fl®. 3471
Dinsdag
A®. 1871
6 Juni.
W. J. KNOOP,
DAGBLAD
PEIJ8 DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post.3.86-
Afionderlijke Nommera0.05.
l)eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PI^IJS DER ADVÏRTENTIKN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
REGEERING EN VOLKSVERTEGENWOORDIGING.
IV.,
Getrouw aan ous voornemen om nauwgezet
,Dze plicht tot voorlichting der kiezers te betrach-
en, zetten wij deze beschouwingen voort.
Er blijven ons nog, alvorens te velde te trekken
êgeu de armzalige pogingen om den ondergang
nu de vrye school te bewerken, eenige quaestën
iter die niet minder factoren zijn van ons volks
geluk en den bloei en welvaart van den Neder-
Isodschen staat.
Wij hebben het finantieei vraagstuk en dat
der defensie nog slechts aangestipt. De kiezers
lebben er recht op, ook hieromtrent te vernemen,
welken weg de Regeering, die het lot van de
gatie in handen heeft, wenscht in te slaan.
Men vergunne vooraf eene afwijking, die ons
oorkomt in den geest te vallen, van allen, wier
tegioselen over den Staat, ook de onze zijn.
Daarom keeren wij voor een oogenblik terug
ot de ceususquaestieniet om andermaal te wij-
:en op de gevaarlijke denkbeelden van den heer
Wassenaer, die zeker met het oog op den heer
lijken uitslag I! der kerkelijke verkiezingen, in
ie Kamer zeide: „Ik laat buiten quaestie of het
•Igemeen stemrecht in het bedaarde Nederland
m afschrikwekkend zou zijn!"niet om in her
haling te treden over de o. i. zqivere positie die
de regeering ten aanzien van dit vraagstuk heeft in
genomen; ook niet om de onoprechte bedreiging
*an den heer Van Lynden, dat het ministerie
op het gebied van het kiesrecht, zou komen te
staan tegenover een monsterverbond van geavan
ceerd-liberalen met de anti-revolutionairen,
Roojiisch-katholiekeu en conservatieve^, Maar
men sta die afwijking toe om in deze kolommen
eene plaats in te ruimen aan eenige zinsneden
oyer de kiesquaestie uit de van alle zijden zoo
koog geroemde verhandeling in het Mei-nommer
tan de GidsKritisch-ftlethaphysische politiek.
Over de toekenning van het kiesrecht sprekende
aan de klasse die thans nog achter de kiezers
staat („Het volk achter de kiezers" waaraan de
kerkelijken kiesbevoegdheid willen verleeneu),
zegt de schrijver
„Door zoodanige uitbreiding van het stemrecht
zou aan het Nederlandsche volk een onafzienbaar
nadeel worden toegebracht. Want liet ii duidelijk,
dat de belangen van den Staat des te mintJei
goed behartigd zullen worden, naarmate zij be
oordeeld zullen worden door mindere oordeel
kundige personen. Ieder kiezer begaat dus een
utrecht en eene onzedelijke daad, wanneer hij de
mogelijkheid doet ontstaaP van zoo groote on
heilen, als kunnen voortvloeien uit de besturing
tan Staatszaken door onbevoegden. Eerst wanneer
het volk, dat achter de kiezers staat, de on weder-
legbare bewijzen heeft gegeven van beter geschikt,
te zijn ter beoordeeling van poljtische en sociale
raagstukken dan de tegenwoordige kiezers, eerst
dkn zouden de kiezers onrecht doep door het de
kiesbevoegdheid te ontzeggen. Nu moge men be
twijfelen of het personeel der kiezers volgens de
mwoordige wet uitsluitend is samengesteld
uit de meest bevoegde personen, men kan toch
uiet ontkennen, dat het, in zijn geheel genomen,
beter voorbereid is ter bevordering van Staatsza
ken dan de geheele mannelijke bevolking. De
bevolking, die achter de kiezers staat, is voor bet
grootste deel samengesteld uit menscben die door
4t richting der maatschappij gedwongen zij tot
te» zoo aanhoudenden handenarbeid dat er vopr
heg geen sprake kan zijn van iets meer dan de
ineest elementaire kennis. Een aanzienlijk ge
deelte daarvan heeft het nog niet eens gebracht
lot lezen en schrijven. Aan zoodanige personen
eene stem te geven ter beslissing van de moeilijke
'ragen, kan niet anders heeten dan eene zeer
onrechtvaardige daad, die onoverzienbare nadeelen
'oor de maatschappij moet aanbrengen.
Inderdaad, de bezwaren tegen bet algemeen
stemrecht springen zoozeer in het opg, dat ipen
het betwijfelen zeu ef iemand dezen maatregel
met eerlijke bedoelingen kan verdedigen, wanneer
men niet dagelijks in de gelegenheid was zich
'e overtuiging, hoever het onverstand der men-
«hen reiken kan.
De ondervinding heeft echter geleerd, dat het
gewaagd te verwachten, dat het gezond ver-
Pand der menigte, waarvan sommigen zoo groote
dingen verwachten, haar zal waarschuwen tegen
onhoudbare denkbeelden. Dn een naburig land
hebben wij gezien, dat dit algemeen stemrecht
is ingevoerd ondanks den tegenstand vaD alle
verstandige lieden. Tegelijkertijd hebben wij door
eene treurige ervaring kunnen leeren, wat met
ontwijfelbare zekerheid was te voorzien, dat het
slechts leiden kan tot een van deze twee kwaden,
aIgeheeU anarchie, afgewisseld door de onbeperkte
regeering van een sluwen dwingeland, die de
minst edele neigingen van een volk weet te
vleien."
Kiezers overpeinst die veelbeteekenende woor
den, en het is onze overtuiging, dat even als gij
steeds gewaakt hebt voor overrompeling van uwe
beginselen over ons schoolwezen, ge ook niet
achter zult blijven om een andere verrassing te
besparen, die niet te voorziene rampen over het
vaderland zou uitstorten.
Maar kiezers, als ge alles apuwendt, dat het in
eigen hnjs en haard goed ga, dat er rust, wel
vaart en orde in oqs gelukkig Nederland heer-
sche, als ge steeds gereed staat om voor uwe rechten
krachtig, op te treden, als ge niet te. weerstaan
zijt, waar het geldt de handhaving der volksvrij
heden, ons geschonken door het staatsverdrag
van 1848, -r zoudt ge dan willen, dat al hetgeen
U zoo dierbaar is gevaar zou loopen door een
of ander buitenlandsch heerscher vernietigd te
worden? Zoudt ge dan wenschen dat een of an
der inoparch, die de macht boven het recht sfelt,
de schendende hand naar den Staat zou uitstrek
ken die in zoovele opzichten tot model van an
dere natiën wordt gekozen.
Hoe zou het een met het andere overeeu te
brengen zijn?
Het Nederlandsche volk is echter wijzer. Het
heeft nooit den dwingeland geduld, het heeft zich
nooit onder het juk van vreemde heerschappij
willen krommen. De zelfstandigheid van het
Nederlandsche volk, hoe hopeloos het daarmede
menigmaal stpnd, werd steeds weer hervvonneD.
Woont daarom op onzen kostelijken bodem,
een oorlogszuchtig volk, een volk dat Mars aan
bidt?
Wiedit beweren, kennen onzen volksaard niet.
Zij echter die er zeker van zijn dat geen Ne
derlander zijn plekje grond zou willen prijs
geven, die poeren de goede snaar aan en mogen
met grond beweren dat het Nederlandsche volk
tea allen tijde gereed wil zijn ter verdediging
zijner pnaf^pnkelijkheid en nationaliteit, en het
geld dat daarvoor uitgegeven wordt, als geen
improductieve uitgaven beschouwt.
Een niinisterie dat dit gevoelt, dat uit de ver
schijnselen welke den Europeeschen dampkring
bezwangerden en nog onzuiver maken, gevaar
ducht voor het ongestoord bestaan der nationali
teiten, dat daarom meent zijn plicht jegens het
Nederlandsche volk te zullen verzgken, indien
geen waarborgen tot keering van elk opkomend
gevaar worden gegeven, zet dit het militarisme
in ons land voorop?
Wij loochenen dit ten sterkste. Integendeel hei
vervult een van zijn duurste plichten.
Het Ministerie Thorbecke heeft niet geschroomd
de uitvoering van dezen plicht op zich te nemeD.
Het verdient toejuiching, in stede van nooden
bijval.
Maar, en hierin is de groote strijdvraag gelegeD,
die taak moet niet half uitgevoerd worden. Er
moet een vast stelsel van verdediging voor ons
land worden gekozen, een stelsel dat ons land
niet finantieei ondermijut, maar dat naast de
zedelijke kracht, welke een volk reeds sterk maakt
ons land duurzaam beveiligen kan tegen elke
inbreuk op ons zelfstandig volksbestaan.
Het volk is afkeerig geworden van die conser
vatieve oorlogs- en inarinebegrootiugen, die mil-
lioenen en millioenen hebben verzwolgen zonder
ons land gegeven te hebben, waarop het na zoq
enorme sommen recht had. Het volk is die kost
bare proefnemingen van conservatieve spilzucht,
die ons niet verder hebben gebracht, moede.
Het is met hart en ziel voor een verdedigbare^
staat van ons land, offert reeds jaren achtereep
zware sommen op om dien te verkrijgen en komt
in den afgeloopen zomer tot de schrikbarende
wetenschap, dat ons leger wel in staat zoude
geweest zijn een eersten schok te doorstaan, maar
niet om vreemd geweld te keeren.
Het aannemen van een vast stelsel van de
fensie, is dus een goed streven van dit min isterip
en de natie is het dank schuldig, dat 't zich
aan het werk heeft gezet om dit voornemen te
verwezenlijken.
Voor alles echter vertrouwen wij, dat het Mi
nisterie daarbij niet zal hechten aan hetgeen
een defensiestelsel kan zijn, maar wat het moet
zijn, om de natie niet financieel uit te putten,
niet alleen met het oog op het opbrengen van
belastingen maar ook op bet ontrukken van tal van
handen aan den arbeid.
Zoudt ge nu kiezers, een Ministerie dat goede
plannen heeft, plannen die het zeker steeds zal
toetsen aan de tijdsomstandigheden, wenschen
omver te werpen? Zoudt ge het willen vervangen
door conservatieve bewindslieden, die schatten
verspilden, zonder ons een goed geheel van defensie
te hebben bezorgd, en die aan het roer zijnde
het si vis pacem para bellum zoo uitgestrekt
mogelijk zouden opvatten?
Neen, verwachten wij, dat ge ronduit zult
zeggen en dit bij de stembus zult laten blijken.
En ge kunt dit bij deze gelegenheid op eene
zeer eigenaardige wijze doen.
De generaal namelijk, die wordt aanbevolen
tot candidaat voor de Tweede Kamer, is de man
die in het Februari-nommer van de Gids een vast
stelsel van defensie heeft voorgedragen, is de
man die wat de zaak in het algemeen betreft,
dezelfde opinie is toegedaan als we hierboven
ontvouwd hebben.
Komen er geen onvoorziene omstandigheden tus-
scheu.beide, dan zullen wy Een woord over den mili
tairen toestand van Nederland" uit bedoeld Gia'i-nom-
uier, in dit blad overdrukken. Daardoor zullen
alle kiezers intiemer kennis kunnen maken met
den generaal, die het Hoofdkiesdistrict Leiden tot
sieraad in de Tweede Kamer zou strekken.
Een sieraad niet alleen omdat hij een der
kundigste specialiteiten op militair gebied is, maar
ooft omdat er niet veel opperoflicieren zijn, zoo
intellectueel ontwikkeld, zoo toegerust met alge-
meene kennis, zoo doorkneed iu de aangelegen
heden die den staat rakeD, als de generaal
Knppp.
]<jn last nol least is de generaal Knoop een militair,
die pok weet wat de maatschappij toekomt, een
militair die tot in het diepste van zijn ziel overtuigd
is dat ophefliDg der vrije school, de restauratie is
van een geestelijk gezag, waarvan het menschdom
al (jpn jammer kent, die diep doordrongen is van
de waarheid, dat uit de vrije, neutrale school een
geslacht voortspruit, ervaren iu nuttige kennis,
fijp van oordeel, zelfstandig, arbeidzaam, kloek
qn braaf.
Wplnu kiezers, acht ge bet niet gelukkig dat
de leiders der liberale partij, nu de heer Steen
gracht bedankt heeft, zulk pene uitnemende keuze
hebben gedaan
Topnt dan dat ge dit weet op prijs te stellen,
door den man die aan al uwe wenschen zal tege
moet komen af te vaardigen.
Vefdringt u dus kiezers op 13 Janl aan de
stembus, eD werpt daarin als om strijd uwe stem
biljetten, die met den naam prijken van:
Luitenant-Generaal
oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal.
Lelden, 3 Juni.
Wij hebben van zeer betrouwbare zijde de
verzekering bekomen, dat de liberale kiesveree-
niging te 's-Gravenhage, De Grondwet, in hare
tegen morgenavond vastgestelde bijeenkomst tot
het benoemen van een candidaat voor de Tweedp
Kamer, de candidatuur zal pousseeren van den
luitenant-generaal W. J. Knoop.
Wij achten 't niet overbodig te dien aanzien
eenige bescheiden opmerkingen te maken, zondep
eenigen den minsten schijn op ons te laden, vaii
inbreuk te willen maken op de vrije beweging
op de zelfstandigheid van deze kiesvereeniging, die
reeds herhaalde malen getoond heeft, voor hare
zware en moeilijke taak in het brandpunt der
reactie bij uitnemendheid berekend te zijn.
Wij zouden het voor de liberale zaak in h^t
algemeen, en in het bijzonder voor die in liet
boofdkiesdistrict Leiden zeer nadeelig achten, als
de generaal Knoop ook de candidaat werd van
een kiesdistrict in de onmiddelijke nabijheid ge
legen van dat, hetwelk hem de eer der candida
tuur heeft bereid.
Wat zou het gevolg kunnen zijn van zoodanig
streven
Stemversnippering hier en ginds.
Hier zullen er zijn, en we verzoeken dat men
zich het kiezerspersoneel zoo juist mogelijk voor-
stelle, die zullen zeggen: „Nou, de generaal zei'
der in de residensje wel ingebrocht worde,"
anderen weder zullen aldus redeneeren: „Hm,
Haag groot garnizoen" beter Casembroot te ver
vangen door specialiteit, Knoop dus reel kans."
Zij die zoo spreken bezigen het stembiljet aller
minst voor de stembus.
Ginds zal het orgaan, van uit het West- tot in
het Noord-Einde door de gansehe residentie de
trom roeren om partij te trekken van de Leidsche
candidatuur van generaal Knoop, en wij weten
dat die trom aldaar nog tot veler gehoorvliezen
doordringt.
Andere kiezers daarginds, reeds uit zich zelf
onverschillig, zullen, 't kan niet missen, daarin
door een dubbele candidatunr gesterkt worden.
Een en ander zal niet mioder invloed uitoefe
nen op het brengen der stembriefjes, anders dan
ter plaatse waar dit te doen gebruikelijk is.
Bovendien vestigen wij de aandacht er op, dat
Generaal Knoop, de candidatuur voor het Hoofd
kiesdistrict Leiden zoo bepaald mogelijk heeft
aanvaard.
De woorden van den hoogleeraar Buys, in de
Zaterdag alhier gehouden bijeenkomst van libe
rale kiezers laten hieromtrent geen twijfel over.
Hij zeide toch, de zekerheid te hebben, dat gene
raal Knoop de candidatuur zou aannemen. En
let wel dat de spreker er onmiddellijk op liet
volgen, dat de generaal nog nergens tot candidaat
was gesteld.
Nu staat éene zaak bij ons vast, namelijk dat
de generaal veel meer kans beeft te Leiden dan
te 's-Gravenliage gekozen te worden. Al wat
dus aan die goede kans afbreuk kan doen, zal
o. i. vermeden moeten worden.
Maar stellen wij eens dat generaal Knoop tot
candidaat der residentie gekozen wordt.
Wat zal dan het geval zijn, als die hoofdofficier
voor de eer bedankt!
Ons bedunkens zal dan het verkiezingswerk
van de liberalen voor ditmaal aldaar totaal in
de war zijn gestuurd, want de vereisohte tijd
om een nieuwen candidaat te stellen is dan bij
kans verstreken en de zoo noodige voorbereiding
wordt gemist.
Stelt de Grondwet morgenavond een ander, niet
minder uitstekend caDdidaat dan generaal Knoop,
dan kan alles nog in het gereede geraken.
Mogen deze opmerkingen opgevat worden in
den strikten zin waarmede zij ter neer gesolireven
werden
Men schrijft aan de Arnhemsche Courant
De centrale of algemeene Nederlandsche con -
servatieve kiesvereeniging heeft onlangs een brief
gericht, onderteekeud door haren president, Jhr.
Mr. H. J. Van der Heim, lid der Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland, aan de conservatieve
kiesvereeniging Burgertrouw te Haarlem. In dien
brief werd te keunen gegeven, dat de Centrale
bet afkeurde, zoo de vereeniging Burgertrouw den
heer Van der Huciit caudulaai stelde oij tie aan
staande verkiezing voor de Tweede Kamer; dat
zij liever een meer zuiver conservatieven candi
daat zou zien stellen, eD dat haar dit wel f 50Ü
waard zijn. Deze brief werd geadresseerd aan
deD president van Burgertrouw den lieer Van
der Huchtl de man met wien de meeste bestuur
ders (o. aHeemskerk Az.) der Centrale zeer
vriendschappelijk alhier omgaan. Deze stond zeer
raar te kijken over de handeling vau hen, dte
hij zijne vrienden dacht, en viel deze aan oy de
eerste gelegenheid, heD dreigende dat hij bun brief
in de couranten zou publiceeren, als zij dien brief
niet geheel introkken. Huil antwoord was, dat
bet bestuur dezen brief wraakte en daar geheel
buiten was, aangezien de president dien bad ge
schreven en verzonden, geheel op üjn eigen houtje l
De heer Van der Hucht is voortgegaan met'de
tanden te lateo zien, en de Centrale is geëindigd
met den brief, die bet eerst aan Burgertrouw was
geschreveD, te herroepen bij een brie), die ook in
bet bezit van den heer Van der Hucht is.
Van anti-revolutionaire zijde is in bet kies
district Rotterdam candidaat gesteld de lieer Van
den Berch vaD Heemstede, die, vroeger door
Deiden naar de Provinciale Staten afgevaardigd,
bij de laatste verkiezingen met werd herkozen.
Men schijnt op de krachten der Christelijk -
historische richting-weinig vertrouwen te hebbeu.