N°. 3533 0P| Donderdag A°. 1871. 17 Augustus. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". Ondermeester. Tstrss: J G. p P ik dt>f ÏBWl' »EH, Portie eiden i J.Tl KEüJ EIDSCB j H.J. mi 9e bijj^jSj "dam Éjj e Amt eo PRIJS DUZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00 I Franco per post ^fionderlijke Nommers 3.85 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVKRTKNTIEN Voor iederen regel. Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan. sch-Fr^ L Lelden, 15 Augustus. Wij némen hei volgende over uit het verslag over den toestand van de Kweekschool voor Zee vaart alhier: Van de kweekelingen die tot op 1 Januari 1867 in 's Rijks Zeedienst traden zijD opgeklommen tot den, rang van Bootsmau1 Schieman1 Konstabel1 2" of 8' Stuurman 6 4* Stuurman18 U U II II u n u ii II u tr 34 18 u 2" Timmerman 8 a ii n u 3 Zeilmaker2 Sergeant-Schrijver 8 Kwartiermeester, Schiemansmaat, enz. I u nu Konstabel8maat 6 Stuurmans- en Bootsmansleerliug Botteliersmaat en I Ziekenoppasser 1 J u ii Matroos der 1« klasse 26 u u u a u ii Z° ii n u ii ii a v hetgeen een totaal geeft van475 Wahneer men, zoo zegt het verslag verder, zoo het doen en laten van onze jongens in hunnen vrijen tijd gadeslaat, boe zij nu eens op den nok van een ra op hun gemak zitten uit te rusten, daD weder zich in het vogelvlucht-per spectief verlustigen, dat de top van een steng te genieten geeft, om zich in het volgend oogenblik pijlsnel langs stag of pardoen naar beneden te laten glijden, dan houdt men zich het hart vast en verwondert zich, dat men niet dikwijls van gebroken armen of beenen, zoo niet van erger hoort. Gelukkig, dat wij in onzen waardigen Opperschipper een man hebben, die aan de zor- gelóoze vermetelheid en echte jongens-onstuimig heid op het rechte oogenblik paal en perk weet te stellen, en deze zoodanig weet te leideu, dat zij, zonder te veel bedwongen te worden, zioh kunnen uiten en toch geene nadeelige gevolgen na zich slepen. Wilt gij den invoed van dien man op de jongens recht leeren kennen, ga dan hun gedrag na, wanneer zij des Zondags of bij eenige feestelijke gelegenheid zich, zooals de eigenaar dige uitdrukking luidt, aan den wal bevinden. Geen "oog bespiedt hunne gangen; .ij leven dan als vrije burgers op Nederlands vrijen grond, ze doen wat en ze gaan waarheen zij willen; en, vraagt het aan ieder inwoner dezer stad, van onbehoorlijke gedragingen zullen zij u geen voor beeld kunnen aanwijzen. Ja, zoo eenmaal iu de twee of dtie jareD gebeurt het wel eens, dat een of twee hunner van passagieren terugkeeren in een opgewonden stemming, welke alleen aan den invloed van het bekende geestrijke vocht kan worden toegeschreven, maar daar blijft het ook bij, en zulke hooge uitzonderingen dienen alleep om den algeuieenen regel, dat de joogens van de Kweekschool zich steeds fatsoenlijk gedragen, des te beter te doen uitkomen. Dat het meest nauwlettende toezicht echter niet altijd in staat is om ongelukken te voorkomen, hebben wij dit jaar tot ons leedwezeu ondervon den. Eenige maanden geleden werden wij opge schrikt door de tijding, dat de scheepsjongen Prin sen bij de gymnastische oefeningen een val hul gedaan, en door een noodlottigen samenloop van omstandigheden zulk eene belangrijke elleboog ontwrichting had bekomen, dat de militaire ge neeskundigen aan het behoud van den arm wan hoopten. Maanden lang bleef het pleit onbe slist, maar eindelijk behaalden hunne bekwame behandeling en onvermoeide zorgen de over winning, de arm bleef behouden; of even wel volkomen genezing is te verwachten, en het vrije gebruik van den arm geheel zal terugkeeren dat moet, helaas, meer dan betwijfeld worden. Meen echter niet M. H.l dat de beklagenswaar dige knaap, hoewel niet meer in hun midden, door zijne kameraden werd vergeten. Waart gij tegenwoordig geweest bij het feest dat de Kweek school op St.-Nicolaasavond vierde, dan zoudt gij een bak hebben zien rondgaan, bij wijze van schaal collecte, waarop ieder een deel van zijn koek en sigaren voor den armen zieken blijmoe dig ten offer bracht. En zoo ging het telkens, wanneer aan de jongens een onthaal ten deel viel. Nog door een ander treurig voorval is dit jaar gekenmerkt gewordeD, namelijk door het over lijden van den scheepsjongen Roskam, welke den 27sten Juni aan de gevolgen van een longónt steking bezweek. Eenvoudig maar treffend was de plechtigheid, waarmede hij door zijne kame raden naar zijn laatste rustplaats werd geleid en met de gebruikelijke militaire eerbewijziDgeo, waartoe door den heer garuizoeu9kommaDdant met de meeste bereidvaardigheid de noodige maatregelen waren getroffen, aan den schoot der aarde werd toevertrouwd. Voorzeker, die indruk wekkende stonde, waarin de knapen door hun kommandant er aan werden herinnerd, dat ook de jongen van jaren vaak slechts éen schrede van het grat zijn verwijderd, en ons medelid Harievelt hen er op wees, dat het meer zegt om, gelijk hun vroeg ontslapen makker, goed dan wel lang geleefd te hebben, die indrukwekkende stonde zal met spoedig uit hun herinnering zijp gevvischt, eu al moge de traan, welke loen menig anders zoo helder oog verduisterde, reeds lang zijn opgedroogd, dat tooneel, die scherpe tegen stelling van dien zonnigen morgen en van die geopende groeve, zal nog menigmaal voor hun verbeelding oprijzen en hen tol ernstig nadenken stemmen. In ons volgend nomuier deeleu wij uit liet verslag nog eenige bijzonderheden over den finaii- tieelen toestand en het onderwijs van de inrich ting mede. De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebé- stuur alhier, doet te weten, dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den 14den dezer maand, invorderbaar verklaard kohier van het patentrecht, over hét dienstjaar 1871 en 1872, houdende aanslagen voor de Wijkeo 7, 8, 9, alsmede restanten, terwiji ieder verplicht is zijnen aapslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen. B. en Ws. albier doen te weten, dat de kennis geving van den 7den Aug. dezes jaars, houdende bepaling dat, tot nadere beschikking, geene hon den, anders dan behoorlijk voorzien van een ijzeren ot koperen muilband, op de straat mogen gelaten worden, op heden wordt iugetrokken en builen gevolg gesteld. B. en Ws. alhier, gezien het Koninklyk be sluit van den 5den Maart 1871 (.Staatsblad n». lij,) waarbij de termijn voor de intrekking van ijet medicinaal gewicht verlengd wordt tot 31 Decem ber 1871. Brengen bij deze ter kennis van belangheb benden dat, tot het doen herijken van alle ine< cinaal gewichten, door den ijker zitting zal wc den gehouden in het locaal van den ijk, aan -le Aalmarkt uaast de gemeente-apotheek eu voor Wijk I, II, III, 17 en V, op deu 81st in Augustus, n "VI, VII, VIII en de buitenwijk op deu lsten September, beide dagen van dss morgeus 9 tot des namiddags 8 uren. V'jftig gulden boete heeft de Arrondissemeu s- Rechtbank van 's-Gravenhage bij vonnis van hedqn opgelegd aan den Leidschen student, die vó&r 8 dagen terecht stond wegens de historie nah hel huis de Paauw. Volgens dit vounis is hier vt n geen moedwil sprake en de qualificatie luidt di n ook: ,/t door onvoorzichtigheid onwillig veroor zaken van kwetsuren." Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken aangetast 2 persoon, als hersteld opgegeven geene, overleden geene, zoodat in behandeling ljlijven 21. Aan het stationsgebouw der Holl. Spoorweg maatschappij buiten de Willemspoort, te Amster dam, werd Maandag in het open baar aanbesteed Het maken van een gebouw voor waterinrichtidg op het stationsterrein te Leiden Aannemer de heer Jacobus van der Kamp, te Leiden, voor 6666. Gisterenmiddag te 12 uren had in de zaal van liet Oddon te Amsterdam plaats de buitengewone vergadering der aandeelhouders in deMaalschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, ten einde eene definitieve redactie der statuten vast testel len en een lid van den raad van Commissarissen te benoemen in de plaats van den heer H. A. van der Wall Bake, die door ongesteldheid ge noopt werd zijn ontslag te nemen. Na eene vrij langdurige discussie werdeu de door den Raad voorgestelde statuten, behoudens enkele wijzigingen aangenomen. Met groote meerderheid werd de lieer H.P.G. Quack benoemd tot lid van den raad van coui- missarissen, De Nieuwe Roll. Cour. geeft het volgend antwoord op de door ons medegedeelde klachten van de firma Rueb en Zonen: De heereh J. en C. Rueb eu Zonëu hébbeu uitgegeven en kosteloos verkrijgbaar gesteld een „Antwoord aan de Redactie der N. Rott. Ct., naar aanleiding van het bericht van genoemde Redac tie io het nommer vaD 4 Augustus 1871." Iu dat hoekje ziju afgedrukt de door de heeren Rueb aan ons gerichte brieven, en de stukken uit de maandberichten, die wij niet hebben geplaatst, een en ander vergezeld van aaDteekeningen in denzelfden geest en toon als de brieven. Wtfzijn de heeren Rueb recht erkentelijk, dat zij'zich zooveel moeite en kosten hebben getroost, om zulk een weisprekenden commentaar te geveuopónze weinige regelen in het nommer van 4 Augustus jl. Wat wij bedoelden met die regelen, is thans voor ieder, die de brochure leest, volkomen duidelijk geworden. Men kan nu uit de stukken zien, hoe de heeren Rueb, niet tevreden, dat wij hup sui- kerberichten nauwkeurig teruggaveu, wilden dat wij ook huu politieke of liever polemieke beschou wingen, die zijgoedvondeoaan hiinsuikerbëric^teu vast te knoopen, zouden opnemen; hoe wij, Diet gewoon denkbeeldeu, die de onze niet zijn, te verdedigen of te plaatsen onder de rubriek, waar voor de redactie zelve de volle verantwoordelijk heid heeft, den heeren Rueb aanboden, huu be schouwingen onder de Ingezonden Stukken óp te nemen; (1) hoe de heeren Rueb, dit aautjod vuu de hand wijzende, eischten dat hun hesohonwiu- geo over de Suiker-conventien en de Indische Tariefs-herziening, en hün aanvallen op de Kamer van Koophandel alhier, zouden worden opgeno men, niet als Ingezonden, maar ter plaatse waar de redactie zelve, en zij alleen geWoon is'üa'.ipre- keii, onder haar eigen veranlwoordeljjkhqid-i en hoe eindelijk, toeu wij aan deu herhaalden eisch der heeren Rueb geen gevolg gaven, op deurwaar ders-manier ons werd aangezegd, dat wij, ^vóor 4 uren schriftelijk" hadden te antwoordeu, enz. enz., op welke sommatie wij natuurlijk het'Ant- woord schuldig bleven. Kortom, ineu kan (hans uit de stukken zien, vvqlk ,eeu onredelykeunisch de heeren Rueb ons steldeu, op welk een-'-iinpe- rieuse, onwellevende Manier zij ous wilden ifwin- gen ie doen, wat zij wildeq, en hoe zij thans door allerlei insinuaties zich over hun échec trdehteu te wreken. - 1 1 -1"1 VVij zouden dan ouk, daar "repliek vqDlrekt onmiodig schijnt, up de brochure het stilzwijgeu bewaard hebben, waren ons niet aan hel slot een paar vragen gedaan, waai op dé beleelii^eid vordert dat wij antwoord geven, j Wij hadden gesproken, van „politieke bedoelin gen," waaraan de heeren Ruëb ónze Courant wilden dienstbaar maken. Niet zppder veront waardiging vragen de schrijvers, welke bedoelin gen dut zijn?- Op onzé beurt vragen Jwij; wie beter dan de heereii Rueb zelveu de liedpeljpgeu der heeren Rueb kenneu zalf. Achten de heeren Rueb evenwel de onderstel ling, dat zij bedoelingen hebben met hun schrij ven, beleedigend, dan zijn wij bereid aan te ll-! rtk»' 9 OU TS UIT HET LEVEN VAN EEN BBCEMAIT-CHATRIAlsr naverteld. Vervolg). Ik nam dit gretig aaD, vrouw Catharina giDg de deken en de lakens halen en meester Guil- laume nam uit zijne oude latafel 't geen mij nog toekwam. Vervolgens gaf hij mij verlof, uit zijne hoeken die werken te kiezen, die ik meende te behoe ven, en aangezien ik iederen Zondag met de scholieren naar de mis moest gaan, konde ik den goeden man de boeken die hij mij leende, gereedelijk terug geven. Ik zocht het woorden boek van Wailly uit, waar een schoolmeester oigenlijk niet buiten kan. Eenigen tijd geleden ik mij van een rondreizend koopman die Chèhe-Eendu doortrok, de beginselen dér algabra, van la Grange en de geometrie van Legendre aangeschaft, hieraaD had ik genoeg. Nu was alles afgedaan en de tijd daar om te gaan slapen; ik omhelsde meester Guillaume en zijne vrouw, en ging mijn goed bijeenpakken, vóór ik mij ter ruste begaf, want des anderen daags moest ik vroeg weg om de spotternijen te ontgaan en geen ergernis te geven. VI. Bij liet aanbreken van den volgenden dag was ik gereed. Zonder eenig gedruisch te maken kleedde ik mij en ging zachtjes naar beneden om den ouden meester toch niet wakker te ma ken, maar den gang doorgaande hoorde ik hem uit zgu bed roepen: „Houd goeden moed, Jean Baptistel houd goeden moed I" „Ja, en gezondheid!" zeide vrouw Catharina. Ik dankte de goede lieden, eu de deur zorg vuldig sluitende, ging ik naar heneden de straat op. Iu het dorp was alle6 in de diepste rust; geen hond sloeg aau, alles scheen uitgestorven. Ik ver trok met mijn pakje aan mijn stok gebonden, te midden dezer doodsche stilte. De woning van den heer Banquel voorbij gaande, wendde ik mijn hoofd af en iets verder op deD hoek der straat, linksaf, sloeg ik den weg naar de Roebes iD, dien pastoor Bernard mij den vorigen avoDd had gewezen. Op de heide lag de sneeuw zeer hoog nu en dan moest ik er doorwaden, maar een beetje hooger in het bosch was het pad, voor den wind beschut en beter te vinden. Met gebogen hoofd wandelde ik voort; ik her dacht mijn levensloop sedert mijne kinderjaren, ik herinnerde mij onze twee kleine vertrekjes in liet visschersstraatje in St.-Nicolaas, onze goede moeder ijverig bezig met wasschen, verstellen en lappen vaD onze armelijke kleeding; vader die, aan den avond van den dag dood af van zijn vele heen en weer gaan, thuis kwam; het moeitevolle leven van eerlijke vlijtige inenschen, wier onbe rispelijk gedrag, zuinigheid en noeste .vlijt hun niet eens iederen dag voldoend onderhoud ver schafte; daarna mijn schoolgaan bij meester Bas- tien, waar ik altijd de eerste plaats bezette, 't geen den meester zeggen deed: Zie hier mijn besten scholier. Och, als zijn vader een rijk mao was, en wat voor hem doen kon!"Toen de vreeselijke ellende van de twee vijandelijke invallen, het weggaan in de dagen van hongers nood, de angsten onderweg uitgestaaü, het eerste aankomen in Chène Fendu, dit alles kwam mij, al wandelende voor den geest, en nu en dan stood ik stil, eu beschouwde aandachtig de prach tige boomeu. Niets bewoog zich, zij stonden daar geheel en al bedekt onder een korst van ijial van het kreupelhout, hunue lange takken bui gende, terwijl de laatste stralen der masq) op hunne grijze stammen vielen. Daar stonden zij sedert vele honderden jaren en zagen voorbij zich henengaan het gelilk yan sommigen, het verdriet van anderen, nu en dan bruidsstoet met de klarinet voorop en de jubel kreten die tot aan de dorpskerk werden gehóórd of een doopplechtigheid, het pasgeboren kindje op bet hagelwitte kussen. Gij zult ook lijdea,gij, ook gij zult zware stammen op de schöudërs torsen, met de steel van den bijl ónder den arm om de last zoo mogelyk te verlichten, die.u dreigt te verpletteren, ook gij zult haar verlaten moe ten, die' gij lief hebt, uw ouden vader. Uwe be daagde moeder, uwe vrieDden, uw dorp. alles! Nu slaapt gij, gij droomt in de.armen uwer verzorgster, met uwe kleine handjes' stijf gesloten. Ochl zoo de dood zich over uontfèrmde, wat een buitenkans! pl Dat alles hadden deze oude eiken en heesters sedert eeuwen gezien, en ook het einde van al de ellende dezer wereld: de kist van den bout hakker, grafwaarts gedragen, en thans, thans zagen zij mij, armen drommel, slachtoffer viaii de boosheid der uienscben, het hart met droefenis vervuld, zjj bewogeD zich niet. (Wordt vefuotgd.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1