Uitgaven. Aan gratificatiën aan 2464 deelge rechtigden met Waterloo-gift f 65,862.05 Aan kosten van bet Invalidenhuis, na aftrek der eigene inkomsten van dat gesticht5,291.40' Aan onkosten van het hoofdbestuur, de districts- en plaatselijke com- missiën4,655.68' Aan periodieke uitkeering. (Renten- legaat mejufvrouw C. Sperwer) 200.00 Meer ontvangen dan uitgegeven. 3,531.04' f 79,647.13' De sluitpost der uitgaven toont aan dat het Fonds ditmaal niet is achteruitgegaan, zoo als zulks in de laatste jaren telkens het geval was. Er zijn dan ook door de beperkende besluiten, die ten gevolge van de herhaalde tekorten moes ten genomen worden, in het afgeloopen jaar niet meer dan 39 nieuwe deelgerechtigden aange nomen; terwijl het cijfer der afgevallenen be droeg 192. Gedurende 1870 zijn in het Invaliedenhuis te Leiden verpleegd 64 man. Door 23 van de 36 districts-commissies zijn 846 sollicitanten opgegeven, die aanspraak maken op ondersteuning. Wij mogen aan dit bericht nog toevoegen de mededeeling, dat de Vergadering thans gemeend heeft het getal deelgerechtigden weder aanmer kelijk te mogen uitbreiden, en o. a. besloot, om van de bekende solicitanten op te nemen a. de gepensioneerde veteranen van ten minste 30 jaren dienst met het Metalen Kruis of de Citadel-medaille b. de gepensioneerde infirmen, in en door de dienst, met het Metalen Kruis of de Citadel-medaille zonder bepaling van dienstjaren. De Minister van Financiën brengt ter algemeene kennis dat aan de kantoren van den Rijkstele graaf te Amsterdam en te Rotterdam eenige jon gelieden kunnen worden geplaatst tot het ver richtten van schrijfwerk en andere eenvoudige administratieve bezigheden. De personen, die zich daartoe aanmelden, wor den, naar gelang der behoefte, tijdelijk aangesteld en blijven op de door hen verlangde standplaats werkzaam als ainstent op eene jaarlijksche be looning van 150 gulden, welke tot 500 gulden klimmen kan. De adsistenten kunnen, na twee jaren als zoodanig te zijn werkzaam geweest en mits zij voldoen aan de vereischten omtrent leef tijd, lichaamsgestel en bekwaamheid, bij bestaande behoefte aan Rijkstelegraaf klerken, zonder ver gelijkend examen, eene vaste aanstelling als zoo danig verkrijgen en genieten dan eene jaarwedde, voor welke 800 gulden als hoogste grens is ge steld. Uit de betrekking van vaste klerk kunnen zij weder, op de daartoe gestelde voorwaarden, in die van telegrafist overgaan. Zij, die als adsistent wenschen in aanmerking te komen, moeten daarvan opgaaf doen aan den Minister van Financiën, bij een gezegeld adres, met nauwkeurige opgaaf van naam, voornamen en woonplaats en met aanwijzing op welke der twee kantoren, te Amsterdam of te Rotterdam, plaatsing wordt verlangd. Bij het adres moeten worden overgelegd de volgende bewijsstukken: o. eene verklaring, niet langer dan twee maan den vóór den dag der aanmelding afgegeven door het gemeentebestuur der woonplaats van den adressant, inhoudende, dat deze is Nederlander en van onberispelijk gedrag; b. eene acte van geboorte, waaruit blijkt, dat de adressant op den dag der aamelding den leef tijd van veertien jaren had bereikt; c. voor zooveel de adressant plaatsing te Rot terdam-verlangt, eene door het gemeentebestuur gelegaliseerde verklaring, niet langer dan twee maanden vóór den dag der aanmelding afgegeven door een erkend geneesheer, en waaruit blijk- dat de adressant is van een gezond lichaamsge stel en zonder gebreken, met name doofheid en bijziendheid. De adressanten moeten eene nette en duidelijke hand schrijven en bekend zijn met de Neder- landsche en Fransche talen, alsmede met de be ginselen der cijferkunst, daaronder begrepen de gewone en tiendeelige breuken en het tientallig stelsel van maten en gewichten. In hoever de adressanten aau deze vereischten voldoen, wordt onderzocht ter plaatse waar zij de indienststelling verlangen. Adressen om plaatsing blijven buiten beschik king indien zij ongezegeld zijn of verzoeken be helzen om ontheffing van eenige der vorenstaande bepalingen. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij de lijninspecteuren van den Rijkstelegraaf te Amsterdam en te Rotterdam. Z. M. heeft den heer J. Haupt erkend en toe gelaten als consul van Oostenrijk-Hongarije te Amsterdam, en zulks op voet van vreemd onder daan. Z. M. heeft ten vervolge op het koninklijk be sluit van den 7den April 1869, houdende toeken ning vau eervolle belooningeu ter zake der krijgs verrichtingen in de Passu mahlanden in de maan den Mei tot October 1866 en in Mei 1867, ter zelfder zake alsnog benoemd tot ridder der 4de klasse van de Militaire Willems-orde den lsten luitenant der artillerie bij het leger in Neder- landsch Indië F. H. Vervat. 13 1IVIV E IN" JL« .A. IV I>. Amsterdam, 2 Aug. De 36ste algemeene kerke lijke vergadering der Hersteld Evangelisch Lu- thersche Gemeente werd heden door den voor zitter van het vorige jaar, den heerG. W. Stemler, alhier geopend. Als afgevaardigden zijn tegen woordig de heeren G. W. Stemler, P. J. Heiwig, C. Holgen, W. H. KiTberger. J. H. Kiesouw, D. BonDerman, H. M. WelliDghuijzen en H. W. Kesper L. Azn., van Amsterdam; J. A. Heiwig, van Enkhuizen; G. Limperg, van Medemblik; F. Braakman, van Gorcum; H. Joosten en P. R. Snijder, van Harlingen; F. W. G. Kemmann en F. HilgeD, van Zwolle; J. H. Sonstral, van den Helder; en J. H. Schwill, van Hoorn. Tot het moderamen dezer vergadering, werden gekozen de heeren G. W. Stemler als voorzitter, J. H. Sonstral als tweede voorzitter, P. J. Hel wig als secretaris en H. W. Kesper L. Azn. als adjunct- secretaris. Haarlem, 31 Juli. Dezer dagen viel hier een merkwaardig feit voor. Het vormt eeD bijdrage tot de geschiedenis onzer rechtsbedoeling, van zulk een eigenaardig gehalte, dat wij meenen het groote publiek in de gelegenheid te moeten stellen, kennis te nemen van het gebeurde. Het had plaats in de Nieuwstad, door den toevloed van Fransche uitgewekenen in het laatst der 17de eeuw gesticht; door den druk der Fransche o\ er- heersching in het begin dezer verlichte eeuw ontvolkt en weggevaagd; thans herschapen inde moderne overschoone Kenau- en Ripperdaparken, aaneengesnoerd door de keten der Bolwerk-vil- la's. Een dezer zomerpaleizen wordt gehuurd door een onbekend heer. De verhuurder was villa-bewoner, rijk en in aanzien. Dit gaf den huurder crediet bij winkelier en leverancier, menschen die noch steeds blindelings de „groote heeren" volgen op elk pad. De onbekende grootheid richtte zich in overeenkomstig de eischen van zijn huis: prachtig ameublement zilverwerk, allerlei weelde-artikelen en luisterrijke onbruikbaarheden worden besteld en grootendeels met den meesten spoed geleverd. Nog voordat alles de schoone villa versierde, blijkt het, dat men te doen heeft met een chevalier d'induslrie een soort van lieden, voor wie ons burgerlijk Hollandsch gelukkig geen woord heeft. Nu ontstaat er een paniek onder de lichtgeloovigen het huis van den grooten onbekende wordt door al wat uit winkel en werkplaats geleverd heeft, letterlijk bestormd. Men eischt zijn goed terug; men dringt het hek, ja het huis binnen; men doet dit onder het oog van het hoofd der politie, dien men ontboden had oin de orde te handhaven bij dit beleg. Ten aanschouwen van een breede schaar nieuwsgierigen wordt al het huisraad daar buiten gedragen uit kamer en salon, van zolder en uit kelder. Weldra is de overschoone villa ODtdaan van haar inwendigeu tooi. Maar ook de bewoner wordt uitgeschud. Men schaart zich om hem heen en belet hem zich anders dan passief te moeien in de zaak. „Ja menheer," zoo vertelde men ons, „ze hebben dien leelijkeD bedrieger de laarzen uitgetrokken; die zouden toch ook nooit betaald zijnNa ontruiming en aftakeling van huis en bewoner, trok de schaar der bele geraars in triomftocht heen, onder toezicht van het wakend oog der wakkere Haarlemsche politie. Zwolle, 1 Aug. Eergisteren heeft zich hier een geval van haryngitis diphtheritica, met doodelijken afloop, bij een meisje van 6 jaren voorgedaaD. Het lijk is op last van een der heeren doctoren spoedig ter aarde besteld en ontsmetting door gepaste middelen bevorderd. Breda, 1 Augustus. De réunie der ridders van het Metalen Kruis, welke op den 20sten en 22sten dezer maand alhier zal plaats hebben, belooft zeer talrijk te zullen zijn. Dank de goede zorg der feestcommissie, is voor huisvesting en audere nood wendigheden naar behooren gezorgd. Voor den algemeenen disch is reeds door 220 personen aanvraag tot deelneming gedaan, waar voor de ruime zaal van het Hof van Holland uit muntend geschikt is. De door Z. M. aan het korps vereerde banier zal de vereeniging opluisteren en met militaire honneurs worden begroet. Eene zeker niet jeugdige marketentster van 40 jaren geleden, zal bij het appèl haar present nog doen hooren, en wellicht nog menig krijgs avontuur aan de bejaarde krijgsmakkers in her innering weten te brengen. Middelburg, 1 Aug. Eergisterennainiddag is ven directie-trein, ook met eenige geuoodigden uit de tusschengelegene plaatsen, uit Mechelen langs de nieuw aangelegde spoorlijn te Neuzen gearri veerd. De opening van den weg wordt spoedig, waarschijnlijk in de laatste helft dezer maand, te geinoet gezien. BUITENLAND. Frankrflk. Het wetsontwerp op de departementale raden is, door de op en neer gaande golven der dis cussie en door alle centralistische tegenwinden heen, genaderd tot de derde lezing. Vrij belangrijke debatten werden bij die gelegenheid gevoerd en wel vooruamelijk over art. 2, dat de instelling van commissies uit de algemeene raden vaststelt, en dus als de spil beschouwd kan worden, waarom het geheete ontwerp draait. De voornaamste sprekers waren Louis Blanc, Henri Brisson, Du- vergier de Hauranne, en Raoul Duval. Louis Blanc betoogde in eene welsprekende redevoering, dat centralisatie en decentralisatie, die door de meeste leden der vergadering zoo vijandig tegen elkaar werden overgesteld, zeer wel samen kon den gaan. Het is slechts de groote quaestie om den werkkriDg vau het gouvernement en van de provinciale lichamen duidelijk af te bakenen. Dit nu is volgens don spreker door het aanhangig ontwerp niet voldoende gedaan. Aan de centrale regeering moet de politieke macht blij? bruil provinciën moeten slechts te oordeelt, ben over zuivere administratieve quae,?6" attributen nu, die het ontwerp aandealc^8 raden wil toekennen, doen den spreker vre>' deze lichamen en vooral de uit hun midd?6' noemen commissies zich langzamerhand [0D bevoegdheden zullen aanmatigen, die d meene volksvertegenwoordiging zullen bel!. naai lelai ren, oneenigheid tusschen de verschillen vincien in het leven roepen en derhalve b*11 vooral in tijden van nood, in gevaar zullt'^ 100- ;eru taat gen. Louis Blanc werd door de linkerz, geestdrift toegejuichd en hij verdiende alleszins door zijne welsprekendheid et kwaine wijze waarop hij zijne rede had in».!. Wij hadden den kundigen spreker hetzelfde ej werp wel eens willen hooren behandelen, g, een keizer, een Napoleon III nog aan het was geweest. Voorzeker zou hij dan zon;, juist over de kleinere détails te verontrus^ t alle geestdrift hebben gepleit voor een ontn,Jort( aan den ouderdrukker de gelegenheid em< het geheele land naar zijne pijpen te latf8n sen, door aan de prefecten hunne groot,3ant te outuemen. In alle geval heeft hij i,n z] inzien door zijne rede zijn vertrouwen uq d, in de tegenwoordige regeering en verte»-rj0g diging, daar hij hunnen invloed op het „r;e land wil verzekeren. Qje( Henri Brisson had een ander bezvva-.vooi het ontwerp. Hij wilde liever de antonogem de gemeenten, dan die van de departimak verzekerd zien. Waarom uiet vóór de wt D< departementale raden, die op de gemeentebiiet behandeld? Door haren aard, door de oebi aansluiting en gemeenschap van belangiozi schen de burgers eener gemeente ouderliyan het veel wenschelijker aan haar bestuur zaoei digheid te verzekeren, dan aan de pro: V vertegenwoordiging, die lang niet zoo die.Jndi innerlijke leven der burgers heeft wortel gtaenl en altijd een eenigszins kunstmatig sametwor lichaam blijft. nog Door den heer Raoul Duval werd hierkEa' het midden gebracht, dat toch ook de d:300' menten hunne reden van bestaan en gi'lnf» schappelijke belangen hebben, wier coll-^e behartiging door éen vertegenwoordigend i ^ru noodzakelijk is. Wat de quaestie betrof, wet het eerst had moeten behandeld word: op de gemeente of op de departementale iBlt deze was van zeer weinig beteekenis. !:=ez' men toch later overgaat tot de organia::iaor gemeenten dan verhindert niets, dat i» d:' partementale wet al die wijy.l gebracht, die noodig zijn voor den gru:'1!11 vrijheid en zelfstandigheid, welke meat108 gemeenten wil toekennen. De debatten iijmJ door eene stemming gevolgd. Een amended88 artikel 2 van den beer Duvergier de flat^'n die in den boezem van de algemeene rac.na8 afzonderlijke commissies met verschilled!»0^ buten wilde daarstellen, werd tot den vol:®e" dag uitgesteld. Het is in dezelfde zittiDg geweest, dal het verzoek van den generaal Du Tem[ zak has sch I eene interpellatie over het binnenlandsct der regeering tot hein te mogen richten, tg'V weigering beantwoordde. Hoewel hij it dergelijke explicatie wenschelijk en zelfs, achtte, heeft hij verklaard, ze te willet len tot de behandeling der begrooting t nenlandsche zaken. soo De werkzaamheden in de commissie voi Ru ciën gaan niet of slechts zeer laDgzaac jjjj doordat Thiers met de meerderheid du de missie volkomen in oppositie is. Hij wil protectionistische belastingen volstrekt geen; bei doen, en maakt van zijne macht in zoover bei Te langen leste en na al nader en nader en nader te zijn gekomen, was de Inspecteur tot St. Quirin genaderd, en des anderen daags werd hij bij ons verwacht. Den ganschen nacht deed ik geen oog toe; het was aan het einde van Juni; van uur tot uur stond ik op, deed mijn kleine venster open, eu beschouwde bij het heldere maanlicht de velden, de weilanden, de bosschen, zonder dat ik iets duidelijk zag, eu denkende: Och, ware het maar morgenavond I De Heer sta mij bij!" en dan ging ik weer een beetje naar bed, stond weer op, stak uiijne lamp aan, ik wilde nog wat lezen, nog wat leeren, tegen den raad van den meester in, die mij zeide, dat het beter was nu niets meer te werken, en dat het goed is de laatste dagen een beetje rust te nemen, want dat men anders hoe langer hoe meer in de war raakt. Zoo ging deze laatste nacht in eene koorts achtige spanniug voorbij, 's Morgeus trok ik een fijn wit hemd en mijne zondagsche kleeren aan. Bij het ontbijt had ik geen honger. Moeder Ca- tharina merkte aan„Zoo de Inspecteur acht dagen later ware gekomen, zou de arme Jean Baptiste doodop zijn geweest!" „Zwijg!" zeide de meester, „laat hem met rust.'' Wij gingen naar beneden in de school, onder aan de trap gekomen, zagen wij een rijtuig in vollen draf de straat afkomen, een boerenkar met twee bossen stroo tusschen het limoen, de voerman zat voorop, achter hem een priester met een grooten driekanten hoed, de handen geleund op de knop van zijn regenscherm, de blauwachtig gitzwarte baard kort geknipt, inet zijn gluiperige oogen rechts en links kijkende, zonder zijn hoofd te bewegen. Dat was de Inspecteur: gij kunt denken, hoe diep ik voor hem boog. Hij beant woordde mijn onderdanigen groet met een ge nadig knikje, en de kar reed langzaam voort, door het smalle straatje naar de pastorie. Onder schooltijd liep ik onrustig heen en weer, de Lust tot knorreD ontbrak mij heden, en veel meer de lust tot slaan, ik liet de kinderen be gaan, ik was te ongelukkig, ter neer geslagen en bijgevolg lankmoedig. Zoo dikwijls iemand op straat voorbij kwam, meende ik, dat men mij kwam roepen. Ik had keurige, schrijfvoorbeelden gereed, in groot, rond, duitsch en klein schrift, die meester Guillaume bijzonder goed vond, maar dit stelde mij Diet gerust. Eindelijk was de school tijd om, en wij gingen eten, ik kou niets gebrui ken; moeder Catharine was juist bezig alles op te ridderen, toen de meester, die voor het raam stond, uitriep: „Daar komt Justine, die komt u roepen, Jean Baptiste; houd nu goeden moedl" en met knikkende knieën en mijne schriften onder den arm, ging ik langs de galerij, bene den stond Justine, die uiij toeriep: „Haast je toch, men wacht je in de pastorie!" Zij verdween, en meer dood dan levend, klom ik Daar beneden. Als ik vertellen moest hoe de straat er uitzag, zoude ik het niet kun nen doen. Alles schemerde mij en zonder te we ten hoe, stond ik op de trap van de pastorie. Daar stond ik een oogenblik stil om adem te halen, juist zuoals toen ik voor't eerst hier kwam. Daar binnen werd luide gelachen. Ik ging in den gang, en klopte drie maal heel zachtjes aan de deur; langzaam kropen de minuten, en har der kloppen durfde ik niet. Eindelijk hoorde ik eene stem die „binnen I" riep. Ik opende de deur; aan de tafel zag ik eerst den Inspecteur gezeten, toen den pastoor vanvan Saint Quirin, en den ouzen; zij slurp ten koffie en onze pastoor, mij ziende, zeide: „Daar heb je den ondermeester." Mijn hoed tusschen de vingers frommelende, bleef ik op den drempel staan. „Kom dan toch binnen,,' zeide de Inspecteur, „kom binnen, en doet de deur toe." Toen ging ik naar binnen. „Hebt gij schrijfvoorbeelden geschreven?" vroeg hij. „Ja, mijnheer Inspecteur!" „Laat zien." Ik gaf hem het schrift, hij doorblader br< langzaam. Ik beefde als een blad. „Hebt gij dit alles zelf geschreven en „Ja, mijnheer Inspecteur." hei Hij gaf het schrift aan de andere past da handen, die allen het stilzwijgen bew-tre Eenige oogenblikken later zeide mij de 1-vai teur, die zijn kopje koffie aan den mond Vel en er wat suiker in deedsch „Ga aan dien lessenaar zitten-" Jat Hij wees mij den lessenaar van pasta-'oni nard, waar pennen, papier en inkt gereeds' vai „Schrijf," sprak hij, en hij dicteerde mij ho: schiedeuis van Jozef, die door zijne b-' Bij wordt verkocht. val Hij stond op, en keek over mijn schou zag maar half, toch schreef ik netjes, woorden vau Meester Guillaume herint: lee „Jean Baptiste, houd je bedaard;" toen i>'t'e regelen had geschreven, nam de Inspect goi schrift in handen, ging zitten, en vergek" na dictée met mijne schrijfvoorbeelden. „Ja," zeide hij, „dat is dezelfde *e wij zullen de spelling eens nazien," bij 'j'ffi herlas het tweemaal eu zeide, mij aam B°' „Ziezoo, wij hebben geen grove fouten gem'11 U1' Wat is het ontwerp van deze dictée?" be

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2