Maandag
12 Juni.
N°. 3476.
LEIDSEH
A°. 1871.
DAGBLAD.
PRIJS DKZKR COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
I'Ftl.l N DKR ADVKRTBNT11CN.
Vooriaderen regel/0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
By deze Courant behoort een BIJVOEGSEL.
Generaal W. J. KNOOP
OP
Baron VAN WASSENAER.
FEITEN DIE SPEEEEN.
Het zittingjaar dat thans te behandelen over
blijft, en naar wij hopen het laatste voor baron
Van Wassenaer, heeft in stede uit te wijzen dat
deze afgevaardigde vooruit zou zijn gegaan, daar
entegen duidelijk aangetoond, dat zijn achteruit
gaande ideëu met den dag bij hem toenemen.
Er zijn afgevaardigden, die niet vooruit willen
en wenschen stil te staan, maar die tegen achter
uitgang even sterk gekant zijn, als de liberalen
tegen stilstand.
De heer v. Wassenaer retrogradeert, en werpt
zich steeds als echo op van eene partij, die eenige
eeuwen achterwaarts wil en zich daarom de
Christelijk Historische of anti-revolutionaire rich
ting noemt.
Die partij wil herstel van alles, hetgeen door
de nieuwere denkbeelden in den vorigen eeuw voor
goed ter zijde is gezet. De tegenwoordige inrichting
vau Provinciale- en gemeentebesturen, is haar
een doorn in het oog; de vrije Kerk in den vrijen
Staat beschouwt zij als eene vergiftiging van de
maatschappij en hare leden; het vrije onderwijs,
vrij in dien zin, dat het met eerbiediging van
ieders godsdienstige begrippen is geregeld, wordt
met allerlei leelijke woorden door haar bejegend,
omdat die partij, welke nog al de meest mogelijke
vrijheid bezit om bijzondere scholen te stichten,
het onderwijs wil beheerschen en in handen van
de geestelijkheid of door haar gevormde ouder
wijzers stellen; van alle ontwikkeling op weten
schappelijk gebied wil zij niets wetenzij schuwt
Act vrijeonderzoek en bestempelt den wetenschap-
pelijken en anderen vooruitgang met den naam van
materialisinus en rationalismus. Daarom noemt
zij onze hoogere burgerscholen, waar zulke goed
gevormde, degelijke en fiksehe Hollandsche jon
gens van daan komen, kweekscholen van onge
loof, scholen die hoofd en hart van den jeugd
bederven. Die partij geeft hoog op van hare liefde
voor het Huis van Oranje, en zij zou aan het
bewind zijnde, dit geliefd stamhuis meer kwaad
dan goed berokkenen.
Ziehier in korte bewoordingen doel en streven
van de reactionaire partij. Daarvoor treedt de beer
Van Wassenaer in de Kamer op; aan znlk eene
onheilspellende partij, bestaande uit Ultramonta-
nen anti-revolutionairen, heeft zich de conserva
tieve partij of liever een kringetje mannen, die een
algemeene kiesvereeniging hebben opgericht en
het Dagblad van Zuid-Holland exploiteeren, aange
sloten.
Wij zijn diep overtuigd dat vele conservatieven
van dien bond niets willen weten. Wij althans
kennen hier te Leiden menig conservatief inwoner,
die zeide: „Neen, nu gaat het te ver, nu Van
„Wassenaer zoo spreekt, nu hij onze kostelijke
„neutrale school wenschtte vernietigen door Grond
wetsherziening te eischen, nu onthouden wij ons
„van stemming."
En zoo zijn wij dan weer tot den heer Van
Wassenaer teruggekeerd en treden het zittingjaar
1870/71 in.
De eerste periode, toen het ministerie Fock-
Van Bosse nog aan het roer was, kunnen wij
veilig schetsen, door te zeggen dat hij dezelfde
Heef als vroeger. Geen gelegenheid: adres van
antwoord, of bekrachtiging van provinciale be
lasting, ging voorbij, of hij beklom zijn barricade
lot aanprijzing van het sectarisch onderwijs en
stelde zijn batterijen, gelijk de heer v. Wassenaer
dit zoo gaarne zegt, om de bestaande onderwij?-
regeliDg fel te beschieten.
Secte-onderwijs, dat kan volgens hem alleen
heil aanbrengen.
Goed, maar wie belet hem bijzondere scholen
op te richten?
De wet van 1857 toch niet. Reeds bij art. 8
dier wet worden de scholen onderscheiden ip
openbare en bijzondere; het bestaan dezer
laatsten wordt dus erkend, en het net van
bijzondere scholen over ons rijk verspreid, be
wijst, dat zij zich weten te handhaven.
En wordt de bijzondere school hier te Leiden
onderdrukt of niet in het genot van hare volle
vrijheid gelaten?
Integendeel, is er thans alhier eene bijzondere
school op groote schaal georganiseerd.
Heeft die school moeilijkheden ondervonden
van de liberalen of van de stedelijke regeering?
Volstrekt niet. Wij herinneren ons juist dat
anti-revolutionaire leden in den Raad geld wei
gerden tot uitbreiding van eene openbare school,
op grond dat de meeste kinderen toch wel naar
de bewuste bijzondere school zouden trekken.
Dus de mannen, die zoo te koop loopen rnct
onderdrukking der gewetensvrijheid, weigerden
hier gelden, voor de openbare school, waar de
ouders hunne kinderen, juist omdat zij in ver
draagzaamheid worden opgekweekt, heenzenden,
juist omdat er bij art. 23 der genoemde wet be
paald is, eene bepaling waaraan krachtig de
hand wordt gehouden, dat: „hetschoolonderwijs,
onder het aanleeren van gepaste en nuttige kun
digheden wordt dienstbaar gemaakt aan de ont
wikkeling van de verstandelijke vermogens dei-
kinderen en aan hunne opleiding tot alle chris
telijke en maatschappelijke deugdendat de onder
wijzer zich onthoudt van iets te leeren, te doen
of te laten, wat strijdig is met den eerbied, ver
schuldigd aan de godsdienstige begrippen van
andersdenkenden."
Tijdens opgenoemd ministerie nog aan het
bewind was, stemde hij voor alle pogingen om de
Preanger-hervorming legen te werken en te be
letten, ondanks alle waarschuwingen dat de niet
aanneming van dit zoo noodige wetsvoorstel
gisting en verzet in Indië zou te weeg brengen.
Zijn tegenstaud zette hij ook door toen het minis
terie Thorbecke de Preanger-hervorming, na de
verwerping door de Eerste Kamer om redenen
daarbuiten gelegen, opnieuw bij de Tweede Kamer
bad ingediend.
Hij ondersteunde toen het verworpen amende-
mênt Goltstei», dat deugehcclen maatregel zou heb
ben verijdeld. Bij deze gelegenheid legde de heer
Van Wassenaer de zeer naieve verklaring af, dat hy
wel het gansche Indische raderwerk zou willen
omverhalen, om het Christendom in Indië algemeen
in te voeren, doch dat hij geen spaak in dat rader
werk wilde zetten om eenige hervormingen in
de belastingen te. scheppen. Voor betrachting van
rechtvaardigheid en billijkheid heeft dus de heef
Van Wassenaer geen uoren en deze christelijke
beginselen beoogde toch de Preanger-hervorming.
Onder bet vorig ministerie stemde de heer Van
Wassenaer ook tegen de motie Van der Putte
waarbij de kamer zou uitspreken, dat het de roeping
van den Nederlandschen staat niet is, stappen
te doen tot herstel der souvereiniteit van den
Paus over deu Kerkelijken Staat, en ook tegen
de motie Cremers, waarvoor de geheele liberale
partij stemde, die de goedkeuring der Kamer
hechte aan de onzijdige houding der Regeering in
deze zaak.
Aan de beraadslagingen over de missie te Romp
nam hij geen deel.
Weten nu de liberalen wat zij aan den heep
v. Wassenaer in deze zaak hebben? Welen het
de anti-revolutionairen? Weten liet de ultramon
tanen
Om met het Ministerie Fock-Vau Bosse te
besluiten, is nog zeer opmerkenswaardig dal de
lieer v. Wassenaer voor liet amendement De Brauw
stemde, tot herstel der afzonderlijke departementen
van Eeredienst. Aan onze geestverwanten die voor
de vrijheid van Kerk en Staat zijn, vestigen wij
hierop de aandacht.
De jongste antecedenten van deu heer v. Was
senaer dagleekenen van de laatste beraadslagingen
over de definitieve Staatsbegrooting, onder lipt
Ministerie Thorbecke.
De eerste aanval die dit Ministerie te verduren
had was van den aftredenden afgevaardigde uit
liet Hoofd kiesdistrict Leiden. H ij bad zijne bat
terijen voorzien van zware Krupp-kanonnen. Dit
keer moest hij met zwaar geschut te werk gaan.
Hij deed dit eD uit de reuzenkanonnen kwamen
bommen en granaten. Boven op zijne batterij
wapperde een zwarte vlag waarop geschreven
stond
Stemrecht aan liet wreedzaam gepeupel, „dat,
het is aandoenlijk om aan te zien, bij honderden
en duizenden, bij de kerkelijke verkiezingen in
eenvoud zich aanmelden om hunne stem uit te
brengen."
„De Nederlandsche natie is rijp voor het kies
recht."
(De aangehaald woorden sprak de heer Van
Wassenaer uit den 8steu December 1870 bij de
beraadslaging over Hoofdstuk V der staatsbe
grooting.)
Voorts las men daarop:
„Erkenning van Gods woord, ook als beginsel
van staatkunde en van Gods leiding in onze volks
geschiedenis, als regel voor ons volksleven."
Wat dit beteekent, hebben wij reeds bij de
inleiding van dit artikel uiteengezet.
En ten slotte
„Handhaving van gewetensvrijheid bij het
volksonderwijs, door den eisch dat de vrije school
regel, de Staatsschool aanvulling worde."
De twee laatste aangehaalde zinsneden sprak
hij uit in de zitting van den 24sten April 11.
Een en ander volmaakte hij door in de zit
ting van den lfiden Mei II. al hetgeen vroeger als
wenschelijk betoogd en met vleienden aandrang
was verzocht, nu te eischen.
Hij eischte dat de Minister Thorbecke de dood
steek aan ons schoolwezen zou geven.
Hij eischte het stemrecht, als geneesmiddel,
der natie, algemeen verkrijgbaar te stellen.
Kortom hij eischte, met hem werd geeischt.
tnaar wij hopen dat van al die eischen niets zal
komen, want zij zijn allerijsselijkst.
Wij meenen nu kiezers bij de parlementaire
loopbaan van den heer v. Wassenaer een speldje
te kunnen steken.
Ge weet nu allen wie en wat hij is.
Ge weet dat anti-revolutionairen, ultramonta-
nen en conservatieven hem candidaat stelden,
omdat dit verbond het voornemen heeft met ver
eende krachten de ministrieele zetels te bestormen.
Ge weet dat daarop gezeten zijn liberale man
nen, met Thorbecke aan het hoofd.
Van dien staatsman getuigde gisteren de Eerste
Kamer, die uit de meest bedachtzame en beza
digde mannen bestaat: „dat zij met uitnemend
genoegen en met een gevoel van vertrouwen
den tegenwoordigen Minister van Binnenlandsche
Zaken, een staatsman aan wien het land in zoo
menig opzicht reeds zooveel te danken heeft,
zitting had zien nemen."
Dezelfde Kamer wees meer in het bijzonder
„op de schadelijke gevolgen van eene telkons
terugkeerende afwisseling van regeering, ep
drukte de hoop uit dat thans een tijdperk van
meerdere stabiliteit zou zijn ingetreden."
Kiezers deze uitspraak is als het ware eenp
aansporing tot u, om tegenover het rumoer dei-
club van 1866, nu voor goed bestendigheid vap
richting door uwe stemmen te bevestigen en tè
bevorderen.
Het is alsof deze woorden voor de verkiezin
gen geschreven zijn. Zij geven, om een woord
van den Heemskerk Anz. te gebruiken, „een
moreele oorveeg" aan al de artikelen van het Dag
blad van Zuid-Holland.
Ge hebt gehoord de heldere woorden die Thor-
bocke over de onderwijs-quaestie gesproken heeft,
tegen elke aanranding van de bestaande regeling
van het onderwijs.
Ge hebt gehoord, dat hij wars van iedere trans
actie is.
Ge hebt vernomen, dat er van dit Ministerie
veel te wachten is.
Schraagt het dan in zijne zorgen en pogingen
lot heil en welzijn van ons vaderland en brengt
Uwe stemmen uit op iemand, die hoogst bekwaam
en voor zijne taak berekend, tevens de beginselen
van het Ministerie is toegedaan.
Die man kan ditmaal niemand anders zijn dan
Luitenant-Generaal
w. k iw o o a-.
Oud-lid der Tweede Hamer.
Kiezers, komt dus a. s. DINSDAG 13 JIFNI
buitengewoon talrijk op. De stembus is geopend
van negen uren 's morgens tot vijl uren des
namiddags.
Stembiljetten zijn gedurende den gauschen dag
ter Secretarie van het Raadhuis te verkrijgen;
de stembiljetten mogen niet geleekend, maar ver-
eischen dat naam en voorletters duidelijk en zon
der fouten geschreven zijn.
En wij blijven U nogmaals dringend aanbe
velen de voorletters en den naaui te doen luideq
Luitenant-Generaal
XV- J. KNOOP.
Lelden, ÏO Juni.
Nevens andere geruchten, was gisteren bier tér
stede ook een in omloop dat de heer J. Scbeltema
zijn ontslag zou hebben genomen als lid van deh
Gemeen téraad.
Sedert de vorige opgave zijn alhier door pok kon
aangetast 11 personen, als hersteld opgegeven 8,
overleden 5, zoodat in behandeling blijven 156.
Gedureude deze week zijn dadelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 101 tot 111 vol
wassen personen en van 32 tot 41 kinderen.
Gedurende deze week zijn in het Badhuis op
de Bloem markt 74 baden gebruikt.
Tot de vergadering der Algemeene Synode zijn
in dit jaar uit deze stad afgevaardigd:
Door de godgeleerde faculteitende Hoogleeraren
Dr. L. W. E. Rauwenlioff, Dr. J. H.Scnolten;
door de Prov. kerkbesturen, de heer Krabbe pre
dikant.
Burgem. en Wetli. van Leiden doen te weten,
dat liet Kohier van de plaatselijke directe belas
ting voor 1871 is goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten, bij besluit van den 6den Juni jl., en op
heden aan den Gemeente-Ontvanger ter invorde
ring ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is
zijnen aanslag op den hij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Het heeft den Koning behaagd, bij besluit van
den 5den dezer, n". 18, Hoogstdeszelfs bijzondere
tevredenheid te betuigen aan deu kapitein der
infanterie van liet leger in Nederlaudsch Indië
H. Van Heijningen, commandant, en aan de
overige oflicieren, onderofficieren eu verdere man
schappen, uitgemaakt hebbende het detachement
suppletie-troepen, ingescheept geweest aan boord
van het verbrande stoomschip Willem III, en zulks
wegens de uitmuntende houding, liet voorbeeldig
gedrag, de kalmte en vastberadenheid, door beu,
tijdens den ramp aan gemeld stoomschip over
komen en gedurende huu verblijf te Portsmouth,
aan den dag gelegd.
Tevens heeft Z. M. gelieven te bepalen, dat van
het vorenstaande, bij afzonderlijke dagorders hier
te lande en in Neerlandsch Indië, melding zal
wordeu gemaakt.
Blijkens eene mededeeline van de directie der
stoomvaartmaatschappij „Nederland" heelt de
voor Nederlandseh Indië bestemde brievenmaal
aan boord van het stoomschip Willem III, bij de
ramp van dat vaartuig niet kunnen gered worden.
De pogingen om in de ijzeren postkamer door
te dringen, bleven, tengevolge van de stiklucht
in den gang aan stuurboordzijde die toegang tot
die kamer verleende, geheel vruchteloos, terwijl
de hoop dat ten gevolge van de groote hoeveel
heid water, die in het brandende schip gepompt
was, de gemelde kamer niet gloeiend zou zijn
geworden, en dus de inhoud daarvan nog voor
een gedeelte te recht zoude komen, mede verij
deld werd, zijnde na onderzoek gebleken, dat in
de postkamer alles tot ascli was verbrand.
(Staatscourant
Aan hel Voorloopig Verslag der commissie vau
rapporteurs der Eerste Kamer over de begrooting
vau Buitenlandsche Zaken, is ontleend, dat onder
scheidene leden der Eerste Kamer het standpunt
door de Regeering goedkeurden iu zake vau hel
Nederlandseh gezantschap te Rome. Ook aan dezen
koint het in de thans nog bestaande omstandig
heden, terwijl de stand der zaken in het Koning
rijk Italië en de stelling van Z. 11. den Paus nog
veel onzekers aanbiedt, niet raadzaam voor, tot
intrekking van de missie te Rome over te gaan.
De redenen daarvoor overigens door de Regeering
aangevoerd, vonden bij die leden instemming en
ondersteuning.
Zeer vele leden wenschten van de Regeering
te vernemen of bij haur klachten zijn ingekomen
over handelingen en nalatigheid van deu Neder
landschen Consul te Portmoutli, bijgelegenlieid
van het ODgelk nabij die haven aan liet stoom
schip Willem III overkomen. Heeft de Regeering
onderzoek gedaan naar de juistheid van de klach
ten over dien consul openhaar gemaakt, zoo ja,
heeft dat onderzoek tot uitkomsten geleid? Inge
val die klachten bevonden mochten worden juist
te zijn, dan hoopt men dat de Regeering, door
een krachtig voorbeeld te stellen, aan onze land
genooten buiten 's lands in bet vervolg beter hulp
en bijstand van de zijde der Nederlandsche con
sul zal verzekeren.
De Rooinsch-Katliolieke kiesvereeniging Recht
voor allen te Zwolle heeft tot candidaat gesteld:
Mr. A. F. Vos de Wael, aldaar.
Naar wij vernemen, zal Zr. Ms. stoomschip de
Valk vooreerst de gouvernement» gelden, die zich
aan boord bevonden hebben van liet verbrande
stoomschip Willem III, nog niet kunnen afhalen,
omdat de Engelsche Bank, alwaar ze met goed
vinden van een commissaris van het betrokken
Nederlandsche Ministerie gedeponeerd zijn, daar
van procenten begeert; de rekening van die pro
centen moet zich ook uitstrekken tot de gedecl
lelijk gesmolten specie, die daarom bevorens van
kolengruis gezuiverd zou moeteu wordeu. De
Nederlandsche Handelmaatschappij, als met de
verzending dier gelden belast geweest, zou, zooals
wij verder vernemen, met de tussclieukomst van
liet bedoelde Ministerie geen genoegen nemen en
zou daaruit tusschen deze beide partijen eenige
moeilijkheid kunnen verrijzen.
Verder vernemen wij, dat de directie der stoom
vaartmaatschappij Nederland voor een groot deel
de bemanning van de Willem III voor de volgende
mailboot heeft gereëngageerd en inmiddels aan
die meuschen een daggeld heeft toegekend lot op
het tijdstip, dat zij weder op de volgende boot
in dienst treden, eeu zeker zeer loyale handel-