der Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te
Amsterdam over 1870 blijkt o. a dat er op dit
oogenblik weinig of niets kan gezegd worden
over de resultaten door de Academie op te leveren.
De commissie van toezicht meent echter, voor
zoover het korte tijdbestek haar tot een oordeel
rechtigt, met voldoening te kunnen gewagen van
den gang van het onderwijs, en roemt den ijver
van hoogleeraren en kweekelingen.
Reeds nu schijnt echter te blijken
1°. dat de velerlei bestemming die, hetzij tijde
lijk, hetzij voortdurend aan verschillende gedeelten
van het gebouw waarin de Academie is gevestigd
(het voormalige Oudemannenhuis) bezwaren en
inoeielijkhedeu voor het onderwijs zullen ople
veren, zoodat een nieuw gebouw voor de Academie
alleszins wenschelijk zou zijn.
2°. dat de hulpmiddelen voor het onderwijs
eene aanmerkelijke uitbreiding en systematische
completering behoeven, en
3°. dat de van de leerlingen gevorderde bijdrage
is te hoog.
De heer Dr. J. Huijvenaar te 's-Hertogenbosch
is door Z. M. den Koning van Portugal benoemd
tot ridder der Militaire Orde van Christus.
Van éen der heeren passagiers van het stoomschip
Willem 111, dat zoo noodlottig een prooi der vlam
men werd, ontving de N. R. Ct. de volgende
mededeeliugen
„Vrijdag-avond, bij prachtig weder, was het
stoomschip ter hoogte van het eiland Wight, toen
de passagiers, die op het dek wandelden, plotse
ling een gil hoorden, waarop spoedig een alge
meen tumult en het geroep om water volgde.
Het bleek dat in een der voorste passagiershutten
lste klasse, brand ontdekt was, die zoo snel toe
nam, dat alle pogingen tot blusschen nutteloos
waren. Na een zeer kort tijdsverloop werd door
den kapitein bevel gegeven de sloepen gereed
te maken. Aan redden viel niet te deuken; daar
de passagiers door den hevigen rook belet werden
in hunne hutten te komenzij, zoowel als de
equipage, Verloren letterlijk alles en mochten
zich dankbaar rekenen er het leven te kunnen
afbrengen. Een Fransche schoener en een Engel-
sche kotter, die op het zien van brand kwamen
opzeilen, namen een gedeelte der passagiers over.
Daarop arriveerde de Engelsche stoomboot Scor
pion, die de zich aan boord van den Franschen
schoener bevindende passagiers, alsmede deepui-
page en troepen overnam en ze naar Portsmouth
vervoerde.
Een particulier telegram meldt voorts uit Lon
den, behalve de reeds bekende feiten, nog het
volgende:
„Het weder was gelukkig stil, waardoor liet
mogelijk was al de opvarenden te redden. Alhoe
wel het water in en uit het schip loopt, is het
vuur nog altijd niet geheel uitgedoofd.
„De loodskotter Mary en het stoomschip Cambria
hebben het eerst hulp verleend. Daarna kwam
de Scorpion. De sleepboot William heeft het bran
dende schip op een zandbank tusschen Spithead
en Portsmouth gesleept.
„De passagiers werden het eerst gered; daarna
de troepen.
„Door tusschenkomst van den Nederlandschen
Consul zijn de troepen thans in de Anglesea
barakken ingekwartierd.
„Men zegt dat de brand het eerst ontdekt is
door een kiud. Tusschendeks rookte het hevig;
er werden gaten in het houten dek gehakt en
massas water werden gebezigd om de vlammen
te stuiten, maar het mocht niet baten."
Het Dagblad v. Z. H. ontving gisteren den vol
genden brief van een passagier van de verbrande
stoomboot Willem III:
Na Donderdag 18 Mei om halftwaalf uitgezeild
te zijn, en bij Texel eenige uren vertoefd te heb
ben om de compassen te verifiëren, ving men de
eigenlijke reis naar Java aan, 's avonds om half-
aclit. Het schip dreunde weinig; een ieder was
blij dat de stoommachine zoo zacht werkte en
vergenoegd ging die eerste avond op zee voorbij,
met de onderlinge kennismaking.
Den volgenden dag, bij het opstaan, bleek het
dat alles gunstig was gegaanhet schip had 10
mijlen in de wacht geloopeu, en men maakte
reeds berekeningen, wanneer men Gibraltar zou
passeeren.
Een der passagiers van klasse B, verhaalde
echter dat in zijn hut door een der couchetten een
stoompijp liep, die niet omwonden was en die
's nachts zoo warm was geworden, dat zijn kind,
dat daarin sliep, het er niet kon uithoudendat de
kapitein er naar gezien had, en hij dus hoopte
dat het nu beter zou zijn.
Meer werd daarover niet gesproken; ook merkte
men dat in de dames-badkamer veel stoom was,
maar werd men gerust gesteld door de verzekering
dat de machinist reeds daarvoor gezorgd had.
De dag van Vrijdag 19 Mei ging goed voorbij
de kinderen gingen 's avonds tegen 9 uren naar
bedook eenige passagiers volgden dat voorbeeld,
terwijl de anderen zich in den salon vereenigd
hadden, waar muziek gemaakt werd, toen men
eensklaps tegen 10 uren 's avonds van voren
hoorde roepen: „brand 1 brand 1" Het schip was
toen tusschen Portland en Wight, zoo ongeveer
20 Eng. mijlen van Ventnor (op het eiland
Wight). Een ieder sprong door dat roepen op;
de kapitein en alle officieren van het schip liepen
naar voren, de ouders naar hunne te bed lig
gende kinderen, en de angstkreten stegen van alle
kanten op.
Spoedig hoorde men door de scheepsofficieren roe
pen: „blijft bedaard, weest niet bang, wij zijn den
brand meester, hij is gebluschtl" Maar weldra
bleek dit helaas! niet waar te zijn; want zij die
nog naar hunne hutten trachtten te loopen, oui
iets te redden, konden er niet meer in, zonder
te stikken van den rook. Allen liepen dus naar
boven, met veel moeite werden de booten losge
maakt en te water gelaten. De eerste boot was
natuurlijk bestemd voor dames en kinderen; deze
werden er dus zooveel mogelijk ingelaten. Die
boot zou echter ook dadelijk gezonken zijn, zoo men
niet spoedig bespeurd had, door het stijgen van
het water daarin, dat men vergeten had de prop
daarin te doen. Gelukkig werd hierin voorzien.
Zes booten kwamen langzamerhand te water, en
werden zoo vol mogelijk gevuld met opvarenden
en toch bleven er nog een honderdtal op het
brandende schip; wat zou hun lot worden? nie
mand wist het. Gelukkig werden de orde en rust
goed gehandhaafd onder het detachement troepen
dat aan boord was, door hunnen flinken kom-
mandant en de officieren die hen volgden; zij
zagen met moed den dood voor oogen, met de
bede dat God hen ook mocht redden.
Een zegen was het dat er bijna geen wind
was; de zee was dus vrij kalm. Had de Voor
zienigheid hier niet geholpen, dan zou niemand
het leven hebben behouden. Nu dobberde men
op het vlakke water; want roeiers had men bijna
niet, totdat men ongeveer halftwee 's nachts op
een afstand een kotter zag komen. Twee booten
roeiden zoo goed als ze konden daarheen, de pas
sagiers werden op dien kotter overgebracht en
onmiddellijk keerden de booten terug naar het
brandende schip, om de anderen overgeblevenen
te halen. God zij gedankt, dat er nog tijd was;
allen werden toen op de booten overgebracht.
Van het redden van goed kon geen sprake zijn,
de tijd daarvoor ontbrak, ook waren de booten
reeds te veel met menschen gevuld, om goederen
wat het ook zij, daarin nog te kunnen bergen.
Zij die niet op den loodskotter zich konden red
den, werden op een Franschen schoener, die ook
op het gezicht van het vuur was aangekomen,
opgenomen. Deze geredden werden in den och
tend van Zaterdag 20 Mei overgenomen door het
Engelsche stoomschip Scorpion en naar Ports
mouth gebracht, waar zij ongeveer 10 uren 's mor
gens aankwamen; terwijl zij, die op den loods
kotter waren, aldaar om 2 uren 's namiddags
arriveerden. Bij natelling bleek toen, dat allen
waren gered; maar niemand bezat iets anders
als wat hij op zijn lijf droeg. De ware oorzaak
van dit ongeluk weet men niet, maar algemeen
gist men dat het broeien van de steenkolen (want
er was ongeveer 1000 ton aan boord) den brand
heeft veroorzaakt; te meer daar de brand in het
voorschip is begonnen, waar de steenkolenhok
ken waren, bij of onder de hut van bovenbe
doelden passagier van klasse B.
Ten slotte zij nog gezegd, dat de kapitein van
de Willem III, de heer Oort, zoo mede de andere
officieren van dat schip, zich tot het laatste oogen
blik cordaat en bedaard hebben gehouden, zoodat
dit, gepaard aan de bedaardheid der passagiers,
veel tot redding vau aller leven heeft bijgedra
gen. Het stoomschip was al brandende Zaterdag
middag gehaald in de haven van Portsmouth, en
brandde nog Zondag-ochtend. Lading en bagage
kunnen dus als verloren worden beschouwd.
Met ingang van den 28slen dezer, zal het
rijkstelegraafkantoor te YVarffum op Zon- en
feestdagen open zijn van 8 tot 12 uren voormid
dags. De diensttijd op werkdagen blijft onveran
derd.
Z. M. heeft herbenoemdals burg. der gemeente
Diuther A. Kerkhof, secretaris aldaar; als burg.
der gemeente Oostdongeradeel Mr. S. Witteveen,
en als burg. der gemeente Leek dr. J. W. Foc-
kens, secretaris aldaar.
Z. M. heeft aan B. J. Daman, gewezen rijks
veldwachter der lste kl. te Zwolle, ten laste van
den Staat een pens. verleend ten bedrage van
190 'sjaars.
Z. AI. heeft benoemd tot rechter in de arrond.-
rechtb. te 's-Gravenhage Jhr. Mr. S. M. S. De
Savornin Lohman, thans rechter in de arrond.-
rechtb. te Alkmaar.
Z. M. heeft benoemd tot rechter in de arrond.
rechtb. te Rotterdam Mr: J. Van Heukelom, thans
rechter in de arrond.-rechtb. te Gorcum.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in den Hoo
gen Raad der Nederlanden Mr. J. Kalff, thans
pres. der arrond.-recht. te Almelo en lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in den Hoo-
gen Raad der Nederlanden Mr. J. J. Van Meer-
beke, thans raadsheer in het prov. gerechtshof
in Noord-Holland.
Z. M. heeft aan Mr. C. De Witt Hamer, op zijn
daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend
als (procureur bij de arrond.-rechtbank te Goes
Z. AI. heeft benoemd tot kantoor, te Sneek Mr.
L. Reitsma, thans rechter in de arrond.-rechtb.
aldaar.
Z. AI. heeft benoemd tot griffier bij het Kan-
tonr. te Gennep Air. A. Broedelet, adv. te Gouda.
Z. AI. heeft goedgevonden1'. bij het wapen
der inf. te benoemen, tot lslen luit. (naar ouder
dom van rang) bij hun tegenwoordig korps, de
2de luits J. C. Beckers, van het lste, J. S. Van
Bijsterveld, van het 4de, en J. A. C. H. Van Moll,
van het 6de reg.; 2°. in zijnen rang over te plaatsen
bij het reg. gren. en jagers, den lsten luit. Jhr.
A. AI. C. H. Bowier, van het instructie-bataillon.
BINNENLAND.
Amsterdam, 22 Alei. In de jongste gemeente
raadszitting zijn twee belangrijke besluiten ge
nomen. Het voorstel van Mr. A. S. van Nierop,
tot vermindering van het schoolgeld op de hoogere
burgerschool met vijfjarigen curses van f 90 op
f 60, werd aangenomen met 22 tegen 4 stemmen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot geleidelijke afschaffing der kermis, door haar
duur tot en met 1875 van 2 weken tot 1 week
te bekorten en haar, te beginnen met 1876, niet
meer te doen plaats vinden, werd met 24 tegen
3 stemmen aangenomen. Een amendement van
den heer Kuiper, om na 1872 geen kermis meer
te houdeu en het voorstel van Burgemeester en
Wethouders overigens onveranderd te laten, was
bevorens met 18 tegen 9 stemmen verworpen.
Over beide voorstellen hadden belangrijke dis-
cussieu plaats.
Donderdag 25 Alei e. k. zal de Kiesvereeni-
ging Burgerplicht alhier eene vergadering houden
ter verkiezing van drie candidaten voor het lid
maatschap der Tweede Kamer en van een can-
didaat voor dat der Provinciale Staten, ter ver
vanging van het onlangs overleden lid, den heer
J. G. Rijnders. Tot dusverre wordeD als candi-
dateu genoemd en schijnen alzoo in meer of min
dere mate in aanmerking te zullen komen; de
heeren Air. C. Fock, Mr. A. S. Van Nierop, Air.
C. YV. Opzoomer Air. C. Van Heukelom, Air. AI.
H. Godefroi en Air. F. Al. C. Asser. Omtrent de
geneigdheid van sommigen hunner tot een eveu-
tueele aanneming der candidatuur bestaat nog
volstrekt geene zekerheid. Men vermoedt intus-
schen, dat, indien de heer Asser zich voor dien
oud Amsterdamscheu afgevaardigde, zijn oom,
zal terugtrekken. Alenigeen betreurt het, dat het
niet mogelijk schijnt een handelaar te bewegen
een plaats onder de candidaten in te nemen. De
eenige der genoemde candidaten, die als zoodanig
wordt aanbevolen, is de heer Vau Heukelom,
oud lid der Kamer, die vroeger hier lid eener
handelsfirma was. De gevoelens over de wensche-
lijkheid en de kansen van slagen dier candidaten
zijn nog zeer verschillend. Vermoedelijk zal het
meeste afhangen van de Donderdag te houden
debatten. Over de stemmen eener Vereeniging,
die 400 leden telt, valt niet te beschikken. Dit
schijnt intusschen zeker, dat, als gemelde heeren
zich beschikbaar mochten stellen, allen warme
voorstanders in de Vergadering zullen vinden.
Haarlem, 22 Alei. De Hollandsche Alaatschappij
der Wetenschappen alhier hield den 20sten dezer
hare 119de algemeene vergaderiug, die door 42
directeuren en leden werd bijgewoond. De pre
sident directeur, Air. F. YV. baron van Styrum,
herdacht in zijne openingsrede de verdiensten
der sedert de laatste algemeene vergadering over
leden heeren J. F. Hoffman (directeur)F. A. YV.
Miquel en D. J. Storm Buysing (binnenlandsche
leden); P. H. Von Fuss, te St.-Petersburg, W.
Haidinger, te YVeenen, en sir John Herschel, te
Calligwood, (buitenlandsche leden)en deelde aan
de vergadering mede, dat tot directeuren der
Maatschappij benoemd warende heeren Air. B.
J. Aluller en Jhr. H. Teding van Berkhout, te
Haarlem; Jhr. Air. YV. Roëll en Jhr. Mr. H. S.
Van Lenuep, te Amsterdam, terwijl de hooglee
raar C. H. D. Buys-Ballot tot mede-redacteur der
Archives Neerlandaises was benoemd, in stede van
den hoogleeraar R. Van Rees, die wegens zijne
hooge jaren voor die betrekking had bedankt.
Overeenkomstig het voorstel van adviseuren,
werd een in de Duitsche taal geschreven antwoord
op de in 1869 uitgeschreven prijsvraag over kunst
matig gevormde mineralen met de gouden medalje
en eene premie van f 150 bekroond; de schrijver
dezer verhandeling bleek te zijn de hoogleeraar
C. YV. C. Fuchs, te Heidelberg. Aan den uitschrij-
ver dezer prijsvraag, den hoogleeraar H. Vogel
sang, werd volgens de wet de zilveren medalje
toegekend. Sedert de laatste algemeene vergade
ring zijn door de Alaatschappij uitgegeven vijf
afleveriugen van bet tijdschrift Archives Neerlan
daises des Sciences exacles et naturelles, en eene ver
handeling, getiteld: Laatste lijst van Nederlandsche
schildvleugelige insectendoor haar lid Air. S. C.
Snellen van Vollenhoven.
Nadat een tiental nieuwe prijsvragen op natuur
kundig gebied waren uitgeschreven, benoemde de
vergadering tot binnenlandsche leden der Alaat
schappij: de heeren Dr. J. R. E. Van Laer, lee-
raar aan de Rijks-veeartsenijschool te Utrecht, en
Dr. T. Zaaijer, hoogleeraar in de geneeskundige
faculteit te Leiden, en tot buitenlandsche deden
de heeren J S. Slas, directeur der Alunt te Br
sel, en J. B. Davi„, te Sheltou, in Engeland
Na den afloop der vergadering vereenigden zi^
heeren directeuren en leden aan een vriendscb
pelijken maaltijd, in het hotel \an den Berg
den Hout.
Deventer, 17 Alei. Onlangs verloor een geat
ingezeten alhier een couvert, waarin zich bev
den, behalve eenige familiepapieren, 3 bankb
jetten ieder a f 1000. Het werd uitgeklonken
men beloofde den vinder f 10. Intusschen kw
niemand opdagen. De politie kwam echter
vinders op het spoor; het waren twee zeer je
dige kinderen, die verklaarden, dat zij een pa
hadden gevonden en dat zij dit weder aan re
ren P., minderjarigen zoon van H. P., hadd
overgegeven, die het aan zijne moeder had
vertrouwd. De laatste, door den commissaris»
politie ondervraagd, ontkende iets te hebbeno
vangen. Toen de commissaris weg wilde g-
kwam juist de jongen binnen, waarop hij d
op barschen toon vroeg: „waar hebt gij die
pieren gelaten, die gij op straat gevonden hebl
De jongen begon te schreien en zeide: „Mo
heeft het in 't kabinet." Daarop gelastte deco
missaris het kabinet te openen en de moed
overhandigde toen werkelijk het verlorene. Th
wordt de vrouw ambtshalve vervolgd, ter zj
van verduistering van de door haren mindeij
gen zoou op straat gevonden waarden. De kin
ren, die werkelijk het verlorene gevonden b
den, zijn van behoeftige ouders. Door den e:
naar werd aan ieder van hen een aanzien!
sommetje ter hand gesteld.
's-Hertogenbosch, 22 Mei. De stedelijke Reg
ring wilde bij het bouwen der nieuwe sch
lokalen van de openbare gemeenteschool
kosteloos lager onderwijs, ter plaatse waar v
maals het zoogenaamde StateDlogement was,d
ouden toren gehouden en doen opmaken, als ee
gedachtenis van vorige eeuwen, doch bij het
breken der gebouwen zelf, welke dien toren o
ringdeD, werd door den heer architect bevond
dat hij van onderen bouwvallig was en dreig
in te storten, wanneer die gebouwen geheeli
den zijn weggenomen. Op zijne voordrachtw:
dus besloten hem geheel af te breken, dat -
te betreuren is, omdat het zoogenaamde St"
logement (niet Statenhuis) met zijn toren, vol,
de bouworde behoorde tot eeD dier hechte eD
zienlijke paleizen, waarvan in vroegeren tijd
stad zoo ruimschoots voorzien was. Door wienï
paleis gesticht werd, is niet bekend, doch het waf
1496 eigendom van heer Cornelis van Zevenberg
ridder, raad en kamerlink van Philips, hertog
Bourgondiën, van Botrijk en Brabant, maarsria
en ambtman der stad eu slote van Grave;
1515 nam Karei V destijds nog geen keizer,
's-Hertogenbosch zijn intrek ter burchte vaoh
Cornelis van Zevenbergen. Zijn huis kreeg daar»
bij de verheffing van Karei tot keizer den n'
van Keizershof eD de straat die van Keizers9t
later werd het Keizershof eigendom van d
gouverneur der stad Antonie Schets, heer
Grobbendonck. Na de capitulatie in 1629 w
het Keizershof gebruikt tot logering der ge
mitteerde leden uit de Staten-Generaal, ter
pachting van de middelen en om andere zs
te 's-Hertogenbosch in commissie, waardoor
den naam van Statenlogement kreegtijdens
opstand van België van 18301839 diends
nu gevallen toren tot telegraaf tusschen de vest
's-Hertogenboscb, het hoofdkwartier van het Ik
te velde en 's-Gravenhage.
Den 18den dezer arriveerde te Zunder.
officier van justitie uit Breda, om een gerechlf
onderzoek in te stellen nopens manslag doorts
daar wonende ongehuwde 19jarige moeder
haar eenige maanden oud kindje gepleegd. A
men verneemt, heeft de beschuldigde reeds
kend, dat zij het kind door het met het gezi
legen haar borst te drukken heelt doen stikt'
AIiddelbdrg, 21 Mei. Uit Vlissingen deelt»
ons mede, dat dagelijks uit de onlangs even
westen dier stad aangevaren en gezonken stoo
boot Holy Rood, door middel van een duiker,sli
goederen, breikatoen, balen met geiten- en kon
nenvellen, vaten verf enz., worden opgehas
zijne tochten naar het schip, dat op 20 meU
beneden laagwater ligt, duren niet langer d
25 miuuten. Het daarvoor uit te keeren loon
staat in de helft van de zuivere opbrengst
het opgedokene, waarvoor hij echter een kolk
de noodige luchttoestellen, 9 manschappen
schijnt noodig te hebben; de grootste opbrenj
gedurende éen laag watergetij heeft de was'
van 3000 bedragen. Die goederen worden k
schoongemaakt en geborgen, omtrent de verde
bestemming is evenwel nog niets bekend.
13 UITENLANP.
Frankrfik.
Het blijkt heden dat onze vrees van giste'
ongegrond is geweest en dat de troepen van Y
sailles inderdaad Parijs zijn binnen getrokke
het nieuwe bericht, dat generaal Cissey zijn lino
kwartier gevestigd heeft in de militaire sch'
geeft verder te kennen, dat zij reeds vrij vers
tot aan de noordelijkste bocht der Seine -I