuiden, door de Pruisen
bezet, geene levensmiddelen konden aanschaffen,
richtten zich tot België. De zaken werden met
tamelijk gemak gedaan in afwezigheid der douane,
alhoewel de invallen der Pruisen aan de vreemde
kooplieden deden vreezen, hunne koopwaren door
hen aangeslagen te zieu, voor de levering. Toen de
douane hersteld was, na het vertrek der Pruisen, ver
genoegde zij zich niet het invoeren van koopwaren
te beletten, maar zij sloeg diegene aan, welke
gedurende den oorlog ingevoerd werden, en wil
than6 de kooplieden tot gevangenisstraf doen ver-
oordeelen. De Belgische en Hollandsche kooplie
den hebben door het orgaan hunner gouverne
menten geprotesteerd. Dit is de quaestie welke
thans aan de beslissing van den Minister van
Financiën in Frankrijk onderworpen is.
(Hblad v. Anlw.)
Aan den heer Mr. G. Groen van Prinsterer is
heden, bij gelegenheid van zijn 70sten verjaardag,
namens de gezamenlijke hoofd- en hulponderwij
zers bij het Christelijk Nationaal Schoolonderwijs
in ons Vaderland, een pracht-album aangeboden,
met de photograüsche portretten van ieder hunner
en voorzien van een fraai geschreven opdracht,
vóór in 't Album, met bijvoeging der namen van
de belanghebbenden.
Den 15deu September zal te Rotterdam, in het
gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
de jaarlijksche algeuieeue vergadering worden
gehouden der Hollandsche Maatschappij van Fraaie
Kunsten en Wetenschappen. De openingsrede is op
gedragen aan den heer C. P. Tiele, den algemeenen
voorzitter.
Omtrent het ongeval in de schouwburgzaal van
Lourens te Rotterdam, vernemen wij nader, dat
de kleederen van een der chanteuses door een
oubekende oorzaak in brand geraakten, waarop
zij van het tooneel in de zaal sprong. Daardoor
deelde de vlam zich aan het tooneel en daarbij
geplaatste bloemen mede. De chauteuse moet vrij
erge brandwonden bekomen hebben en niet bui
ten gevaar verkeeren.
Wellicht heeft deie bewondering aanleiding gegeven, dat men
hem de zonderlinge benaming gaf van den bomvrijen majoor.
Door den Minister van Marine zijn, met den
lsten October aanstaande, benoemd tot studenten
voor de militaire geneeskundige dienst bij de zee
macht, de jongelingen C. de Rooy, J. M. Korver,
P. J. Kintz en B. C. Schuylenburg.
De luitenant ter zee der 2de kl. J. A. Vening,
behoorende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te
Willemsoord, wordt met den 20sten dezer op
non-activiteit gesteld.
Z. M. heeft aan Mr. J. W. van Lansberge,
zant te Brussel, vergunning verleend tot het aan
nemen en dragen der versierselen van ridder
grootkruis der orde van Frans Joseph, hem door
Z. M. den keizer vau Oostenrijk geschonken.
Z. M. heeft aan den Oost-Indischen ambtenaar
Jhr. Mr. H. J. M. L. Duvelaer van de Spiegel,
gewezen postcommies te Timor Koepang, laatste
lijk met verlof in Europa, op zijn verzoek een
eervol ontslag verleend uit 's lands dienst.
BINNENLAND.
Amsterdam, 21 Augustus. Hedennamiddag te
éen uur is de heer Mr. H. A. Hartogh, officier
van justitie bij de rechtbank alhier, op ruim vijf
tigjarigen leeftijd overleden.
's-Gravenhage, 21 Augustus. Gisterenavond om
streeks 11 uren smeten in de Molenstraat eenige
paarden, die men, op de gebruikelijke manier
aan elkander geregen, naar de wei wilde bren
gen, den baas van dat transport tegen den grond,
om zonder hem, in dollen galop, naar de plaats
van bestemming heen te snellen.
Enschedé, 20 Augustus. Gisterenavond is alhier
gearriveerd den heer Thorbecke, Minister vaD
Staat en van Binnenlandsche Zaken. Z. Exc. heeft
zijn intrek genomen ten huize van den heer 11.
J. van Heek.
KOLONIËN.
Van Buitenzorg verneemt het Bat. Hand. dat
onder de stukjes, die bij gelegenheid der wed
rennen, aldaar in de laatste dagen der vorige
maand gehouden, door het litterarisch gezelschap
opgevoerd, ook behoorde graaf von Frohsdorf van
den heer Busken Huet. Toen het lid der letter
kundige vereeniging, die de titelrol had vervuld
en die op het eind van het stukje ten tooneele
komt in nachtbroek en kabaai, na den atluop
op den vólgenden dag in de sociëteit versclieeD,
werd hij door een bekend persoon grof bejegend,
om dat hij zich in bovengenoemd kostuum in 't
publiek had vertoond
Sajiarang, 22 Juni. Uit Solo wordt ons ge
schreven
Het staat in den laatsten tijd weder treurig
met de rust. Binnen éen maand hebben wij,
Padjangbewoners, 4 ketjoepartijen beleefd, behalve
die, welke in de Vorstenlanden en andere bladen
reeds zijn opgenoemd.
Men beraadslaagt, men schrijft de politie aan;
doch daar schijnt het bij te blijven. De wortel
van zooveel kwaad laat men onaangeroerd.
Ik zal u kortelijk mededeelen, waar men geroofd
heeft en dan de bronnen aanwijzen, waar de
ergernis haar oorsprong vindt.
Den 14den Mei werd er dicht bij de grenzen
van Djokja enSolo- geketjoed te Djonalaug.
Het slachtoffer was een Chinees. EeDige dagen
later werd de zoon van Ronopawiro in dedessa
Krandjang gepakt en naar Klatten opgezonden.
Ronopawiro is de beruchte ketjoe, die 23 of 25
aren geleden bij den landhuurder van Merbong
heeft geroofd, bij welke gelegenheid de landheer
het leven verloor. Voor dit feit werd de schelm
met 20jarig bannisseinent gestraft, terwijl andere
edeplichtigen werden gekrist.
Na Ronapowiro's terugkomst van het bannis
sement hebben weder vele ketjoepartijen plaats
gehad. Zou hij zijn oud handwerk niet vergeten
zijn? De landhuurder van Prambanan schijnt
tegen dien man zware vermoedens te hebben.
Althans is Ronoprawiro naar Klatten opgezonden,
met verzoek om hem buiten de grenzen der
onderneming Prambanan te zetten en hem een
verblijf te geven, waar hij beter onder con
trole der politie staat, dan nu 't geval is.
Den 24sten Mei had een ketjoepartij in dedessa
Tlojo plaats. Bij die gelegenheid werden twee
mannen gewond. Den 25steu Mei gebeurde iets
dergelijks te Senden en eindelijk den 15den Juni
roofde men te Goenong Woengkal. Deze laatste
dessa's behooren tot de onderneming Tjandi-Sè woe,
terwijl Senden niet ver van Tlojo ligt. Treurig
blijft het, dat al die dessa's juist in de onmid
delijke Dabijheid der grens van Djokja en als 't
ware aan de baan der Spoorweg-Maatschappij
zijn gelegen.
Dicht bij Prambanan heeft men Kalassan. Daar
woont een regent, en een bandar keplek. (In
Wiesbaden zou men hem noemen de croupier.)
Die man schijnt premissie te hebben om een
dobbelhuis te houden; anders is het onverklaar
baar, dat dag en nacht aldaar wordt gedobbeld
en dat nog wel op geen 200 passen van een
regentswoning.
Men vertelt, dat zulke inrichtingen in elk regent
schap der Vorstenlanden bestaan maar in 't
belang der publieke moraliteit moesten die koer-
zalen gesloten worden. Locomotief
1 Juli. Uit Solo. Part. corr. De brutaliteit der
amfioen-sinokkelaars kent tegenwoordig waarlijk
geene grenzen.
De opium-pachter alhier ontving onlangs van
zijne spionnen bericht, dat de pachter van Madioen
aan een Soloosch onderdaan niet minder dan 300
katties geprepareerde amfioen zou hebben ver
kocht, natuurlijk tegen een prijs, die den kooper
in staat stelde, dit artikel op Soloosch grondge
bied op klandestine wijze veel goedkooper te
verkoopen dan de prijs, door den Soloschen pach
ter gevorderd.
Deze laatste zond onmiddellijk na ontvangst
van dit bericht iemand uit om de grens te doen
bewaken.
Des nachts van 28 op 29 Juni gelukte het dezen
zendeling, op die grens een aantal inlanders te
betrappen, niet miDder dan 12 in getal, die te
paard gezeten, amfioen van het Madioensche in
het Solosche wilden binnenvoeren. Br volgde een
geregeld gevecht, waarbij een smokkelaar een
kogelwond in den buik kreeg, die waarschijnlijk
doodelijk zal wezen, terwijl ook een van des
pachters mannen werd getroffen door een kogel.
De gewonde smokkelaar viel in de handen van
het volk des pachters en bleek bij onderzoek
slechts 6 kattie's amfioen bij zich te hebben,
terwijl de andere elf met de massa amfioeD wisten
te ontsnappen.
Zóo gaat het tegenwoordig op de grenzen der
pachtdistricten toe; van policie werd natuurlijk
noch gedurende, noch na het gevecht taal noch
teeken vernomen! Waar moet dat heen, indien
nu reeds de smokkelaars in gewapende en talrijke
beuden hun bedrijf uitoefenen, terwijl de policie
machteloos is om tegen dergelijke ontmoetingen
te waken? (Sam. Cl.)
Ternate, (April.) Omtrent het midden dezer
maand vertoonden zich zeeroovers in de eilanden
groep bezuiden Ternate. Zij beproefden eene
landing op het eiland Kasiroetan, aan den ingang
van straat Patiëntie, doch werden door de be
volking afgeslagen. Acht mannen, die in eene
praauw ter vischvangst waren, vielen echter in
hunne macht. Twaalf zoogenaamde orang Badjo,
waaronder ook vrouwen en kinderen, die even
eens aan het visschen waren, werden door de
roovers vermoord. Een hunner praauwen kwam
zelfs tot nabij het eiland Maré, het tweede
zuiden Ternate.
Katarrhale koortsen, met aandoening ya„
darmkanaal kwamen in deze maand veelv0
voor, in het bijzonder bij kinderen. Van p0
werd niets meer vernomen. Zoowel in den
gende districten als op het eiland Ternate
de vaccinatie en revaccinatie, welke mfII
Maart begonnen is, met ijver voortgezet.
BUITENLAND.
Frankr\j tc.
De vergelijking, die zoo dikwijls gebruikt
van de stilte die den storm voorafgaat is op
oogenblik zeker op het parlementaire gebied
Frankrijk toepasselijk. De leden der vergade
verzamelen hunne krachten voor den dag.j,
propositie Rivet in discussie zal gebracht
den, hetgeen volgens de laatste berichten nu
niet zal gebeuren vóór het laatst van deze ol
begin der volgende week. De heer Vitet
waarschijnlijk door de commissie tot haar
porteur benoemd worden. Het kau echter
wel zijn, dat de storm niet met groote woeds
het parlementaire huikje zal losbarsten, door.
de wind zich meer in een concilianten k
begint te zetten. De rechterzijde en voora!
rechtercentrum, met het Journal des Débats au
hoold, begrijpt dat voor verscheidene belac.
zooals b. v. de ontruiming van het grondgei
de bevestiging der macht van Thiers bijnam
zakelijk is. De linkerzijde daarentegen, zal,in!
zij in het wezen der zaak haar zin krijgt, zi
twijfel Diet zoo nauwkeurig op de redactie
overeenkomst zien.
Een kleine windvlaag echter is over he-
geblazen door den mond van generaal C
een windvlaag, die nu nog wel slechs dec,
vlakte van den waterspiegel doet rimpelen
wellicht eeu langdurige beroering kan
zaken.
De urgentie namelijk, die aangenomen t
het ontwerp tot dadelijke ontbinding der p
nationale garde, heeft vrij veel ontevred-
verwekt. Sommige radicale dagbladen be
zelfs, dat in enkele groote steden iets derge
als de tooneelen van 18 Maart zal plaats hei
Zonder hier nu geloof aan te schenken mag
aannemen, dat zeer velen in den lande de
binding der nationale garde, aan welks iu
houding toch steeds een denkbeeld van libera!
verbonden is, met leede oogen zullen zien.
Dat Thiers er zich in de commissie zoo
tegen heeft verklaard zal hem zonder twijfel
de publieke opinie en misschien ook bij de
staande debatten geen kwaad doen.
Volgens de Avenir National heeft de comnr
belast met het onderzoek naar de propositie
vinei tot definitieve vestiging der ministerie:
Versailles een middelweg ingeslagen. De r
dering zou te Versailles gevestigd blijven;
de ministeriën zouden diegenen te Ver
worden geïnstalleerd, wier tegenwoordig;
aldaar voor de vergadering als onmisbaar kon
worden beschouwd, terwijl de overige naar P
zoudeu trekken.
De derde krijgsraad heeft Ferrat en Clé"
verhoord.
Ferrat was een letterkundige en vóór de;
stand weinig bekend. Ooder de insurrectie
werkzaam geweest als lid vanjhetcoinité-''
terwijl hij geen deel heeft uitgemaakt der
mune. Voor het overige was hij commands:
het SUste bataljon, waarmee hij een weri
aandeel heeft genomen aau de gevechten bij
en later bij de porte Maillot en het part
Wagram.
Hij beweert, toen de geregelde troepen P
binnenrukten, zijn bataljon te hebben o<
een man met een vol gelaat, roode ooren en een
onderkin, die tot op zijn bef hing, de goede voor
nemens van onzen vromen koning Lodewijk XVIII
en van zijn geachten broeder den graaf van Artois,
zeggende, dat zij door God zeiven waren geroe
pen, om het geloof in dit rijk te doen herleven;
tot bewijs haalde hij het besluit van den 5den
December aan, bij hetwelk aan de Broederschap,
genaamd „van de broeders der Christelijke leer
in het bisdom Straatsburg", gelast werd te zorgen
voor de onderwijzers der lagere scholen aan den
Opper- en Neder-Rijn De. andere pastoors, in
stemmende met dezen lof, antwoordden hem, dat
deze eerste verordening slechts een teeken der
tijden was, dat de gelukkige gevolgen der Regee
ring reeds merkbaar waren en zij zich verspreid
hadden tot in de groote provincie van Bretagne;
dat de maatschappij, bekend onder den naam van
de Vereeniging van Christelijk onderwijs, zooeven
het recht had gekregen, niet alleen om legaten te
aanvaarden en giften, afgestaan ten behoeve van
bovengenoemde maatschappij, te ontvangen, maar
bovendien het privilegie had verkregen om, op
vertoOD van een bewijs van gehoorzaamheid, aan
eiken broeder een acte van bekwaamheid uit
te reiken, welke acte hem door den bestuurder
der maatschappij zou worden ter band gesteld.
Het is ondoenlijk recht te doen wedervaren
aan de inDige zelfvoldoening waarmede de eer
waarde heeren over dit alles keuvelden. Overi
gens was hierin niets, dat zij niet vonden, dat
van zelf sprak. Een hunner voegde mij lachend
toe: „Mijnheer de onderwijzerl hoort gij dit alles
wel? Pasop! men zal onder uwe duiven schieten
Meer en meer eischt men vrijheid van onderwijs,
tracht op de hoogte van den vooruitgang te blijven."
Hij betitelde met den naam van vrijheid, dat
enkelen hunner legaten en giften ontvingen, dat
iu hun onderhoud werd voorzien door liefdega
ven, dat men schoolgebouwen voor hen oprichtte
en hen als heiligen behandelde, terwijl de leeken-
onderwijzers niets ODtvingen dan het gewone
schoolgeld, en eigenlijk ellendig leefden. Lieve
Hemel I wat al zoude ik niet hebben kunnen
antwoorden, maar ik wachtte mij daar wel voor,
eD pastoor Bernard antwoordde voor mij: „Waarde
Collega! bekommer u volstrekt niet over Renaud
hij is op den goeden weg, hij kent zijn plicht en
rekent het ouderwijs van aardsche zaken zeer
ondergeschikt aan alles wat godsdienst betreft.
De vorderingen, die in twee maanden de kinde
ren van Roches in den Catechismus en den zang
hebben gemaakt, nadat zij door hem waren on
derwezen, hebben hem mijne achting doen ver
dienen. Laat mijn vriend Jean Baptiste gerust
zijn gang gaan, ik sta voor hem iu."
De heeren, rond de tafel gezeten, lachten alleD,
en ik lachte, zooals te denken is, mede; ik was
trotsch op dit bewijs van goedkeuring, ik ver
blijdde mij, op de wereld te zijn, met een kopje
geurige Mokka en een schenkblad vol verschil
lende likeuren voor mij, zooals ik er sedert het
unr mijner geboorte nog nimmer gezien had, noch
geproefd. Ik voelde mij gelukkig; maar ten laatste
moest ik mijne leerlingen bijeen zien te krijgen
om naar het lof te gaan.
Na de koffie ging ik weg, bedankte pastoor
Bernard voor zijne goede gaven, hein beloovende
mij die steeds waardig te betoonen.
„Ja, dat is goed, mijn beste Renaud was zijn
antwoord, „ga zoo slechts voort, en alles komt
terecht."
Na het gezelschap nederig gegroet te hebben,
klom ik weer naar het dorp, tusschen de luide
vreugdekreten eD het geroep uit de kroegen. Van
alle kanten tikte men op de ruiten, en uit alle
deuren riep men mij toe: „Hier 1 meester Renaud
Meester Jean Baptiste! Kom toch binnen, drink
een glaasje! Kom toch eventjes binnen!" Maar
ik moest mijne leerlingen bijeen zien te krijgen,
die gelnkkig reeds voor 't grootste gedeelte op
het plein voor de kerk wareu. Al de uitnoodi-
gingen der wereld zouden mij nimmer mijn plicht
doen vergeten. Tegen twee uren stonden ook de
HU. Pastoors vaD tafel op, en werd het W
vierd. Het zal vier uren geweest zijn, toen
na nog veel gedronken te hebben, wederom
Les Roches beproefde te klimmen. Men ut
zich aan elkander vastklampen, zich bij dri
en vieren vasthouden, en van het eene punl
het andere hoorde men hoe men elkander toer
met geluiden en gebaren, die men gezien i
hebben om ze te begrijpen. Het gansche padfc
de dennenbosschen ontmoette men kind®
die hulp behoefden tot verder gaan, of
moedigd moesten worden, en die iedereen ff
omhelzen, zonder recht te begrijpen waarom,
deren, die eeu kwaden dronk hadden, vvi!
kijven; die besloten meestal al vloekendeens
kelende, zich in het kreupelhout neder tevle
Wat ons betreft, mijne leerlingen, de wedi
Hulot, de oude boschwachter Jerome en ik,
kwamen te 6 uren in het gehucht terug,
te vreden weer thuis te zijn, en vooral na:
heerlijke zegepraal uaar bed te kunnen gaf
VII.
Wij waren in Mei van 1818, een zeer ff"
jaar. Reeds was de sneeuw in Maart gesn>°"
en sedert lang zag tnen die nergens meer.
mijn klein venstertjetusscheD klimoplotendoor,
ik langs de helling der bergen alles groen vvord'
Wordt vervolji-)