N°. 3457. Vrijdag A°. 1871. 19 Mei. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEK ADVKRTENTUSÜJ Voor iederen regel.it juj i/^OtfS.i Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. EEIV GOED BEGIN. Dikwijls is de niet onjuiste opmerking gemaakt, lilt bet stellen van candidaten door kiesvereni gingen, hoe nuttig en noodzakelijk ook ooi den kiezers tot leiddraad te dienen en versnippering nn stemmen te voorkomen, toch deze schaduw zijde heeft, dat het ligt gebeuren kan, dat door e;n klein getal personen, in geheim comité ver gaderd, den kiezers een of andere naam wordt jpgedrongen die de voorkeur verwerft omdat hij tan drie of vier heeren welgevallig was. Er zijn Voorbeelden aangehaald van verkiezingen, die nog ■ten twintig leden telden, waarvan er niet meer zeven ter vergadering verschenen, welke be- werd om over het voorstellen van een can- lidaat te handelen, en waar dan van die zeven |iier genoeg waren om te beslissen, wie tot can- Ididaat zou worden aanbevolen. De fout ligt soms bij de kiesvereenigingen zelve, (lie om een of andere reden zich liefst tot een klein kringetje beperken en de zaken zoo geheim lOgelijk verrichten. Dikwijls ligt ook de schuld >d de kiezers, die om allerlei redenen bezwaar naken tot eene kiesvereeniging toe te treden en Izoo eigenwillig de beslissing aan eenige weinige :ersonen in handen geven. De liberale kiesvereeniging alhier Het algemeen eiang heeft begrepen „dat de publieke zaak ook bier publiek behandeld moet worden." Zij wenscht an de vereeniging zelve eene volkskracht te maken. Daarom tracht zij haren kring geenszins te be- erken, maar veeleer zooveel mogelijk uit te brei en. Om deze reden heeft zij nog onlangs alle iberale kiezers herhaaldelijk uitgenoodigd om zich Dij haar aan te sluiten. Naar wij vernemen heeft leze uitnoodiging zeer goed gevolg gehad, zoodat iet reeds vrij groot getal harer leden nog aan zienlijk is toegenomen. Voorts wil zij bij de aanstaande verkiezing tan een lid der Tweede Kamer van de Staten- Generaal dit beginsel, „dat de publieke zaak pu bliek behandeld moet worden," op nog ruimere schaal toepassen. Zij heeft besloten, zich van het stellen van een eigen candidaat te onthoudeo, maar in plaats daarvan, al de liberale kiezers in het district (zoowel buiten als binnen de stad) op te cepen tot eene algemeene vergadering, te houden 'lp aanst. Zaterdag, waar na openbare discussie eene volkomen vrije en ongepraejudiciëerde keus bp den meest geschikten candidaat zal kunnen worden uitgebracht. Deze houding der kiesvereeniging hel alge meen belang steekt gunstig af bij die van de andere kiesvereenigingen in onze stad, van wier overleggingen en verrichtingen men nooit iets ver leemt vóór de strooibiljetten bij de kiezers wor- 'J-a te huis gebracht. Het algemeen belang be wijst daardoor, dat het de publieke opinie niet wil beheerschen, maar raadplegen. De candidatuur, op deze wijze voorgesteld, kan net missen krachtigen steun bij alle onafhanke lijke kiezers is het district te vinden. Uclden, 17 Hel. Bij de naderende verkiezingen, was de discussie |la de zitting der Tweede Kamer van gisteren, per belang en leerrijk, voor allen die door het Itezit van stemrecht, een beslissenden invloed op l-et lot van Nederland uitoefenen. Het is gisteren luder duidelijk gebleken dat de anti-revolution Iiairen en ultramontanen niet gediend zijn met lien vlieger die het conservatieve elemeDt opliet, l'o als shibolleth voor de Juni-dagen, de census- Ijuaestie aan te nemeD. De getuigenis van de Tijd, - de clericale partij den heer Van Lijnden niet bemachtigd had het bondgenootschap van cleri- I «den met conservatieven en anti-revolutionnairen 'o de censuBquaestie te preekende roepstem van den heer Groen dat de census-verlaging eene allergevaarlijkste overtolligheid in het confes sioneel program blijkt te zijn, zijn evenzeer tee kenen dat het door conservatieve kunstmiddelen in elkaar gezette bondgenootschap in zoover is gewijzigd, dat niet de conservatieven maar de kerkelijke partijen het orgel zullen trappen. De conservatieven ziju in hun eigen netten gevangen. Zij hebben de doornige en lastige schoolquaestie langs alle mogelijke wegen trachten te vermijden en staan er nu des ondanks meer voor dan ooit. Hunne stelling is verre van benijdenswaardig, daar zij niet anders overlaat, dan eene dubbel zinnige rol te spelen, dat in nieuwe quaestiën eenigen tijd met succes kan gebeuren, maar in het onderwijs-vraagstnk onmogelijk is geworden. Heeft dan ook het debat over de onderwijs- quaestie „tot een belangrijk practisch resnltaat geleid", het is zeer zeker geen ander dan dat gisteren op nieuw gebleken is van den bouw en trouw der liberale partij aan de schoolwet van 1857; van den houw en trouw der kerkelijke par tijen aan hun devies: godsdienstig onderwijs, boven de openbare onzijdige school, en vaD de onzuivere bedoelingen der conservatieven om de gemoedsbezwaren van beide genoemde partijen te exploiteeren en aan te wenden als middel om politieke doeleinden te hereiken. De rede die de Minister Thorbecke uitsprak, in antwoord op het uitdrukkelijk verlangen van de kamerleden, die tot de kerkelijke richting op politiek gebied behooren, om nog eens voor de duizendste maal te vernemen, dat de liberalen op onderwijsgebied vast aaneengesloten en op hun post zijn ter verdediging van de rechten van het volk op de openbare school, laat geen illusiën over en is inderdaad een nekslag voor de partij van den heer Heemskerk c. s. die zich nu weder in allerlei bochten zal moeten wringen om den steun te behouden, die zij anders gewis zou missen. De Minister Thorbecke, wiens rede door allen die de neutrale school liefhebbeu en als onmisbaar element van ons volksleven beschouwen, behoort gelezen te worden; herinnert naar aanleiding vaü de gedane vragen en uitgedrukte wenschen, dat hij nooit een vriend was geweest van beloven, tenzij hij bepaald wist, dat hij de toezegging mocht of kon gestand doen. Hij had ook nooit getracht verwachtingen op te wekken, om wien ook te winnen. Door den heer van Lynden was bij deze aangelegenheden een waar woord ge zegd, dat namelijk de schoolquaestie geeu politieke quaestie is. Gave de hemel, dat men iu die zaak altoos zoo gehandeld had. Hadden niet juist po litieke drijfveren, politieke berekeningen en harts tochten te zeer daarin gewerkt, men zou nu reeds veel verder ziju. Indien, hij alles wat tot de quaestie betrekking had overzag, dan ontmoette hij meer dan een misverstand, dat wil men tot elkander kunnen komen, vooral' zou moeten opgeruimd worden. Vooreerst het begrip dat geworden is eene soort van partij leurs, het begrip van staatsscholen. Dat begrip berustte al dadelijk op een misverstand. Wij hebben geen staatsscholen wel gemeentescholen, georganiseerd door de wet. De wet laat de ge meenten volkomeü vrij. De minister durfde zelfs beweren, dat het onderwijs en de onderwijzer op de openbare school oneindig vrijer zijn dan die op de bijzondere. Hij gelooft, dat het open baar onderwijs is gebracht onder het bereik der Regeering, alsof deze onderwees in eene bepaalde richting. Dat is niet het geval. Dat geheele be grip van staatsschool is ook vermeDgd en verward met staats-monopolie. Voor de wet van 18U6 waren de meeste scholen partij ondernemingen, lang na 1806 ook. Eerst veel later zijD de gemeenten ook overgegaan tot oprichting ook harerzijds van scholen, dat hun eerst met 1857 tot plicht was opgelegd. Een_ tweede misverstand was de voorstelling, dat men bij de openbare en de bijzondere school het openbaar en het bijzonder onderwijs tegenover elk ander stelde in verschillende beteekenis.Intusschen bestaat daartoe geen grond. Het openb. onderwijs is dat wat van overheidswege gegeven wordt; maar het hoofdkenmerk ie ontleend aan de be stemming om gelijkelijk voor allen te kunnen dienen en, zoo mogelijk, tevens bijzondere behoefte van enkelen te bevredigen. Het bijzonder onderwijs nu kan evenzeer gelijkelijk voor allen dienen, als de openbare school voor bijzonder onderwijs. Maar het kerkelijk onderwijs is iet3 anders, en dat vraagt men; men wil de gezindheids-school. De Minister nu vat niet het bijzonder onderwijs op iu dien zin dat het moet voldoen aan eene bij zondere behoefte van dezen aard. Immers als het onderwijs moest worden een gezindte-onderwijs, dan zou om daaraan toe te geren, het niet anders kilnnen geschieden dan ten koste van het alge meen belang. Een ander misverstand, dat zich ten deze al meer malen heeft geopenbaard, is de stelling: wij kunnen niet concurreren. De rollen zijn alzoo omgekeerd. Bij de grondwets-herziening vreesde men dat openbaar onderwijs zou lijden door de concur rentie van het bijzonder onderwijs. Nu beweert men weder het tegendeel. Intusschen heeft de heer Van Lijnden zelf beweerd, dat het openbaar onderwijs geen nadeel toebrengt aan het bijzonder. Maar indien de Minister nader komt tot het be weren dat men niet kan concurreren, dan moet hij dat betwisten. Dat hier en daar de concur rentie niet zou ziju vol te houden, ligt niet aan het onderwijs zelf, maar aan de bijzondere be slemming van dat onderwijs. Hoe wil men wat voor eene bijzondere behoefte bestemd is kunnen doen concurreren met hetgeen voldoen moet aan de eischen ran het algemeen. Nog eene andere bedenking, die schrikbarend overdreven wordt, wij zeggen zij die een be paald kerkelijk onderwijs verlangen, wij moeten contribueren aan de openbare school, waar het kosteloos gegeven wordt. Maar wat bedoelt men daarmede? Het is immers niet denkbaar, dat de schoolgelden zoo hoog kunnen gesteld worden om al de kosten te kunnen dekken. Het algemeen belang bracht dus mede, dat een ieder tot die kosten bijdrage, gelijk met zoovele andere zaken van publiek belang. Nog uit iets anders blijkt die overdrijving. Men vergelijke b. v. het lager onderwijs bij het hooger en middelbaar. Wie draagt daartoe hij Zeker toch niet eDkel de genen, die het onderwijs aldaar genieten. Het is ook hier alweer het algemeen belang, waartoe allen moeten bijdragen. En nu nog twee punten. 1". Op den aandrang tot herzieniDg iD deo geest door onderscheidene sprekers, vraagt de Minister, of dan het beginsel voor openbaar onderwijs voor allen toegankelijk zou moeten worden opgegeven. Dat zou zijn een teruggaan tot een of meer eeuwen. Dat kan zeker niemand willen. Zijn er billijke bezwaren aan de wet ontleend, de Minister is bereid ze te on derzoeken. Maar men moet zich niet voorstellen, dat, om aan bijzondere eischen tegemoet te komen, het algemeen belang zou wordeD geweerd. 2°. Door den heer Van Loon was de wensch geuit, dat de Minister zou aangeven in welke opzichten de wet voor wijziging vatbaar ware. Maar de Minister gelooft niet, dat hij een verhoor of vraagpunten kan ondergaan, in den toon van eeD dagblad artikel. Onmiddellijk hierop volgde een antwoord van den afgevaardigde voor het hoofdkiesdistrict Leiden, den heer Van Wassenaer, die gelijk altijd zonder omwegen uitkwam, voor zijn sterken vijandschap en afkeer van de openbare school, en voor zijne innige en warme gehechtheid aan het bijzonder onderwijs; niet het bijzonder onder wijs dat voor allen toegankelijk is, maar dat zooals de Minister van Binnenlandsche Zaken zoo juist definieerde, kerkelijk ouderwijs op deD voorgrond stelt eu in gczindheids-schole.n ontaardt. De heer Van Wassenaer, het zijn de woorden die hij gisteren uitsprak, wil de geopenbaarde godsdienst op de volksschool handhaven, wil dit streven van het bijzonder onderwijs algemeen maken. Iedere religie moet dus zijn eigen scholen stichten, want de K. K. of Israëlitische kinderen kunnen niet de geopenbaarde godsdienst van de Protestantsche school aannemen. En de Staat zou de neutrale school hieraan moeten opofferen God beware Nederland voor dergelijke proefne mingen 1 Zulke beginselen worden nu verkondigd door den Leidschen afgevaardigde, den heer Van Was senaer, door den vertegenwoordiger van een dis trict waar het openbaar onderwijs uitstekend geregeld is, goede vruchten afwerpt, en waar het bijzonder onderwijs de meest mogelijke vrijheid geniet. Zulke woorden zijn beleedigeud voor het liberale Leiden. De mannen die, zoo als de heer Van Wasse naer een anderen toestand, een toestand van twee dracht en onverdraagzaamheid, voor ons district vu rig wenschen en daarop steeds aandringen, hebben het vertrouwen van ons district verbeurd en moeten ter Tweede Kamer vervangen worden door mannen, die ook in het ónderwijs-vraagstuk de gevoelens van de meerderheid van 'het hoofd- kiesdistrict Leiden met hart en ziel zijn toegedaan. „Staatsonderwijs aanvulling van het bijzonder onderwijs", dat wil de ultra-orthodoxe partij, waartoe de heer Van Wassenaér behoort, en dat wordt ook door de Pausselijke partij gewenscht. Waarom? De heer Van NispeD, de leider van de ultramontanen, gaf in de zitting van gisteren deze redenen opHet openbaar onderwijs, zeide hij, is ongodsdienstig; er zijn onderwijzers' en hulponderwijzer» die het ongeloof met hart en ziel aanhangen en het ook door spot trachten te propageeren. Het Hoofdkiësdistrict Leiden mag den heer van Wassenaer dankbaar ziju voor de nieuwe gele genheid die hij waargenomen heeft, om voor z(jn ijveren tegen de openbare school, uit te komen. Het district weet daardoor tot op het laatste oogenblik, dat zijn afgevaardigde beginselen voor staat die, zoo als de beer Jonckbloet gisteren zeide, ten verderve van het land strekken. Met den heer v. Wassenaer trokken nog giste ren eene lijn, eenige clericale leden uit Noord- Brabant en Limburg, en de anti-revolutiobnaire leden Saaymans Vader en Van Loon, terwijl de conservatieve afgevaardigde, de heer Heemskerk Az. in troebel water vischte. Na eerst met nadruk geconstateerd te hebben, opdat het toch aan de kerkelijke partijen niet zou ontglippen, dat van transactie of van toegevqn van deze RegeeriDg niets was te verwachten, sprak hij weder eenige van die zinsneden uit, die de aDti-revolutiounairen en cléncalen zouden jjutineu doen denken dat er van conservatieve zijde, ais zij aan het roer was, wel iets tot bevrediging van gemoedsbezwaren zou kunnen wórden ge daan. De heeren Moens, Van Naainen, Van'Eem- nes en Jonckbloet eindelijk, hebben talentvol en met degelijke argumenten het behoud van de opén-v bare school verdedigd. Hiermede ging de onderwijs-quaestle in de Kamer onder, om tegen Juni in het land weder op te dagen. Heden opgegeven als door pokken aangetast 9 personen, als hersteld opgegeven 5, overleden 2, zoodat nog in behandeling zijn 135. Tot hoofdingelanden van Rijnland zijn geko zen de heeren: in het 13de district, G. Van der Poel Jz. en in het 7de district Jbr, W. A. L. Mock. De 29ste gewestelijke vergadering van het ne- derlaudsche onderwijzers genoodschap van Zuid- Holland, zal pp Zaterdag dep 3den Juni in (lp sociëteit „Ons genoegen" op de Bpelekade te Gouda worden gehouden. De werkzaamheden zullen geleid worden door den heer G. J, Pontier, Voorzitter van 't gewes telijke bestuur. De punten van bespreking zijn dp volgende a. Waaraan is de achteruitgang van 't gehalte der kweekeliugen toe te schrijven in te leiden door den heer J. A. v. Dijk. b. Zijn afscheidingen in de school aan te be velen in te leiden door den heer J. W. Regt. c. Moet niet op elke schoolgelegenheid bestapn voor het gymnastich onderwijs. in te leiden door den heeer J Schmal. d. Is de beschuldiging waar dat het onderwijs in Nederland niet praktisch genoeg is? in te leiden door den heer G. B. Jjallepian. e. Behoorde 'i onderwijzend personeel niet in 'tschooltoezicht vertegenwoordigd te zijn? in te leiden door den heer A. J. Labberton. f. Wordt tegenwoordig 't schrijfonderricht in de school behartigd, zooals 't verdient? in te leiden door den heer H. M. Kluitman. De Minister van Financiën heeft bij verschil lende resolutien aan de belanghebbenden kenbaar gemaakt: 1°. dat de vermoedelijke belooning ver bonden aan de vacante betrekking van deur waarder der dtrecte belastingen te Groningen, kan worden geraamd op f 880 'sjaars, na aftrek der kosteD wegens drukwerk enz.; 2°. dat de vermoedelijke belooning verbonden aan het va cante deurwaarders-district Wqrmerveer kan worden geraamd op f580 'sjaars, na aftrek der kosten wegens reizen, drukwerk enz,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1