'S IV0. 3451. Donderdag A°. 1871. 11 Mei. e nit doei dweil maal vordi i doe schil an da agen die antei i plan d, dii tegei jshei t niddi LEID8C DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommersn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, net uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVïiRTKNTIKN Voorlederen regelƒ0.15. Groetere letten nur de plaatsruimte die lij beslaan. araa T Az schet Hi e Di totu oil >otl BUITENLANDSCH OVERZICHT. III. In het groote rijk, dat de twee lauden, die wij steren behandelden, aan eene zijde geheel oui- ait, in Rusland zijn in de laatste dagen juist en bepaalde feiten voorgevallen, die de bespre- waardig zijn. Alleen vermelden en betreu- wij in het voorbijgaan de driedaagsche on- isten in Odessa, waarvan de aldaar aanwezige iiaëlieten het slachtoffer geworden zijn. De leden ir Grieksche kerk hebben daar het Pascha ge- lerd, door hunne joodsche medemeuschen te isbandelen en uit te plunderen; ter eere van eizer Alexander moet echter gezegd worden, it hij de strengste maatregelen heeft bevolen, iet alleen tegen de daders, maar ook tegen de «voegde autoriteiten, die het schandaal niet tijdig krachtig genoeg verhinderd hebben. Biedt Rusland, wat gewichtige gebeurtenissen treft, weinig belangrijks aan, des te meer is er ver dat rijk te zeggen wat zijne verhouding tot overige Europa en voornamelijk lot zijne aburen aangaat. Wanneer men een groote rivier bedaard tusschen zijne oevers daarheen ziet roomen, dan zal men van die rivier uit een iractisch oogpunt niet veel meer weten te zeg en, dan dat zij veel water bevat. Maar wanneer en tegen het einde van den winter terugkomt de losgeraakte ijsmassa'6 met donderend eweld tegen de dijken ziet aanbonzen en op gegeven oogenblik die sterke borstwering et wegzinken, om het water met helsche woede p de omringende landstreek te doen nederstor- dan komt men tot de overtuiging, dat die jgenschijnlijk vreedzame rivier een voortdurende edreiging is voor al wat haar omringt. Met een dergelijken stroom is Rusland te ver elijken. Door Peter den Groote in eene andere, uimere bedding geleid, heeft hij zich langzamer- and naar alle kanten uitgebreid, Polen in liet oorbijgaan verzwolgen, de dijken waarmede Na- oleon I zijne grootheid omgeven bad doorgebro- en en is sedert 185(5 door de vereenigde pogin- van EDgeland, Frankrijk en Turkije weder oor eenigen tijd binuen zijne greuzen terugge- acht. Doch wat is natuurlijker, dan dat men met een zekeren angst en wantrouwen het ge- eldige rijk blijft gadeslaan, ook al is er vóór het logenblik geen dadelijk gevaar van te vreezen? Welnu, ook wij willen hier een kort onderzoek nstellen om te weten waar wij ons voorlopig an te houden hebben, en of het waarschijnlijk dat er in de eerste tijden eene overstrooming al plaats hebben. Met andere woorden wij wil- nagaan, wat er te wachten is van de Pan ilavistisehe bemoeiingen, die wij van verschei dene kanten waarnemen, en van de vijandige gezindheid, die bij velen in Rusland tegenover het Duitsche land bestaat. Twee groote partijen houden, wat de buiten- andsche politiek aangaat, het Russische rijk ver deeld. De eene heet de Pan-Slavistische, terwijl men de andere niet wel anders kan betitelen „de niet Pan-Slavistische." Om ons dus een oordeel te vormen over hetgeen Europa vau Rus land te wachten heeft kunnen wij niet beter doen dan de bedoelingen, de bemoeiingen, de verte genwoordigers en hoofden dezer beide partijen na te gaan. Het Pan-Slavisme stelt zich voor, alle volken 'an Slavischen oorsprong in éen groot rijk te 'ereenigen. In deze eenvoudige definitie, die uit den naam der partij van zelf voort vloeit licht eene beteekenis opgesloten, die bij hare 'ervulling het geheele Oostelijke gedeelte van Europa in een langdurig bloedbad zou dompelen. Immers wat zou noodig zijn om het reuzachtige denkbeeld te verwezenlijken? Dat een gedeelte der bevolking van Turkije, namelijk de Noorde lijke provinciën tot aan de Adriatische Zee en een groot gedeelte van de Oostenrijksche onder danen van deze rijken werd losgemaakt. Nu ■taat in Oostenrijk tegenover het Slavische element, het Duitsche, dat natuurlijk nauw verbonden is met zijne broeders in het nieuw gevormde groote ójk van keizer Wilhelmook in de Oost-Zee provin ciën, die onder Ruslauds heerschappij staan is het Duitsche element sterk vertegenwoordigd. Herhalve het tot stand brengen van een Pan- Slavistisch rijk wil niet meer of minder zeggen dan een oorlog op leven en dood tusschen Turkije en Duitschland aan den eenen en Europeesch en Aziatisch Rusland aan den anderen kant. Deze strekking van de bedoelingen der Slavische partij in Rusland heeft ten gevolge, dat hare voorstanders de groote vijanden zijn van het Duitsche rijk en met hevige afgunst de vereeniging van de verschillende staten tot een machtigen bond heb ben aanschouwd. Men kan den naam van Pan- Slavisme derhalve als synoniem beschouwen met Anti-Germanisme. Om van het minder machtige Turkije niet te spreken moet men dus de be- moeijingen der partij tot bevordering van haar doel beoordeelen naar hare handelingen tegenover het Duitsche rijk. De aard- en oorzaken dier han delingen openbaren zich in vier verschillende verschijnselen, namelijk in sympathie voor Frank rijk gedurende den laatsten oorlog, in naijver op de Duitsche ontwikkeling en legerorganisatie, in onderdrukking van de Oost-Zee-provinciën, in pogingen om de Slaven in de Oostenrijksche lan den tot hunne plannen over te halen. Betuigingen van sympathie voor Frankrijk. In het Russische rijk met zijne autocratische regeering bestaat eene tot het Pan-Slavisme be- hooreude partij, die men er zoo licht Diet zoeken zou, namelijk een ultra-democratische-socialistische- rodicale-materialistisohe partij. Dit is het zooge naamde „Jonge Rusland" dat voor een groot ge deelte de geDoemde beginselen aanhangt eu verde digt zonder eigenlijk juist te weten, hoe het er toe gekomen is. De oorzaak hiervan ligt in de achterlijkheid van ontwikkeling, die daar inder daad bij velen in het rijk van Peter I nog zeer groot is. Het „Jonge Rusland" neemt dus een voudig de republiek als den meest wenschelijken regeeringsvorm aan, zonder zich de moeite te geven, de geschiedenis te raadplegen en te on derzoeken of deze ook leert, dat het woord „republiek" niet synoniem is met „ware vrijheid," dat eene constitutioneele monarchie voor die vrijheid dikwijls veel grooter waarborgen heeft opgeleverd. Zij zijn doctrinairen in den volsten zin des woords doch zonder voor hunne leerstuk keu een geschiedkundigen grond te hebben. Op philosophiseh gebied zijn zij materialistenmet betrekking tot de emancipatie der vrouw willen zij aan de schoone sexe zonder eenigen overgang alle rechten van den man geven; in de politiek zijn zij democraten; wat het groote maatschap pelijke vraagstuk betreft houden zij zich aaneen ver gedreven socialisme. De buitensporigheid van deze gevoelens is wel licht juist toe te schrijven aan de autocratie waaronder Rusland altijd gebukt heeft gegaan, daar sterke onderdrukking gewoonlijk sterken tegenstand in het leven roept. Het is nu natuur lijk, dat deze partij na den val van Napoleon zich voor Frankrijk de schoonste republikeinsche eD sociaal democratische voorstellingen maakte. Hevig waren dus hare verbittering en hare uitvallen tegen Duitschland toen het zich niet vergenoegde met Napoleon verdreven te hebben maar voort ging, de republiek te bestrijden. De strekking van die uitvallen kan men het beste beoordeelen naar de volgende uitdrukkingen die in Februari voorkwamen in een hoofdartikel van de Gotoi, welk blad het hoofdorgaan is der Pan-Slavistische partij met al hare onderdeelen„Een oorlog met de Spanjaarden, Franschen, voor een deel zelfs met de Italianen en Engelschen zal nooit van harte door het Slavische volk gevoerd wordeniets anders is het met de Turken en de Duitschers, en wel in de eerste plaats met de laatsten. Tegen de Franschen, Engelschen enz. voeren de Slaven slechts oorlog zoolang als de krijg duurt; met de Duitschers en Turken zal een onvermoeide en aanhoudende strijd gevoerd worden op de ge heele grenslijn van de beide rassen, geheel onaf hankelijk van de verhouding die tusschen de regeeringen van beide zijden bestaat. De Fran schen zijn nu de vrienden van de slaven, omdat zij de vijanden van hunne vijanden zijn." Deze zinsneden toonen dunkt ons genoeg aan, welke de gezindheid van het Pan-Slavistische „Jonge Rusland" tegenover de Duitschers is en hoe deze zich in den oorlog tegen Frankrijk openbaarde. In de tweede plaats noemden wij den naijver op de Duitsche ontwikkeling en legerorgani satie. De neiging, om het Russische leger tot het sterkste van Europa te inaken is reeds sedert Napoleons ongelukkigen veldtocht en het treurspel van de Beresina ontstaan. Doch slechts langzaam heeft men hierin vor- deriDgen gemaakt. Generaal Tadejeff, die een boek over Ruslands krijgsmacht en oorlogs-politiek heeft geschreven, zoekt den ongelukkigen alloop van een Krinr-oorlog toe te schrijven aan het slechte gedrig van de Duitschers, die in het Russische leger waren. Dit karakteriseert reeds den naijver, die le Russische militairen jegens de Duitsche legei-organisatie voeden. Sedert nu dit leger in de oirlogen van 1866 en 70 gebleken is, Hetuit- stekendste van Europa te zijn is die naijver na- tuurijk niet verminderd. Keizer Alexander is dhn ook bezig, zijne militaire macht geheel naar het DuiUche principe te organiseereö door invoering der Jlgemeene dienstplichtigheid, Krup-kanonnen, strategisch spoorwegnet enz. Wat de Duitsche ontwikkeling aangaat hebben de Bussen zeker alle reden om naijverig op hen te zijn. Terwijl toch weinige landen van Europa zich iD dat opzicht met de Germanen kunnen meten zal dit zeker met Rusland niet het geval zijn, dat met zijne ontwikkeling eeuwen later dan de meeste andere landen een aanvang ge maakt heeft. Het gevolg hiervan nu is, dat ver scheidene Duitschers in Rusland door hunne capiciteiten tot belangrijke betrekkingen opklim men, waarvan wij onlangs nog een vrij onge lukkig voorbeeld zagen in den directeur der keizèr- lijke bibliotheek te St.-Petersburg, die zoo vrij was, eenige duizende boekdeelen in zijne eigene verzameling over te brengen. Dergelijke bevoor rechting van het vijandige ras is den slaven natuurlijk een doorn in het oog, vooral daar zij innerlijk moeten erkennen, dat verdiensten er de oorzaak van zijn. Wat de onderdrukking der Duitschers In de Ooslzce-provinclën aangaat zagen wij reeds vroeger, dat deze landeD een voort- durenden strijd voeren om hunne rechten erkend te zien. Zij hebben geen eigene onaf han- kelijke vertegenwoordiging, de gewetens-vrijheid wordt er door verscheidene bepalingen beperkt, kortom zij worden meer ais win-gewesten dan als deelen van het Pruisiche rijk behandeld. Dit is alweder het gevolg van den haat der Slaven tegen het vijandig ras, een haat, waaraan keizer Alexander te lang heeft toegegeven om er nu, ook al wilde hij, tegen te kunnen opwerken. Die Oostzee-provinciën zijn dan ook het onder werp van voortdurende twisten tusschen de Rus sische en Duitsche bladen, welke laatste met kracht voor hunne verongelijkte broeders opkomen. Eindelijk maakten wij melding van de pogingen der Pan-91avlsten om de vertegenwoordigers van hun ras In Oostenrijk tot hunne plannen over le halen. Tot hunne plannen zeggen wij, en het komt er hier voornamelijk op aan, welke die plannen zijn. Doch dit is nu een feit, dat de ijveraars voor het groote slavenrijk zelf nog niet recht weteD of ten minste onderling oneens zijn, wat zij eindelijk precies op het oog hebben. Hoe het nieuwe rijk zou zijn geconstitueerd, of het uit met elkaar verbondene Staten zou bestaaD of een aaneengesloten geheel vormen, of het on der (den Russischen monarchischen schepter zou bukken of een groote republiek vormen zonder het overwicht van een bepaald land, daarover zijn de verschillende partijen het nog volstrekt niet eens. En hiervan hangt dunkt ous geheel de wenschelijkheid voor de Bulgaren en Serben in Turkije, van de Polen (Gallicië) Czechen (Bohemen), Kroaten en Slowenen in Oostenrijk af, om inet elkander tot éen rijk vereenigd te worden. Het voorbeeld van Russisch Polen is toch niet geschikt om hen naar eene vereeniging te doen verlangen onder een depotiscb bestuur als dat van Rusland. Door Slavische dagbladen echter en door zendelingen worden deze ver schillende stammen ijverig bewerkt, maar zoolang hun geen bepaald aannemelijk plan wordt voor gesteld, zullen dunkt ons deze bemoeiingen wei nig sympathie vinden. W ij zien het nu reeds aan de Polen in Oostenrijk, dat zij zich met hunne regeering trachten te verzoenen, in plaats van tegen haar op te staan. Wij hebben hiermede in het algemeen den aard en de werking van het Pan-Slavisme eenigs- zins aangetoond. Wat de hoofden der partij be treft is het, ofschoon de regeering er volstrekt niet mede sympathiseert, niet te ontkennen, dat hooggeplaatste mannen er toe belmoren. Vooreerst de troon-opvolger, grootvorst Alexan der en door het noemen van zijn naam komt Dog een eigenaardigheid van een deel der Pan- Slavisten aan den dag. Zij zijn namelijk gehecht aan de oude Russische overleveringen, verachten de beschaving van het weüten en vooral weer de Duitschers, die haar in Rusland invoeren. Voor zoover zij dus niet tot de sociaal-demo craten behooren zijn zij ook geneigd om aan den heerscher de oud-Russische bijna goddelijke eer te bewijzen. Met andere woorden zij zijn voor een groot gedeelte aanhangers van het Mosko- witische systeem, en dit is liet wat grootvorst Alexander natuurlijk vooral aantrekt. Met den grootvorst CoDstantijD, aan wien men allerlei eerzuchtige bedoelingen toeschrijft maakt dus de troon-opvolger een groote steun uit van de Pan- Slavistische ijveraars. Maar als de hoofdaanvoer ders zijn te beschouwen vorst Tsoherkaski, maar schalk Barjatinski en generaal Tadejeff, wier hulp, door hunnen invloed op het leger, van groot gewicht voor de partij is. Voeg hier nog bij dat het zooevengenoemde blad, de Golos, doorgaat voor het orgaaD van den minister van oorlog, Miljutin, en men zal erkennen, dat het de Pan- Slavisten niet aan steun in de hoogere kringen ontbreekt. Met de beschrijving van de tegenoverge stelde partij kunnen wij kort zijn, daar er eenvoudig van te zeggen valt, dat zij juist omgekeerde gevoelens huldigt en het plan om alle Slavische rassen tot éen rijk te vereeni gen, als onpractische, nuttelooze droombeelden beschouwt. Tot deze partij behoort de keizer en de regeering, en met hen natuurlijk het grootste gedeelte van het hof. Zij is van oordeel, dat Rus land voor zijne inwendige organisatie, zijne staats huishouding en gemeente-inrichting nog geDoeg te doen heeft om zich te gaan inspannen voor eene annexatie van 30 a -10 millioen nieuwe onderdanen. Zij begrijpt verder, dat de vrijma king der verschillende slaven-stammen van Tur kije eu Oostenrijk, stroomen Russisch bloed en milliarden Russisch geld zou kosten. De vriend schappelijke briefwisseling, die keizer Alexander met zijn collega in Berlijn gehouden heeft, mogen wij dus voorloopig als goed gemeend beschouwen. Doch al is de keizer inet de Pan-Slavistische denkbeelden niet ingenomen, hij heeft hun te veel vrijheid en gelegenheid tot ontwikkeling gelaten, om er zich, indien hij in dit criterium geplaatst werd, met kracht tegeu te kunnen verzetten. Welke gevolgtrekkingen mogen wij dus ten slotte voor de toekomst inaken? Naar onze be- scheidene meening deze: Dat wij in den eersten tijd voor eene botsing tusschen Rusland aan den eenen en Duitschland, Oostenrijk en Turkijeaau den anderen kant niet te vreezen hebben. De regeering toch en het eigenlijke volk, dat geheel aan haar ondergeschikt is, zijn door de Pan-SIA- vistische epidemie nog niet aarfgetast; bovendien heeft zich het Duitsche leger zoo sterk getbónd, dat ook vrees voor een ongunstigen uitslag de Russische regeering vooreerst van alle vijande lijke aanvallen zal terughouden. Doch aan den anderen kant heeft zich ben soort middelklasse gevormd, met ondersteuning van verscheidene pers-organen, die ernstig aan de vereeniging van alle Slaven denkonhet is onihoge- lijk, al deze bemoeiingen als droombeelden en kin derspel te karakteriseeren. Bij de onzekere toestan den in Oostenrijk, waar altijd hevige conflicten 1 tusschen de slaven en de regeering kunnen uit breken, bij de oproerige gezindheden, die zich ook nu en dan in de Noordelijke provinciën van Turkije voordoen, is eene algemeene slavenop- schudding na verloop van meerdere jaren volstrekt niet iets ondenkbaars. Zij zou vooral meer waar schijnlijk worden wanneer de regeering in Ru's- land eens in andere handen overging. Bovendien is het de natuurlijke loop van zaken, dat de slaven hoe langer hoe meer door hun ras-instinct, om het zoo uit te drukken, zullen aangedreven worden, om zich met elkaar te vereenigen. Door alle tijden heen en bij alle volken heeft I men dergelijke aandrift kunnen waarnemen. Doch I voorzeker is het groote slavenras op het oogen blik voor eene vereeniging nog niet rijp; niet- tegenstaande in vele plaatsen vooral van Rusland slavencomités zijn opgericht, heerscht er, zooals wij t boven reeds opmerkten nog volstrekt geebeeens- 1 gezindheid over het bepaalde doel, dat de ijver- 1 aars zich voorstellen. Zoolang nu dit ontbreekt zullen deTurksche en Oostenrijksche onderdanen zich nog wel niet aan de gevaarlijke gevolgen vaii een opstand tegen hunne Regeeringen wagen. Eindelijk is het ons onmogelijk, de gedachte te onderdrukken dat voor Rusland langzamerhand volgens den historischen loop van zaken de tijd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1