geen bemiddelend resultaat geleid. De vis-
schers gaan voort geep te vangen en bij wagens
vol voor de deur van den kooper te brengen,
terwijl deze de ontvangst blijft weigeren. Intus-
schen, sedert de commissaris van politie toelaat
dat die geep door de arme lieden wordt wegge
haald, (in den beginne werd ze in zee gewor
pen), verschaft die geepen-quaestie de koddigste
tooneelen. Zoo dikwijls de deurwaarder namens
de visschers zijn exploit aan den kooper doet, die
natuurlijk telkens de onderteekening weigert,
heeft zich reeds lang te voren eene machtige
cordon van liefhebbers rondom de wageus met
geep geposteerd en staat, met zakken gewapend,
op den sprong om aan te vallen; met kracht en
geweld moeten de agenten van politie de bele
geraars in bedwang houden; en nauwelijks heeft
nu de deurwaarder de woning des koopers ver
laten, of op een wenk van een der agenten, stor
ten zich allen als gieren op de wagens en in
een oogenblik zijn de geepen in zakken en mand
jes verdwenen.
js-Gravknhage, 19 Juni. De Vereeniging „Het
Zilveren Kruis" heeft gisterenavond in de socië
teit de Vereeniging, onder voorzitterschap van den
vice-president den heer Furstner, haar gewone
jaarlijksche vergaderiug gehouden. De voorzitter
opende de vergadering met een welkomstgroet,
maar deed tevens mededeeling, dat weder negen
leden door den dood aan de Vereeniging waren
ontrukt; het was hem tevens aangenaam te kun
nen mededeelen, dat generaal Duycker als lid tot
de Vereeniging is toegetreden. Vervolgens heeft
de heer A. A. Van Brussel een redevoering ge
houden en den toestand van 181315 in verge
lijking met den tegen woordigen besproken. Daarna
had er een verkiezing plaats ter vervanging van
de drie aftredende bestuursleden de heereu Schif-
fer v. Bleiswijck, kolonel Windsheim en Furstner.
In plaats van den heer Sehiffer v. Bleiswijck werd
benoemd de luitenant-generaal Van Muiken, ter
wijl de beide andere leden zijn herkozen. De lui
tenant-generaal Van Muiken werd vervolgens tot
president der Vereeniging gekozen. Het overige
van den avond werd vriendschappelijk doorge
bracht.
Het aantal vreemdelingen, die op de feest
dagen van 17 en 18 Juni herwaarts zijn gekomen,
was hoogst aanzienlijk. Per Rijnspoorweg werden
er langs de lijn van Gouda naar hier ongeveer
3600 aangebracht; per Hollandschespoorweg van
Amsterdam, Haarlem, Leiden, Schiedam en Rotter
dam 2641, en die van de overige stations van
laatstgenoemden weg kunnen op 1000 gesteld
worden. Van Delft werden bovendien per schuit
250 en per tramway 175 reizigers ongeveer naar
hier vervoerd.
Aan het prov. bestuur is aanbesteed, den
bouw eener dubbele ijzeren rolbrug over de
schutsluis van het kanaal door Voorne te Nieuwe-
sluis, in 2 perc. Aann.perc. 1, J. W. Terberg,
te Nieuwenhoorn, voor f3988; voor perc. 2, D.
A. Schretlen en Co., te Leiden voor 115,180.
Delft, 19 Juni. Omstreeks halftwee heeft te
Delft in het laboratorium van 's Rijks magazijn
aan de paardenmarkt eene ontploffing van bus
kruit plaats gehad, naar men zegt, ontstaan door
het ledigen van patroonhulzen, waardoor 3 mili
tairen ernstige en 5 militairen minder ernstige
brandwonden bekwamen.
Gouda, 18 Juni. Door den Gemeenteraad is, op
verzoek van eenige inwonende kramers, met 7
tegen 5 stemmen besloten, om gedurende den
tijd dat de kermis hier zou moeten plaat6 hebben,
aan de inwonende kramers standplaats te ver-
leenen, als ware het kermis. Burgemeester en
Wethouders hadden voorgesteld, van het eenmaal
genomen besluit, om dit jaar geen kermis te heb
ben, niet af te wijken. Door afwezigheid van
drie leden, welke bij de eerste behandeling tegen
het houden der kermis hadden gestemd, is dit
bijna onverklaarbare besluit tot stand gekomen.
Het gedaan verzoek werd in den Raad bijzon
der gesteund door twee leden, tevens geneeskun
digen, en wel door doctor Luijten en chirurgijn
Reuteringer, de eerste op grond dat de pokken
epidemie door de kermis niet bevorderd wordt,
en de tweede op grond dat de epidemie tegen
dien tijd denkelijk wel zal hebben opgehouden
te heerscheu, hetgeen echter zoo waarschijnlijk
niet is, daar bijna dagelijks nog aangiften van
pokzieken worden gedaan, en er zeer stellig ook
nog wel zullen verzwegen worden, zoodat de
vermindering nog niet aanmerkelijk is.
Utrecht, 20 Jnni. Bij de herstemming voor een
lid van de Tweede Kamer op 27 Juni beveelt
de Kiezersvereeniging Unie weder haren vroege-
ren candidaat Mr. W. R. Boer aan.
Haaften, 19 Juni. De raad dezer gemeente,
overtuigd van het nuttelooze der kermis, die
alhier gehouden wordt, heeft dezer dagen met
meerderheid van stemmen beslist om de kermis
in deze gemeente niet alleen voor dit jaar, maar
voor altijd af te schaffen.
Zuidland, 19 Juni. Hedenochtend is in den
toren alhier door den timmerman Izaak Luymes
een postduif gevangen, van welke drie der vee-
ren zijn beschreven; op een staat zeer duidelijk:
Parijs 57; op een ander: valiant en waarschijnlijk
guerrier, terwijl het op de derde gedrukte onlees
baar is.
Deventer, 18 Juni. Wij vernemen dat er op
Zaterdag a. s., een volksfeest te dezer stede zal
gegeven worden, toegankelijk voor een ieder.
Reeds is voor een bedrag van ruim f 600 door
de ingezetenen ingeschreven.
Groningen, 18 Juni Bij de op heden te 12 uren
gehouden tweede samenkomst van werklieden
en belangstellenden, onder de leiding van eenige
bestuurders der provinciale Friesche werklieden-
vereeniging, was nog talrijker publiek opgekomen
dan bij de eerste. Het debat en de vergadering
waren zeer ordelijk. Geconstateerd is o. a., dat
de Friesche vereeniging geene relatie hoegenaamd
met de „Internationale" heeft. Waarschijnlijk zal
hier ook wel eenige vereeniging tot stand komen,
echter was daartoe gereeder aanleiding geweest,
indien men de bezoekers heden had ingelicht om
trent de pogingen en de reussitie der Friesche.
Leeuwarden, 20 Juni. Aan de harddraverij otn
de gouden zweep van Z. M. den Koning aldaar
is deelgenomen door elf paarden. Overwinnaar
is geweest Tjeerd Velstra, Van Deinum, met het
paard Sophia, bereden door den pikeur W. De
Boer, van Leeuwarden. De laatste mededinger
was Aafke van Ulbe Rijpma, Van Pi nu juni,
pikeur Petrus Ringma. Heden hebben volksver
maken plaats en van avond zal een groot vuur
werk worden afgestoken. Het weder is gunsiig.
De stad is propvol.
's-Hertogenbosch, 19 Juni. Het baden heeft
gisteren wederom twee menschenlevens gekost.
Vijf soldaten, die de kunst van zwemmen niet
verstonden, zijn, hoewel het door de militaire
overheid verboden is, gaan badeD in de buiten-
dieze dezer stad. Twee vaD hen gingen in het
gevaarlijke water en verdwenen onmiddellijk in
de diepte, de derde die gereed stond te water te
gaan, greep nog na een der drenkelingen, doch
zonder vrucht; in den haast en ontsteltenis trok
hij de kleederen van een der dreukelingen aaD
en verscheen zoo bij zijn korps, om kennis van
het ongeluk te geven. De anderen hadden het
hazeupad gekozen.
Den geheelen namiddag van gisteren zocht men
naar hunne lijken, doch vruchteloos; hedenmor
gen ontdekte echter de bemanning der Rotter-
damsche boot het lijk van een naakt mensch,
dat zoo als schippers zeggen met de warmte
tusschen water en lucht dreef, en reeds tot bij
Engelen voortgedreven was; het ander lijk is
nog niet gevonden.
De ongelukkigen zijn twee miliciens uit Am
sterdam genaamd R. en S.
Beesd, 18 Juni. Gisteren had alhier een droevig
ongeluk plaats. Een knaapje van anderhalf jaar
werd, terwijl zijne moeder op eenigen afstand
van hem stond te schrobben, midden op den rij
weg door een boerenwagen overreden, zoodat
hij op de plaats dood bleef. Het hoofdje was
geheel van den romp afgesneden.
BUITENLAND.
FrauUrjik.
De groote revue, die Zondag 18 Juni op het
Champs de Mars zou plaats gehad hebben, is
uitgesteld. Het slechte wêer is hiervan alleen als
oorzaak te beschouwen, daar het groole veld van
den oorlogs-god door hevige stortregens inderdaad
in een soort van modderpoel moet veranderd zijn.
Doch vele personen nu beschouwden de revue
in verband met de opheffing van den staat van
beleg voor de departementen der Seine en Seine-
et-Oise. Men scheen te gelooven, om welke reden
dan ook, dat het gouvernement deze twee ge
beurtenissen met elkander wilde combineeren.
Daardoor is men, nu de eene uitgesteld is, ook
bang dat zulks het geval met de andere zal zijn.
Zeker is het, dat tot nog toe door de regeering
geene maatregelen over den staat van beleg
zijn genomen, terwijl de verkiezingen toch zeer
beginnen te naderen.
En het groote beginsel van vrijheid der ver
kiezingen vereischt, dat alle mogelijke vrijheden,
die met de handhaving der publieke orde overeen
te brengen zijn, voor de onderlinge beraadslagin
gen gegeven worden. De Tempi beveelt het voor
beeld aan, door den generaal Espivent de Ville-
boisnet gegeven bij de laatste gemeentelijke ver
kiezingen te Marseille. Niettegenstaande deze stad
ook in staat van beleg verkeerde, begreep hij dat
de kracht hiervan tijdelijk verminderd moest
worden en hij deed aanplakken, dat de openbare
vereenigingen plaats mochten hebben volgens de
wet van 1868, dat is, wanneer men er vooruit
kennis van gaf. De Verité deelt een ander plan
van de regeering mede:
De staat van beleg zou eerst den 25sten of 26sten
opgeheven worden en, om de burgers tijd te
geven in alle vrijheid te beraadslagen zou men
dan de verkiezingen van 2 tot 10 Juli uitstellen.
De Bonapartisten weeren zich meer dan ooit,
en schijnen het land met hunne candidaten let
terlijk te willen overstroomen. Rouher zou vol
gens de Soir in Parijs gearresteerd zijn, voorzien
van geheele volmacht van den ex-keizer. Wat
zulk een volmacht beteekent als het op intri
geeren en omkoopen aanloopt, hebben wij in
den laatsten tijd te Versailles gezien. De voor
naamste machtspreuk, waarmede de Bonapartisten
als naar gewoonte schermen, is: „wij beroepen
ons op het Fransche volk." Een artikel van den
heer Clément Duvernois in het Londensche blad
de International (waarvan de naam ook waar
schijnlijk reeds moet dienen om het volk voor
zich in te nemen) geeft met duidelijke woorden
dat programma van een „appel au peuple" aan.
Het platte land in Frankrijk is bedekt met agenten
van het vroegere keizerrijk. Er zal dus bij de ver
kiezingen een ware Bonapartistische veldtocht
worden geleverd, waarvan wij echter voor Frank
rijk in deze omstandigheden weinig gevaar
vreezen.
Zooals men weet wil de minister van financiën
iu zijn nieuw ontwerp het zegel op de dag
bladen herstellen. De Fransche pers is hier
natuurlijk zeer weinig mede ingenomen, niet
alleen door verliezen, in den laatsten tijd
vooral ook door de dagbladen ondergaan, maar
ook als verzet tegen het herstel van eene beper
king der pers, is dit alleszins te billijken. De
Temps nu geeft een artikel, waarin hij zijne ver
wondering uitdrukt, dat de Daily News de weder
instelling van het zegel in Frankrijk uoedkeurt.
De Engelsche bladen hebben altijd moord en brand
geschreeuwd over de „belasting op de kennis,"
„belasting op het wetenschappelijk licht," „belas-
ting op de beschaving," enz. enz. En nu gaat
het blad deze zelfde onderdrukkings-maatrege-
len aanprijzen voor Frankrijk. De Temps voor
onderstelt dat de Daily-News ontevreden is, dat
het zijne Fransche couranten na de zegel,
afschaffing evenals vroeger met 15 centimes heeft
moeten betalen. Doch inderdaad kon dieafschaf
fiog de Fransche bladen niet in staat stellen hun
nen prijs te verminderen, maar alleen bewerken,
dat zij niet genoodzaakt waren, hem te verhoogen.
De voornaamste bron van inkomen, de adver-
tentiën en aankondigingen heeft toch door de
laatste omstandigheden bijna geheel opgehouden
te vloeien. De Temps wijst er op, dat de groote
Engelsche bladen mooi praten hebben, daar zij
in hunne advertentiën letterlijk een goudmijn
vinden. Zoo wordt onder andereu verhaald, dat
de eigenaars van de Times aan hunne dochters
als huwelijksgift medegeven „een kolom der ad
vertentiën" en dat deze huwelijksgift hen in staal
stelt, er rijtuig en paarden op na te houden.
Wanneer men, zoo eindigt de Temps zijn artikel,
niettegenstaande de bezwarende omstandigheden,
voortgaat de pers te belasten, dan zal er uit voort
vloeien hetgeen eene ondermijning is van vele
politieke en sociale belangen, namelijk dat de
kleine en zwakke bladen bezwijken, terwijl de
grooten in macht en invloed zullen toenemen.
Het Journal des Débats wijst op een gemeene
eigenaardigheid van het menschelijk geslacht, die
zich na het einde van den Parijschen opstand in
groote mate heeft voorgedaan. De civiele en mili
taire autoriteiten hebben toch van 22 Mei tot 13
Juni niet minder dan 379,828 geheime aanwij
zingen gekregen over personen, die aan de insur-
rectie zouden hebben deelgenomen.
Dezelfde laagheid heeft zich na de Juni-dagen
in 184S en na den 2den December in 1851 voor
gedaan, maar in veel minderen graad dan thans,
Het lijdt geen twijfel dat vele van die geheime
aangiften hun oorsprong hebbeD in persoonlijke
vijandschap, daar toch anders bijna de geheele
mannelijke bevolking van Parijs aan den opsland
medeplichtig zou zijn. Het genoemde waardige
blad waarschuwt derhalve de autoriteiten om
zich niet te laten influenceeren door deze verza
meling van „prose empoisonnée."
Fngeland.
Verscheidene industrieele districten van Enge
land worden op het oogenblik weer geteisterd
door grèves van de arbeiders. Vooral die van de
werktuigmakers te New-Castle doet de zakeri
in dit gedeelte der industrie geheel stil staao.
Op de aflevering der bestellingen in die fabrieken,
die nog aan den gang zijn is niet te rekenen,
daar men voortdurend verwacht, dat hunne ar
beiders door de grevisten zullen worden genood
zaakt, het werk te staken.
Dat vrij gematigde aanvoerders der arbeiders,
zooals L. v. Odger in hunne samenkomsten de
handelingen der Parijsche Commune als nood
wendig en lofwaardig hebben aangemerkt, wekt
den schrik en de af keuring op zelfs van de bladen
die deze handelingen tot nog toe zacht hadden
beoordeeld. Hiertoe behoort een overigens weinig
beteekenend Engelsch blad, de Spectator, dat de
Commune vooral verontschuldigde op grond, dat
de Versaillanen niet minder bloeddorstig wareD
geweest. Het is nu echter wakker geschrikt door
de duidelijke tendenz van den arbeidersstand,
om den openlijken strijd te verklaren aan alle
klassen der maatschappij, die niet van hunnen
handenarbeid moeten leven. Dit is inderdaad
de algemeene drijfveer, van de beweging, die
tegenwoordig onder de werklieden bestaat en
geheel ons werelddeel dreigt in beroering te
brengen. En dat is tevens het duidelijkst bewijs,
dende afwijking heeft veroorloofd. Vaarwel, mijn
heer Radauer, ik zal u wellicht reeds morgen
of overmorgen de bewijzen mijner verzekering
brengen, tenzij de baron zelve deze kleine scherts
gelieft op te helderen."
Rosalie boog met een beleedigden blik, die
toch tevens eenigen angstigen twijfel uitdrukte,
toen Felix naar de deur ging en Radauer die
Diet kon opstaan bleef sprakeloos in zijn leuning
stoel zitten.
Toen Felix op straat was en de beangstigende
indruk onttrokken was die de opgewondenheid
van vader en dochter op hem maakte, trachtte
hij eenig licht in deze zaak te verkrijgen, die alleen
door de onverklaarbare verzekeringen van Monte'
caldo, duister werd, en voor het eerst gevoelde hij
eenige twijfeling aangaande de persoon van den
baron. Hoewel de kinderen Israëls over het al
gemeen licht het gebrek hebben eener ijdele
overdrijving en blufferij, zoo was toch deze be
wering, vooral met het oog op Radauer's zwak
voor den adel en wereldsche grootheid, zeer ge
waagd als men daarmede niets wilde verbergeD
of eenig doel wilde bereikeD. Hij nam zich voor
om zijn stiefvader, die als president van het ge
rechtshof in die zaken een rijke ondervinding had
opgedaan, en zich daarbij voor die zaak van den
diefstal bij den chevalier veel moeite gegeven
had om raad te vragen maar daar hij vernam
dat hij met zijne vrouw en Anna uitgereden was,
ging hij weder naar Victorine; onderweg terwijl
het ongeduld van ziju verliefd hart zijne schre
den verhaastte, kon hij niet nalaten, aan de opval
lende verandering te denken, die bij den president
had plaats gehad. Hoewel de strenge en stijve
vorm zijner vroomheid en dedwang en onverdraag
zaamheid die daarmede verbonden waren, de regel
des huizes bleef, zoo kwelde hij toch de zijnen niet
meer door zijne sombere lichtgeraaktheid, door
dat stille peinzen, dat over zijne geheele omge
ving somberheid verspreidde en zijne vrouw vaak
tot vertwijfling bracht. Maar moest zij ook nog
menige terechtwijzing van hem hooren, over hare
opgeruimdheid en onschuldige vreugde, zoo ge
schiedde dit echler niet meer op die scherpe, vin
nige wijze als vroeger en heden had hij, als iets
buitengewoons, zich zelfs verwaardigd, een toertje
met haar te maken. Felix schreef deze veran
dering alleen aan de omstandigheid toe, dat zijn
ootn het testament had vernietigd, en hoe be-
leedigend dit motief ook was, zoo verheugde
hij zich toch over de verbeterde stemming in
den huiselijken kring, die zoowel voor zijne stief
moeder als voor Anna wenschelijk was. Zijn
stiefvader was echter niet zoo vrij van zorgen
en vroolijk als Felix wel meende, want de omstan
digheid, dat Victorine, de ware efgename, in de
onmiddelijke nabijheid, ja in zijn eigen huis
woonde, en dat een toeval haar waren naam
ook nan Felix kon openbaren eer dat zijn oom wer
kelijk overleden was, kwelde hem niet weinig
en juist dit rijtoertje was er toe bestemd om
zijne vrouw met de gedachte te verzoenen, om
van het jonge meisje te scheideu. Hij wilde al
zijn invloed eD kennissen zich ten nutte maken,
om zoowel haar als hare moeder, in eene kleine
stad een bestaan te verzekeren totdat de Cheva
lier zijn moede oogen gesloten had.
Intusschen kon hij zich niet voorstellen, hoe
vast Victorine niet alleen aan deze plaats, maar
aan het hart van hem geketend was, van wien
de president haar juist wilde scheiden, en terwijl
hij zich met plannen en zorgen bezig hield, hoe
en wanneer dit zou kunnen geschieden, spoedde
Felix zich met een kloppend hart naar de woning
der geliefde.
Het was eene kleine, vriendelijke woning,
half verscholen in dicht geboomte en aan de zon
zijde met heerlijke rozen begroeid. Sneeuwwitte
gordijnen bedekten de heldere vensters, waarvoor
fraaie bloemen stonden en daartusschen zong een
kanarievogel in zijn fraai kooitje. Victorine en
hare moeder leefde hier geheel afgezonderdde
oude tuinier die met zijne vrouw een paar ver
trekken aan de noordzijde bewoonden, waar de
groote velden voor moesgrondeu lagen, waren
overdag weinig te huis, en stoorde de stille
bleeke dame met hare schoone dochter nimmer.
Het was met recht een verblijf van vredes
en rust, schoon en vroolijk als Victorine en
toen Felix de kleine gang binnentrad, waar zelfs
de koperen sloten aan de deuren als gepolijst
goud blonken en hij om zich heen zag in hel
kleine, vriendelijke huisje, waar de geliefde in
stilte en verborgenheid als eene bloem was ont
loken, toen gevoelde hij als het ware een voor
gevoel van het geluk eener stille, bescheident
huislijkheid, waarvan de liefde het sieraad et
den rijkdom is.
Hij dacht, Viclorina's heldere stem te hooren,
maar daar hij niets hoorde hij opende de deur.
Hij deed het met opzet zoo zacht mogelijk. Alles,
wat de geliefde deed en bezorgde in haar eigene
kleine huishouding, had zooveel aantrekkelijkheid
voor hem, dat het hem genoegen deed haar te
kunnen beluisteren. De kamer was echter ledig,
slechts een handwerkje dat op een sierlijk werk
tafeltje lag, duidde aan, dat zij hier gezeten hsd
en terwijl hij nog besluiteloos stond, hoorde hij
het ruischen van een kleed in de naaste kamen
waarvau de deur openstond Hij trad zachtjes
nader, en zag van hem afgewend, moeder es