Van goederhand wordt vernomen dat de heer Mr. C. Fock wellicht den uitslag der herstem mingen zal afwachten, alvorens zich te verklaren, wat betreft het district, waarvoor hij zitting zal nemen in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer der Staten-Geueraal zal heden-middag te half vier uren hare werkzaam heden hervatten. Men verzekert dat zij omstreeks drie weken zal bijeen blijven, on de wets-ont- werpen die van den meest dringenden aard zijn, af te doen. Het antwoord des Ministers van Koloniën op het afdeeltngsverslag betrekkelijk den spoorweg öamaraug-Vorstenlanden blijkt, dat de toestand der Maatschappij, die naar beste weten, aan hare verplichtingen ook jegens den staat kan voldoen, jaarlijks verbetering belooft Uit is ook de alge- ineene indruk, blijkens de toenemende waarde van de aaudeelen. Reeds zijn lóO mijlen in exploi tatie, dat is van de geheele lijn. De ontbre kende afstand is spoedig nog te verkorten. Ook van het zeer tnoeielijk terrein van Briugin naai de beoelaarsbrug (brug over de Toentaug inden postweg van Samarang naar Salatiga), is een groot gedeelte der baan gereed. De verdere be- noodigde spoorwegstaven en het rollend materieel zijn betaald en in Indië aanwezig. Nog drie lokoinotieven tengevolge van het ruimer vervoer dan verwacht werd benoodigd, werden er ver- eischt, waarvan de kosten op ongeveer 100,000 worden geschat. Om de nog overblijvende 43 mijlen af te werken schieten dan ongeveer 34.000 per mijl over, 't geen naar waarschijnlijke bere kening meer dan genoeg is. De afdeeling voor Wis- en Natuurkundige We tenschappen van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, zal eene gewone vergadering houden op Zaterdag den 24sten Juli e. k.,'s mid dags ten twaalf ure, in het gebouw der Academie (Trippenhuis) te Amsterdam. Jhr. Mr. O. B. De Rheden van Öwinderen heeft aan het Instituut van Doofstommen te Groningen gelegateerd de som van 1000, vrij van successie. Voor de arrondissements rechtbank te Arnhem stond gisteren te recht de burgemeester van een naburige gemeente, beschuldigd van hoon. In twee openbare raadsvergaderingen zou hij nl. van den dokter, vroeger gemeente-geneesheer, verklaard hebben, dat deze was een leugenaar. De eerste maal had dit plaats hij gelegenheid, dat de dokter eenige rekeningen te laat aan den raad indiende do tweede maal, bij gelegenheid dat er een re quest was ingekomen van iemand om tot gemeente geneesheer benoemd te worden, daar de vorige inmiddels was ontslagen. Een der raadsleden stelde toen voor, den ontslagene weder te benoe men, waarop de burgemeester zou gezegd hebben „wat zullen wij met een leugenaar doen?" en' toen een der raadsleden aanmerkte, dat die uit drukking wat kras was „dat zal ik hem bewijzen." De uitdrukkingen werden bewezen door de vrij eenstemmige verklaringen der gehoorde getuigen, vier raadsleden, onder welke twee wethouders, en door de bekentenis des beklaagden. De substituut-officier van justitie betreurde het, dat deze strafactie aanhangig was gemaakt, en dut het hem niet had mogen gelukken, den be klaagde te permoveeren, om de zaak uit de wereld te maken. Intusschen meende hij, dat de geïn crimineerde uitdrukkingen vielen m de bepaling van art 375 C. P., en dat het ook in eene open bare raadsvergadering, bij wege van ongevraagd advies, niet geoorloofd was, dergelijke woorden aangaande iemand te bezigen. Ook de jurispru dentie dezer rechtbank was met dit gevoelen in overeenstemming. Hij concludeerde derhalve tot veroordeeling van den beklaagde tot 2 geldboe ten van 50 elk, subsidiair tot 7 dagen gevange nisstraf voor iedere boete. Mr. Van Gelein Vitringa, de verdediger des be schuldigden, beriep zich voornamelijk op art. 47 der gemeentewet, dat, in overeenstemming met art. 74 der provinciale wet en art. 92 grondwet, de vrijheid van discussie in de raads-, provin ciale- en kamervergaderingen waarborgt. Hij ontvouwde drie systemen, die omtrent art. 47 beslaanhet eersie, dat den leden de meest onbeperkte vrijheid van spreken geeft, en hen nooit vervolgbaar stelt; het tweede, dat hen alleen wil doen vervolgen, als zij iemand iets ten laste leggen, zonder dat er over die persoon wordt gediscussieerd; het derde, dat van den substituut-officier (volgens pleiter), dat iemand in zulk een geval altijd wil straften, ook al maakte de beleedigde persoon een onderwerp van dis cussie uit. Met dit laatste stelsel kon pleiter zich in geeuen deele vereenigen; zelfs in Duitschland bestaat dit niet. In casu meende pleiter, dat, hoewel op de convocatiebriefjes voor de tweede gemeenteraadsvergadering de rtaam van den be leedigden dokter niet was genoemd, hij toch door een ander raadslid in de discussie was gemengd, zoodat de burgemeester gerechtigd was zijn ge voelen over hem uit te spreken. Tot staving van zijne beweringen,, beriep pleiter zich op de juris prudentie van sommige rechtbanken en van den Hoogen Raad; waarop echter de Rechtbank te Arnhem een uitzondering maakte. Zijue conclusie strekte, hetzij tot niet ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie, als de Rechtbank het eerstgenoemde systeem mocht zijn toegedaan; hetzij tot ontslag van rechtsvervolging van den beklaagde, als zij het tweede gevoelen omhelsde. Na re- en dupliek werd de uitspraak op a. s. Diusdag bepaald. Door de Arrondisseuients-Rechtbank te Öneek is de navolgende voordracht opgemaakt ter ver vulling van de vacature in dat colege, ontstaan door de benoeming van den rechter Mr. L Reitsma tot kantonrechter te Sneek1'. Mr. J. J. Kuipers, griffier bij het kantongerecht te iieerenveeu2°. C. F. G. Menthon Bake, subst. griffier bij de Arrond.- Rechtb. te Almelo, en 3°. Mr. J. W. Telling pro cureur bij de Arr.-Rechtbank te Sneek. De Tijd verscheen gisteren den verjaardag van des Pausen kroning in buitengewoon fruaien vorm. Het nummer is gedrukt op zwaar velijn papier, waarvan de eerste bladzijde, geheel in gouddruk, een meesterstuk is van typografische uitvoering en behalve het gewone hoofd dier courant, iu een keurigen lijst door het pauselijke wapen bekroond, een gedicht bevat „De Palm des Konings" getiteld. De Minister Van Staat en van Binueulaudsche Zaken, heeft goedgevonden1". te bepalen, dat de com missiën, belast met het afnemen der exa- meus B en C, volgens artt. 6065 van genoemde wet, voor het jaar 1871 zitting zullen houden te Delft2°. te benoemena. tot lid en voorzitter der commissie voor examen B (artt. 6165) Dr. G. F. VV. Baehr, hoogleeraar aan de Polytech nische school te Delft; tot leden; E. Steuerwald, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft; A. J. Van Pesch, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft; Dr. F. W. C. Krecke, oud-directeur van het meteorologisch observatorium te Utrecht; Dr. H. R. T. Hubrecht, directeur van de handels school te Auisterdam; G. J. Morre, leeraar aan ile Polytechuische school te Delft: J. C. d'Arnaud Gerkens, leeraar aan Hoogere Burgerschool te Delft, te 's-Hage; 6. tot lid en voorzitter der com missie voor examen B. (art. 66) en C (artt. 6165) D. Grothe, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft; tot leden: Dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft; E. J. Van den Berg, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft; E. Gugel, hoogleeraal' aan de Polytechnische school te Delft; E. Steuerwald, hoogleeraar aan de Polytechni sche school te Delft; Dr. H. Vogelsang, hoog leeraar aan de Polytechnische school te Delft; Mr. J. L. De Bruyn Kops, hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft, te 's-Hage; G. Van Diesen, eerstaanwezend ingenieur bij den aanleg der Staats-spoorwegen te Utrecht; Dr. F. W. C. Krecke, oud-directeur van het meteorolo gisch observatorum te Utrecht; Dr. H. R. R. Hu brecht, directeur van de handelsschool te Amster dam A. Huët, leeraar aan de Polytechnische school te Delft; J. O. d'Arnaud Gerkens, leeraar aan de hoogere burgeschool te Delft, te's-Hage; F. Ph. Mahieu, algemeen opziener op het stoom wezen der spoorwegdienstendie uitgenoodigd worden om zich te Delft te vereenigen op zoo- danigen tijd als hun nader door den voorzitter zal worden medegedeeld. Met den lsten Juli aanstaande wordt aan den kapitein der 2de klasse bij het korps mariniers K. H. Koentze opgedragen de functie van adju dant van den nieuw benoemden kouimandant van dat korps, den kolonel D. Vreedenberg. Z. M. heeft den heer A. Goldberg erkend als consul-generaal der Vcreeuigde Staten van Co lumbia in Nederland. Z. M. heeft aan Mr. W. J. Huygens, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 Juli 1871, eervol ontslag verleend als griffier hij het kantongerecht te Naaldwijk. Z. M. heeft met ingang van 1 Juli 1871, be noemd tot griffier bij het kantougerecht te Naald wijk Mr. G. J. D. Hondius, thans plaatsvervangend kantonrechter en advocaat aldaar. Z. D. heelt benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arrondissements rechtbank te Maastricht Mr. P. B. H. M. Swart, advocaat en candidaat- notaris aldaar. 13 1 IN" IN" AS IN" L .A. IS" ID. Amsrerdam, 21 Juni. Op de heden gehouden algemeene vergadering der Nederlandsch Indische Handelsbank, is door den voorzitter van den raad van commissarissen, verslag uitgebracht over 1S70. Daaruit, bleek, dat de winst in Europa heeft be dragen ƒ287.153.62 Ned. Ct. en in Indië7452.603.83% Ind. Ct., zijnde 11% pCt. over het kapitaal en 7109.827.60 tneer dan in 1869. Dit bedrag is echter wegens aanzienlijke afschrijvingen in Indië ge daald tot fl23.409.26, waarvan 79.25 of 3% pCt. per aandeel uitgedeeld kon worden. De verga dering heeft de rekening en verantwoording be krachtigd, het dividend als boven vastgesteld en tot commissarissen herbenoemd de heereu A. Van Geuns alhier en Mr. H. Klein te Batavia en tot commissaris benoemd den heer J. D. Fransen van de Putt» te 's Gravenhage, in plaats van den heer W. Von Rath, die bedankt heelt. Gisterennamiddag is het Engelsche Schoe nerschip Brightland Sea van Londen over Am sterdam te Velsen aangekomen, met een lading hout voor de kanaalwerken. Dit is het eerste zeeschip dat te Velsen is aangekomen, een ge beurtenis, welke door het uitsteken van vlaggen op den Loswal gevierd werd. Bij den Burgemeester is ontvangen ten be hoeve van de algemeene armen der gemeente, een bankbiljet groot f 1000, van een R. Katho liek, bij gelegenheid der Piusfeesten. Het Prov. Gerechtshof alhier heeft, bij arrest van heden, uitspraak gedaan in de bekende zaak betreffende de vervalschingen in het bevolkings register te dezer stede. Het Hof heeft daarbij den beschuldigde Samuel Marcus Koster, looper bij dat bevolkingsregister, vrijgesproken van de hem te laste gelegde 17 vervalschingen in dat register en 19 oplichtingen, op grond dat deze niet vol- moge, hij is niet almachtiger dan mijne liefde moeder en de liefde kan den vloek in zegen doen veranderen. Ik vrees daarvoor niet, de haat eindigt met het leven, de liefde echter gaat tot over gene zijde des grafs, vanwaar zij gekomen is, en daarom wil ik ze ook niet opgeven, en gij wilt het zelve ook niet, gij, die alle avonden bidt; ver geef ons onze schulden, gelijkerwijs wij vergeven onze schuldenaren, gij zult een hart niet naar vergeving laten smachten, dat twintig jaren lang uw vloek heeft gedragen. Dat zult gij, dat kunt gij niet; en nu zoudt gij een on- schuldigen willen ter neer buigen door uwe harde woorden, wilt hem van uw drempel verbannen, en uw kind, dat hem niet verlaten wil, met hem? De geheele zwaarte van uw vloek moet dus het hoofd treffen, waarover gij anders zegen afsmeekt, en gij wilt het hart breken, dat uw geheele rijkdom was?" De tranen vloeiden langzaam maar aanhou dend over de bleeke wangen der ongelukkige vrouw en plotseling stond zij op en legde hare hand op het hoofd van haar kind. „Neem hem dan," zeide zij sidderend; neem hem; toen gij mijn zegen verlangde, dacht ik niet dat ik bij die gift van mijn moederlijk hart, ook nog het zware offer van mijn bitteren, trevrigen haat zou moe ten voegen. Maar gij hebt gelijk, de liefde is sterker dan de haat, ik gevoel dit bij uw drin gend verzoek. Eu nu laat ons hedenavond alleen verzocht zij aan Felix; „Victorine mag mij niet ongehoord van hardheid aanklagen, eu morgen als mijn hart de last heeft afgeworpen, als ik uitgeweend heb en het weder helder en klaar in mijn binnenste is, dan moogt gij komen en den zegen en de liefde vorderen, die ik zoo even voor den neef van mijn vijand niet kon vinden." Felix begreep en eerde dit gevoelhij kuste stom de hand die zij hem toestak, legde Victo rine in hare armen en verwijderde zich spoedig. In het hotel „Keizershof" kon men tegen den avond van dienzelfden dag, een ongewone drukte opmerken. De eigenaar en de oberkellner ston den in een zacht en gewichtig gesprek in den gang, waar twee politieagenten tegen den muur leun den, kellners en de dienstboden maakten zich op trappen en overloopen meer te doen dan noodig en den heer des huizes aangenaam was, en daar- tusschen sloop de bediende van baron Monte- caldo als een toonbeeld van angst en schrik op en neer tot bij de dienaren der gerechtigheid, wien hij oogenschijnlijk niet voorbij kon of mocht komen, verlangend zijne sluwe blik ken naar de opene huisdeur wendend. Boven hield de politie huiszoeking in de kamers en de papieren van den baron en hoewel zulk eene gebeurtenis op zich zelve gewichtig genoeg is, om drukte te weeg te brengen, zoo werd hier de stof tot allerlei geruchten vermeerderd door de vele opmerkingen aangaande den baron, die ieder gadegeslagen wilde hebben, en thans voor den dag gebracht werden. Nu en dan hoorde men boven luide stemmen, klagend protestee- rende en ernstige, geruststellende woorden. Eindelijk opende zich de deur van het woon vertrek van den baron Montecaldo, de luisteraars stoven naar alle zijden uiteen, en de eerste die zich aan de deur vertoonde was Radauer, die geheel verslagen op Felix en een knecht leunde. Niettegenstaande zijn aanval van podegra, had hij zich naar de plaats laten brengen, waar al zijne ijdele verwachtingen en de zoete hoop, zich in diepe beschaming moesten oplossen. Felix scheen medelijden met hem te hebben, hij geleidde hem zorgvuldig, en in zijn geheele handelwijze lag meer achting en zorg, dan hij den ouden man ooit bewezen had. Wordt vervolgd.) doende rechtens bewezen zijnmaar hem schuldil m verklaard aan een vervalsching in een door heil ga als geschreven erkend verhuisbiljet, waardool be in strijd met de waarheid een afschrijving vaij va het bevolkingsregister en tijdelijke vrijstelling van kf den schutterlijken dienst is verkregen door eën zekeren S. H. Het Hof heeft aangenomen tlatJie vervalsching is geschied met een bedriegd' oogmerk, o. a. op grond van de voor die vrijst] stelling door genoemden S. H. heoi, verschuldigde ter hand gestelde belooning en verder beslist dt het Staatsbelang is benadeeld door het wegnemei der kracht van het bevolkingsregister als contrtj] van de registers voor den schutterlijken dient en tevens de rechten van derden zijn verkoi die door deze vrijstelling in den schutterlijkt dienst konden vervallen. Het Hof heeft veni geoordeeld dat dit valsche verhuisbiljet behoor ouder de andere certificaten, waarvan in art. li van het Code Pénal wordt gewag gemaakt den beschuldigde ter zake van valschheid in ee| dergelijk certificaat, met toepassing van verzacli tende omstandigheden, veroordeeld tot eene ce lulaire gevangenisstraf van 1 jaar en een geit boete van fbO. In het netwerk van stegen op de Reguliert breestraat, alwaar men ter eere der Pius-feeste de gevels der huizen monsterlijk had uitgedoi of met vlaggen eu wimpels voorzien, hebbei gisteren eenige ongeregeldheden plaats gehad ;di vlaggen en wimpels werden moedwillig in bram gestoken, hetgeen tot protesten aanleiding de onruststokers zijn in verzekerde bewaring ge nomen. Amsterdam, 22 Juni. De kiesvereeniging Bur gerplichl te Amsterdam heeft den heer J. P. Di Bordes candidaat gesteld bij de herstemming al daar voor de Tweede Kamer. Het bevel over het plaatselijk kommande- uicnt alhier is voorloopig opgedragen aan dei luitenant-kolonel J. F. Beekman, kominandanl van het te dezer stede gesiationneerde depot van het 7de reg iuf. Monnickindam, 20 Juni. Het bestuur van he genootschap der Moederlijke Weldadigheid alhier mocht zich heden bij vernieuwing verheugen, door de ontvangst eener belangrijke bijdrage a 7100 door H. M. de Koningin, ten beboete van genoemde inrichting geschonken. 's-Gravenuaqe, 21 Juni. Aan het Departement van Marine is heden aanbesteed de leverinj van: n'. 1. patentolie; 2. raapolie; 3. lijnolie; 4. boomolie. Alles voor de direetiën der Marine te Amsterdam, Willemsoord en Hellevoetsluis.1 Minste inschrijvers waren 11°. 1, de heeren Al her ding en Zoon te Amsterdam voor Arnsterdtns a 750.45; Willemsoord a 750.95 en Hellevoet- sluis a 751.40; u°. 2. dezelfde heeren a 50.30, n°. 8. de heer W. H. Van Zanten te Leiderdorp a 757.44 en 11°. 4. wederom de heeren Alberdin] en Zoon te Amsterdam, voor Amsterdam a 755] voor Willemsoord a f 55.50 en Hellevoetsluis a7 56. Alles per 100 kilos. Een boerenmeid, die zich jl. Maandag van Voorschoten herwaarts begaf en vermoeid op een bank iu het bosch had plaats genomen, knoopte daar kennis aan met een smidsjongen. Spoedig waren zij op zeer vertrouwelijken voet en werd zij zoodanig door amor heheerscht, dat hetjonge mensch gelegenheid vond zich van hare oorbellen en halsketting meester te maken, waarmede lii zich toen ijlings verwijderde. 's-Gravenhage, 22 Juni. HH. KK. HH. de Prin sen van Oranje en Frederik hebben aan de alhier gevestigde commissie tot het verzamelen van gif ten voor het detachement militairen van het ver brande stoomschip Willem III, eene geldelijke bijdrage doen toekomen. Scheveninqen, 22 Juni. De brutale bedelaar, die zoo 't schijnt om vrees aan te jagen voorgaf lid der commune te zijn, is, naar men verneemt, dank zij de waakzaamheid van den inspecteur van politie Kloppert op straat ondekt en gearre steerd. Hij is Duitscher en werktuigkundige van beroep. Hij had in het logement van den heer D. zijn intrek genomen. Dordrecht, 20 Juni. Aan den H. J. Menalds van Schouwenburg, benoemd tot directeur der hoogere burgerschool te Amersfoort, is eervol ontslag verleend als leeraar aan de hoogere bur gerschool alhier. Utrecht, 22 Juni. De Utrechtsche kiezersver- eeniging heeft voor de herstemming voor een lid voor de Tweede Kamer in dit hoofdkiesdistrict ook weder Mr. W. R. Boer candidaat gesteld. Arnhem, 21 Juni. Voor de Arrondissement?- Rechtbank alhier, stond gisteren terecht Grietje E., oud 50 jaren, geboren te Nieuwe Pekel-A. Zij stond terecht wegens oplichting. In Februari nl. had zij, terwijl zij te dezer stede woonde, per advertentie in de N. R. C. zich als huis houdster disponibel gesteldzij gaf daarbij op te zijn een weduwe van een docter en meereen plaatsing te zoeken om gezellig huiselijk ver keer, dan om geld te verdienen. Zij was dan ook bereid zelfs te betalen voor hare plaatsing. Een eerzame scheepstimmerman uit Lekkerkerk werd verlekkerd op dit aanbod, kwam uaar Arnhem over en besprak met haar de conditiën. Zij zou 7500 toegeven, maar van hem een bed

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2