Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken
aangetast 1 personen, als hersteld opgegeven 10,
overleden 1, zoodat in behandeling blijven 78.
Z. M. de Koning der Belgen heeft tot ridder
der Leopoldsorde benoemd den majoor Meijer,
bevelhebber der divisie van de gendarmerie, te
Maastricht.
Door de Kiezersvereeni Burgerplicht voorging
Bergen-op-Zoom en omstreken is het volgende
adres verzonden
Aan
den HoogEdel-Gcstrcngen Heer
den Heer N. R. H. Güljé,
afgetreden Lid van de 2de Kamer der Staten-Gcneraal,
te Breda.
De treurige werkelijkheid ligt voor ons. Wij
hebben u, onzen geachten afgevaardige, zien ver
dringen van den zetel, dien gij gedurende een
tal van jaren inuaamt, onwrikbaar als de rots,
getrouw aan uw beginsel, eerlijk en bezadigd,
toegerust met een practischen geest en eene veel
jarige ondervinding, voorkomend en hulpvaardig
voor een ieder, die zich tot u wendde.
Onafgebroken hebben wij uwen werkkring
gadegeslagen en uwe uitstekende hoedanigheden
meer en meer leeren kenneo en hoogschatten.
Wij zijn er trotsch op, dat wij gedurende een
reeks van jaren het eervolle mandaat van volks
vertegenwoordiger opdroegen aan den man, die
zich het schoonklinkend epitheton van „den
eerlijke" verworven heeft.
Wij danken u voor de wijze, waarop gij het
door ons in u gesteld vertrouwen hebt beloond;
wij danken u voor de volharding, de zelfstan
digheid, voor den moed, in de volksvertegen
woordiging aan den dag gelegd.
Wij weten het, hoevele nuttige zaken, geholpen
door uwe krachtige medewerking, tot stand kwa
men. Wij zijn er u erkentelijk voor.
Wij wenschen u geluk er mede, dat meer dan
duizend zelfstandige personen diezelfde oude
vrienden van voorheen ook ditmaal wederom
hunne stem op u uitbrachten, en daardoor de ver
klaring aflegden, dat zij, eveuals te voren, ook
nu nog den weerklank hunner beginselen aan
treffen in den man, die steeds met zooveel vrij
moedigheid en dikwijls met zelfopoffering de
belangeu des vaderlands verdedigde.
Van harte wenschen wij u geluk met het sohoone
verleden, dat achter u ligt, en vestigen juist daarop
onze hoop voor de toekomst.
Het verlies ran mannen als gij, is voor de goede
zaak een zware ramp; maar tevens kan het een
middel zijn om deu ouden geest van 184S weer
bij de kiezers op te wekken. Hoewel treurig,
is het toch een middel hetwelk leiden kan tot
verwezenlijking onzer hoop, dat eindelijk ook in
onze proviucie de goede zaak zal zegepralen.
Wij voelen ons sterk in het vertrouwen, ja, in
de overtuiging, dat gij, tot het private leven terug
gekeerd, onze leider, onze voorlichter zult blijveD,
en zoodoende zult voortgaan met het werken aan
uw edel streven„verspreiding van verlichting
en beschaving, verheffing der maatschappij."
Wij richten dit woord tot u uit diep gevoelde
erkentelijkheid, uit ware achting.
Bergen-op-Zoom, Juni 1871.
Namens de Kiesvereeniging Burgerplicht
voor Bergen-op-Zoom en Omstreken,
Het Bestuur,
{get.) J. W. G. H. R. Van Nouhbys, Pret.
P. J. De Koker, Vice-Pret.
J. L. Van Hal,
A. G. L. De Roock,
J. P. Bredius Gz., Secr.
Naar uien verneemt, zal Z. K. H. Prins Alexander
der Nederlanden zich, vergezeld van Hds. gou
verneur, den luit.-kolonel der artillerie Jhr. Hooft,
en maakte zichzelf gereed om te vertrekken, ik
bleef bij mij voornemen en schreef zoowel
mijne pleegmoeder als mijn verlooide de veran
dering die in mijn hart plaats gegrepen had. Hoe
gelukkig ik ook was, deden die brieven mij toch
heete tranen schreien, ik gevoelde hoe ongeluk
kig ik die beide lieve inenschen wilde maken,
die mij inet weldaden hadden overladen, mij zoo
vele jaren met de teederste zorgen hadden om
ringd, en wier vrede ik daardoor verstoorde. Ik
had diep medelijden met hen en zou volgaarne
mijn geheele vermugen hebben gegeven, om hunne
smait te verzachteu uiaar mijne lieffie kon ik niet
opofferen. Intusschen had mijn voogd, overeen
komstig zijn plicht en geweten, ten minste
informatien aangaande Lamberts omstandigheden
en zedelijk gedrag ingenomen. Dat hij op zijne
jaren reeds kapitein was strekte hem tot eer, en
hoewel zonder vermogen, was hij toch van goede
familie, en ontving men de beste getuignissen
aangaande zijn karakter en levenswandel. Slechts
eene, hoeveel verbloemd gegeven aainvijziging
van zijn overste, dat namelijk Lambert een wel
wat heersehende neiging voor het spel had,
wekte bedenking bij mijn voogd en bewoog hem
zijne toestemming nog niet te geven. Lambert
was daarover buiten zichzelve; het vooruitzicht
eener spoedige scheiding voor langen tijd, die
alsook van den Hem toegevoegden kapitein der
artillerie Beijerrnan, eerstdaags naar Wurtemberg
begeven, ten einde bij het 25jarig huwelijksfeest
van HH. MM. den Koning en de Koningin van
Wurtemberg, te Friedrichshafen, tegenwoordig
te zijn.
Door de vereeniging tot veredeling van volks
vermaak te Amsterdam, werd Zaterdag avond
een eerste concert gegeven in het Vondelspark.
Eene onafzienbare menigte bewonderde de liefe
lijke muziek, onder leiding van den heer Stumpff
uitgevoerd. Aan ieder bezoeker van het Vondels
park werd een programma uitgereikt, waarop
aan het hoofd een welkomsgroet was geplaatst,
waarin o. a. het volgende wordt medegedeeld
„Het is ons plan u dezen zomer nog meerma
len zoo hier als elders te noodigen, en wij ver
wachten van u, dat gij in een opgewekte stem
ming aan onze roepstem zult gehoor geven; als
ieder het zijne wil bijdragen tot eene lt vens
vreugd, is er reeds veel gewonnen. Mag het ons
gelukken, u den toegang tot de kunstverzame
lingen onzer stad gemakkelijkelijker te maken,
volksfeesteu op breede schaal tot stand te bren
gen, en daarbij de medewerking van vele onzer
stadgenooten te verkrijgen, dan zullen wij een
onzer schoonste wenschen vorvuld zien." Eene
volmaakte orde heerschte op dit volksfeest.
In N'. 1U5, 106 en 107 der Nederlandsch Ge
dachten spreekt de heer Groen nader over het
resultaat, door zijne „politiek der beginselen" bij
de verkiezingen verkregen. Sommige zijner vrien
den zelfs hebben het wat sterk gevonden, dat hij
schreef: „de uitkomst overtreft mijne verwach
ting." Maar hij zegt, op geen talrijker opkomst
rekening te hebben gemaakt. Ook bij nog gerin
ger cijfer zal het hem genoeg zijn, indien zijne
(zooals Thorbecke placht te zeggen) terrible vrij
moedigheid de christelijk-historische richting voor
zelfwegcijfering heeft behoed. Dr. Vos in het
Kerkelijk Weekblad, gelijk de heer Brunitrie.lkamp
in de Bazuin, hebben geheel in zijnen geest ge
sproken omtrent het beoogde en bereikte doel.
Het resultaat was eigenlijk niet aan de stemming
van 18 Juni ondergeschikt. De zelfstandigheid
van zijne richting, in 1869 herwonnen en sedert
andermaal in de Tweede Kamer verloren ge
raakt, andermaal te lierwinnen, ziedaar hetgeen
de heer Groen bij de stembus in 1871 bedoeld
heeft. En dit is, meent hij, aanvankelijk gelukt,
meer dan hij had durven verwachten. Uit de
praemissen, door zijne oppositie tegen de politiek
zijner vrienden sedert 1866 gegeven, heeft hij
thans de conclusie getrokken. In het isolement
der christelijk-historische richting het is op
nieuw gebleken ligt hare kracht. Daarom
hij heeft gebroken, zonder aanneming des per-
soons, niet elk die de conservatieve partij aankleeft.
Wan! de christelijk-nalionale richting dreigde in
eene fractie van het liberalisinus te versmelten.
Deze crisis is geer.e scheming der christelijk-histo
rische partij, maar louter doch tevens beslist eene
scheiding omtrent de wijze, waarop gewetens
vrijheid, ook voor den Christen, verkregen worden
moet. Zij, die het Staats monopolie, op grond van
art. 194 der Grondwet behouden willen, moeten
eigenlijk tot de conservatieven gerekend worden.
Daarin heeft Dr. Vos, volgeus den heer Groen,
gelijk. En ook hierin, dat het contrast van zelf
standigheid of meegaandheid, in deu strijd tegen
de schoolwet, slechts een onderdeel is van den
algemeeneu strijdhet is de politiek der hoogere
sfeeren, welke aan de macht der beginselen
gelooft tegenover die der lagere sfeeren, welke
in combinatiën van allerlei elementen sterkte
en toevlucht zoekt. Maar in den algemee
neu strijd raakt dit bijzondere onderdeel het
hart der quaestie. Tegen het utiliteits-systeem
moest opgekomen wordende Bazuin heelt het,
volgens den Heer Groen, goed gezien. Terecht
zijn hartstocht eindeloos toescheen, de moeilijk
heid oui mijn voogd te overtuigen dat hij
zich gebeterd had, als men over het geheel ge
nomen bij de onschuldige wijze waarop hij steeds
gespeeld had, daarop wilde terugkomen, dat alles
stemde hem zoo ongelukkig en drukie mij zelt
zoo ter neer, dat ik aan zijn stormachtig aan
dringen om niet hem over de nabijgelegen grenzen
naar Frankrijk te vluchten om zuodoende de
toestemming vau mijn oom af te persen des te
eerder gevolg gaf, daar mij de gedachte, om Karei
of zijne moeder die ik zoo diep bedroefd had
nogmaals te ontmoeten, waarlijk zeer beangst
maakte. Mijne pleegmoeder had mij kort geant
woord, haar gekwest moederhart sprak duidelijk
in ieder woord, hoe edelmoedig zij ook allee
vergaf; maar de blief van Karei ademde slechts
liefde, slechts zegen voor mij, nergens werd deze
uitstorting van een groot en edel hart gestoord
door uitdrukkingen die zijne smart te kennen
gaven. Zijn zelfs verloochenden zegenwensch bleef
een troost voor mijn gansche leven. Zijne verge
ving, zijn broederlijken zegen scheen mij alles te
zijn wat ik op deze wereld behoefde ter volma
king van miju geluk, en toen ik die had, ge
voelde ik mij bemoedigd en gerechtigd, mijn lot
met moedige hand zelf te besturen.
Ik volgde uw vader naar Parijs, buiten
heeft deze Courant gezegd: Beter geeu afgezant
in de Kamer dan een, die zich door de tegen
standers in een tegenstander van zijn eigene
richting laat veranderen. Deze politiek der be
ginselen verdient, meent de heer Groen, boven
het kunstrijkste overleg de voorkeur, en dit is
door de N. B. C. erkend. De heer Groen, Dr. Lam
ping uit diens geschriften kennende, neemt zulks
voor goede munt op, zoo ook de verontwaardiging
van het Handelsblad over het hem toegeschreven
gemis aan vaderlandsliefde. In het toenemend
gebrek aan politieke moraliteit, waarvan de N.
R. C. sprak, ligt de voornaamste reden der vrees
voor de politiek. Van die vrees is terecht ge
zegd: bij orthodoxophobie voegt zich politico-
phobie. Met dergelijk eene verdubbeling van
vreesachtige wijsheid zou, na het verval, de val
van kerk en vaderlaud worden voltooid. En
de Hoop des Vaderlands heeft dat naar waar
heid gezegd in elk hachelijk tijdsgewricht
is de Calvinistische en puriteiïische richting de
steun van kerk en vaderland geweest. Deze wil
len wij levendig houden, in kracht doen toenemen
tegenover radicaal eu ultramontaan. Het gerefor
meerd karakter der natie moet worden hersteld,
al wenschen wij „het Calvinistisch Nederland"
niet terug. En dat uu de zedelijke volkskracht
verhoogd, het volksgeweten ontwaakt, het vaan
del gered en onbesmet gebleven is, dat is de
heer Groen zegt het met de Hoop des Vaderlands
de beteekenis der 26U0 stemmen. Daarom is hij,
even als die courant, dankbaar en voldaan. Door
„den grooten coup" is de christelijk-historische
partij zedelijk, dat is: in realiteit, vooruitgekomen,
misschien voor altijd gered. Niet in het cijler,
maar in het beginsel ligt de toekomst. Hier is
een begin inn Cnristelijk-Gereformeerde staat
kunde in de Wei kélijkheid. Zij, die in de ver
strooiing zijn, zuilen zich om die kern verzame
len. Wij hebben zegt de heer Groen in een
PS. op de conservatieven dit vooruit, dat wij
los zijn van de ultraniontauen, die het blijkt
uit de toespraken in de Parkzaal hooggespan-
neu verwachtingen hebben en het Protestantis-
mus hier te lande willen verstikken. In vijftig
jaren is ouder deu invloed van het liberalisnius
de Roomsche hiërarchie in Nederland door hen
hersteld; nog vijftig zulke jaren en zij hebben
de overhand. Het Protestanlsch-Gereformeerd
karakter wordt, meent de heer Groen, in al zijne
zuiverheid, alleen door zijne partij op politiek
gebied vertegenwoordigd.
De Gemeenteraad van Middelburg heett in
zijne vergadering van gisteren met 9 tegen 4
stemmen besloten, aan Ged. Staten van Zeeland
mede te deelen, dat de gemeente niet verlangt na
81 Dee. 1871 een belasting op het gemaal te heffen.
Naar de Times meldt, is er van de lading der
Willem III veel meer gespaard gebleven, dan men
heeft durven hopen. Meer dan 1.000 ton steenko
len zijn uit het wrak gehaald, en zullen te Ports
mouth verkocht worden. Doch wat meer zegt:
ongeveer 1000 kisten (passagiersgoed of lading,
wordt niet opgegeven) zijn geborgen geworden
en naar Londen opgezonden. Over 't geheel moet
't grootste gedeelte van de goederen, die in het
ruim beueden de waterlijn gestuwd waren, er
vrij onbeschadigd afgekomen zijn.
Men meldt dat de totstandkoming van de spoor
wegverbinding tusschen Nieuweschans en Ihrhove,
waardoor de langgewenschte spoorwegverbinding
tusschen de noordelijke provinciën van Nederland
en het noordwesten van Duitschland zou verwezen
lijkt worden, voor onbepaalden tijd vertraagd zou
zijn, wegens moeielijkheid van Pruisische zijde op
geworpen tegen de overeenkomst van 1864 tusschen
Nederland en Hannover. De zaak was reeds zoo ver
gevorderd, dat men na het herstel van den vrede
alle reden had om te verwachten, dat met de
weten van mijn voogd, die mij, zoo als ik
wel vermoed had, spoedig zijne toestem
ming en alle benoodigde papieren toezond,
om zoo spoedig mogelijk door een huwelijk dezen
dwazen stap zooveel doenlijk goed te maken.
Hij was toornig, maar schreef toch recht vaderlijk
en een verzegelden brief aan Lambert, die hem
zeer ernstig en weemoedig stemde, zoo als ik dui
delijk kon zieu, was daarbij gevoegd. Twee dagen
later waren wij getrouwd, en nu, op de duize
lingwekkende hoogte des geluks, vroeg ik mij
zeiven met een angstig gevoel af, wat er nu ge
beuren zou, daar wij na mijne meening, niets
meer te wenscheu hadden.
O kind, als men zoo gelukkig is, als alle wen
schen des harten zoo bevredigd zijn, dan moet
de inensch aan zich zelve verbeiden, ernstiger nog
dan in de dagen der beproeving opdat zij zich het
geluk waardig make eu in staat hij het ootmoe
dig te dragen. Dat doet meu zoo zelden, men
bidt wel in zelfzuchtigen angst; „behoud ons het
geluk, o God, maar men doet zoo weinig, oui
het te verdienen. Zoo ging hel ook mij, in
plaats van nauwkeurig en getrouw acht te ge
ven op ons beider innerlijk en uiterlijk leven, ver
gat ik alles om mij heen, de wereld en hare
verzoekingen, mijne eigene fouten en zwakheden
die uien tegen moet gaan eu zag slechts met
werkzaamheden van den aanleg spoedig een aan
vang zou kunneD worde n gemaakt. j
De luitenant ter zee der 2de klasse A. Weru-
meus Buning, dienende op Zr. Ms. wachtschip te 1
Willemsoord, wordt met den 15den dezer op non-
activiteit gesteld, eu met den 16den daaraanvol- J
gende vervangen duur den luitenant ter zee der
2de klasse F. W. C. Ledeboer.
m, 1
Z. M. heeft aan bleven Pieters, zich noemende 1
en inschrijvende Steven Vlietstra, eervol ontslagen
hoofdonderwijzer Ie Leeuwarden, verleend een j
pensioen ten laste van den Staat ten bedrage van
f666 'sjaars, op grond van art. 26 der wet van
13 Augustus 1857 {Staatsblad n°. 103.)
Z. M. heeft aan Mr. H. W. Stuffken, op ziju
(jaartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend i
als kapit. van het 2de bat. 2de komp. der rustende
schutterij in de prov. Zuid-Holland.
Z. M. heeft den heer Mr. W. A. A. J. baton
Schimmelpenninck van der Oije, commies bij het
Depart, van Buiteul. Zaken, benoemd tot referen
daris bij dat Departement; terwijl de heer Mr.
J. H. Hora Siccama, lot dusver attaché bij het
Nederlandsch corps uipiouiatique, benoemd is tot
adjunct-commies bij gemeld Departement.
Z. M. heeft den heer P. M. Nickerson erkend
als cousul der Vercci.igde Staten van Amerika
te Batavia.
Z. M. heeft aau Mr. G. A. S. Huygens, op zijn
daartoe gedaan vei zoek, eervol ontslag verleend
als plaalsverv. kantcwcchter te Gouda.
Z. M. heeft aan Mr. J. F. d'Aumerie, op zijn
daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend
als plaatsverv. kant .n.chter te Waalwijk.
Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der
artillerie te benoemen tot kapit. van de 3de kl.
(naar ouderdom vau rang)bij den staf van het
wapen, den lsten luit. A. L. W. Seyffardt, van
dien staf, werkzaam bij de Koninkl. Hilit. Aca
demie; bij het reg. rijd. artill., den lsten luit.
A. Kool, van den generalen staf.
BINNENLAND.
Amrterdah, 4 J. Burgerplicht heeft heden avond
tot candidaten voor den gemeenteraad gesteld de
aftredende leden Van Nierop, Jager, Van Kem
pen en Penn, en verder de heeren Mr. David J.
C. Van Lennep, Mr. P. W. H. Van Sonsbeeck,
J. Gusschalk, A. Van Assen, M. E. J. Everwijn
Lange, Gerard A. Heinekeu, Mr. J. L. de Leao
Laguna, P. A. R. Van Vloten, H. M. Wesseling
en N. J. Moutliaau. 86 leden waren tegenwoor
dig, waaronder 68 kiesgerechtigdeu.
Wassenaar, 4 Juli 1871. Heden kan men met
zekerheid melden dat het huwelijk van H. K. H.
Prinses Marie der Nederlanden en Z. D. H. Prins
Von Wied den lSden dezer des namiddags te twee
uren in de Herv. Kerk te Wassenaar zal worden
ingezegend, waarvoor reeds groote toebereidselen
zoowel in genoemde kerk als op het dorp wor-
iden gemaakt, en alles wordt in het werk gesteld
om een en ander luisterijk aanzien te geven.
Rotterdam, 5 Juli. In de Vergadering, heden
avond door de Kiesvereeniging Burgerplicht ge
houden, werd voor de aanstaande periodieke ver
kiezing van gemeenteraadsleden de volgende voor-
joopige lijst van candidaten geformeerd de aftre
dende leden: Mr. G. De Bruyn, D. Visser, D.
P. Van Wageniuge, A. Rueb, J. Mees, J. C. Offers,
A. Milders, Dr. P.O. Meerburg, M. M. De Monchy,
J. L. De Bie, J. H. Hoogeweegen, J. Van Stolk
Jzn., P. H. Smalt; en de heeren: Mr. H. W. De
Graaff, H. G. De Wolff, Mr. A. C. Van Rossetn,
,R. P. Tbooft, J. G. L. Vau Dorp, Hugo Molenaar,
Mr. J. G. Patijn en Mr. A. M. De Cock.
Delft, 3 Juli. J.L Zaterdag-avond is alhier, bij
aankomst vaD een der stoombootjes van Rotterdam,
eene vrouw, S. M. B. genaamd, door de politie
aangehouden. Zij had zich gedurende de reis van
afgodische liefde op mijn echtgenoot. In den be
ginne scheen 't samen zijn met mij hem ook geheel
voldoende te zijn, hij had geen behoefte om
onder vrienden eu bekenden te zijn, en verliet
.mij alleen als zijn dienst dit vorderde; maar hij
had mij ter nauwernood eens verteld, hoe vroolijk
hij eens met zijne kameraden had geleefd, of de
angst begon tnij te kwellen, dat hij bij ons eeu-
toonig leven iets zou missen, en zoodra hij eens
'wat stiller was dan naar gewoonte drong ik er
op aan dat hij naar zijne vrienden zou gaan,
opdat ik zeker ware, dat er niets aau ziju geluk
ontbrak.
Daar mijn voogd een jaar na mijn huwelijk
stierf en ik bijna negentien jaar was, zoo veroor
zaakte het niet veel zwarigheden om meerder
jarig verklaard te worden en het beheer vau mijn
vermogen, waarvan wij tol uogtoe slechts de renten
genoten hadden ging in handen van mijn man
over. Uw vader was geeu financier, ik was ge
heel overvaren in geldzaken, en geloof dat wij
reeds in den beginne ons vermogen slecht be
keerden. Het scheen ons echter zoo aauzienlijk
toe, dat wij onze huishouding op veel grooteren
voet inrichtten, wij zagen dikwijls nieuschcn bij
ons, en ik behoefde Lambert niet meer aan te
sporen om zijne kameraden op te zoeken.
Wordt vervolgd