oorzaak van den onhoudbaren toestand ligt in de Bewaarschool. Het getal harer leerlingen is te klein. Zij brengt te weinig opin het schooljaar 1871/72 b. v. inplaats van ongeveer 1500 nog geen 700. Was ons het voorrecht niet te beurt gevallen ondersteund te worden door belangrijke giften waaronder wij in het openbaar meenen te moeten vermelden de som van 250 van wij len Mr. D. Van de Wijjpersse, om na zijn af sterven door Mevr. de Wed. E. L. Everwijn, met hare eigene aanzienlijke gift edelmoedig te wor den ter hand gesteld dan zouden wij met een nadeelig saldo hebben moeten sluiten. Wij achten nu het tijdstip gekomen om eene proef te nemen met de boven vermelde verlaging van het schoolgeld, dat op de Bewaarschool be taald wordt. Mogen wij er in slagen eenige ouders te bewegen om hunne kinderen naar onze school te zenden, zoodat ons getal tot 60 of 70 stijgt, dan kunnen wij de zaken gaande houden. Het is volstrekt onze bedoeling niet de kinderen van andere bewaarscholen af te troonen en daar door deze scholen te benadeelen; wij hebben bepaaldelijk bet oog op kinderen, die tot heden geene bewaarschool bezocht hebben. Wij zouden het voor vele kleinen, ook uit zeer fatsoenlijke gezinnen, een voorrecht achten, als hunne ouders hen eenige uren van den dag in onze bewaar school lieten doorbrengen. Wij stemmen het van ganscher harte toe, dat het jonge kind voornamelijk door de moeder moet opgevoed worden, maar men zal toch ook niet ontkennen, dat moeder, die voor de huishouding te zorgen en wellicht nog andere plichten te vervullen heeft, zich on mogelijk onverdeeld aan de opvoeding wijden kan; dat zij bij het volbrengen van hare gewich tigste taak hulp noodig heeft. Zeker heeft het eener moeder ook in dit opzicht zelden aan hulp ontbroken; maar dikwijls bestaat er tusschen verkregen en gewenschte hulp een hemelsbreed onderscheid. Wij rekenen ons in staat om goede, zeer goede hulp te verleenen. Om deze bewering te staven wijzen wij slechts op onze talentvolle hoofdonderwijzeres, onze nette en frissche leerka mers, onze ruime speelzaal, onzen lieven tuin. Wij beroepen ons op het gunstig getuigenis van de ouders, die hunne kinderen aan ons toever trouwd hebben; op het gunstig getuigenis van de ouderwijzers en onderwijzeressen der lagere scholen, die het werk, op onze bewaarschool aan gevangen, hebben voortgezet en wij mogen het vertrouwen koesteren, dat, nu het financieel be zwaar is vervallen, de Leidsche burgerij onze pogingen om eene nuttige, deels onmisbare Inrich ting in stand te houden, zal ondersteunen. De vacantia eindigt Maandag den 14den Augus tus e. k. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij de hoofdonderwijzeres mej. L. Hardenberg, Rapenburg bij de Koepoortsgracht en bij de leden van het Bestuur. Het Bestuur der Bewaarschool en der Kweekschool voor Bewaarschoolhoude- ressen te Leiden. W. Pleijte, Ds. A. Rutgers van dek Loeff, C. Sepp, J. A. Van Dijk. Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken aangetast 6 personen, als hersteld opgegeven 8, overleden 2, zoodat in behandeling blijven 55. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 97 tot 110 vol wassen personen en van 28 tot 41 kinderen. Aan de Zwem- en Bad-Inrichting Rhijnzicht zijn gedurende deze week 1666 baden genomen. Gedurende deze week zijn in bet Badhuis op de Bloemmarkt 65 baden gebruikt. Gisterenavond is een meid werkzaam bij den heer L., zoodanig inet de hand tusschen eene in werking zijnde machine geraakt, dat 2 harer vingers zijn verwond. Gisterenavond te ongeveer half negen vielen, bij gelegenheid van de muziekuitvoering op de Beestenmarkt, door een ongelukkig toevol twee jongelieden die daar met een bootje van Hijniichl rondvaarden, in het water. Men zag spoedig dat het goede zwemmers waren, zoodat zij er met een nat pak af zijn gekomen en andere hulp geheel overbodig was. Hedenmiddag omstreeks 2 uren, viel in bet Le vendaal een jongen; een andere jongen sprong dadelijk in het Levendaal ten einde zijn kame raad te redden, doch beiden zouden verdronken zijn, indien niet een ander persoon met een schuit was te hulp gekomen. Verlenging van de werking der wet van 8 Juli 1865 (Stbl. n°. 76), houdende vaitstelling der tarieven van in-, uilen doorvoer in Nederlandsch In die. Uit het eindverslag nopens het wetsontwerp blijkt, dat bij de overweging in de afdeelin- gen werd opgemerkt, dat de Regeeringen der memorie van toelichting de vertraging, die de regeling dezer aangelegenheid ondervindt, volstrekt niet gemotiveerd heeft. Eenige leden vreesden, dat in bet uitstel eene concessie verscholen ligt aan de voorstanders van beschermende en defferen- tieele rechten. Stemden zij vóór deze wet, daar om wilden zij niet gerekend worden de heffing van dergelijke rechten goed te keuren. Degroote meerderheid w enschte echter bij deze gele genheid volstrekt niet in het fond der zaak te treden. Bijna algemeen drong men er bij de Regeering op aan, dat zij de voordracht der nieuwe tariefwet zoodra mogelijk zou indienen, en nu niet weder wachten tot kort vóór het afloopen van den termijn. Voor den handel en voor alle belanghedbenden is het van groot ge wicht, dat een dergelijk wetsontwerp zoowel in Nederland als in Iudië een geruimen tijd voor de behandeling bekend zij. Sommige leden stelden zich van eene spoedige indiening voor, dat het uitstel tot 1 Juli 1872 zou kunnen worden inge kort. Die inkorting kwam hun wenschelijn voor. Men wil als stellig weten dat bij de regeering het voornemen bestaat om de vesting 's-Herto- genbosch op te heffen bij de wet, die vermoede lijk met de maand September zal worden voor gedragen. Handelsblad Op den 22sten der vorige maand isteWildun- gen in 42jarigen ouderdom overleden de heer H. M. F. Landolt, kapt. van het 7de reg. infanterie, bekend door zijne belangrijke krijgskundige ge schriften. De namen der heeren leden van de commissie van examen voor de militaire studenten te Am sterdam zijn de volgende: Kolonel Dr. Van Hasselt, president; Dr. Kooij- ker, officier van gezondheid 1ste klasse; Dr. Van Leent, officier van gezondheid 1ste klasse bij de marine; Van Braam Houckgeest, officier van ge zondheid 2de klasse; Jacquier de Lompret, kapi tein bij het regiment grenadiers en jagers; Kra mer, luitenant ter zee 1ste klasse; Poser en Boon, leeraren aan de hoogere burgerschool te Amster dam, en Mr. Polak. Volgens het jaarverslag der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen voor 18691870, bedraagt het aantal departementen 309; honoraire en con- tribueerende leden 14969; eereblijken voor merk waardige voorbeelden van plichtsbetrachting 69; instellingen van voorbereidend- 42, herhaling- 44, zangonderwijs 32; gymnastiekonderricht 20; tee- kenonderwijs 23; onderricht in vrouwelijke hand werken 55; volksbibliotheken 295; volksvoorle zingen 52; spaarkassen 12; hulp-of beleenbanken 19; spaarbanken 158. Staat van bezitting op 30 Juni 1870: ƒ200,000 inschrijving grootboek 2'/, pCt. Werk. Schuld. In diverse geldbelegging 47,500, suldo in kas 4,918.28'/, Blijkens mededeeling van wege de Britsche regeering zullen, ten vervolge op de internationale tentoonstelling, welke dit jaar te Londen wordt gehouden, negen jaarlijksche tentoonstellingen plaats hebben, waarop in het algemeen uitge zochte voortbrengselen van kunst en nijverheid en wetenschappelijke uitvindingen zullen kunnen worden ingezonden, en die overigens onderling verschillende groepen van voorwerpen zullen om vatten. Die voor 1872 zal in het bijzonder bestemd zijn voor katoen, juweelen, muziekinstrumenten, akoustische instrumenten en toestellen tot het doen van proefnemingen, alle soorten van papier, schrijfbehoeften en drukwerk van allerlei aard, en voorts werktuigen en ruwe materialen, ter vervaardiging van al het bovenvermelde. De luitenant ter zee der 1ste klasse K. W. E. Van Leschen, wordt met den 16den dezer ge plaatst als eerste officier, op Zr. Ms. schroefstooin- schip hel Loo. Z. M. heeft aan den veearts J. J. Giesse te Alblas- serdam den titel toegekend van gouvernements keurmeester van vee, en hij als zoodanig belast met de visitatie van vee te Dordrecht en aan den Moerdijk, vóór de inlading in een schip naar buiten 's lauds bestemd. Z. M. heeft J. J. Giesse te Alblasserdam benoemd tot plaatsvervanger van den districts-veearts wien 's-Gravenhage als standplaats is aangewezen. Z. M. heeft goedgevonden den ritmeester der cavalerie Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonsha- ven, thans op non-activiteit, op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst te verleenen. BINNENLAND. Amsterdam, 6 Juli. Bij den Burgemeester is ontvangen de som van f 40 van de commissie voor den Graanhandel, ten behoeve van dealge- meene armen. Amsterdam, 7 Juli. De tweede muziekuitvoering in het Vondelspark, vanwege de Vereeniging tot veredeling van het Volksvermaak, is bepaald op morgenavond. In den stand en de inrichting der muziektent is verandering gebracht, zoodat het geluid zich beter zal kunnen voortplanten. Even als bij de eerste keer worden gratis programma's uitgereikt; terwijl ook op het verkeer met rijtuigen orde is gesteld. Indien het weder medewerkt, belooft men zich een genotrijken avond. Woensdag 12 dezer wordt tegen 10 cents entree op uitnoodiging van dezelfde Vereeniging een concert gegeven in het Paleis voor Volksvlijt en zal de tuin dan tevens schitterend verlicht zijn. Haarlem, 7 Juli. Ter opheldering van hetgeen in sommige couranten is bericht omtrent hetgeen in de laatste dagen is voorgevallen tusschen de heeren Prévinaire Co. en hunne werklieden wordt van hunnentwege het volgende bericht. In de eerste plaats is in hunne fabriek niets an ders aangeplakt geweest dan het volgende: //Het is ons aangenaam te kunnen berichten, dat de stedelijke Regeering ons heden (24 Juni) heeft medegedeeld, geen bezwaar te vinden in het voorloopig voortzetten der werkzaamheden na 1°. Juli aanstaande. Wij raden den werklieden aan, hunne belangen aan ons toe te trouwen en van hunne zijde daartoe geene pogingen aan te wen den." De werklieden van de heeren Prévinaire Co. hebben naar hunne voorschriften gehan deld en volstrekt geen deel genomen aan de laatste volksoploopen hier ter stede. Helder, 7 Juli. Ter aanvulling van het bericht betreffende de zoo gunstig geslaagde proefneming met het doen springen eener torpedo wordt nog medegedeeld, dat bedoelde torpedo, was gelegd op 90 palmen diepte, terwijl het daarboven ge plaatste vaartuig ruim 10 palmen diepgang had. De waterkolom tusschen kiel en mijn was dus nog al van eenige beteekenis; niettegenstaande dat was de uitwerking allerhevigst. Uit deze proef is alzoo gebleken, dat het Sehulpengat, zoo noodig, op alle punten van torpedo's kan worden voorzien, waarvan men met grond eene goede uitwerking kan verwachten, te meer daar men de lading, die bij deze proefneming niet 100 maar 200 kilogram bedroeg, voor de diepste gedeelten van het vaarwater tot 300 kilogr. kan verzwaren. Behalve dit gunstig resultaat, is men ook tot de overtuiging gekomen, dat een korter of langer verblijf van een dergelijke mijn op den bodem der zee, op de uitwerking niet vau invloed is, daar men deze in den herfst van het vorige jaar (November) reeds heeft doen zinken. Wat echter een punt van overwegende zorg blijft, is: om den telegraafkabel, die tot verbin ding strekt van de mijn met de galvanische bat terij aan den wal, voldoende te vrijwaren tegen ijsgang, daar men thans heeft ondervonden, dat die verbiudingskabel door het kruien van het strandijs is afgesneden. Drie dagen heeft meu gevisoht naar het nog aan de mijn verbonden gedeelte van dien kabel; daar echter gebleken is dat hij diep in het zand was gewoeld, waren die pogingen tevergeefs, zoodat men genoodzaakt was tot het lichten der torpedo over te gaan. Die lichting geschiedde dus niet om een onderzoek in te stellen of er eenige beschadiging had plaats gehad. Nadat het aanlasschen of verlengen van den kabel naar behooren was geschied, heeft men de torpedo opnieuw laten zinken, zonder de afsluitin gen geopend of daaraan iets veranderd te hebben. De heeren J. G. F. Van Houtum en P. W. Steenkamp, eerste luitenants bij het wapen der artillerie, onder wier leiding deze proefneming is verricht, zijn gisteren weder van hier vertrok ken naar Brielle, de garnizoensplaats van de onder hunne bevelen staande torpedo-compagnie. Beide heeren hebben hier, zoowel gepasseerdeu herfst als thans, vele blijken gegeven van onver moeide activiteit, gepaard niet alleen aan gron dige theoretische, maar vooral ook aan practische kennis en groote ervaring in dit vak. 's-Gravenhagk, 8 Juli. Bij een bezoek, eergis teren door H. M. de Koningin in het Aloysius- gesticht op de Brouwersgracht afgelegd, was het gebouw inwendig prachtig versierd. Zoowel in de schoollokalen als in de vestibulen en gangen waren bloem- loof- en festoenwerk aangebracht, terwijl ze met de Nederlandsche en Wurtem- bergsche kleuren en wapens, alsmede met de busten van Z. M. den Koning en van H. M. de Koningin waren gedecoreerd. H. M. werd aan den ingang van het gesticht opgewacht door de eerwaarde overste en eenige religieuseD, alsmede door 18 in het witgekleede jonge bruidjes, welke bloemen voor H. M. uit strooiden. In de receptiezaal werd. HD. door de eerwaarde overste en religieusen verwelkomd. H. M. bracht achtereenvolgens een bezoek aan de burgerschool 1ste afdeeling, de burgerschool 2de afdeeling en de armenscholen, overal met belangstelling kennis nemende van de vorderin gen der leerlingen en door deze op gepaste, eer biedige en vreugdevolle wijze begroet. Verder doorwandelde H. M. en bezichtigde het inwendige van het klooster tot in de kleinste bijzonderheden. H. M. keerde daarna naar de receptiezaal te rug, onder hetzelfde geleide, ook dat der in het wit gekleede kleine bruidjes mede begrepen. Daar werd aan de geliefde Koningin, die door hare lieftalligheid en spraakzaamheid, zoowel de eerwaarde zusters als de kinderen zeer op hun gemak deed zijn, een album aangeboden, waarin het H. M. behaagde H.D. naam te schrijven. Te twee uren gekomen, verliet H. M. te half vijf het gesticht. Naar men verneemt zal de heer P. graaf Van Limburg Stirum zijne functiën van hof maarschalk bij het Hof van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden nederleggen, welke betrekking reeds nu voorloopig door den heei M. graaf Van Limburg Stirum, kamerheer dg Konings, dienstdoende bij gemeld Hof, word waargenomen. Utrecht, 7 Juli. Gisteren liep het natuurkundi examen, in het physiologisch laboratorium alhie gehouden, ten einde. In deze zitting werd é{-J aspirant geëxamineerd en is toegelaten, namelij de heer F. L. Arentz Cz. Is de pokken-epidemie in deze gemeen zoo goed als geweken te beschouwen, thans b ginnen de mazelen sedert eenigen tijd zich mee te ontwikkelen, evenwel hebben zij tot nog to geen kwaadaardig karakter. Het vroeger uitgesteld landmeters congre zal half Augustus alhier plaats hebben. In zeker gezin in deze gemeente, waar dt vrouw voor eenige dagen bevallen was, ontstond daar de echtgenooten tot verschillende gezindte; behoorden, twist over de doop van het kiod, hel welk zoo ernstig liep, dat het tusschen de familie van de vrouw, die protestant was, en den echl genoot in het huis, tot een ernstige vechtparti kwam; de vrouw, die nog in het kraambed lag is gisteren aan de gevolgen van den schrik ge storven. Harlingen, 7 Juli. Voor verscheidene jare: vermaakte een eerzaam huisman al zijne bez tingen, waaronder enkele huisjes, aan de diacon, der hervormde gemeente alhier. De tegenwoordig, diakenen behartigen zoo nauw keurig en zoozee: in het stoffelijk belang der gemeente hun autbl dat zij den milddadigen erflater niet in zijn gra hebben laten rusten, maar bedoeld graf verkochi en den grafsteen hebben doen strekken tot pla veisel in het diaconiehuis, zoodat de broeder va» dieu edelen schenker, die habitué van het diaco niehuis is, dagelijks het genoegen heeft van ovei den grafsteen zijns broeders te wandelen en ziel te herinneren, hoe weldadigheid door diakenei met dankbaarheid wordt beloond. Er schijnt ooi christelijk vandalisme te bestaan. ArnhCl.) 's-Hertogenbosch, 7 Juli. Bij Haaften zijn eei man van 80 en eene vrouw van 79 jaar nog wel gemoed aan het hooien. Zij zijn 55 jaren gehuwd en bezitten een aantal kloeke kinderen. Ofschoon zij nog al ondervinding hebben, verklaren zij op dezen tijd van het jaar nog nooit zoo'n hooge» waterstand bijgewoond te hebben. Maastricht, 7 Juli. Bij den onlangs plaats ge had hebbende verkoop van vestinggronden hebben de terreinen opgebracht ongeveer 19 en 49 cents per Q meter, gemiddeld dus geen 35 cents Wanneer men nu van de verkreken 35 cents dt kosten van slechting, door het Rijk gedaan, af trekt, dan is de opbrengst van den verkoop dif gronden onbeduidend. Door de verdedigers va. het wetsontwerp, den verkoop van gemeldf terreinen regelende, werd de waarde er van ge raarnd op 40 cent per M'. 1IV GEZON DE1V. Vele jachtliefhebbers in Zuidholland verlangen, dat door de Provinciale Staten van dit gewest het hun dit jaar zal worden toegestaan om als de jacht op waterwild is geopend, het waterwild te mogen schieten in de polders en daar waar dit zich ophoudt. Het zal der Provinciale Staten van Zuidhol land zeker tot eere verstrekken, als zij eene reeds sinds jareu bestaande algemeene grief opheffen en de jagt-liefhebbers zoowel als de landbou wers in gelijke rechten doen deelen als in de andere Provinciën des Rijks. Eenige Jachtliefhebbers. BUITENLAND. Fraukrjjk. Eene vreemde bezetting is voor het land dat haar moet ondergaan voorzeker een zware en wreede last en zij wordt nog drukkender indien na het sluiten van den vrede, de bevolkingen die er aan onderworpeu blijven, hun treurigen toe stand vergelijken met dieu der andere deeleu van den vaderlandschen bodem, die het geluk hebben gehad om van de invallen des vijands vrij te zijn gebleven of die ter nauwernood aan zich zeiven zijn teruggegeven. Veelal ontstaan daaruit ernstige botsingen tusschen den zegevierenden vreemdeling en de ongelukkige bevolkingen, niet het minst waar deze behoort tot eene natie, wier opgewondenheid spreekwoordelijk is. Niet te verwonderen, maar betreurenswaardig tevens is het dat er in de Fransche departemen ten die onder het gezag van de overwinnaars in den jongsten oorlog zijn gebleven, dikwerf bloe dige botsingen plaats hebben tusschen de bewo ners en Duitsche soldaten. Te Reims gebeurde dit reeds vroeger, thans deed zich dit ook voor te Amiens, te. St.-Quentin en te Nancy. Het is treurig om de verhalen vat die smartelijke conflicten te lezen, die al meei en meer dreigen te zullen toenemen en die wel,, getuigen van eene vaderlandslievende opgewon denheid, maar op niets anders uitloopen dan op een ijdel bloedvergieten en om aan de Duitschers gelegenheid geven de strengste maatregelen teu nemen om daarvoor te waken. Zoo zien wij reeds, dat tengevolge van onrus-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2