Dinsdag
A°. 1871;
18 Juli.
Mr. C. W. HUBRECHT
Mr. P. C. LEZWIJN
Mr. P. DU RIEU
P. I. DE FREMERY
H. C. HARTEVELT
Professor Dr. J. C. G. EVERS,
Mr. A. VAN HETTINGA TROMP,
J. J. BRANDHOFF ISSELMAN
H. N. VEEFKIND.
P. J. DE FREMERY.
H. C HARTEVELT.
Aan de Leidsche Kiezers, u.
Feuilleton vau liet „Leidscli
Dagblad".
DE FAMILIE-JU WEELEN.
A mat
itvl in
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3maanden.
Freuico per post
Afzonderlijke Nornmers
3.OU.
3.8$
n O.Oo.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRI JS DER ADVERTENTIES
Voor iederen regel"L i st,.^j
Grootere lettert naar «ie plaatsruimte die zij beslaan.
G-ids vooi* de kiezers.
ƒ0.26.
e 10 het
«ƒ8.01!/
ier-gerü
a/6.7rÖW<3'19
iboonec'OS 'Jöu
.25a/s.,nsi^eer Sclielteuia heeft bedaukt voor het lid—
^'^'iaatschap van den Gemeenteraad.
uks/^De heer Tieleman heelt dringend verzocht niet
mejs, léer voor den raad in aanmerking te komen.
194, De heeren Gonvée en Gerlings hebben voor
l^no b eer der candidatuur bedankt van eene kies-
a/W'ereenigiug, die willekeurig over hen beschikte,
per kill
.37». lsöf zij oota bene bekeud stonden als mannen
ie gehouden konden vVorden mede te werken
en eu 1M1 dp, heeren De Freuiery en Hartevelt 't voetje
0 lichten.
Teneinde rbad stellen twee kiesvereenigingen
rader Icmd en Oranje en Recht voor allen een ouvol-
Gebleïoend aantal candidaten.
En de, liberale kiesvereeuigingen het Algemeen
~~3elang en Voorwaarts dan?
Zij ziju reeds een geruiraen tijd gereed, inet
_niirSie mannen.
Zij steunen hun candidaten met alle geoorloofde
^ddelpn, candidaten die den toets der critiek
Veilig kunnen doorstaan.
Hoe -gunstig steekt deze bouding af, bij die
"der drie kiesvereenigiugen van onze tegenstanders!
I^oe eensgezind is de liberale kiesvereenigiug
^tegenover de ofteenigbeid die, 't is niet onbekend,,
iii de'drie overige kiesvereenigingen op schrik
barende wijze heeft voorgezeten en waarvan 't.
gevolg is geweest dat, voor een ieder die een.
weiëig op de hoogte van de zakeu is, duidelijk
blijkt dat onverdraagzaamheid op kerkelijk ge
bied een groote rol heeft gespeeld.
Welaan dan onafhankelijke en onpartijdige
"kiezers, sluit u in dichte gelederen aaneen!
Handhaaft morgen bij de stembus de gulden'
spreuk' onzer vaderen:
Eendracht maakt macht.
Doet gij dit dan zult ge beletten dat de heeren
De Freniery en Hartevelt 't slachtoffer zijn, van
partijzücht op politiek en kerkelijk gebied; dan
zult ge medewerken dat nevens beide heeren
herkozen worden de heeren Hubrecht, Lezwijii
en Du Rieu; dan zult ge de zelfvoldoeningsma
ken dat plaatsen in den raad worden verzekerd
aan de heeren Evers, Van Hettinga Tromp, Brand-
hoff Jsselman en Veel kind,
Herinuert u tevens kie-.ers al wat wij over
Jdeze verkiezing geschreven hebben en we houden
ons ten stelligste overtuigd, dat als ge Dinsdag
goed uwe plicht vervult, op 't late uur waarop
_i,Woensdag-namiddag de uitslag der verkiezing door
c
u
"O
onzen burgemeester, den heer v. d. Brahdeler, zal
worden geproclameerd, blijken zal dat zegevie
rend uit de stembus zijn te voorschijn getreden,
de heeren
op het wit stembriefje:
erf op 't blauw stembriefje
Aan de kiezers wordt herinnerd dat de gele
genheid om op morgen, Dinsdag, te stemmen, is.
van 9 uren des morgens tot 5 uren des namid
dags; dal bet stembriefje schriftelijk ingevuld moet'
ziju, en door den kiezer in persoon op de plaats
voor de inlevering bestemd (het Raadhuis of den
Burg) in de aldaar aanwezige stembus moet
worden gestoken; dat bet geoorloofd is namen
door te balen en andere daarvoor in de plaats
te schrijven.
EE\G STEM I IT DE BURGERIJ.
lieden, den luatsien dag voor de verkiezing, is
nog geen en kei woordgesproken tot rechtvaardiging
der zonderlinge daad van drie kiesvereenigingen
om twee van de verdienstelijkste raadsleden niel
ter herkiezing voor te draden. SVat hebben de
Heeren DE FREMERY en HARTEVELT mis
daan? Zij ziju voorstanders van het openbaar
onderwijs, dat wil zeggen als leden van den
Raad helpen zij met eerlijkheid en goede trouw
de wetien uitvoeren, die aan den Gemeenteraad
ter uitvoering, geenszius tot ijdele bespreking eu
beoordeeling gegeven zijn. Zij werpen geen blanco
biljetten in de bus, waar zij volgens den al'get
legden eed, (of de belofte) gehouden zijn uit de
voorgedragen candidaten den besten te kiezen'.
Maar zij verschillen in dat opzicht geenszius van
de Heeren HUBRECHT, DU RIEU en LE>
ZWIJN.
Wie DE FREMERY en HARTEVELT niet
stemt, mag evenmin HUBRECHT, DU RIEU en
LEZWIJN stemmen.
Het is een allerzonderlingste wijze van lian-
delïu van deze drie kiesvereenigingen; het is te
wiiiscben dat de kiezers verstandiger zijn dan
hunne raadgevers. De zaak is te ernstig om met
zo» groote lichtzinnigheid behandeld le worden.
tn een van de drie kiesvereenigingen heeft de
Hter LEZWIJN geen genade kunueu vinden.
Waarom niet? Vertel het eens, gij, die het ver
telen kunt.
Onbegrijpelijker nog is de aanbeveling van deD
Hter DU RIEU. Voor een paar maanden mocht
dete Heer zijne plaats in de Provinciale Siaten
niet behouden. Twee der kiesvereenigiugen droe-
gei hem niet voor. Waai'öm niet? ZöO ér een
rei|en voor beslaan beeft, wat met recht betwij- j
leid w ordt, dan is het toch zeker, dat de meeste
kiezers diê reden niet wisten. De Leidsche kie
zers hebben dan ook om de verbolgenheid der
heide vereenigiugen hartelijk gélachen en hem
met groote meerderheid herkozen.
Nu is de zaak in eens veranderd. De kiezers
mogen in het oog van die Heeren wel alles zoo
niet weten, uiaar ze moeten toch ontzien worden,
en dus, nu het blijkt dat zij d.eu Heer DU RIEU
-niet willen laten vallen, nu moet hij dan ook
maar voorgedragen worden. Met schade en
schande wordt uien wijs.
Toch geen moed verloren. Nog eens be
proefd of er geen revanche genomen kan wor
den, of iiieii den algemeen geachte rt,' gema
tigden, zachtmoediger], huuianen' weibuuder vaiij
financiën. DE FREMERY, aan wiens onver
droten ijver en werkzaamheid de. Irenische bur-'
gerij de grootste verplichtingen heeft, niet kan
doen vallen als zoenoffer voor de laatstgeledeu'
nederlaag Inj de verkieziug der Prov. Staten.
Nog eens beproefd of men den ronden, begin
selvasten, heiderden keilden HARTEVELT, die
steeds met energie iu liet belang der Gemeen la
is werkzaam geweest, niet zou kunnen uitstoofeui
En wie zijn de uitstekende inaniien, die deze
beide bekwame, zelfstandige leden moeien ver
vangen.
Antwoord. Een van de drie Kiesvereenigingen
heeft geene personeu kunnen vinden, zelfs, lel
wel, zelfs na ernstige pogingen out liberale
mannen, over te halen om zich door de tegen
partij candidaat te laten stellen, welke pogingen
natuurlijk mislukt zijn.
De tweede van de drie Vereenigiugen schijnt
drie plaatsen open te willen laten blijven.
De derde draagt drie nieuwe namen voor, van
wie liet best is niets te zeggen.
Alzoo men wil wel de beide Heeren De
Fremery en Hartevelt verwijderen, maar wat
men tegen hen heeft, kau of durft men niet zeggen
bekwame mannen om hen te vervangen, heelt
men niet. HèCkan niet 'akeliger.
Na zulk eene manier van handelen te hébben
gadegeslagen zullen de kiezers den toeleg zeker
doen mislukken; zij, die rechtschapen deuken eu
handelen, zullen eenparig hunne stemmen uit
brengen op de Heeren:
Men mag in deze dagen van voorbereiding
voor de Gemeenteverkiezingen zich wel eens
afvragen: „droom ik of waak ik?" De eene ver
rassing is nauwelijks voorbij, of de andere is er
weer, en de derde is in aantocht.
Recht nieuwsgierig was menig Kiezer, wie
van de andere Bijde tegenover den Heer Veefkind
zou voorgedragen worden. Na lang en onaange
naam wachten zag ineu de Kiesvereenigingen
achtereenvolgens voor den dag komen met
den heer J. Seheltema.
Vreemd, ontzettend' vreemd! De Heer Schel-
tema heeft om bijzondere redenen zijn ontslag
geqomen als lid van den Geineeiiteiaad. Di
slant in het olliciëel verslag der .anting te lezeq.
Nu mag uien toch geen geloof weigeren aan
heigeen de Heer Schelteiiia zelf verklaart. En
gelooft men de woorden van dien Heer, dan bevit
het geen houding, lieni weder voor te dragen.
Als de Heer Sch. werkelijk lid van den Gemeente
raad kan en wil blijven, dan Zou hij zijn-ontslag
niet genomen hebben, -en- kau of wil hij" deze
hetiekking niet aannemen, dan leidt zijne ver
kiezing tol niets.
Hadden de redenen, die den Heer Sch. bewogen
hebben om te bedanken, opgehou lijn te bestaan,
wij inogen aannemen, dat hij, voorstander van
publiciteit in den ruiinsten zin, gelijk hij
nog onlangs verklaarde, ons hieromtrent- niet in
qnzefcci heul zou gelaieh hebben. He len, op hei
uiterste oogenblik, is bij de Kiezers daarvan niets
bekend.
Nu dienen wij ons aan zijn eigen woord te
houden, vooral daar bij herhaling gebleken is,
dat aanbevelingen van enkele zijden niets te be-
leekeneu hebben. Wij beschouwen deze candida
tuur van den Heer Schelteina alleen als een
1871. i
Bete,
10 4
l#.9i8
irtogi^
e I
l. Ut
39Ü
I
*ri I
f'
urn.
I. 0
- "Vi
ld.1, J
HOi
(Novelle naar het Hoogduitsoh).
Vervolg.)
Tqen ik lot liet leveu, en tot het bewustzijn
vaD mijn verschrikkelijk lot terugkeerde, was
Lambert begraven, en de wereld ledig voor mij.
O Yictoriue, vergeef bet mij, toen konde mijn
hart zelfs in u geen troost linden. Zoodra inijne
krachten mij dit toelieten, moest ik ophelderingeu
geven aangaande lie nalatenschap uws vaders,
opdat zijne schulden vereffend konden worden.
Men had zijne papieren nog niet aangeroerd, ik
zou ze zeil' regelen.
Het eerste, wat mij daarbij in handen kwam,
toen ik met inijne beschermster voor een paar
dagen in mijne woning terugkeerde, was een
papier waarop geschreven stond: „ik neem de
juweelen mijner vrouw, en drieduizend Iranken
uit de regimentskas ter leen."
Deze slag wierp mij opnieuw ter neer; de ju
weelen gingen mij niet ter harte; ik hechtte slechts
waarde aan het portret en toch trad dit zells op
den achtergrond als ik aan de regimentskas dacht.
Zij bevond zich reeds in handen van den overate
eu door angst gefolterd begaf ik mij dadelijk lot
hem. Het was een goedhartig oud man, die altijd
zeer welwillend voor Lambert geweest was, en
toen ik hem sidderende vroeg of hij de kas reeds
geveriüceerd had, antwoordde hij mij, dat hij allés
in de beste orde had gevonden. Ik viel hem le
voet eu kuste hem de hand, ik wist, wat hij
voor de eer uws vaders gedaan had, ik heb vroe
ger of later nimmer eenige weldaad zoo leven
dig gevoeld als deze. En hij, hij was zoo goed
hartig, hij zeide getroffen„sta toch op, madame,
Lambert was, hoewel lichtzinnig, toch een braaf
man, wiens goede eigenschappen de kwade over
troffen." O, Victorine, ik zegende den overste, niet
alleen voor zijne weldaad, ik zegende hem ook
voor deze woorden, die verkwikkend iu mijn ver
steend hart vielen.
Ik kon nu getroost alles iu handen der advo
caten overgeven, en uiijue beschermster, ma
dame Allard, nam mij weer mede naar haar
landgoed. Reeds na verloop van veertien dagen
had ik het resultaat in handen; de schulden van
Lambert overtroffen nog het overschot van ons
vermogen, ik moest alles laten verknopen om de
rechtmatige vorderingen eeDigermate te kuouen
voldoen, eu er bleef voor mij en mijn kind mets
over. Laat mij zwijgen over deze dagen van aDgst
en zorg, de doffe smart, die mij ter neer drukte
eu ontoegankelijk maakten voor de troostgron
den unjiier vriendin, zelfs voor uw kinderlijk
lachje. Zij was liet uieer dan ik zelf, die aan
uiijue toekomst dacht, en daar zij op het punt
stuud om naar Engeland naar hare eenige doch
ter te gaan, zoo konde zij mij niet eens op den
duur eene schuilplaats aanbieden. Maar zij sloég
iu ij voor, een barer jongere bekenden, die lij
dende was, naar Eins te vergezellen, om op die
wijze ten minste voor den eersten lijd een onder
komen voor mij en voor u le hébben, waar ik
rustig naar iets anders kon omzien. De goede
vrouw ducht wellicht, dat het bad en de vrolijke,
vriendelijke omgeving, mijne geknakte gezondheid
goed zoude doen; ik geloof stellig, dat zij bet
was, nie in stilte mijne reiskosten eu die van
ui ij u verblijf te Ems vergoedde en vol kiescli
gevoel mij als voorwendsel aanbood, om door
kleine dienstbewijzen bij hare vrieDdin, in
mijn onderhoud te voorzien. Misschien hoopte
zij ook, dat ik, eenmaal in Duitschland zijnde,
er gemakkelijker toe over zou gaan, om mij aan
vroegere vrienden of bloedverwanten te wenden,
wat ik tot hiertoe met hardnekkigen angst had
geweigerd eu vermeden.
Daags voor mijn vertrek ontving ik een briefje
van den Chevalier de St.-Aubin, waarin hij mij
smeekte hein te willen zien en eeue ondersteu
ning voor u van hem aan te nemen. Bij dien
brief was een pakje banknoten gevoegd, waarvan
ik echter het bedrag Diet eens nazag, maar ze
vol afschuw dadelijk terugzond. De Chevalier had
reeds eenige malen beproefd mij te spreken,
maar ik had hein altijd mei angst eu schrik laten
afwijzen, ik geraakte in een bijna waanzinnige
opgewondenheid als ik maar aan hem dacht.
Zoo vertrokken wij dan in de maand September
naar Eins, hoewel het reeds wat laat voor de bad
kuur was, mij boud niets meer aan Frankrijk, als
hel portret van uw vader, het eenige dat bestond,
maar hoewel madame Allard bij alle juweliers
onderzoek had laten doen of de juweelen daar
ook verkocht waren, zoo werd er echter geen
spoor van govooden. Ik moest dus vertrekken
zonder dezen laatsten troost en gaf nu ook de hoop
op otn liet portret ooit terug te vinden. Het was
te Eins reeds leeg geworden, dat inij aangenaam
was, het vrolijke gewoel, al die meDSchen kon
inij toch geen verstrooiing aanbrengen en bestond
daarvoor nog een middel, dan was liet zeker wel
de grilligheid en de heerschzuclit mijner gezellin,
madame Renaud, die mijne treurigheid spoedig
lastig begon te vinden. Daarbij hield zij niet van