Arnhem, 30 Juni. Het Provinciaal Gerechtshof van Gelderland behandelde gisteren de zaak van zekeren A. De L. uit Wamel, die beschuldigd was, een aanslag te hebben gedaan op de eer baarheid van een meisje aldaar. De besch., op zekeren avond dat meisje, naar wier hand hij vroeger te vergeefs had gedongen, ontmoetende, vroeg baar om een kus, welken zij weigerde, hem tevens met een stomp van zich afwerende. Daarop had hij zich op haar geworpen, zoodat zij op den grond viel, waarna hij haar mishan delde. Aldus verklaarde het meisje, als getuige gehoord. De besch. ontkende het feiten beweerde zelfs den bewusten avond niet op den dijk tus- scheu Wamel en Leeuwen, waar het voorval plaats had, te zijn geweest. Sommige getuigen hadden hem echter óf kort vóór óf kort na het misdrijf aldaar gezien. Ook was de japon van het meisje met moddervlekken bemorst en eenig beschuit, dat zij in haar voorschoot droeg, gebroken. De adv.-gen. achtte het misdrijf bewezen door de omstandige verklaring der eerste getuige, in verband met de verklaringen van verschillende personen, die óf den beschuldigde op den be doelden dijk hadden gezien, óf het meisje kort na het feit hadden ontmoet. De pertinente ont- kentenis van den besch., van zelfs op den dijk te zijn geweest, was mede eene voor hem zeer verzwarende omstandigheid. Op grond van zijn jeugdigen leeftijd en zijn vroeger onbesproken gedrag, eischte de adv.-generaal tegen hem, met toepassing van verzachtende omstandigheden, een gevangenisstraf van 4 jaren. De verdediger des besch., Mr. Borgesius, achtte het misdrijf niet bewezen; al wilde men de geheele ontkentenis des besch. niet voor waar aannemen, dan nog was het zeer wel mogelijk, dat hij het meisje slechts op den grond had geworpen. Pleiter achtte dit zeer mogelijk met het oog op de ruwe be handeling, welke hij van haar had ondervonden. Al wilde het Hof dus den besch. niet vrijspreken, dan meende hij, dat slechts een lichte straf moest toegepast worden. Het Hof veroordeelde hem tot een correctioueele gevangenisstraf van 3 jaren. Vervolgens stond te recht een zeventienjarige jongen uit Bennekom, die een twaalfjarig meisje aldaar, op een eenzame heide, tweemaal op den grond had geworpen en mishandeld. Deze besch. erkende zijn misdrijf en wist geen andere ver schooning aan te voeren, dan dat het „een be sturing Gods" was. De advocaat-generaal deed opmerken, dat deze jongen reeds vroeger twee maal was gestraft, maar wenschte toch ook wegens zijne bekentenis en zijne jongejaren ver zachtende omstandigheden toegepast te zien ook tegen dezen besch. eischte hij een gevangenisstraf van 4 jareu. Mr. Van Gelein Vitringa, die als verdediger voor dezen jongen optrad, voerde nog eenige verzachtende omstandigheden aan en hoopte, dat het Hof een lichte straf zou opleggen. Bij arrest van gisteren werd bij tot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Nijmegen, 30 Juni. Burgemeester en Wethou ders dezer gemeente hebben van den Minister van Oorlog de vergunning bekomen tot het bou wen eener gasfabriek op 's Rijks-militairen grond achter en ten Noorden van de Lunetten Botten- daal. INGEZONDEN. Geachte RedacteurI Wees zoo goed deze in uw geëerd blad op te nemen in antwoord op het ingezonden stuk vaD 30 Juni waarin de Heer O zeer toejuicht de ver gaderingen van Patroons die plaats zullen heb ben op den Burg, om na overeenkomst de loonen hunner arbeiders te \erhoogen. Hieruit blijkt dat de Heer O. nog een plaatsje in 't harte heeft voor den werkman. Wat mij echter leed deed is, hetgeen verder volgde en wel het rooken van den werkman. Daar er op den Burg zal gesproken worden, om het lot des werkmans te verbeteren, wilt gij het aan den anderen kant of op eene andere wijze knellender maken, door hem zijn pijpje te ontnemen. Wilt toch in aanmerking nemen Mijn heer O. een werkman die van 's avonds laat tot 's morgens zeer vroeg slaapt en den overigen tijd altijd maar werkt, dat voor hem weinig tijd overblijft, om zijn geurigen wolk rook met dien, welke uit den tuin van Husii Sacrum komt, te vermengen (en dit is toch zegt men voor alle standen). Bezie toch het lot van den werkman goed M. 11.; er hangt zooveel van af hoe de ver standhouding is tusschen Patroon en knecht; en voorzeker wordt dat niet beter als gij hem zijn pijp ontneemt. Men zou hen door hen alles te ontnemen tot de internationale brengen. Voordcel is het voor hen ook niet geloof mij, niet éen die voor die weinige penningen zijn pijp wil missen; en voor den Patroon evenmin; ik spreek hier bij ondervinding: „waar gerookt wordt, wordt ook gesproken'' ja in Koffiehuizen maar niet bij den arbeid; als men een paar uren achter elkander gewerkt heeft, is 't een genot, eens even aan te steken; daar men licht zonder eenige afwisseling de oogen. zou sluiten of even indommelen wat natuurlijk veel meer schade veroorzaakt; ook moet men de geaardheid van de werkzaamheden in acht nemen. Mijnheer O. weet misschien wel dat het wel eens behoefte kan zijn, vooral in werkplaatseu waar vreeselijke onaangename geu ren zich verspreiden of waar het vooral in den winter erg koud is. Maak toch van hen geene machinen die precies zooveel en zooveel in een dag afmaken. De werkman is en blijft mensch, en streeft, hoe arm ook, even goed als de Patroons naar het geen hem kan veraangenamen. Ik hoop, dat Mijnheer O. nooit zoover zal gaan als Ds. Gunning in's-Gravenhage, die alles, Wijn, bier, rooken enz. afschaft. Neen, dan liever als de Duitscber doet; allen om den Patroon ge schaard met een pijp of sigaar in de eene en een glas wijn (de onzen zouden het met bier kunnen doen) in de andere hand, zingende uit volle borst Stosset an, stosset an, es lebe hoch der gute mann, u. s. w. Uw. Edl. Dr. G. Wij willen gaarne een plaatsje aan dit stuk inruimen en begrijpen volkomen, dat de werk man met kracht voor zijn pijpje opkomt. Alleen moeten wij den inzender opmerken, dat het bij zulke betoogen beter is, zich van aanmerkingen te onthouden, die bij de zaak niet te pas komen. Wij bedoelen die tirade: „Dat ilutis voor alle standen is." Dit wordt gezegd als een soort van verwijt, dat de werkman desniettegenstaande de muziek niet genoeg kan bijwonen. Laat de heer G. bedenken, dat niet alleen van den werkman maar ook van ieder ander de bezigheden vóór de uilspanning gaan. Red. BUITENLAND. Frankrijk. De mededeeling, door den minister van ünau ciën in de vergadering over den uitslag der leening gedaan, is, zooals zich denken laat met luid ge juich begroet. Inderdaad is dan ook de uitslag verbazend; het is bijna nog minder te verwon deren, dat Frankrijk voor 314 millards heeft inge- teekend, dan dat het buitenlaud na ai de voor gevallene rampen, nog zooveel vertrouwen in het land steld, dat er voor meer dan een milliard is ingeschreven. Parijs heeft zich weder hel groote financieele reservoir van Frankrijk getoond, daar het alleen 2'/, milliards heeft aangeboden. Metz heeft zijne sympathie getoond voor het land, waar van de Duitsche kanonnen het, even als een vlerk van een vogel, hebben afgeschoten, door 20 mil- lioen francs tot de delging van zijne schuld aan te bieden. Ofschoon de geheele gunstige uitslag der leening niet aan vaderlandsliefde moet worden toegeschreven, daar het ten slotte eene geldbeleg ging is als eene andere, blijkt er toch uit, dat bet land bereid en in staat is 0111 aan het herstel van het ontredderde schip mede te werken. Een groot gedeelte der aangebodene sommen is dadelijk bij de inschrijving gestort. De Nordd. Zeil., het orgaan van den rijkskanselier, verwondert zich over den gunstigen uislag, der leening; De Duitschers scheenen zoo iets niet verwacht te hebben. In allen gevalle blijkt er uit, zegt hel blad, dat de aanmerkingen als zou Duitschland eene schadevergoeding geuiscbt heb ben, die voor Frankrijks hulpbronnen te hoog was, ongegrond zijn. Verder, geeft het er zijne afkeur- riDg over te kennen dat Thiers, in plaats van de zoo iuim8choOts geopende hulpbronnen op een zuinige manier aan te wenden, integendeel aan de legerorganisatie aanmerkelijke kosten denkt te besteden, daar hij de reserve op 900,000 man wil brengen. Het land ziet hieriu oorlogzuchtige bedoelingen voor de toekomst en kondigt daarom als een soort van straf aan, dat Duitschland nu geene inwilligingen zal doen om de betaling der oorlogsvergoeding gemakkelijker te maken. Tot nog toe was van dergelijke planneD van Bismarck weiuig gebleken en de onnoodige bedreiging van de Nordd. Zeilt, mag dan ook beschouwd worden als een soort van korzeligheid over de teleur stelling, dat de natie, die de Duitschers nu geheel onder den voel meenden te hebben, zulke krach tige pogiugen doet om zich weer op te richten. Er heerscht op het oogenblik natuurlijk groote drukte in geheel Frankrijk en vooral in l'arijs over de op haoden zijnde verkiezingen. Te Parijs zijn, behalve eenigeonbeteekeueDde, vijfgroote lijs ten van candidaten opgemaakt, namelijk van het radicale republikeinsche comité, van het bureau in de straat Turbigo, van het „comité de la presse republicaine", van het comité Renouard en van het „comité de la presse Parisiene". De naam yan het eerste comité wijst zijne beteekenis van zelf aan; het is een poging van revanche voorde Commune; de verkiezing van de mannen dier lijst zou de terugkeer van het vertrouwen verhinderen, de grootste tweespalt in het leven roepen. De gematigde republikeinsche candidaten wor den voorgesteld door het tweede en derde der opgenoemde comités; de mannen zonder kleur, waarvan echter te vreezeu is, dat zij, indien de quaestie van den regeeringsvorm wordt opgewor pen, grootendeels de zijde der monarchisten zullen kiezen, door het comité de la prene Parisienne. Tusschen deze beiden in staat het comité Renouard; het is dus zijn aangewezen plicht om de drie andere comités zooveel mogelijk met elkaar in overeenstemming te brengen, ten einde gesament- ljjk de radicaal-republikeinsche candidaten te weren. Op het programma dezer heeren staat noch het heil van Frankrijk, noch de republiek qua talis geschreven, maar de beslissing der sociale quaestie ten gunste der communisten, ontevredene proletariërs enz. De minister van binnenlandsche zaken, de heer Lambrecht, neemt de meest loffelijke maatregelen om de vrijheid van de verkiezingen te verzekeren. Hij heeft nu weder eene circulaire aan de pre fecten gestuurd, om hen te verzoeken, zorg te dragen, dat geen maire de gemeentebeambten, veldwachters enz. invloed doe uitoefenen op den verkiezingsstrijd, voornamelijk wat betreft het ronddeelen van bulletins tot aanbeveling van can didaten. Onder het keizerrijk werden deze heeren geregeld rondgezonden met bulletins, om de ver kiezing te bevorderen van de candidaten, die door de regeering werden voorgestaan, waardoor na tuurlijk niet zelden eene ongeoorloofde pressie ook bij de stembus werd uitgeoefend. Dit nu heeft de minister in zijne circulaire streng verboden; geene bulletins mogen in de huizen rondgebracht of bij de stembus uitgedeeld worden dan die van de verschillende kiescomités of van de candidaten. De candidatuur van den heer Gam betta is zoo als meu weet door het gematigd republikeinsche comité te Parijs niet aangenomen. Van verschil lende andere zijden zal hij echter gesteld w or den en hij heeft zich bereid verklaard het man daat aan te nemen. Te Bordeaux hield de vurige patriot een aanspraak voor afgevaardigden van republikeinsche couiité's waarbij hij zijne inge nomenheid betuigde met het tegenwoordige gou vernement en de verzekering gaf, dat hij het krachtig zou ondersteunen. De heer Hausstnann daarentegen, die wellicht begrijpt, dat hij geen kans van slagen heeft, deed van zijne candidatuur afstand, omdat hij de partij der orde niet wil verdeelen. Of hij hiermede de Bonapartisten dan wel de Union de la preste Pari sienne bedoelt is ons niet duidelijk. De Nationale Vergadering heeft besloten over te gaan tot de tweede lezing van het ontwerp om een administratieve decentralisatie tot stand te brengen. Daarbij wordt voorgesteld de benoe ming van departementale cominissien op welke eeu gedeelte der macht van de prefecten zal over gaan; aan de algemeene raden zal het recht toe gekend worden, hunne politieke meeningen aan de regeering kenbaar te maken. De minister Lambrecht heeft tegen deze bepalingen, die de kern van het ontwerp uitmaken, nog al eenige bedenkingen in het midden gebracht. Hij ver klaarde zich echter niet tegen het overgaan tot eene tweede lezing en zal wellicht van zijne be zwaren nog terug komen. Inderdaad zou eene wet, die aan vrij gekozene departementale ver tegenwoordigers de behartiging van administra tieve belangen en een soort van vooghj over de gemeenteraden opdroeg, veel bijdragen om poli tiek leven in de departementen te brengen, en het land te leeren, zichzelf te regeeren. Engeland. In de parlements-zitting vaD het vorigejaar werd op voorstel van den protestantschen ijveraar New- degate besloten, om eene commissie te benoemen, die een onderzoek zou instellen naar de in Enge land bestaande kloosters. Op raad van Gladstone werd de werkzaamheid dier commissie beperkt tot een onderzoek naar de wettelijke bepalingen, die in Engeland over de kloosters bestaan. Het verslag der commissie is nu ingekomen. Daaruit blijkt, dat er geen wet is, die aan leden van de Anglikaan- sche of Grieksche kerk het kloosterleven ver biedt; de katholieken echter ziju hiervan uitge zonderd. Door de Emancipatie-acte van George IV werden godsdienstige orden of vereenigingen van mannen, die zich door godsdienstige of kloos ter-beloften verbinden, verboden, eh het toeti eden tot zulke vereenigingen gestrafi met levenslange verbanning. Stichtingen en geschenken voor Roomsch- Katholieke mannenkloosters zijn ongeldig voor de wet. Vrouwenkloosters worden in de eman cipatie-acte niet genoemd en derhalve toegelaten, hoewel daarover nog twijfel bestaat, die berust op eene nog niet opgehevene bepaling van George III. De acte van 1860, waarbij aan katholieke wel dadigheids-iustellingen het recht van eigendom wordt toegekend is niet van toepassing noch op vrouwen- noch op mannen-kloosters; volgens de letter van de wet geldt derhalve bij de katholieke kloosters in Engeland de communistische stelling Eigendom is diefstal. Het verslag van de commissie weidt dan ook breedvoerig uit over de tegenstrijdheid tusschen de wettelijke bepalingen en de bestaande toe standen. Zoo zijn b. v. ook als uitvloeisels van bijgeloof verboden stichtingen of geschenken tot het houden van zielmissen. Newdegate heeft derhalve door ziju voorstel de katholieke kerk eer voor- dan nadeel gedaan, daar het parlement waarschijnlijk de noodzakelijkheid zal inzien, om de genoemde bepalingen te wijzigen of af te schaffen. Oostenryk-Hong. Monarchie. Het hecrenhuis zal Dinsdag over het budget stemmen en er is niet aan te twijfelen of het zal aangenomen worden. Daarmede zullen de oneenigheden tusschen het ministerie en de ver tegenwoordiging eene pauze intreden en de beide huizen voor de zomervacantie uit elkaar gaan. De onderhandelingen met de Polen zijn ook voor- loopig opgeschort, zoodat de onderhandelaars Rie- ger en Prazak naar hunne haardsteden zijn terug gekeerd. Als een staaltje van de liefelijke verhouding, die tusschen de grondwets mannen en de regee ring bestaat diene het volgende. De minister van oorlog, generaal Scholl had in het huis van af gevaardigden eene redevoering gehouden en werd bij het verlaten der tribune door Giskra aange sproken. Luid genoeg dat de omringende minis ters het konden hooren, sprak deze leider der grond wets-partij „Ik wensch u geluk, Exellentie, dit was het eerste verstandige woord, dat wij van de ministerzetels kregen te hooren." Vele Oostenrijksche dagbladen verspreiden on rustbarende geruchten over den inwendigen toe stand van Servie. Men zou den jongen vorst, die bijna zijne minderjarigheid geëindigd heeft en dus uit de handen van het regentschap de teugels van het bewind zal in handen nemen, willen afzetten en een prins uit de keizerlijke familie van Rusland op den troon zetten. Vooral in Hon garije verwekten deze beriehten grooten onrust, doch zij zijn door het nog regeerende regentschap inet kracht tegengesproken. TELEGRAMMEN. Berlfjn, 30 Juni. Het Regeerings-orgaan be helst een Keizerlijk Besluit, krachtens hetwelk het grondbezit van het Ambt Schwarzenbeek aan den heer Von Bismarck in den vorm eener dotatie wordt overgedragen. De in Frankrijk nog aanwezige bataljons zijn in getalsterkte verminderd tot op het normaal- cijfer. Weenen, 30 Juni. De Kamer van Afgevaardig den heeft met 87 tegen 56 stemmen besloten de leening van 60 millioen voorshands te laten rusten. Parfja, 30 Juni. De maaltijd, ten huize van den heer Thiers gisteren gehouden, is zeer prachtig en pleizierig geweest: er werd geen enkele rede gehouden. De inschrijvingen op de leening bedroegen gis teren 4800 millioen, en ze zijn nog niet alle be kend. De dagbladen ziju verbaasd over de taal van de Nord-Oeutsche Allg. Ztg., welke Thiers er een verwijt van maakt, dat hij de uitgaven voor leger en vloot wil behouden. Zij zeggen, dat dit zaken zijn, welke tot de binnenlandsche reorganisatie behooren en Frankrijk alleen aangaan. De krijgsraden, voor welke de muiters zullen terecht staan, zijn hier nog niet bijeengeroepen. P»rU»,30 Juni. Parit Journal behelst een brief van den heer Hau9mann, waarin hij in het belang van de partij der orde de candidatuur voor het lidmaatschap der Kamer van de hand wijst. Gambetta is gisteren te Parijs aangekomen. Hij verklaart zich voorstander voor de uitbreiding van het onderwijs en de ontwikkeling der volks wapening. Berl(|n, 30 Juni. Het vertrek des keizers naar Hannover, dat op morgen te half tien uren was bepaald, zat niet plaats hebben wegens rheuma- tiscbe pijnen, die zijn nachtrust hebben verstoord en die tot in deu ochtend, ofschoon in mindere mate, voortduurden. Veraalllea, 30 Juni. In de heden door de Nationale Vergadering gehouden zitting heeft de president, de heer Jules Grévy, het volgende ge zegd: „Wij hebben gisteren een schoon schouw spel bijgewoond, wel geschikt om het hart te verheffen. Wij hebben, met het edele en krijgs haftige voorkomen, dat zijn kenmerk is, een prach tig leger zien defileeren, hetwelk in de hoofdstad wet en recht heeft hersteld en de beschaving gered. De vergadering zal mij wel willen ver gunnen het leger uit haren naam geluk te wen- schen." Sprekende over den goeden uitslag der leening, zegt de president het volgende: „Zulke hulpbronnen leveren het bewijs, dat Frankrijk nog steeds een groote natie is. Door de onder vonden rampen ter neer gedrukt, maar niet ter neer geslagen, zal het onmiddellijk de groote plaats weder innemen, welke het steeds zal toe- behooren." De discussie over het wetsontwerp, betreffende den vervaltijd van de wissels is tot Dinsdag ver daagd. Londen, 1 Juli. De Koningin heeft gisteren een revue gehouden over 6000 man troepen, waarbij de hertog van Saxen Weimar het bevel voerde. De leden der koninklijke familie, de hertog van Nemours en de ex-keizerlijke prin9 waren bij dit militair schouwspel tegenwoordig. 1 Juli. De grootvorst Wladimir heeft vóór zijn vertrek aan den ex-Keizer Napoleon een bezoek gebracht De heer Howard, derde secretaris van het Britsche gezantschap te Washington, is aange wezen voor het onderzoeken van de vorderingen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2