27 Juni. N». 3489. A». 1874. Dinsdag Feuilleton van liet „Leidsch Dagblad". DE FAMILIE-JUWEELEN. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenj3.00. Franco per post3.85. Afxonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS IJK li ADVKRTKNT1EN. Vooriederen regelƒ0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die iy beslaan. Wal moeien wij voor Frankrijk wensckeu? IV. iot os< Wij zijn met onze beschouwingen genaderd een tweeden candidaat voor den konings troon, namelijk tot den graaf van Parijs, oud- ten zoon van den in 1842 verongelukten hertog van Orleans, en derhalve een kleinzoon van Lodewijk-Philips De hertogen van Orleans Istsan op een geheel ander standpunt tegenover Frankrijk en het menschdom dan de graaf De Chambord. Terwijl deze laatste zijn prille jeugd aan het clericale hof van zijn grootvader doorbracht en na den val der Bourbons te Praag in dezelfde domperige omgeving werd opgevoed, genoot de graaf van Parijs, die bij den dood zijns vaders slechts 4 jaar oud was, den weldadigen invloed van eene verstandige, ontwikkelde moeder, waar door voor een groot gedeelte het minder vrijzin nige opvoedingssysteem van zijn oom den hertog v&d Nemours onschadelijk gemaakt werd. Na 1848 vluchtte de graaf met zijne familie naar Engeland, waar bij met zijn broeder, vooral na den dood van Lodewijk Philips, het voorwerp der ver standige zorg was van zijne moeder. Met zijn oom, den prins van Joinville, begaf hij zich bij bet uitbreken van den Amerikaanscben bur geroorlog naar Amerika, waar hij eenigen tijd sis officier in het leger der Unie diende. Hij huwde in 1864 met zijne nicht, de dochter van den hertog van Montpensier, en bracht sedert het grootste gedeelte van zijn tijd in Engeland door. Men gevoelt dadelijk het onderscheid tusschen zulk een leven vol afwisseling en ondervinding, grootendeels doorgebracht in landen waar de volksvrijheid bij twee zeer verschillende vormen der staats regeling, tot een hoogen trap is geklommen, ver geleken met de Jezuïeten-omgeving van den graaf De Chambord, onder voogdij van een bekrompen oom, te midden van een land, dat sedert eeuwen tot de trouwste aanbidders en verdedigers van het pausdom behoorde. De prinsen van Orleans zijn over het algemeen verstandige, ontwikkelde menschen, die zich na den val hunner dynastie niet hebben bezig gehouden met lamenteeren of het ineenweven van listige intrigues om zoo spoe dig mogelijk het verloren gezag terug te krijgen maar die van de gaven, hun door de natuur ge. schonken, krachtig hebben gebruik gemaakt om even als ieder gewoon menseh op de een of andere wijze zijn brood te verdienen. Zij staan bekend ais mannen van een eervol, dapper karakter, waarvan zij, hetzij in zee-, hetzij in 's landsdienst ook ten voordeele van hun vaderland herhaalde bewijzen gegeven hebben. Hoewel wij op het karakter van den graaf De Chambord niets hebben aan te merken, blijkt uit het gezegde voldoeude, welk een groot per- sooulijk verschil tusscben de leden der met elkan der verwante huizen bestaat. Doch ook iu hun eestelijk wezen, indien wij het zoo mogen uit drukken, in het beginsel, dat zij vertegenwoor digen, is een zeer groot onderscheid, en het is, gelooven wij, hier de plaats om onzen twijfel uit te drukkeu aan de berichten, die van verschil lende kanten zijn medegedeeld over eene fusie van het huis van Bourbon en zijn zijtak, het huis vau Orleaus. De vader van Lodewijk Philips, Philippe Egalité, schonk in den Noord-Ameri- kaanschen vrijheidsoorlog zijne sympathie aan den opstand (indien men zulk een schoooen strijd met zulk een in discrediet gebrachten naam mag bestempelen); hij voerde in l1S7 grooteoppositie legen de ouderdrukkingsmaatregelen vau het ministerie; hij werd in 89 lid der Staten-Gene- raal en schaarde zich bij de uiterste linkerzijde; hij ondersteunde den Parijsehen opstand, werd lid der nationale conventie enstemde voor den dood des konlngst Deze beginselen van den vader verschaften aan den zoon in 1830 eerst het regentschap en vervolgens de koningskroon; bij ontviDg haar niet krachteDS het recht zijner dynastie, maar uit de handen des volks, onder de banier der constitutioneele vrijheid, en met den titel van Koning der Fransehen. Door de Bour bons werd Lodewijk Philips dan ook bestempeld met den Daam van overweldiger; doch toen hij in 1848 het lot van Karei X onderging, toen de Bourbons begrepen, dat een nauwe aansluiting der verschillende royalistische partijen noodig was om nog eens de verlorene kroon te herwinnen, toen werden van uit Frohsdorff herhaalde malen voorstellen gedaan om eene fusie der twee takken tot stand te brengen. Die voorstellen zijn altijd afgestuit op de weigering der Orleans, en vooral van de verstandige moeder van den graaf van Parijs en den hertog van Chartres, die begreep, dat de beginselen der Bourbons en der Orleans onvereenigbaar waren. Indien dus nu de prinsen in de zoolang gevraagde fusie toestemden, dan zouden zij daardoor datgene verloochenen waaraan zij hun politiek bestaan te danken hebben, dan zouden zij op staatkundig gebied de schanddaad begaan van hem, die tot een zelfstandigen leef tijd gekomen zijnde, de vrouw verzaakt, wier schoot hem gekoesterd, wier borst hem gevoed heeft. Bij de bekende loyaliteit der prinsen vau Orleans kunnen wij slechts éene reden bedenken, die hen tot zulk een stap zou leideu. De vreese- lijke gebeurtenissen te Parijs hebben heD mis schien de gedachte doen opvatten, dat het herstel der monarchie noodzakelijk is om liet land te redden, en dat daarvoor eene vereeniging der beide takken moet tot stand gebracht worden. Doch wij gelooven niet dat mannen van hun karakter, vrijzinnigheid eu ontwikkeling in een troonsbestijging van Chambord het behoud van Frankrijk zullen zien. Zoo laDg derhalve de be richten eener fusie, die door eDkele dagbladen, door vele leden der Nationale Vergadering mede gedeeld zijn, niet door de eerste belanghebbenden worden bevestigd, zoo lang houden wij vast aan ons goed vertrouwen op de Orleans. Dat zij de geruchten niet formeel tegengesproken hebbeD, dat betreureD wij voorzeker; doch dat zij er hunne goedkeuring nog niet aan hebben gehecht dit is voor ons een reden om aan hunne weigering te gelooven, omdat, iudien zij door de fusie den invloed der monarchale partij wilden vergrooteu geen schoonere gelegenheid daartoe kan worden aangeboden dan tegen de ophanden zijnde aan- vull'Dgs-verkiezingen der Nationale Vergadering. Daar wij dus nog niet aan de ineensmelting der beginselen van het goddelijk recht en van den wil des volks gelooven, zullen wij de can- didatuur van den graaf van Parijs beoordeelen volgens het laatste principe, waaraan de Orleans kun staatkundig bestaan ontleenen. Hij, die eenmaal bedrogen is, heeft het recht om voor de toekomst waarborgen te eiscbenFrank rijk is iu de laatste SO jaren voortduren bedrogen, het heeft dus recht, om iu de goedkeuring dier waarborgen zich zelfs eenigszins wantrouwend te loonen. Welke is nu de gewone wijze om aan een volk zekerheid voor de toekomst te geven Eene constitutie. De constitutie, dat is het too- verwoord, dat aan de Fransehen in 1814 de mis bruiken en onderdrukkingen der Bourbons deed vergeten; dat in 1830 millioenen stemmen het welkom aan Lodewijk Filips deed toeroepen; dat in 1848 den mond sloot van hen, die met angst en wantrouwen den president der repu bliek liet roer in handen zagen nemen. Schen ding der constitutie, dat is het woord, dat in 1830 de Juli-omwenteling te voorschijn riep; dat 18 jaren later den Februari-opstand en als gevolg daarvan de Juni-dagen over Frankrijk bracht; dat in 1851 het gouvernement in't leven riep, waaraan Frankrijk den oorlog van 1870 en zijne diepe vernedering te danken heeft. Behoeft mea sterker bewijs, dat het geven eener beper- keude grondwet niet voldoende is om de toe komst van een land te verzekeren? Blijkt niet onwederlegbaar hieruit, dat niet alleen op de persoon gelet moet worden, wiens macht men door de constitutie wil beperken, maar ook op den regeeringsvorm, die de meeste waarborgen oplevert, dat zij ongeschonden zal blijven? Welnu, wij hebben, zooals wij hierboven mede deelden, vertrouwen in de persoonlijkheid vau den graaf van Parijs; wij gelooven, dat hij bij eene event ueele troonsbestijging den oprechten wensch zou koestereu, om Frankrijk iD vrijzin nigen geest op de baan des tijds vooruit te leiden. Maar de menseh is alleen aansprakelijk voor zijne innerlijke lioedaiiighedeu men kan niet van hem vergeu, dat hij insta voor de uitwendige omstandigheden, die hunnen iüvloed op hem zullen komen uitoefenen. Voorzeker zou een schoon ideaal tot vervulling gebracht worden, wanneer een man opstond die kon zeggen„Hier ben ik, hier zijn mijne beginselen, en al moest nu de hemel op mij nedervallen, ik zal er aan getrouw blijven." Maar dat men aan zulk eene verzekering tot nog toe geen onvoorwaardelijk vertrouwen kan schenken, dat bewijst het banale, maar ware spreekwoord„Errare humanum est." De quaestie komt dus eenvoudig neder op het zoeken naar dien regeeringsvorm, die de meeste waarborgen oplevert, dat uitwendige invloed en omstandigheden de goede innerlijke hoedanighe den van het hoofd van den staat niet komen veranderen. En dan zijn wij de overtuiging toe gedaan dat voor Frankrijk (wij drukken op deze bijvoeging) de constitutioneele monarchie min der aan dit vereischte zal beantwoorden dan de gematigde republiek. Om deze overtuiging te motiveeren moeten wij nog eens teruggaan inde geschiedenis; zij toch is de leermeesteres, die vele rampen aan alle volken zou bespaard hebbeu, indien hare lessen trouwer door hen waren bij gewoond; en vooral in Frankrijk hangt de tegen woordige toestand zoodanig met het verledeue samen, dat men uit hetgeeu gebeurd is bijna kan besluiten wat iu een gegeven geval gebeu ren zal. Louis Philippe kwam met de beste bedoelingen aan de regeering; hij wilde den burgerstand ont heffen van de onderdrukking, waaraan zij van de zijde der priesters en den adel bloot stond hij wilde het kiesrecht uitbreiden, het recht van vereeniging ontwikkelen, aan de drukpers van knellende banden bevrijden, kortom aan zijn land vrijheden geven, die neergelegd werden in de constitutie, waarvan die van 1814 de grondslag uitmaakte. Doch de koning had buiten deomstan- digheden en Frankrijk buiten Lodewijks persoon lijke gebreken gerekend. Door de legitimisten aan den eenen, door de steeds voortgaande revolutio naire beginselen aan den anderen kant gedrongen beproefde Lodewijk Philips te vergeefs het zoozeer door hem geliefde juste milieute houdeu. De schaal moest uaar een van beide zijden overslaan en bet bleek spoedig dat het zwaartepunt lag bij de oude Bourbousche beginselen en bij de bevordering van het eigeD belang. De ingestelde kamer der Pairs werd geheel een werktuig iu handen des kouings eu meer een oppergerechtshof voor staats misdaden dan eene vertegenwoordiging. Op de samenstelling der kamer van afgevaardig den werd door ooikoopiug eu andere middelen eene pressie uitgeoefend, zooals misschien onder het tweede keizerrijk in den regel niet voorgekomen is. En de koning maakte helaas van deze midde len gebruik om zijn eigen en nog wel zijn gel delijk belang te bevorderen. Hij liet zich eene aanzienlijk verhoogde civiele-lijst toekennen; hij bezorgde alllerlei jaargelden aan de ledeu zijner familie; hij voerde het budget op tot eene ver vaarlijke hoogte, terwijl hij „bij zijne troonsbe klimming de belofte van een goedkoope regee ring" had gegeven. Het kiesrecht, dat zoo hoog noodig moest uitgebreid worden, daar slechts de geld-ari9toiratie en de zoogenaamde mannen van geboorte er van profiteerden, werd slechts zoo ver gewijzigd, dat de cencus van 300 op 300 franken kwam, zoodat het aantal kiezers nog onder het half millioeD bleef. Het gedrag van Louise Philippe deed vele en bloedige beroerin gen ontstaan, die echter steeds onderdrukt wer den, en slechts strekten om den koning op den weg der reactie sneller te doen voortgaan. De mislukking vau den aanslag van Fieschi met zijne helsche inachiue had eene wet tengevolge die het recht vaD vereeniging en de vrijheid (Novelle naar het Hoogduits oh). (Vervolg.) Onwillekeurig was de toon van Felix weder lang zamer en ernstiger geworden, toen hij den president die zware aanklacht herhaalde; maar ook ditmaal bleef het gelaat van dezen even kalm als altijd en vroeg hij op onverschilligen toon„Mengden de politiebeambten zich niet daar in en weten ze van zulk een onwaardige beschuldigiug? Die goede menschen veroorloven zich in hun dienstijver en verdediging hunner superieuren vaak kleine over tredingen." „Niemand hoorde het dan ik," antwoordde Felix. „Hij voegde er dit zeker bij, om mij aan te sporen u te bewegen om hem morgen zoo vroeg mogelijk te spreken, eer hij voor den rechter van instructie gevoerd wordt." „Ah, zoo, verlangde hij dat?" vroeg de presi dent losjes. „Dringend," antwoordde Felix, „bij voegde er zelfs bij, dat hij u volledige bekentenis wilde afleg gen, en gij zult van zijn verlangen door den com missaris ook nog wel officieel bericht ontvangen." „Dan moet ik aan zijn verzoek voldoen, wat ik echter ook zonder dat zou gedaan hebben," hernam de president vol zalving; „het is zoo zoet den beleediger te troosten en te verkwikken." En nu mijn zegen, Felix, niet voor de rijke er fenis die u, zoo als gij zegt, zoo onverwacht ten deel valt, maar voor het bezit eener bruid, die eindelijk uw hart gekozen heeft. Moge de Heer uwe verbindteuis zegenen en u leeren, dat een levendig geloof beter is dan goud en n ZijueD vrede schenken. Het is de tijd onzer avondoefe ning, wilt gij niet met ons den Heer prijzen voor zooveel genade, Felix?" „Ik dank u, vader," antwoordde de jonge man ernstig. „Gij weet, ik bid alleen, onze harten zijn heden zoo verschillend gestemd, laat ons dan ook ieder afzonderlijk tot God gaan, hij heeft een oor voor allen, voor gelukkigen en treurigen." De president schudde zwijgend het hoofd, nam het licht en ging naar de deur door Felix gevolgd. Deze nam onder aan de huisdeur afscheid en hoorde de bel nog, die alle huisgenooten tot de avondoefening riep. Voor de eerste maal vervulde die toonen de ziel van Felix met blijdschap en geruststelling; de president moest toch opgewekt en zonder schuld zijn, om niet de zijnen God te kun nen prijzen en danken dat den schuldigen tot een gericht moest zijn eu du eerst gevoelde Felix duidelijk, hoezeer de vrees, dat de president toch niet vreemd was aan die vervalsching der dood- attesten, hem ter neer gedrukt en verontrust had. Een man met een zoo door schuld beladen hart zou den moed en de noodige zielerust gemist hebben, anderen boete te prediken, terwijl het zwaard van Damocles boren zijn eigen hoofd hing. Maar als Felix in dienzelfden Dacht voorbij het huis ware gegaan, waarin zijne jeugd zoo vreugdeloos was voorbijgegaan, dan zou hij ge zien hebben, dat het licht in de kamers vau den president eerst verdween, toen het door de eerste zonnestralen van den aanbrekenden dag on zichtbaar werd, evenals de schaduw eener onrus tig op en neer gaande gestalte, die zich den ge- heelen nacht tegen de neergelaten gordijuen had vertoond, en dat het gebed van den president hem de vrede en den slaap des rechtvaardigen niet hadden kunnen verwerven. Ook in het kleine tuiniershuisje dat mevrouw Baum bewoonde, verdween eerst tegen den morgen stond het licht der lamp, dat de veDSters verlichtte der kamer waarin Vietoriue met hare moeder sliep. Toen Felix weggegaan eu de beide vrouwen alleen waren, herkreeg mevrouw Bauui aau de borst harer dochter langzamerhand hare bezin ning en helderheid van geest om de geschie denis harer jeugd, die zij met al het treurige, dat daariu lag opgesloten, haar levenlustig kind nog altijd verborgen had gehouden, te verhalen. „Victorine," zeide de arme vrouw weenend, toen deze naast haar zat en hare zachte, warme hand in de hare hield, ik licht nu den sluier op van mijn verleden en ook van het beeld uws vaders, het is niet geheel vlekkeloos,wie ware er ook zonder schuld,inaar gij moet dat dierbare beeld daarom niet miDder liefheb ben en vereeren, als ik u altijd geleerd heb. Van al het leed dat ik te dragen heb gehad, kon het de grievendste smart zijn, die ik niet zou kunnen dragen, als mijn kind zich trotsch en onverschillig van het aandenken haars vaders kon afwenden, omdat hij menschelijkerwijze gedwaald heeft. En dan, Victorine, toen de weegschaal zijner schuld neerzonk, toen heb ik in de andere zoovele duizende tranen van vergevende liefde, zoovele vurige wenschen en gebeden om vergeving ge legd, dat zij nog dieper zonk, dan gene, en God die rechtvaardig de maat kent, heeft aangenomen (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1