26 Mei. N°. 34G3. Vrijdag A°. i»71. hr. Mr. H. A. STEENGRACHT VAN DUIVENVOORDE, 1 PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenL. 3.00. Franco per post..n 3.86. Afzonderlijke Nommers.un 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS 13 H:II ADVKRTKNTIEN C V - V 'V Voor iederen rejel-0.15. Grootere letter, naar de plaatsruimte die rij beslaan. Den stemgerechtigden in het Hoofdltiesdistrict leiden wordt herinnerd dat den 13dcn Jont k. de verkiezing plaats heeft voor een lid van Tweede Kamer der Staten Generaal, dat de 'aerkiezing van het aftredend lid, door de liberale partij ten sterkste wordt ontraden, dat het belang ran bet vaderland medebrengt dat de liberale partij zegeviere. Dringend noodigen wij dus de kiezers uit,'rijp overwegen wat hen in de tegenwoordige oni- landigheden te doen staat. Wij van onze zijde zullen daartoe bijdragen, door den parlementairen loopbaan en werkkring ran het aftredend lid onder de oogen der kiezers brengen. Wij zullen aantoonen dat hij niet de man is, ie het Hoofd kiesdistrict Leiden langer de be- artiging van zijn dierbaarste belangen mag op- ragen. Wij zullen zijn houding nagaan op politiek en nder gebied in den Staat, en twijfelen er dan iet aan of de kiezers zullen zich in groote getale charen onder het liberale vaan, dat wil zeggen un stemmen uitbrengen op id van de Proviciale Staten van Zuid-Holland. Lelden, 25 Mei. De begrooting van Oorlog werd, gelijk reeds ver- eld is, La de zitting van de Tweede Kam.ec.van iteren aangenomen met 41 tegen 27 stemmen. Koor hebben gestemd de heerenBorret, Dam, redius, Storm van 's Gravesande, Van Kerkwijk, aaymans Vader, Van der Hucht, Kalff, Taets 3d Amerongen, Van der Does de Willeboip, De ieberstein, Idzerda, Sloet van de Beele, Van Eek, rnitz, Van Blom, Van Foreest, Hoffman, Van jaden van Sandenhurg, Bots, 's Jacob, Van der aesen de Sombreff, De Bruyn Kops, DeCasem- root, Wybenga, Van Nispen vao Sevenaer, egram, De Branw, Luybeo, Verheijen, Heems- erk Bz., Pyls, Van Reenen, Van Zinniqq Berg- aaa, Rombac.h, Van Akerlaken, Isinger, Du archie van Voorthuysen, Van Hardenbroek van ockhorst, Heydenrijck en de Voorzitter. Tegen hebben gestemd do heerenVan Houten, aa Sijpesteijn, Van Loon, Nierstrasz, Bichon van Jsselmonde, Jonckbloet, Cremers, Lenting, De niter Zylker, Kien, Mirandolle, Van Delden, i Lange, Viruly Verbrugge, Van Goltstein, Guljé, ak, Van der Linden, Smidt, Dumbar, Oldenhuis rataina, De. Roo van Alderwerelt, Stieltjes, wdberg, Westerhoff, Hasseluaan ep Moens. Bij de behandeling van de Xlde afdeeling gaf e Minister van Oorlog naar aanleiding van gedane rageü te kennen, dat het in zijne bedoeling lag 'oor te stellen de stad Nijmegen buiten de defensie- «Hën te brengen; dat tot het wegvoeren van materieel van daar niet zou worden overgegaan, aangaande zijn plan omtrent die vesting zou zijn beslist; voorts gaf de .Minister eenige 'lichtingen omtrent de kustverdediging, de voor tging der vestingen van goed drinkwater, de '«betering van het fort Westervoort, terwijl hij l(o slotte mededeelde, dat de in den vorigen water tot verdediging op verscheidene punten "Pgerichte palissaden en afsluitingen, daar waar l'Laagd werd dat zij de passage hinderden, "orden weggeruimd. i Op artikel 26 vap de Xllde afdeeling (kazer- eering) stelde de heer Van Houten een amen- eweut voor, strekkende om de som vap f56,100, 'oor de verbouwing van het arsenaal te Bteda, 's verminderen met f 41,150. fiij de beraadslaging over dit voorstel werd de besproken of de stad Breda moest worden hogemerkt als eeoe geschikte plaats voor gar den, in verband met het behoud aldaar van e Kouinkltjke Militaire Academie. 0e Minister van Oorlog gaf hieromtrent te ken- 'en, dat de kosten aan de opheffing der Militaire demie verbonden onberekenbaar zouden zijn. lij vroeg met het oog op het denkbeeld otn de icadetnie naar Utrecht te verplaatsen, of die stad yvel de rechte plaats zon zijn tot opleiding vau de kadetien, die aldaar in aanraking zouden kotnen met de studenten. Zou dat wenschelijk zijn, vroeg de Minister, waar Breda de beste gelegenheid is, zoo wat den omgang in de familiën als de disci pline betreft p In stemming gebracht werd het amendement van den heer Van Houten met 86 tegen 3-3 stem men verworpen. In dezelfde zitting werd de behandeling van Hoofdstuk„IX (Departement van Koloniën) aan gevangen en beëindigd. Bij deze beraadslaging voerden het woord de heeren Hasselman, Nierstrasz, Insinger, Van Kuyk, Oldenhuis Gratama, Van Sijpesteijn, Idzerda, Vau Golstein, Mirandolle en Sloet van de Beele. Uit de rede van den Minister van Koloniën, den heer Van Bosse, blijkt genoegzaam de loop van het debat, zoodat wij die hier vermelden De Minister beantwoordde de verschillende sprekers in volgorde: Wat den heer Hasselman betrof, die meende dat de Minister ongeschikt voor zijne betrekking yvas, omtrent zulk een beweren ziet de Minisler geen kans dat lid tot eene andere zienswijze te brengen, maar dit weet bij wel dat bij oud-amb tenaren in Indië de vaste overtuiging bestaat, dat zij alleen, die er geweest zijn, in staat zijn Indische belangen te behartigen en niemand an ders. Tegen dergelijke opvattingen valt niet te redeneren. Hij geeft het toe dat eigen aanschou wing een groot voorrecht is voor een Minister yan Koloniën, maar dat dit bepaald noodig is, tjurft hij betwisten, daar waar de Minister veel elementen van voorlichting heeft. Ook mag het pis een voorrecht beschouwd worden dat een Minister, die niet uit het kader der ambtenaren afkomstig is, een veel meer onbevangen oordeel ifan hebben dan zij die gehecht zijn aan traditien, terwijl overigens een Minister van Koloniën veel details kan overlaten aan den Gonverneur-Gene- qaal, als hij zich met dezen goed verstaat. Als een aardig voorbeeld hoe men soms iu Indië te werk gaat, kan dienen dat b. v. bij de uitvoering van een groot werk, de extra-toelagen vermeer derd werden, niet na gelang van de meeste zui nigheid, maar naar mate dat er meer geld werd afgegeven. Hij heeft ook dit voor boven de amb tenaren die in Indië geweest zijn, dat er bij hem geen onzijdigheid of partie pris bestaat omtrent dp te beslissen zaken. Dat persoonlijke ervaring alleen toch ook geen genoegzame waarLorg geeft vpor juistheid van inzicht of beslissing, meent de Minister uit de koloniale geschiedenis met voorbeelden te kunnen staven. Ten opzichte van de richting van den Minister waarover eenige sprs. inlichting hebben gevraagd, zij hebben dat gedaan in algemeene termen, zoodat dan ook veelal in het algemeen daarop moet geantwoord worden, hetgeen weder lichtelijk aanleiding tot misverstand kan geven. De Minister heeft reeds in de Memorie van Beantwoording er op gewezen dat de eene richting voorwaaits wil en dat de andere van geen vooruitgang wil weten, terwijl daartusschen zij die staan vol strekt niet willen stilstaan. Nu is het eene gewoonte geworden om hen die gematigde vooruitgang voorstaan op eene lijn te stellen met hen die willen stilstaan, terwijl wederom anderen, even eenzijdig Dooit iets zien in voorstellen iu de gematigde richting of hel wordt als radicaal uitgekreten. Met al die alge meenheden komt meu niet verder. Hij houdt zich aan hetgeen hij in de Eerste Kamer heeft gezegd dat hij wenseht vooruit te gaan in de .richting van het regiement van 1854 en daaiaan eerlijke uitvoering wil geven. Maar met die rich ting is wat de heer Nierstrasz van hem verlangt, volkomen onbestaanbaar en bestaat er groot mis verstand. Bijv. als ik zeg: ik wil de koffiecultuur behouden, dan handel ik. in den geest van art. 56, maar ik voeg er bij: niet inachtneming der volgende alineas en tot bereiking vau 't einddoel aldaar voorgeschreven, terwijl de beer Nierstrasz alleen het oog heeft op al. I. Ik heb ook in de Eerste Kamer gezegd geen plan te hebben tot verandering in het bestaande en ben dus voor sta biliteit. Maar men onderscheide wel, ik ben ja voorstander van stabiliteit, maar dit mag met leiden otn niets te veranderen en te verbeteren of stil te staan. Ik heb dan ook na mijn optreden apn den Gouv. Gen. geschreven dat ik niet voor nemens was alles in den bliude omver te halen, maar tevens, dat ik mij niet kon vereenigen met het besluit tot uitvoering der agrarische wet. en dat de aanschrijvingen daarop gegrond waren. Te vens heeft de Minister opgave verzocht van het geen tot richtige uitvoering der wet noodig zou zijn, ten einde dan eene nadere voordracht aan den koning te doen. Daarop heeft hij gedeeltelijk antwoord ontvangen. Naar aanleiding daarvan he,eft hij zijne meening gezegd over onderschei den puDten. Nu is hij in het bezit van nog andere gegevens en kan thans alleen dit zeggen, dat hij het in onderscheiden punten met het besluit van zijn voorganger niet eens is. Zoodra hij nadere stukken zal hebben ontvangen zal hij eene voor dracht tot wijziging doen. Ten aaozien van het tarief waarover de heer Insinger heeft gesproken. Aan de kamer van Koophandel is slechts een voorloopig ontwerp ge zonden, een schema, maar de algemeene grond slagen, daarin vervat, drukken in de hoofdzaak mijne gedachten uit. Met betrekking tot den heer Van Kuijk over de Commissie van examinators over het Indisch onderwijs. De benoeming heeft nog niet plaats gehad, en de minister geeft de verzekering dat met de meeste onpartijdigheid, zonder, stelselmatige achteruitzetting van wien ook, zal gehandeld worden. Met opzicht tot den heer Van Golstein die den Minister verwezen heeft naar eenige redevoe ringen van den Minister van Binnenlandsche Zaken over de koloniale aangelegenheden. Met Inhouding van wellicht enkele punten van ver schil betrefende de opportuniteit van pen of an der, kan de Minister verzekeren dat er geen verschil bestaat over den weg en de richting die ge volgd moeten worden. Daaromtrent bestaat vol- komene homogeniteit. Wat betreft de Kust van Gninea in verband met een artikel in de Nieuwe Rotterdaamsche Courant. De Minister zal vermijden al wat strek ken kan om de discussie reeds nu te openen over de zaak zelve; maar verklaart dat er geen sprake is van een fait accompli. Maar toen het bericht over den afloop der onderhandelingen ter kuste bekend werd, heeft men de zaak beschouwd als reeds geklonken. De Min. verklaart uitdrukkelijk dat de Kamer de beslissing der zaak volkomeo in hare hand heeft en dat niets is gepraejudi- cieerd. Op de vraag van den heer Van Kerkwijk nopens 's Ministers tnededeeling dat geen Spoor- wegleening noodig zal zijn, herrinnert de Min- nister dat reeds de vorige Minister van Financiën hetzelfde uitzicht heeft geopend, en (zoo wel ver staan is) dan heeft de Minister dit onlang slechts beVe'stigd. 8 Na nog eenige korte woordenwisselingen werd het hoofdstuk in stemming gebracht en aangeno men met 55 tegen 8 stemmen. Tegen de heeren: Insinger, Hasselman, Nierstrasz, v. Amerongen, Kien, v. Kuijk, en Begram. De vergadering werd hierop tot heden verdaagd, ter behandeling van de wet op de middelen. Sedert de vorige opgave zijn alhier door pok ken aangetast 11 personen, als hersteld opgegeven Jü, overleden 1, zo.odatin behandeling blijven 152. Z.K.H.Prins Alexander lieel't medeingeteekend op het werk: //Algemeen en tijdrekenkundig over zicht -van den DuitschFranschen oorlog,'' door den Isten luit. der infanterie Abej.' Het Handelsblad verneemt, dat de heer Mr. M. H. Godelrui, voorbeen gedurende een reeks van jaren afgevaardigde uit Amsterdam iu de Tweede Kamer, een eveutueele candidatuur voor de hoofdstad niet zal van de hand wijzen. De lieer J. H. Krelage, te Haarlem, is benoemd tpt eerelid der Tuinbouw-Maatschappij van Wor cester County, in Massachusetts (Vereenigde Staten van Noord Amerika. De Times behelst nog omtrent het wrak van c(e Willem lil, en nopens de zeeramp zelve Hei Comité van Lloyds, daartoe bevoegd, heeft l?st gegeven, de gaten, die in de romp van het schip geboord waren, dicht te maken, het water uit te pompen, eu het casco in de haven van Portsmouth te sleepeu zoodra het vuur, dat gisterenavond (Maandag) tegen zonsondergang nog smeulde, geheel zal gebluecht zijn. Dit alles zal geschieden met goedkeuring en adsisteutie van den havep-aduiiraal en overige autoriteiten. In de haven zullen de overblijfsels van het vuur worden wegeruimd; alles van waarde, wat nog uiet vernield is, zal worden aan wal gebracht, eu naar den toestand van de machine en van de ijzeren romp beneden de waterlijn een onder zoek worden ingesteld. Men beschouwt 't als mogylijk, dat eene aanzienlijke hoeveelheid pas sagiersgoederen, die mede in het ruim van het Vaartuig geborgen zijn geweest, zal kunnen be houden worden, zonder andere schade dan die het water er aan kan hebben veroorzaakt. Een groot deel van de aan boord zijnde specie (ter waarde van 18,000 pd. st.) is reeds uit de specie- kamer gehaald en gedeponeerd op het kantoor der inkomende rechten te Portsmouthen ontwijfelbaar zal het geheele bedrag der specie voor den dag komen, wanneer het water zal zijn uitgepompt. De Duitsche consul-generaal te Londen heeft aan den consulairen agent te Portsmouth opgedragen, alle noodige uitgaven voor de zich onder de schip breukelingen bevindende Duitschers te bekosti gen, en hen naar de naaste Duitsche haven te doen transporteeren. In het geheel waren er 14 Duitschers aan boord waaronder de hper M, E. E. Rosa, met vrouw en twee zusters, die gelijk gisteren reeds werd medegedeeld al hun bezit tingen, ter waarde van 1500 pd.st., verloren hefi- ben; ook de andere passagiers hebben al wat ie bij zich hadden in de vlammen moeten ach terlaten; doch de bijzondere omstandigheden en de grootheid van het verlies maken 't geval van den heer Rosa meer dan gewoon hard. Eenparig hoort men de passagiers met den grootsten lof gewagen van de energie en de tegenwoordigheid van geest des gezagvoerders E. Oort zoowel toen de brand pas ontdekt was, als later, toen det bleek dat aan blusschen niet te denken viel en de meest geschikte maatregelen moesten ge nomen worden tot behoud der passagiers. Aan den amjeren kant verklaart kapitein Oort, dat de aanwezigheid van het detachement militairen veel tot redding der passagiers heeft bijgedragen. De bemanning was eerst drie dagen aan boord; het vaartuig en zijn tuigage waren geheel nieuw; en zou 't onmogelijk zijn geweest, de zes nieuwe en zware booten, van een met menschep opge vuld schip, vóór en achter brandend, te water te If rijgen indien niet de soldaten en hunne offi cieren niet moed en bedaardheid hulp hadden Verleend. i De Hollandsche Maatschappij van Landbouw, afdeeling 's-Gravenhage en omstreken zal op Dins dag den 30sten dezer eene vergadering houden, yvaarbij de volgende punten van behandeling zullen komen: 1°. Mededeelingen, 2». Voorstellen van het bestuur 3'. Verloting van voorwerpen, om niets, onder de aanwezige leden. 1 De afdeeling voor Wis- en Natuurkundige We ttenschappen van de Koninklijke Akademie van Welteuschappeu zal eene gewone vergadering houden ep Zalurdag den 27sten Mei e. k.,'s mid dags ten twaalf ure, in liet gebouw der Akademie Trippenhuiste Amsterdam. Bij de Regeenng is bericht ontvangen, dat van qf 25 Mei aanstaande de paspoorten, die alle Vreemdelingen, welke België van den kant der llransche grenzen willen binnen komen, moeten tjezilieu, dan alleen voor geldig zullen worden lehbudèn, wanneer zij liet visum dragen van een j n iptumalieh of consulair Belgisch agent in den vreemde geaccrediteerd. i Z. M. heeft aan Mr. P. Lijndrajer Jr., op zijn daartoe gedaan Verzoek, eervol ontslag verleend ails notaris te Amsterdam, en benoemd tot notaris binnen het arrondissement Amsterdam, ter stand plaats Amsterdam, C. Ji Carp, caiiditaat-notaris aldaar, een en ander in te gaan 1 Juni 1871. BINNENLAND. Lkidschkndam, 25 Mei. De twee kapitale bouw- manswoinngen en eenige percéelen los land van wijlen den heer- J. W. Vau der Sehooren, en ge llegen in de gemeenten 't Hof van Delft, Schip luiden, Nootdorp, Siompwijk, Veur en Voorbuig, zijn, op de publieke veiling, den 24stèn dezer ge houden door Notaris- Scbiuulck .eu.Eikendal, in het VeDduehuis der Notarissen te 's-Hage, iu bod gekomen, als volgt:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1