IN0. 3496 \o4871 Woensdag 5 Juli. PRIJS DEZER COURANT. Voor jLeiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00, 3.85 0.05. bezie Courant wordt dajgelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. Pbijs der advkhtkntikn. Voor tetteren regel0.1 f>. Gróoterè letter, near te plaatsruimte die zij beslaan. Het wetsontwerp betreffende de coalitie». aa-.fl n t.tniy. Het ontwerp dat wij bespreken stelt niet enkel voor, eenige geldende strafbepalingen af te schaffen, bet wil daarvoor .andere in de plaats stellen. „Al wie inbreuk heeft gemaakt of gepoogd heeft inbreuk te maken op eens anders vrijheid in de uitoefening van zijn arbeid of nijverheid, wordt gestraft: met gevangenisstraf van éene maand tot twee jaren en geldboete van 25 tot 600 gulden, te zampn of afzonderlijk, indien dit is geschied door geweld, door ontneming of betchadiging van werktuigen of ge reedschap, door bedreigingen met eenig strafbaar feit of door bedriegelijke handelingen; met gevangenisstraf van zes dagen tot drie maanden en geldboete van 8 tot 200 gulden, te zamen of afzonderlijk, indien dit geschied is door beleediging of door. deelneming aan samenscholingen ,ih of hij fabrieken, werkplaatsen of woningen van eige naars of bestuurders dier inrichtingen. Zoo, luidt artikel 1." Ook hierover verwachten wij debat. WÜ be hoeven ons slechts te herinneren, hoe Mr. Van Houten in zijne brochure herhaaldelijk heeft vol gehouden, dat dergelijke nieuwe bepalingen vol strekt onnoodig zijn, dat tegenover de mogelijke ongeregeldheden die zich, wanneer de arbeiders verenigingen geoorloofd Zijn, bij werkstakingen kunnen voordoen, men met de gewone bepalingen van het strafwetboek en van de gemeentewet tin allen deele kan volstaan. Wij behoeven ons daanbij slechts te herinneren hoe Mr. Van Houten ibij elke zijner interpellatiën, vooral bij de laatste, steeds verzekerde, dat hij bij die meening bleef volharden en dat bij de behandeling van het ont werp daarin een groot punt van verschil tusschen hem en den Minister zonde bestaan. Het ligt in den aard der zaak, wij wezen daarop reeds met een enkel woord, dat, wanneer eene werkstaking door eenige arbeiders wotdt ten uitvoer gelegd, het hun streven is te zorgen dat nu ook niemand liet werk aanvatte. Wat toch baten hun al hunne opofferingen wanneer zoo iets geschiedt. Zij zijn dan het kind van de rekening, de ondernemer ziet hen, wanneer zij heengaan, onverschillig na, er zijn andere genoeg die de ledige plaatsen willen innemen, het wdrk lijdt er niet noemenswaard onder en aan, alle plannen der gecoaliseerden is alzoo de bodpm ingeslagen. Zij zitten met honger en ellende in het verschiet, de werkgever blijft dezelfde man van voorheen. Om dit te keeren dient in de eerste plaats (iet vormen van vereenigingen, van vast overlegde plans onder eikander. Doch het is daarbij altijd i mogelijk dat er toch npg zijn, die .weigeren, aan 'de coalitie deel te nemen. Natuurlijk worden dezen met booze oogen aangezien, tegen hen ontstaat wrok en haat, de begeerte oui hen fei telijk te verhinderen den arbeid voort te zetten is sterk en niet zelden wordt het.,begeerde uit gevoerd. Dan ontstaan die ergerlijke tooneelen, waarvoor menigeen terecht vreest. Of ook, wanneer de kapitalist blijkt de sterkste te wezen en, het kalmpjesi.uitzingt, terwijl voor de arbeiders bij den langen duur der werksta king de nood steeds nijpender wordt, ook dan groeit met.de wanhoop de begeerte om gebouvven' of werktpigen te vernielen, qpdat toch niet alldat lijden ie vergeefs zij .geweest. Niet .zelden wordt: ook dat begeerde uitgevoerd. Dat dergelijke feiten moeten worden gestraft kan geen twijfel lijden. Wetsbepalingen die daar tegen straf bedreigen, steunen immers juist op hetzelfde beginsel dat aan de afschaffing der arti kelen welke de vorming van coalitiën belemme ren ten grondslag ligt: bescherming der vrijheid van allen in de uitoefening van hun arbeid of nijverheid. Er besta vrijheid om het werk testa ken, vrijheid voor de arbeiders om te trachten den patroon door hun onthouding te dwingen, maar ook vrijheid voor den patroon om zich niet te laten dwingen. Alleen door de vrijheid van allen te erkennen laat men de maatschappelijke feiten die natuurlijke ontwikkeling volgen, wëlké hen juist zooveel invloed doet erlangen als ze hebben moeten en als de maatschappij kan ver- dragen. Hierover is men het dus eens. Doch zijn daartoé de bestaande strafbepalingen tegen mishandeling, bedreiging, beleediging enz. voldoende, de nieuw voorgestelde overbodig O. i. neen. Voor dit gevoelen bestaat allereerst een argu ment dat aan de theorie van het strafrecht ont leend is en waarop de N.Rolt. Cl. bij de bespreking van dit onderwerp met bijzonderen nadruk heeft gewezen. In een systematisch ingericht strafwet, boek, waarin de misdrijven naar bepaalde categoj riën verdeeld zijn, moet het maken van inbreuk 0^ de vrijheid van arbeid als een afzonderlijk misdrijf worden omschreven. Zelfs al waren de geldende voorschriften tegen gewone mishandeling, bedrei ging enz. geheel voldoende ook voor de gevallen waarin het plegen van deze feiten moest dienen om de vrijheid van arbeid te belemmeren, dan zou de overbodigheid der nieuwe bepalingen nog volstrekt niet zijn bewezen. Was dit wel zoo dan zoude men consequent redeneerende moe ten komen tot de leer, dat ieder strafwetboek,' gerust kan worden teruggebracht tot zeer enkele bepalingen, éene betrekking hebbende op geweld dadigheid jegens personen, éene op vernieling vtan goederen, éene op het uiten van heleedigende uitdrukkingen, éene op bedreiging, éene op be drog, en nog enkele daarbij. Wanneer den rechtei; dan maar een voldoende ruimte was gelaten in de maat der op te leggen straf, zoude hij voor ieder voorkomend geval gereed zijn. Zóo doorgevoerd zou de ongerijmdheid van zulk een leer niemand ontgaan. Het 'nog- geldend strafwetboek huldigt haar dan oók niet. Het door feitelijkheid verhin deren der burgers in de uitoefening hunner bür gerschapsrechten, het door feitelijkheden aan randen hunner persoonlijke vrijheid door een ambtenaar, het door feitelijkheden zich verzetten' tegen een bedienend beambte in de uitoefening zijner functiën, het door feitelijkheden belemme ren der vrijheid van bieden bij openbare vfer- koopingen, dat zijn alle zooveel verschillende misdrijven, obk al zijn de feitelijkheden op zich zelve beschouwd geheel aan elkander gelijk. Bjj de verdediging zijner voorstellen zal de minister zich dan ook (anders dan hij in de Me, morie van Toelichting deed) op dit standpunt moeten plaatsen en van dat standpunt is de 'op vatting van Mr. Van Houten dan ook niet enkel te bestrijden, maar volkomen te verslaan. Of hij en zij, die het met hem eens zijn, zouden aldus moeten redeneeren: Wij willen toegeven dat gij in theorie volkomen gelijk hebt. Wanneer een mieuw strafwetboek aan de orde was, zouden wij ons ook geheel met de opneming van derge lijke bepalingen vereenigen. Maar hier geldt 'het slechts een partieele herziening, de invoering eaner wet die slechts tijdelijk zal gelden nu men aan het ontwerpen van een geheel nieuw wet boek definitief de handen geslagen heeft. Waarottt zal men den afgeleefden Code Penal nog in zijB theorie gaan verbeteren, door alleen ter wille der theorie voorschriften in het leven te roepen, welke in dat wetboek niet voorkomen en er toch bij een zuivere systematische inrichting zeer goed ook naast de artt. 414 en vlgg. hun plaats hadden kunnen en moeten vinden. Laat ons met het verbeteren der theorie van den Code wachten tot de indiening van een nieuw wetboek. Wilde de wetgever daaraan reeds nu bij partieele her ziening beginnen, hij zoude zich een zeer onre delijken, een zeer omslaohligen weg hebben ge kozen, dien geen verstandig mensch goedkeuren kon. Door diergelijke redeneering zoude ons argu ment zeer licht belachelijk zijn temaken. Wij antwoorden dat o. i. de nieuwe bepalingen prac tisch noodzakelijk zijn en dat het nu on vergeefl jj k zoude wezen in een verstandigen wetgever, wan neer hij bij de vaststelling dier bepalingen zith aan de theorie niet 6toorde. Geen partieele her ziening van ons strafwetboek thans nu een nieuw wetboek in het verschiet ligt Ier wille der theorie, maar ook geene door de practijk geëischte her' ziening in strijd met de théorie. Practisch noodzakelijk. Daarop komt' het diis ten slotte neder. In dit opzicht trekken wij niet den minister éene lijn en hopen wij dat de ka mer hem en niet den heer Van Houten volge. Menige belemmering der vrijheid van den arbeid zoude anders straffeloos kunnen worden gepleegd. Wij wijzen op het middel van bedreiging, dat bij voorkomende gevallen wel het eerst te baat zal worden genomen. Volgens de bestaande wet zou het bedreigen met slagen in dat geval niet strafbaar wezen. De gewone artikels omtrent dit punt eiscben dat er gedreigd zij met moord, vër- giftiging of eenige andere gewelddadigheid teg'en personeD, die met den dood, tuchthuis van 5—-20 jaar of deportatie straf baar is. Het nieuwe oht- werp spreekt van bedreigingen rnet eenig straf baar feit. Wij wijzen op het middel vao ontneming of beschadiging van werktuigen of gereedschap 1 in het ontwerp genoemd. Het gebruik maken v*an dit bijzonder doeltreffend middel zoude mede in de eerste plaats voor de hand liggen. Volgens'de bestaande wetgeving nu zou het eenvoudig oht- nemen van gereedschap ten einde iemand in vjer-' iegenheid te brengen en zonder de elementen van diefstal in zich te vereenigen niet strafbaar We zen. Tegen de moedwillige vernieling van los ge reedschap zou niet anders dan een lichte polifie- straf kunnen worden uitgesproken. Wij wijzen op het middel van bedrog, Van allerlei schoone vooruitzichten, op bedriegelijke wijze in strijd inet de waarheid voorgespiegeld aan hen, die men tot deelneming aan de coalitie wil overhalen. Zonder de strafbepaling van het nieuwe ontwerp zou men hiervoor alleen kftn- nen denken aan oplichting en voor het misdrijf van oplichting is het een vereischte dat men zich gelden, goederen of papieren hebbe dpen fer hand stéllen. Wij wijzen op het middel van beleediging. De bepalingen op hoon en lastering zouden in ttele gevallen onvoldoende zijn. Behalve het vooijge- schrevette omtrént den inhoud dier bijzondere soorten van beleediging, is daarbij de openbalar- heid der plaats waar zij geuit zijn vereisèht. Tegen andere beleedigingen waakt slechts een/ kleine politiéstraf. Wij wijzen Op hét middel Van sdtnehscHolihgen in of bij fabrieken, werkplaatsen of woningen van eigenaars of bestuurders dier inrichtingen, het Etvgelsche „picketing." „De ervaring," iegt de M. v. T., „heeft geleerd, hoe grooten Overlast de arbeiders, die het werk begeerden voort te zetten, van deze samenscholingen leden." Tegen dergelijk bedrijf staat de tegenwoordige strafwet machteloos. 'Hebben wij de belangstelling in, de kennis van het ontwerp eenigszins vermeerderd? Dit was ons doel. Over de détails spreken wij niet. Wij zouden kunnen vragen: is geweld een behoorlijk omschrij vende uitdrukking? is beleediging niet een veelte algemeen woord? waarom zijn samenscholingen ook niet strafbaar gesteld, wanneer zij plaats vinden bij de woningen der arbeiders t Doch wij laten het opperen van dergelijke betwaren aan de leden der Kamer, die zich geroepen zullen ge voelen amendementen in te dienen. Het was ons te doen om de bespreking der beginselen. In de overwinning dier beginselen zullen wij ons verheugen, omdat zij zijn de beginselen der vrijheid, der vrijheid van allen zonder onder scheid. Moge de Nedèrlandsche Tvéeede Kamer toonen, ze met hart en ziel te zijn toegedaan. Lelden, 41 Juli. Sedert de vorige opgave zijn alhier door pokken aangetast 3 personen, als hersteld opgegeven 7, overleden geene, zoodat in behandeling blijven 83. Aan liet stationsgebouw van de Ho'.l. Spoor wegmaatschappij te Amsterdam werd op gisteren in het openbaar aanbesteed: Het maken van een bestraten löswal met ladingsplaats en het leggen van goederensporen op het station Noord-Scliar- woude. Aannemer de heer Isaiik van der Kamp te Leiden, voor f 3700. De kermis te Voorschoten zal dit jaar Diet gehouden worden. Ook bij gelegenheid van de paardenmarkt, die den 23sten Juli plaats heeft, zullen geen kramers of kermisvertooningeu toe gelaten worden. Voor de volgende reünie ligt Zwolle aan de beurt, en is de openings-rede opgedragen aan Ds. A. G. Van Hamel, pred. te Leeuwarden. De op 31 December dezes jaars aftredende leden van de Waalsche commissie de heeren Réville, Stoop en Plate, zijn vervangen, door de heeren Nolst Trenité, pred. te Utrecht, Van Hamel, pred. te Leiden, en Prof. Van Boneval Faure, onder ling le Leiden. De zitting van de Provinciale Staten van Zuid- Holland, is heden onder voorzitterschap van Mr. J. Loudon te elf uren in naam des Konings geopend. De voorzitter deelt mede, dat de vergadering sedert de herfst-bijeenkomst van 1870, vele en groote verliezen heeft geleden, en dat onder anderen Jhr. Mr. J. L. Van den Berch van Heemstede, die zijn ont slag had genomen als lid der Staten voor het hoofdkiesdistrict Leiden, sedert 20 Juni had op gehouden lid van gedeputeerde staten te zijn. De voorzitter benoemd drie commissiën, om de ge loofsbrieven te onderzoeken van 43 nieuw geko zen leden. Na eenigen tijd doen die commissiën verslag en stellen voor al de benoemde leden toe te laten. Dienovereenkomstig werd besloten en na aflegging van de gevorderde eeden namen zij, voor zoo ver zij aanwezig zijn, zitting. Na het houden van het voorgeschreven gebed, wordt door den voorzitter mededeeling gedaan van alle de sedert de herfstvergadering van 1870, ingekomen koninklijke besluiten en andere stuk ken die voor kennisgeving worden aangenomen. Tegen Dinsdag 11 Juli wordt aan de orde ge steld de verkiezing van twee leden van de Eerste Kamer der Stateu-Generaal, in plaats van de hee ren Mr. J. A. Philipse en J. W. Hein, die dit jaar als zoodanig moeten aftreden, hebbende de heer Philipse eene missive ingezonden, houdende mededeeling, dat hij, wegens gevorderden leef tijd en den mindêr gunstigen toestand zijner ge wondheid niet meer in aanmerking wenscht te komen. De voorzitter brengt hulde aan den heer Philipse, die gedurende eene reeks van jaren als afgevaardigde vah Zuid-Holland een eervollen presided Is-zetel in de Eerste Kamer der Staten-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1