F. A. Van Reemst, en éen leerling der 4de kl. J. H. Rappard hebben zich aan examen A voor aanst. Indische ambtenaren met goed gevolg on derworpen. Ook Raden Mas Ismangoon, een In dische prins, die enkele lessen aan de Hoogere Burgerschool als toehoorder volgde, mocht het diploma na genoemd examen verwerven. Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken aangetast 2 personen, als hersteld opgegeven 5, overleden 1, zoodat in behandeling blijven 51. te Amsterdam, bevattende een bankbiljet, gemerkt S. S. 8306, groot f 25 welke brief aldaar niet is ontvangen. De commissaris van politie voornoemd verzoekt opsporing aanhouding en bericht. De leden van de Eerste Kamer der Staten Generaal, zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Dinsdag, den 18den Juli aanstaande, des avonds te half acht. De gemeenteraad van 's-Gravenhage zal Dins dag aanstaande vergaderen, ter behandeling van eeu voorstel tot aanbieding van een geschenk van vvege de burgerij, bij gelegenheid van het aan staande huwelijk van H. K. H. Prinses Marie der Nederlanden met Z. D. H. den Vor6t Zu Wied, als eeu eerbiedig bewijs van hulde, deelneming en gehechtheid. Reeds is aan den heer J. M. Van Kempen, eigenaar van de Kon. Nederl. fabriek van gouden en zilveren werken, de vervaardiging opgedragen van eeu rijk versierd zilveren tafel stuk (pièce de milieu). De arrondissements-rechlbank te Rotterdam heeft de volgende aanbevelingslijst opgemaakt ter voorziening in de vacature der betrekking van kantonrechter in het kanton Rotterdam n°. 2, veroorzaakt door de benoeming van den vorigen titularis Mr. A. A. J. Clant tot kantonrechter in het eerste kanton Rotterdam: 1°. Mr. A. J. Hazen berg, kantonrechter te Schiedam; 2". Mr. J. O. Ramaer, kantonrechter te Apingedam; 3°. Mr. J. H. van Mierop, kantonrechter te Hillegersberg. Als schrijfster der novelle Max Reeves, dezer dagen bekroond met den tweeden prijs door het Willemsfonds te Gent, heeft zich bekend gemaakt, mevr. Perier, dochter van Mr. B. H. B. Boot, oud-burgemeester van Amsterdam, oud-minister van justitie en thans lid van den Raad van State. Jhr. Mr. Salvador van Haarlem schrijft aan de redactie van het Dagblad van Z. H. Onder deu eersten indruk van den atloop dei- verkiezing voor de Tweede Kamer alhier, wensch ik het volgende te constateeren. Na ieder der twee Kamerontbindingen streed ik in 1S661868 naast de zoogenaamde conservatieve partij voor de handhaving van Orde en Vrijheid en consti tutioneel monarchaal gezag tegenover parlemen taire overheersching en kabaal. De strijd was openlijk en loyaal, in publieke vergaderingen gevoerd en zoowel in Amsterdam als te Haarlem werd door de krachtig opgewekte belaugstelling der kiezers en hunne trouwe opkomst voor het goede beginsel de overwinning verkregen. Op 10 Maart 1868 werd deze door nu wijlen Mr. Koorders inet 1052 stemmen tegen Mr. Van Nie- rop met 953 behaald. Toen waren er 20U7 gel dige stemmen, thans slechts 1435 uitgebracht. Thans is Mr. Kappeyne verkozen met 894, alzoo met 59 stemmen minder dan waarmeê Mr. Van Nierop verslagen werd. In 1869 stemde ik voor de hh. Wintgeus en Van Lennep, in 1871 voor de hh. Van der Hucht en Van Golstein. maar door partijschap belemmerd, heb ik mij van openbare bemoeiing en voorlichting sedert Koor ders overlijden onthouden en anderen evenzoo. Men oordeelde nu 1 Op hooger last is de schietbaan te GoriDchem, waarvan door infanterie en weerbaarheid veel vuldig gebruik gemaakt werd, gesloten. De aan leiding is deze: Bij het schijfschieten der infan terie vloog Dinsdag een kogel op den Spijkschen dijk en had nog even de kracht legen het zadel van een daar voorbijrijdend man te komen. De Vereeniging tot bevordering van 's Lands Weerbaarheid te Amsterdam heeft de verschil lende weerbaarheidsvereenigingen in ous vader land uitgenoodigd tot bijwoning van een natio- naleu wedstrijd, aangeboden door het korps konink lijke scherpschutters en te houden in de tweede helft van de maand Augustus. Vermoedelijk zal deze wedstrijd aanvangen op Woensdag den 23sten van die maand. Prins Hendrik der Nederlanden, beschermheer van het korps koninklijke scherpschutters, zal dezen wedstrijd met zijne tegenwoordigheid, ge durende éen of meer dagen vereeren. De beperkte gelegenheid, waarover men kan beschikken, noodzaakt slechts 5 leden van elke Vereeniging tot den schietwedstrijd toe te laten. De tegenwoordigheid van meer leden zal echter aan den raad van beheer even aangenaam als vereerend zijn. Den 5deu Juli jl. is bij den commissaris van politie te Alkmaar aangifte gedaan, dat in den ochtend van 30 Juni jl., omstreeks 9 uren, aldaar in de brievenbus aan de Visehmarkl is bezorgd door J. Van deu Bos, een brief van den heer H. Van den Berg, aan het adres van den WelEd. Gestr. heer VV. F. Gouwe, officier van adminis- Statie 1ste kl., adres café francais, Kalverstraat De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft den 4den dezer de volgende missive aan Gedep. Staten der provinciën gezonden«De vraag is mij voorgelegd, of de verkiezing van gemeenteraads leden in 1871 niet naar den vermoedelijken uit slag der volkstelling van 1869 zal moeten geregeld worden. Ik meen die vraag ontkennend te moeten beantwoorden en heb de eer u hiervan kennis te geven, ten einde de gemeentebesturen in dien geest in te lichten. Zoolang niet het cijfer der inwoners naar die volkstelling officieel vaststaat, zal niet tot vermeerdering der raadslieden, waar toe de uitslag dier volkstelling vermoedelijk aan leiding zal geven, kunnen worden overgegaau. Het zou, nu de uitslag nog niet volkomen zeker is, kunnen gebeuren, dat een verkeerd cijfer tot grondslag genomen werd en de vermeerdering van het getal raadsleden tot een on wettigen toe stand leidde. Er schijnt ook geen reden te kunnen bestaan om op den uitslag der volkstelling vooruit te loopen en het getal te kiezen leden naar den vermoedelijken uitslag te regelen. Het eenige ongerief, dat bij uitstel ontstaan kan, is, dat de kiezers later nogmaals opgeroepen zullen moeten worden." Gisteren is de uitslag bekend geworden van het examen, gehouden ingevolge koninklijk besluit van 10 September 1864 (Staatsblad n°. 93), hou dende vaststelling der verordening op het benoe men van ambtenaren bij den burgerlijken dienst in Nederl. Indië. De uitslag is: Examen A. Er hadden zich aangemeld 54 hee- ren. Yóor het examen hebben zich teruggetrok ken 6. Van de 48 die aan het examen hebben deel genomen, zijn toegelaten 27, zijnde de Iteeren Bakker, Van Berckel Bis, Van den Berg, Bru- mand, Van Delden, Dezentje, Van Dissel van Doorninck, Fraenkel, Van Gelder, Hoogeveen, Koopmans, Van der Linde, Neuman, Van dei- Plas, Van der Ploeg, Post, Radhen Mas, Isntan- goen, Rappard van Reemst, Von Schid, Schni- der, Van Swieten, Vos, De Vulder van Noorden, Wilsink en Zimmer. Onder de geslaagden bevindt zich de kleinzoon van den Rijksbestierder van Djokjakarta. Zijn plan is aan de Rijksinstelling te Leiden te gaan studeeren. Examen B. Daarvoor hadden zich 78. Terugge trokken hadden 16. Van de 62 zijn toegelaten 43, zijnde de heeren: Mr. Alberda, Beijerinck, Bou- tmy, Bleckmann, Coenen, Collard, Folmer, Van Gelder, Van Hunsel, Junius, Kennis, Keus, W. Kraft, A. Kraft, Labaar, Lawick van Pabst, Van der Meulen, Moorrees, Mr. De Moulin, Mr. Mou- nier, Mijer, Mr. Van Oosterzee, Pannekoek. Peele, Mr. Phitzinger, Mr. Pino, Mr. Van der Poel, Repelius, Van Rossutn, le Roux, Jhr. Mr. Von Schmidt auf Altenstadt, Stnits, Scholten, Stok, Stormer, Van Swieten, Mr. Tersteeg, K. Turk, Mr. baron Van Voorst tot Voorst, De Vries, Mr. Wassink, Wichers, Mr. Wijbrandi. Door de Engelsche Regeering is in een dei- jongste zittingen van het Lagerhuis voorgesteld eene nieuwe afdeeling van het algemeenc bestuur des rijks te vormen, onder den naam van „minis terie voor het plaatselijk bestuur." Zij zou het toezicht op de toepassing der armenwet uitoefe nen, daaraan de zorg voor de algemeene gezond heid paren, en zekere thans aan den minister van binnenlandsche zaken en aan den Privy Council of Geheime raad, opgedragen functiën vervullen. Ter kennis van belanghebbenden wordt ge bracht, dat, ten gevolge van uit te voeren her stellingswerken, de scheepvaart op het kanaal van Luik naar Maastricht gestremd zal zijn, van 20 Juli tot en met 31 Augustus aanstaande. De officier van administratie der 2de klasse C. J. P. Furnée, laatst gediend hebbende bij de zee macht in Oost-lndie, en den 4den dezer van daar in Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijd stip op non-activiteit gesteld. Z. M. heeft het wapen der marechaussée, voor de divisiën Noord-Brabant en Zeeland, op nieuw georganiseerd, ten gevolge waarvan de soldijen voor de onder-officieren en manschappen zijn ver hoogd. Z. M. heeft met intrekking, op zijn verzoek, der benoeming van den hoogleeraar Dr. C. J. Matthes te Amsterdam tot lid der commissie, voor den tijd van éen jaar, ingaande 1 Aug. e. k., be last met liet afnemeu der examens van hulp-apo theker, tot lid dier commissie benoemd Dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen, hoogleeraar te Delft, thans plaatsvervangend lid. En is voorts benoemd tot plaatsverv. lid dier commissie Dr. H. Van de Stadt, leeraar aan de hoogere burgerschool te Arnhem. Z. M. heeft aan den kapit. van het Fransch galjootschip Flora, A. Aubriet, als blijk Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, wegens de hulp ter redding van een deel der schipbreukelingen van het op 20 Mei jl. in het Engelsch kanaal verbrande Nederlandsche stoomschip Willem lil, toegekend de zilveren medaille, ingesteld bij be sluit van 22 September 1855, n°. 64, alsmede een loffelijk getuigschrift. Z. M. heeft een pens. verleend ten laste van den Staat: 1°. aan Jhr. Mr. D. R. Gevers Dey noot, gewezen kantonr. in het 1ste kanton te Rotterdam, ten bedrage van 1133 'sjaars; en 2°. aan J. L. C. De Limpens,gewezen kantonr. te Sittard, ten bedrage van 600 'sjaars. Bij Zijner Majesteits besluit van den 6den de zer, n°. 29, wordt de luit. ter zee 2de kl. VV. J. A. Nolthenius met deu 16den daaraanvolgende bevorderd tot luit. ter zee 1ste kl. B1NNENLAIV D. Amsterdam, 8 Juli. Bij den gemeenteraad alhier is een voordracht ingekomen van B. en VV. om aan de commissie tot bestrijding der pokken epidemie op nieuw een crediet, ditmaal van f 20,000, te verleenen. Amsterdam, 9 Juli. De heer A. Van Assen heeft aan het bestuur der kiesverecniging Burgerplicht bericht, dat hij zich niet beschikbaar stelt voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad; dien tengevolge is de heer J. F. Tack de veertiende candidaat van die vereeniging geworden. Naarden, 8 Juli. Bij het algemeen depot van discipline alhier is in rang overgeplaatst de 1ste luit. F. Britt, van het 4de reg. infanterie. 's-Gravenhage, 9 Juli. Gisteren heeft, overeen komstig het vastgestelde programma, alhier de retinie plaats gehad van officieren, die in 1841 van kadets van de Militaire Academie tot den rang van 2den luitenant zijn bevorderd. Een ma joor en 14 kapiteins hebben zich tot dat einde in het Hotel ie I' Europe vereenigd en namen aan deze feestviering deel. 's-Gravenhage, 10 Juli. H. M. de Koningin heeft gisteren een bezoek gebracht op liet huis de Paauw, waar Z. K. H. Prins Frederik, H. K. H. prinses Marie en Z. D. H. de vorst Von Wied zich bevonden. Langs den weg van 's-Graven- hage naar dit buitenverblijf van Prins Frederik prijkt Ier gelegenheid van het aanstaand huwe lijk van het vorstelijk paar, de Nederlandsche vlag. Elk buitenverblijf, elke woning ook van den nederigen landbouwer, is met vlaggen met groen en bloemen getooid. Ook het tolhek op den Leidschen weg is fraai gedecoreerd en tnet bloemenkransen versierd. Bakkershagen inge richt tot verblijf van hooge personages die van buiten 's lands worden verwacht tol bijwoning van het leest, maar vooral het Huis de Paauw, zijn aan de toegangen en langs de lanen met vlaggen en trophéen getooidvooral aan den hoofdtoegang tot 's Prinsen buiten verblijf prijken standaarden en schilden met do naamcijfers (W. en M.) van het vorstelijk bruid paar Zoo men weet is de huwelijksplechtigheid op Dingsdag, den 18den dezer bepaald. Uit al die hulde be wijzen kan men opmaken hoe innig de belang stelling der bevolking is in de aanstaande echt verbintenis van Prinses Marie, dochter van den zoo algetneenen geliefden en Hooggeëerden vorst Harderwijk, 8 Juli. De kapiteins L. H. Lim burg en J. G. Strootman, van liet 3de en 6de reg., die bij het koloniaal werfdepot, alhier waren gedetacheerd, hebben hunne korpsen gerejoigneerd, en zijn bij het depot alhier vervangen door de kapiteins H. Petlger, van het8steen H. Marman, van het 1ste reg. infanterie. Groningen, 7 Juli. Dezer dagen is hier aange komen en aan het hotel Frigge afgestapt de Fran- sche maarschalk Leboeul', de man, die in't vorige jaar als Minister van Oorlog in Frankrijk zulk een voorname rol heeft gespeeld bij 't uitbreken van deu krijg. Hij zal met zijn gevolg slechts kort hier vertoeven. Middelburg, 8 Juli. Het gerucht gaat hier dat de lieer Mr. Van de Lek de Clercq, a s. Dinsdag niet meer als lid der Eerste Kamer van de Staten-Generaal zal worden herkozende heer Mr. O. J. Pické wordt als zijn opvolger genoemd. Groningen, 9 Juli. Uit het verslag, door de commissie uit den Groninger gemeenteraad uit gebracht over hare conferentie met de regeering nopens de Groninger vestingwerken, nemen wij het volgende over „Van den Minister van Oorlog ontvingen wij, hoezeer Z. Exc. vooralsnog niet geneigd scheen een voorstel tot algeheele opheffing der vesting te doen, de bepaalde mededeeling, dat Z. Exc. voornemens was voor te stellen de opening van het zuiderfront van verdediging van het Winscho- terdiep tot het N.-Willemskanaal, waarbij dan vooruitgeschoven forten het front van aanval zou den vooruitbrengen, zoo ver zuidwaarts van de stad, dat deze in ieder geval voor de rampen van een bombardement zal zijn gevrijwaard. De op merking, door ons gemaakt, op de kaart aange wezen en met bijzonderheden gestaafd, dat de belangen van handel en nijverheid door de uit voering van dat plan niet zooveel zouden worden gebaat als dit scheen en dat het, in het belang vooral van handel en nijverheid, met het oog op de communicatie met het buitenland en met Hol land door Friesland, noodzakelijk was, ook t nieuw le graven groot scheepvaartkanaal en 1 Hoendie op te nemen in het vrije terrein, t dan tusschen de linie van Helpman en de zoude ontstaan, vond een geopend oor en het vt nemen van den minister, om op de plaats zet de mogelijkheid der verwezenlijking van ot denkbeelden te onderzoeken, gaf ons de hoop, dt) zoo al niet mocht kunnen worden besloten I vesting Groningen geheel op te heffen men echti bij de gezindheid, die bij den Minister van Oorl bestaat om, zooveel als dit met de militaire bij langen is overeen te brengen, de belangen di ingezetenen te bevorderen mag verwachten, 4 het in te dienen wetsontwerp voorstellen zal bevt ten, waardoor aan het verlangen van den raa voor dat geval geuit, zoo niet geheel, althar grootendeels, zal worden voldaan. „Het was ons aangenaam uit den mond va. Z. Exc. den Minister van Staat en van Bitineo' Zakeu de bevestiging te vernemen van onze me. ning, dat door Z. E. alles zou worden gedaan wJ in zijn vermogen was om de belangen der ingt zetenen dezer gemeente te bevorderen de satnet1 spreking met Z. E.. gaf ons de overtuiging, de* die belangen werden begtepen en op hare waara geschat." Den 27sten Juni heeft de Minister van Oorlt' op het door den Groninger raad aan Z. M. dt Koning ingediend adres tot opheffing van Gronit gen als vesting, de lolgende beschikking genomes „De Minister van Oorlog, beschikkende opee: van wege den Koning tot dat einde aan hen geren voyeerd adres van deu raad der geineent Groningen, waarbij hij, op grond van de doo' hem aangevoerde motieven, verzoekt om in he wetsontwerp tot regeling en voltooiing van he veslingstelsel de vesting Groningen niet op l- nemen „gezien liet bericht van deu inspecteur-genera: tan fortificatiën; „heeft de eer ter kennis te brengen van de raad, dat het t erlangde vooralsnog niet voor eenigi beschikking vatbaar is, maar dat de door hen aangevoerde motieven bij de behandeling van dt bovenbedoelde aangelegenheid, „in verband me: de algemeene belangen van 's rijks verdediging' in ernstige overweging zullen worden genomen.' hi; ov te co de w de w in Tt zii BUITENLAND. Frankryk. j In hare zitting van 7 Juli heeft de Nationale Vergadering zich bezig gehouden met de tweede lezing van liet wetsontwerp tot omschrijving vr de bevoegdheid der algemeeue raden. Het eerst i artikel, luide: „Er is in ieder departement een algemeene raad," werd na eenige korte opmerkingen van den heer Lticien Brun, aangenomen. Het tweede arti kel echter is de spil waarom het geheeie ontwerp draait,daar helonmiddellijk betrekking heeftop hel doel,dat uien zich met het ontwerp voor oogen stelt, namelijk de decentralisatie. Het wil namelijk door de algemeene raden uit hun midden eene permanente commissie doen benoemen, die de L prefecten zal ter zijde staan en controleeren. Daardoor wordt natuurlijk een groote stap gedaan om de departementen aandeel te geven in het bestuur hunner eigene huishouding, daar tot na toe de prefecten alleen van het centrum, van de regeering des lauds, afhankelijk waren. Eene ge animeerde discussie werd dati ook over het arti kel gevoerd, die begon met een radicaal amen dement van den heer Daniel Wilson, die de pre fecten geheel onafhankelijk wilde maken van het gouvernement en ze daarom wilde doen ver kiezen door de algemeene raden uit hun midden. Dit amendement werd echter met groote meer derheid verworpen. De discussie liep verder, voor namelijk over de quaestie of door het voorstel te weinig of te veel aan de decentralisatie werd toegegeven. Sommigen beweerden, dat men ter halver wege bleef staan, daar aan de commissie uit de algemeene raden geen genoegzame macht werd gegeven om den prefect te controleeren, zoodat deze toch eigenmachtig zou te werk gaan anderen beschouwden de inovalie als gevaarlijk en wilden de macht der prefecten d. i. van de regeering onverminderd handhaven. In een laud met politieke vrijheid en ministerieele verant woordelijkheid riep o. a. de heer La Caze uit is het niet noodig, dat men plaatselijke vrijheden in het leven gaat roepen, die alleen eigen zijn aan aristocratische lauden. De hertog Decazes heeft hem hierop geantwoord door eene rede, die als een vau de schoonste mocht beschouwd worden, en waarin hij aantoonde, dat, wanneer in Frank rijk zoo dikwijls de parlementaire horizont ver duisterd is geweest, als de voorname oorzaak hiervan moet beschouwd worden, dat het parle mentaire systeem altijd is gemaakt in het voor deel van de persoonlijke macht, en nooit steun vond in het initiatief van het land. Na eene lang durige vergadering werd de verdere discussie tot den volgenden dag uitgesteld, wanneer de minister van binnenlandsche zaken het woord zou voeren. Den volgenden dag echter heeft men op ver zoek van den minister van financiën urgent ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2