bij den arbeid, zal den werkman en patroon.tot voordeel strekken-; zal1 minder I te klagen hebben over tijdrooverij, want waar gerooki. wordt, wordt ook gepraat, zegt het spreek woord. Moge de werkbazen hierin een voorbeeld stellen, door niet rookende bij bun werklieden te ver schijnen, dan zal een goed voorbeeld ook goede gevolgen hebben en tot gemeenschappelijk voor deel werken. Met de plaatsing dezer opmerkingen in uw geacht en veelgelezen blad,zal u zeer verplichten. UÈd. Dienaar, CL Aan de Redactie van het Leidsch Dagblad. Daar sedert eenigen tijd het gerucht loopt, dat het brood van de Leidsche Broodfabriek gips bevat, en het mij, zoowel in het belang van de vennoot schap als van de koopers, wenschelijk voorkwam, dat uitgemaakt werd of dit gerucht waarheid in hield, heb ik brood uit genoemde fabriek onder zocht en bevonden, dat het.noch gips, noch andere inmengselen bevatte. Dr.. C. C. J. Teerlink. BÜITKNLANl). FrauUrjjk. Het is een waar genoegen, weder eens iets goeds te kunnen inededeelen over het land, waar van sedert een jaar niets dan rampen te ver melden zijn geweest. In vergelijking met de ge beurde ongelukken, beteekent het nieuwe geluk nog wel niet veel, maar het is toch. een teeken, dat Aeölus niet van plan is voortdurend ongun stige winden tegen Frankrijk uit zijn zak los te laten. Wij hebben op het oog den gunstigen uit slag van de groote leening. Volgens de. telegraaf zou alleen in Parijs voor 2700 millioen inge schreven zijn volgens meer gematigde berichten van Parijsche dagbladen is de inschrijving in Frankrijk meer dan voldoende om de geheele leening te dekken. In allen gevalle mag uien veilig aannemen, dat bijna het dubbele der ge vraagde som der regeering zal aangeboden wor den. De meeste bladen zijn eenstemmig van oór deel, dat deze gunstige uitslag voor een groot gedeelte is te wijten aan de duidelijke, schoone redevoering van den heer Thiers. Het inoet, dunkt ons, den grijzen staatsman eeue groote voldoe ning zijn, bij al de haarkloverijen en miskenning van hetgeen hij in den laatsten tijd voor Frank rijk gedaan beeft, te weten, dat hij door het talent, de uitgebreide kenni^ en de onveimoeide studie, waarvan zijne redevoering zoo duidelijke blijken droeg, zeer veel heeft bijgedragen tot dezen eersten stap, dien Frankrijk weder op den weg van voorspoed heelt gezet. Tegenover de Union Parisitnne de la Preste heett zich nu definitief gevormd eeije Union républicaine des journaux de Paris. Zij stelt zich ten doel, gema tigde republikeinen af te vaardigen, dat wil zeg- ooteu afkeer van de de herstelling der gen mannen die, bij een gt handelingen der commune monarchie beschouwen als Ben bron van nieuwe rampen en omwentelingen in de toekomst. Zij vergenoegt zich dus niet me; het programma der Union de la Presse die van ie caudidaten alleep verlangt, dat zij voor het behoud der orde zijn en dien ten gevolge voorloopig het gouvernement van Thiers willen ondersteunen. Inderdaad komt ons het programma vau dezelaatste vereeni- ging ook vrij onpractisch voor, indien zij het met de handhaving der orde waarlijk meent, waar aan wij geen reden hebben om te twijfelen. Het is toch een al te idealistische opvatting van het gehalte der afgevaardigden, oin te denken, dat de monarchisten, wanneer zij eene besliste meer derheid in de vergadering krijgen, zich dour hunne liefde tot de orde zullen laten terug hou den om het gouvernement van Thiers omver te werpen en een koning op den troon te brengen. Indien men op het oogeblik waarlijk de repu bliek wil handhaveii, dan moet men republikein sclie al'evaardigd'en' naar de vertegenwoordiging zenden, Wij hebben reeds vroeger opgemerkt, dat het onlogisch is de quaestie van den regeeriugsvorm van de haan te willen schuiven door eenvoudig te doen als of zij niet bestaat. De candidateu-lijst der republikeinen is overi gens in zeer gematigde richting opgesteld. De eenige naam, die een weinig al te republi- keinsch zou kunnen klinkeu m de ooren, die nog suizen van het gedonder der commune-kanonnen, is die van den heer Vautrin; volgens berichten uit Versailles moet echter door Thiers zelf de candidatuur van dezen heer volkomen goedge keurd zijn. Een verstandige maatregel van de Union Bepu- blicaine is naar ons idéé, dat zij Gambetta van hare lijst geschrapt heeft. Niettegenstaande hij zoo als wij vroeger mededeelden voor eene can didatuur bedankt had, omdat de vergadering haar mandaat te builen ging, schijnt hij ten slotte te kennen gegeven te hebben; haar in Parijs wel te willen aannemen. De Union is hierin echter niet getreden, omdat zij van de zijde des opgewonden republikeins een sterke oppositie vreest tegen den heer Thiers. De Indépendanee Beige keurt deze over drevene zorg voor het bestaande gouvernement af. De naam van Gambetta, zegt zij, heeft recht, op eene repu'plikeinsche lijst gesplaatst te worden niet minder dan de gematigdheid en voorzichtig heid moet men in de politiek de billijkheid en erkentelijkheid in acht nemen. Dit is voorzeker zelfs bij de buitengewone omstandigheden, waarin Frankrijk verkeert, alleszins waar. Doch hoewel wij zeer veel sympathie hebben voor de energieke en onbaatzuchtige pogingen van Gambetta om zijn land te redden, gelooven wij niet, dat Frank rijk hem daarvoor op het oogenblik nu juist groote dankbaarheid schuldig is. Iemand die ons met de beste bedoelingen wil redden, doch ons ten slotte nog verder van de wijs brengt heeft recht op onze achting, ja op onze liefde, maar niet op onze dankbaarheid. Eu al ware Frankrijk nu aan deu heer Gambetta dit gevoel verschul digd, dan moet het naar ons inzien nog altijd wijken, wanneer het heil des lands er mede in strijd komt. Dat dit nu het geval is gelooven wij te moeten aannemen. Vooreerst zou Gambetta het waarschijnlijk Thiers vrij lastig maken. Maar ten tweede moet men zich in deu tegenwoordigen toestand zoowel van republikeinsche als van mo narchale zijde zorgvuldig voor oiteristën wachten. Het kan bijna niet anders of de vurige republi kein zou in de vergadering tegen de intrigues en haarkloverijen der koniugsgezinden eene oppo sitie voeren, die door bare hevigheid aan de alge- meene zaak geen goed zou doen, maar slechts strekken om de partijen legen elkander te ver bitteren. Pater Hyacintte heeft in het Journal des Débats de petitie van den aartsbisschop van Rouaan, den heer Bonnechose, tot herstel van 's pausen wereldlijke macht gecritiseefd. De vruchtbare, pen van den.'Hinken priester opent echter over dit onderwerp weinig nieuwe gezichtspunten. Het is dezelfde afkeuring waarmede iedereen ijle verzoekschriften der geestelijken begroet, die, afgescheiden van alle godsdienstige principes, Zulke pogingen verachtelijk vindt, die strekken Öm Frankrijk door een nieuwen oorlog den ge nade-slag toe te brengen. Het schijnt echter dat de geestelijkheid het niet bij verzoekschriften denkt te laten. Er Worden in verscheidene provinciën door den heer Charette korpsen vrijwilligers verzameld, die zouden moeten dienen om een kruistocht (egeu Italië te ondernemen. Het gouvernement schijnt nog niet noodig te vinden, tegèu een der gelijke onbeschaamdheid maatregelen te nemen, doch de provinciale bladen houden er zich des te meer meê bezig. De Italiaansche regeering is hierdoor natuur lijk ongerust geworden en heeft aan het Fran sche gouvernement explicatie gevraagd. Volgens de Opinione zou Favre eenvoudig geantwoord ljebben, dat de regimenten van den heer de Charette behooren tot het Fransche leger en dus voor geen afzonderlijke plannen kunnen gebruikt worden. Volgens de Agence Havas hebben daaren tegen de bedoelde wervingen reeds opgehouden en zijn de vrijwilligers, die geteekend hadden weder ontslagen. Het zou zeer wenschelijk zijn. dat de regeering door een oflicieele nota aan (Jergeiijke onzekerheden een einde maakte. Volgens de Wiener Correspondenz zou Thiers aan de Fransche. vertegenwoordigers in her buitenland éene instructie gezonden hebben met betrekking tot de Roineinsche quaestie, die ongeveer hier Op neerkomt; „Het kan Frankrijk natuurlijk niet onverschillig zijn, of het hoofd van den gods dienst der meerderheid vau Frankrijks inwoners, met der daad de onderdaan is van een anderen vorst. Maar Frankrijk is gedwongen om zich te onderwerpen aan een fait accompli, dat het niet kan verhinderen, eu dat Europa tot vervulling heeft laten komen. Het zou, ingeval de Italiaan sche quaestie opnieuw werd te berde gebracht, niets anders kunnen doen dan, met vermijding van gewelddadige maatregelen tegen Italië, po gingen in het werk te stellen, om in overeen stemming met den paus, Italië en Frankrijk een anderen staat van zaken t in het leven te roepen." Volgens «de Frangais Ijoudt Thiers zich druk bezig met de verschillende systemen over de reorganisatie van het le^er. Hij schijnt een brief gesehreveu te hebben uan den Belgischen luit.- generaul Chazal, die hem eene redevoering had toegezonden door hem, voor de Belgische com missie tot legerorganisatie gehouden. In dien brief deelt Thiers mede, dat hij tot het idee terug komt van opheffing der plaatsvervanging. In 1819 heeft Thiers dit systeem bestreden, terwijl het jn den generaal Cavaighac een sterk voorstander kond. Het moet echter erkend worden, dat de omstandigheden zeer veranderd zijn, terwijl bijna geene zaak zoo van de omstandigheden afhangt als de organisatie van de legers. Engeland. Zooals wij reeds vroeger meedeelden hield lord Granville eenige dagen geleden eene. redevoering bij het jaarlijksche diner van de Cobdeu-club. Volgens den naderen inhoud van deze redevoering blijkt'het, 'dat de minister zich er vooral op heeft toegelegd, om den gedragslijn van het kabinet tegenover den Fransch-Pruisischen oorlog te ver dedigen; deze gedragslijn toch is een van de ge voeligste punten der buitenlandsche politiek van het ministerie Gladstone en de voornaamste reden van de hinderpalen, die het op het oogenblik op zijn weg ontmoet. Granville heeft de vredelievende gedachtenis van Cobden ingeroepen oin de strenge neutraliteit van het Engelsche gouvernement te rechtvaardigen. „Ik acht mij gelukkig, zoo sprak hij, te kunnen denken, dat wij zeer veel gepro fiteerd hebben van de werken van Cobden en anderen, in het beroep op onzen gezonden zin bij de beschouwing van hetgeen onzen plicht is in groote gebeurtenissen zooals de oorlogen zijn. Wij hebben gezien, dat er in de laatste ongeluk kige maanden twee gevoelens tegen elkander over stondeu. Sommigen sympathiseerden met den eenen strijder, anderen met zijnen tegenstan der. Doch de algemeene opinie van het Engelsche volk was, dat de eenige gedragslijn, door de regeering van hare Majesteit te volgen, was die van een volstrekte en waardige onzijdigheid. Ik weet niet dat het gouvernement der koningin een jota is afgeweken van deze strikte en eerlijke neutraliteit, die het meende, overeenkomstig te zijn met den wensch der natie. En toch, naarmate ons de ver bazende gebeurtenissen van dezen veldtocht ter oore kwamen, naarmate wij allerlei verhalen hoorden over de overwinningen van de eene en de nederlagen van-de andere zijde, openbaarde zich een onbestemd gevoelen, dat wij iets moes ten doen, zonder dat men juist wist waarin dat zou bestaan. Hooggeplaatste geestelijken schre ven kleine verhaaltjes voor de schoolkinderen, die niet verkocht werden bij tien- of honderd tallen, maar bij tienduizenden, en die, hoe ver makelijk zij ook mochten zijn, mij toeschenen allen op een eu dezelfde strekking neer te komen; deze strekking was, dat het tot schande en ver nedering fan ons land 'strekte, om rustig en te midden van ijverigen ilidustrieeleu arbeid te le ven, terwijl twee natiën elkander beoorloogden, en de eene, zooals dat altijd gebeurt, minder ge lukkig was dan de andere. Ik moet er bijvoegen, dat in eenige van deze verhalen en verhandelin gen de meening doorstraalde, dat de oorlog op zichzelven zulk een begeerlijke zaak is, dat het bijna als een gebrek aan ervarenheid van liet gouvernement aangemerkt moest worden Wanneer het er ons .niet in meesleepte, terwijl ijs volgens miju geweten geloof, dat, wanneer wij -er ons in gemengd hadden, behalve nog de nutteloosheid dier handeling voor de eene of an dere partij, geheel Europa onvermijdelijk in deze ramp zou zijn meegesleept, en daardoor de opof feringen en elleude van de twee groote worste lende natiën nog zouden verlengd zijn." Over het F'ransche gouvernement en met name óver Thiers liet de spreker zich overigens zeer gunstig uit. „De heer Thiers, zeide hij, heeft in de laatste maand groote diensten aan zijn land Bewezen. Hij heeft de orde eu de vrede hersteld, en ik stel vertrouwen in zijne vaderlandschlieveude begeerte om de vrijheid te haudhaven, de industrie aan te moedigen eu de tinauciën van Frankrijk t,o herstellen." Hoe de minister overigens over de handels politiek van Thiers oordeelt is bekend. De protectio nistische beginselen van den franschen staatsman, zullen waarschijnlijk eene herziening van het haudelstraclaut met Engeland ten gevolge hebben, die niet zeer in den smaak der Engelsche re geering kunnen vallen. Lord Granville wees er dan ook op, hoe Cobden zich tegen al dergelijke inbreuken op den vrijen handel zou verzet heb ben. In allen gevalle verzekerde de minister, dat bij een of ander voorstel van Frankrijk te dezen opzichte, harer majesteits regeering dit in vriend schappelijke overweging zou nemen, daar zij niets liever verlangde dan tot het herstel van Frankrijk uit zijn tegewoordigen ongelukkigen toestand mede te werken. België. In de Belgische Kamer van Afgevaardigden heeft de heer Frère-Orban een vrij hevige inter pellatie tot den minister van binnenlandsche zaken, Kervijn van Lettenhove, gericht, over de ver plaatsing van drie onderwijzers op eene middel bare school in de gemeente Rochefort. De minis ter stelde vergeefsche pogingen in het werk om door het aanvoeren van koffiehuis-praatjes en andere merkwaardige getuigenissen te bewijzen, dit de drie onderwijzers waren uitgevaren tegen het gemeentebestuur van Rochefort. De erbarme lijke en verwarde explicaties van den heer Kervijn lieten ten slotte geen anderen indruk achter, dan dat de maatregel alleen het gevolg was van den haat der geestelijkheid tegen de drie onderwijzers, die een van hare dienaren wilde aanstellen tot het geven van het godsdienstig onderwijs op de middelbare school. Ziedaar de zelfstandigheid van het onderwijs in een land, waar de geeste lijkheid dén boventoon voert!! TECECtUAMMEN- Hndrld, 27 Juni. ('s avonds). De lieer Serrano heeft verklaard, eon voorstander der partij van verzoening te zijn, wier verval een groot gevaar voor de staatsinstellingen en voor de maatschappij zou opleveren. Men verzekert, dat de heer Moret heeft aan- geboden in het Ministerie te blijven, onder voor waarde dat zijn plan aangenomen en de over eenkomst met de Fransche Bank vernietigd wordt. In eène geheime bijeenkomst van de meerder heid in de Cortes heeft eene levendige discussie over de ministerieele crisis plaats gehad. De heer Zoula heeft gezegd, zijne portefeulle te willen behouden. In de zitling der Cortes is een jegens den lieer Moret vijandig amendement verworpen met 120 tegen 5 stemmen. Men gelooft dat de tegenwoordige Ministers allen zullen blijven. Florence, 28 Juni. De Senaat heeft het wets- qntwerp betreffeude den St. Gothard-spoorweg aangenomen. Par|js, 28 Juni. De inschrijvingen voor de leening bedragen in Parijs alleen 2700 millioen. Het cijfer der deelneming in de departementen en in het buitenland is nog niet bekend. Men verzekert dat de markies De Gabriac mor gen naar Berlijn zal vertrekken. Men zegt dat de graaf van Parijs heden te Ver sailles zal aankomen. Havre, 28 Juni. De Kamer van Koophandel heeft geprotesteerd tegen het plan om nieuwe inkomende rechten in te voeren. Voor de leening is hier ingeschreven 2-1 en te Rouaan 30 millioen. Par|j«, 28 Juni. Het Journal O/ficiel bevat een bericht uit Shanghai, waarin eene overwinning der Amerikaneu vermeld wordt, behaald op de inboorlingen van Corea. Een fort was genomen en verwoest; 500 Coreanen sneuvelden; terwijl de Amerikanen slechts 1 officier eu twee man verloren en zeven gewonden hadden. Wat verteld werd over instruction van Thiers, met betrekking tot de Romeiusche quaestie, is van allen grond ontbloot. Daaromtrent heelt Thiers hoegenaamd geene instruction gegeven. Versailles, 29 Juni. In de Nationale Vergade ring deelde de minister van financiën, Pouyer Quertier, den uitslag van de inschrijvingen voor de leeuing mede. Hij zeide, dat wij gisteren bin nen den tijd van 6 uren 4,500,000,000 franken bijeen hadden. Parijs had voor 2% milliard inge schreven, de departementen voor meer dan éen milliard, het buitenland voor éen milliard. Van sómmige plaatsen is daarenboven het bedrag der inschrijving niet bekend. Pouyer Quertier zeide, dat deze stand van zaken in staat stelt de verplichtingen tegenover Duitschland na te komen; de verlossing onzer provinciën zal er door bespoedigd worden, want Wij zullen de gestelde termijnen niet afwachten. Lenden, 29 Juni. Prins Napoleon is gisteren naar Duitschland vertrokken. De keizer en de keizerin van Brazilië worden heden hier verwacht. De Engelsche pers vveuscht Thiers geluk met den goeden uitslag der leenuig. Gemeenteraad. Zitting van heden. Voorzitter de heer Burgemeester. Geopend te twee uren. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Tollens, Hubreckt, De Premery, Hartevelt, Tieleman, Lezwnn, Le Poole, Buys, Verster, Cock, Van Heukelom, Van Outeren, Krantz en Van Wensen. Afwezig met kennisgeving de heeren Eigeman, Du Rieu en Bijleveld. Mededeeling van ingekomen Stukken, waaronder Een adres van de heeren Knijff en Kaptijn waarbij zij krachtige ondersteuning verzoeken voor hunne concessie van de lijn LeidenUtrecht, hetzij door sübBidie in eens of in termijnen, hetzij door bet ne men van aandeelen tot een bepaald bedrag. Gesteld in handen van B. en W. en de commissie van financiën. Een adres van het departement Leiden, der Maat schappij van nijverheid, waarin gewezen wordt op het groot belang van het teekenonderwijs op de open bare scholen voor on- en minvermogenden. Gesteld in handen van B. en Ws. Onderwerpen van behandeling. Worden benoemd: Tot 2den hulponderwijzer der 3de en 4de kl. aan de openbare lag re scholen n«. 2 en 1 voor minvermogenden, de li oer J. Dondorp en A. Van der Spiegel. Hierop worden achtereenvolgens zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen Aanvrage tot uitgifte in gebruik van een gedeelte gemeentegrond aan de kazerne aan de Wittepoort, bij den tuin der kweekschoool voor zeevaart, ten behoeve van het Rijk. Adres van B. Bongers, pachter van het tolhek aan den Rijnsburgervhet, tot schadelooss telling wegens geleden verlies door stremming der passage. Voordracht tot afschrijving of teruggave van plaat selijke belasting, dienst 1870. Rekening der Gemeente-apotheek, dienst 1870, en daarbij behoorende suppletoirs begrooting en staat van at- en overschrijving op de begrouting der Ver- eenigde Gaat- en Leprooshuizen. Suppletoire begrooting en staat van af- en over schrijving vau het H. G. of Arme Wees- en Kin derhuis, 1870. Staat van af- en overschrijving van het R. K, Wees- en Oudeliedenhuis, 1870. Suppletoire Btaat van begroeting eu staat van af- en overschrijving vau het R. C. Armbestuur, 1870. Suppletoire begrooting van het Nederlansch Israë litisch Armbestuur, 1870. Voordracht tot verkoop van een der kruidtorens. Suppletoire staat van begrooting dienst 1871. Adres van J. J. Knotter, houdende bet verzoek om in de stoep een keldergat te mogen maken en palen to Btellon. Adres van P. van Oerle, tot het leggen van een geplaveide stoep. De heer Buys verzoekt tijdelijke aanvulling der commissie van financien inet 3 leden, wegens tijdelijk vertrek uit de stad van hem verzoeker en den beer Scheltema. De raad bewilligt hierin. Tot de benoeming overgaande, worden aangewezen de heeren Krantz en Hartevelt, die zich deze be noeming laten welgevallen. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3