j ontwerp betrekkelijk de Rechterlijke Orga nise aanbieden. Wat de strafbepalingen tegen het mishan den vaD dieren aanging (waarop de heer De nenibroot gewezen had) de Minister gaf toe, jt die wenschelijk zijn, maar of dit bij eene '.oaderlijke wet, dan bij de herziening van den „je Pénal zal dienen te geschieden, zou de Mi ner in overweging nemen, a Nu hij toch over het Wetboek van Strafrecht uk, kon hij verzekeren, dat de herziening met jen mogelijken spoed werd voortgezet, en hij opt, dat wij den tijd zullen beleven, dat die -stand komen zal Hilariteit 5', De herziening van de wetgeving op het ■jariaat en het hypotheekstelsel (waarop de or Gratama gewezen had). Uit de Memorie sa Beantwoording blijkt, zeide de Minister, dat ij liet werk der Staatscommissie teruggevraagd -J van den Raad van State en dit met het oei een nieuw onderzoek in te stellen, en dan, i de herziening het op nieuw aan den Raad sd State aan te bieden. Gaarne wilde hij verze- eren, dat hij daarbij acht zou slaan op de opmer- ingen, door verschillende sprekers gemaakt. Haar bij éen punt wilde hij even stil staan. De eer Gratama had gesproken over zekere erfe- jkheid. De Min. erkende, dat ook hij zich onbe daard geacht had om een zoon als opvolger an zijn vader en een schoonzoon als een opvol- er van zijn schoonvader te benoemen en hij ge- oldedit te kunnen rechtvaardigen. Geen moeielij- er punt is er dan deze benoemingen, want veelal ebben de candidaten gelijke aanspraken, doch e ondervinding leert, dat men niet alleen letten oet op aanspraken, maar ook op het belang er justiciabelen en op plaatselijke omstandighe- en. Er kan geen vaste regel worden aangege- en; ieder geval moet op zich zelf worden be- •houwd. Veelal nu zijn de opvolgers geheel met e zaken vertrouwd en zouden de justiciabelen iemand anders gelijk vertrouwen schenken. Ten slotte zeide de Minister, dat hij hoopte de deukingen voldoende te hebben toegelicht en pgelost. Mocht hij onwillekeurig iets over het oofd hebben gezien, het zou zijn omdat het de erste maal was, dat hij met de verdediging van e begrooting van het hoofdst. Justitie belast was. ij eindigde met deze verklaringOnderscheiden rekers hebben er op gewezen en ik ben het ge- eel met hen eens, dat op het gebied van wet- iving arbeidzaamheid plicht is. Het zal mijn rerig streven zijn, dien weg te bewandelen en eel ter afdoening voor te bereiden; maar het u een vruchtelooze arbeid zijn als daaraan niet et streven van Regeering en Vertegenwoordi- ing was verbonden om af te doen. Ia de zitting van Maandag 11. waarin de be- rooting voor Justitie met algemeene stemmen erd aangenomen, hield de Minister Jolles nog e volgende redevoering; Hij beantwoordde de sprekers; 1°. wat aangaat e uitbreiding van het cellulair sleliel, was hij het olkomen eens, dat dit wenschelijk was, zoo zeer at een ontwerp tot uitbreiding van art. 7 der et van 1854 naar den Raad van State is ver- onden. Bij dat ontwerp werd de cellulaire evangenis, uitgebreid tot 2 jaren, gelijkstaande iet 4 jaren correctioneele gevangenisstraf. 2®. Wal tl getal cellen betrof, dat was van dienaard.dat ij met volkomen gerustheid het ontwerp aan e beraadslaging durfde aan te bieden. Er was vol- oende ruimte, en het getal cellen zou nog ver- root worden, als het gebouw te Rotterdam ge- eed zou zijn, dat 400 cellen bevat. Desniettemin ou er toch nog een nieuw gebouw noodig zijn. e grond te Arnhem, waarvan vroeger sprake as, kwam hem minder geschikt voor, want hij 'ilde liever die nieuwe gevangenis in het meer stehjk deel des lands plaatsen. Nu hij toch over et gevangeniswezen sprak zou het niet onaan- euaarn zijn, mededeeling te vernemen, dat op k oogenblik de bevolking van de gevangenissen luttel is, als in de laatste zes jaren het geval s geweest. 3°. De bezoldiging van de bewaarders; daaromtrent was hij het geheel eens, dat zij zeer 'uttel is en hij heeft getracht daarin te voorzien, ®aar hij wenschte geene verandering in de tegen- woordige begrooting te brengen, doch zou de zaak in overweging houden. 4®. Aankoop van de gevan- S'tii te Roermond. Gaarne had hij gezien, dat die 'P voordeeliger wijze had kunnen plaats hebben, "ij had zich persoonlijk naar Roermond begeven er hebben samensprekingen met den burge meester plaats gehad, maar hij was er niet in mogen dagen een lager cijfer aannemelijk te maken, "ij erkent dat de prijs hoog is, die tot maatstaf tan de koopsom had kunnen strekken, antwoordde 'e Minister, dat die nog geen f 1000 bedroeg, #aar daar komen nog zooveel zaken bij, dat de koopsom hoewel hoog, toch nog voordeeliger is 'an procedures in te stellen, terwijl men dan 'och een ander gebouw in gebruik zal moeten ootnen. 5®. Opheffing van de gevangenis voor vrouwen Woerden. In antwoord aan den heer Van Mterlaken strekt, dat dit juist is. Gaarne zou hij 'e Medemblik in loco onderzoeken, of eene vesti ng aldaar mogelijk is, maar hij geloofde, dat de uitgebreidheid der gebouwen aldaar veel te groot 18 en zij bij gevolg veel zullen kosten aan onder houd en administratie. De meest onkostbare wijze zal zijn de overplaatsing naar 's-Bosch, waar een geschikt gebouw bestaat. De discussiën over de begrooting van Binnen- landsche Zaken, die in de zitting van gisteren aanvingen en heden werden voortgezet, zullen in een volgend overzicht worden samengevat. BUITENLAND. Dultschland. Zooals men weet zal met 1 Januari 1872 het Duitsche strafwetboek in Beieren worden inge voerd. Een correspondent van de Allg. Augsb. Zeil. keurde eeuige dagen geleden die invoering af, omdat volgens zijn beweren het Duitsche wet boek veel harder in zijne strafbepalingen was dan het Beiersche. Tegen deze meening nu wordt uit Munchen een schrijven gericht, dat een over zicht geeft van de verhouding der verschillende strafbepalingen en ons vrij belangwekkend voor komt. Wij laten het derhalve hier grootendeels volgen „Het Duitsche strafwetboek onderscheidt zich niet door strengheid van de afzonderlijke uitge vingen en voornamelijk van de Beiersche, maar integendeel door een veel gematigder opvatting van de strafwaardige bedrijven. De doodstraf wordt door het Beiersche wetboek in negen door het Duitsche slechts in twee gevallen bedreigd (bij moord en in het zwaarste geval van hoog verraad). Levenslange tuchthuis komt in het Beier sche wetboek als absolute straf nog driemaal voor (artt. 230, 302, 303); het Duitsche strafwetboek laat daar, waar het met levenslange tuchthuis dreigt, óf verzachtende omstandigheden en daar mede eene belangrijke vermindering van straf toe, óf het stelt levenslange tuchthuisstraf slechts als maximum naast die voor een bepaalden tijd. Het maximum van de tijdelijke tuchthuisstraf nu is naar het Beiersche recht 20, naar het Duitsche 15 jaren; het minimum 4 en 1 jaar. Tegen straf waardige bedrijven, bij welke zich de afwezig heid van een eerlooze beweegreden denken laat, is zeer dikwijls in het Duitsche wetboek naast de tuchthuisstraf de niet onteerende vestingstraf bedreigd; het Beiersche recht staat slechts aan bepaalde klassen der bevolking toe, dergelijke straf in eene vesting te ondergaan. De gevolgen van de tuchthuisstraf zijn naar het Duitsche wetboek geringer dan naar het recht, dat tot nu toe in Beieren gold; het groot ste gedeelte van die gevolgen vloeit niet meer van rechtswege uit de veroordeeling voort, maar hangt af van eene afzonderlijke uitspraak van het gerechtshof. De maxima en minima van straf zijn in Duitschland grootendeels kleiner dan in Beieren. In vele gevallen, vooral bij politieke misdaden, is de aanneming van verzachtende omstandigheden en daarmede eene vermindering van straf toegelaten. Poging en medeplichtigheid worden in Duitschland zachter gestraft dan wan neer men de daad volvoerd en zelf bedreven heeft; terwijl de Beiersche wet ten minste de gelijke bestraffing van deze vormen van schuld toelaat. Het gebied van strafbare bedrijven is in het Duitsche wetboek nauwer begrensd dan in het Beiersche. Wel is waar worden verscheidene handelingen in Duitschland als wanbedrijven beschouwd, die in Beijeren voor eenvoudige over tredingen gelden, b. v. de lichtere gevallen van beleediging, verwonding en diefstal; maar dit hangt geheel te zamen met het systeem van het wetboek, dat het onderscheid van overtredingen en wanbedrijven, zooals het in Beieren bestaat, op goede gronden achterwege laat, en met wei nige uitzonderingen alle strafbare aanranding van eens anders belangen, als wanbedrijven en misdaden beoordeelt. De straffen van de overtre dingen, die nu in het vervolg als wanbedrijven zullen aangemerkt worden, zullen niet hooger gesteld worden dan tot nu toe het geval was. Alleen bij de beleedigingen is het anders. Het Duitsche wetboek neemt deze strenger op dan het Beiersche, en voorzeker met recht. De gren- zenlooze aanvallen, die zich juist tegenwoordig een zekere rubriek der pers tegen de achtens waardigste mannen veroorlooft, doet ons de be scherming van het Beiersche wetboek tegen eer roof als te zwak toeschijnen. Wat de politie-over- tredingen in het Beiersche wetboek aangaat, deze worden ook in het Duitsche als overtredingen beschouwd. De meening, dat de handelingen, die in Beieren onder de politie-overtredingen belmoren, volgens het Duitsche wetboek als wanbedrijven zouden moeteu behandeld worden, is als een juridisch dwaalbegrip aan te merken." De schrijver van dit artikel komt dus tot de slotsom, dat het Beiersche wetboek van strafrecht strenger is dan dat van den Noord-Duitschen Bond. De reden waarom hij genoemde opmerkin gen maakt, is, dat de ultramontanen en particu- laristen in Beieren steeds naar voorwendsels zoe ken om de toetreding van het koninkrijk tot den bond af te keuren. Zij zouden dus ook in dit ge val niet nalaten, daartoe de invoering aan te grijpen van een strafwetboek, dat zich door groo- Beiersch wetboek van strafrecht van 1861, artt. 101, 105, 110, 111, 112, 121, 123, 228, 302, 381. tere hardvochtigheid dan het Beiersche van 1861 kenmerkte. Spanj e. Terwijl het in ons landje reeds een ongewoon en opzienbarend feit is, wanneer een der leden onzer Volksvertegenwoordiging zich eene krasse of ongepaste uitdrukking veroorlooft tegen een afgetreden of fungeerend Minister, behooren in de zittingen der Spaansche Cortes persoonlijke aanvallen tegen ministers, den koning en den regeeringsvorm tot de orde van den dag. In een der laatste zittingen deed zich weer een zeer merkwaardig incident voor. De heer Echevaria beweerde in eene redevoering, dat men het recht had, de dynastie in de vergadering aan te vallen, daar de souvereiniteit aan de natie behoorde. De president Olozago riep hem herhaaldelijk tot de orde en bracht eindelijk de vraag in stemming, of het den afgevaardigde Echevaria geoorloofd zou zijn, voort te gaan. Die stemming werd eerst een tijd lang onmogelijk gemaakt door de barlis- ten en republikeinen, totdat deze met groot ge weld de zaal verlieten. Toen werd met groote meerderheid aan Echevaria het woord ontnomen. Nauwelijks was dit geschied of de republikeinen met Castelar aan het hoofd, kwamen weder binnen, en deze welsprekende redenaar diende eene motie van afkeuring in tegen den pre sident, omdat hij de leden beletten wilde te spreken over alles wat hun goeddacht. Met ont zaglijke hevigheid verdedigde hij dit principe, doch werd van de rechterzijde zoo in de rede gevallen, dat het spreken verder onmogelijk werd en hij eindigde met den uitroep; „Niettegenstaande alles zal de dynastie toch vallen Met grooter bedaardheid, maar niet minder scherp, werd hij vervolgens terecht gezet door den minister van buiteDlandsche zaken, Martos, die hem en zijne partij de woorden toevoegde: „Gij zijt hier, mijne heeren, door de goedheid van het gouvernement, dat u had kunnen opsluiten en verdelgen, indien de heer Castelar en zijne partij buiten de gren zen der wet treden, dan zullen wij hier alleen blijven met de meerderheid der afgevaardigden, het leger, de wet, het recht en het verstand van de groote meerderheid in den lande, die ons ondersteunt." Een hevig tumult was van deze woorden weder het gevolg, waarbij het niet veel scheelde of men sloeg tot dadelijkheden over. Ten slotte werd echter de motie van Cas telar verworpen met 172 tegen 88 stemmen. Deze hevige scènes hebben nu reeds plaats bij het bespreken der verkiezingenmen kan zich dus een denkbeeld maken van hetgeen er in aantocht is, wanneer de volgende week de be raadslagingen aanvangen over hel adres van ant iwoord op de troonrede! TELEGKAMMEN, i Versailles, 8 Mei. Onze troepen versterken hare positiën. Naar men verzekert, zal de batterij van Montretout, 82 stukkeu sterk, haar vuur nog heden openen. In eene proclamatie aan het Gouvernement aan de Parijzenaars wordt gezegd, dat aan Parijs de zelfde rechten zullen worden geschonken als aan Lyon en Marseille. Te Versailles zetelt het wet tig bestuur. Het is eene minderheid, die hare ge welddadigheid aan gansch Frankrijk wil opdrin gen, waardoor de ontruiming van het Fransch grondgebied door de Duitschers wordt vertraagd en zelfs een nieuwe aanval hunnerzijds mogelijk wordt. Zij hebben toch verklaard dat zij zonder genade tegen Parijs te werk te zullen gaan, indien het gouvernement van Versailles er niet in slaagt het oproer te bedwingen. De proclamatie her haalt de vroegere beloften voor het geval dat Parijs tot rust en orde terugkeert. Zij doet een beroep op de goedgezinde burgers. Mocht het noodig zijn te hunner bescher ming den ringmuur aan te vallen, dan zal het geschut slechts éen der poorten omverwerpen de troepen zullen de nationale vaan in de stad dragen en de goedgezinde burgers zullen zich daarna met de troepen om die vaan scharen. De ingezetenen van Parijs, die niet met de Commune heulen, moeten zich zeiven weten te bevrijden, ten einde te voorkomen dat de hoofdstad stormen derhand moet worden ïugenomeu, met de onher stelbare rampen, die daarvan het gevolg zouden zijn. De goedgezinden zijn honderdmaal talrijker dan de coinmunalisten. Dat zij de handen ineen slaan en de poorten openen voor de troepen van Versailles. De strijd zal dan geëindigd wezen. Rust, orde en overvloed zulleu svederkeeren. Brussel, 8 Mei. De Echo du Parlement bericht, dat Dr. Gessuer, geattacheerd bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Berlijn, van prins Bis marck den last heeft ontvangen om naar Brussel te vertrekken, ten einde aldaar de beraadslaging over de geschilpunten betreffende de rechten van de onzijdigen ter zee bij te wonen. Versailles, 8 Mei. De heer Bazel interpelleerde het gouvernement over de oproeping der repu- blikeinsche vereening aan de gemeenteraden der groote steden om vertegenwoordigers naar Bor deaux te zenden, onder het voorwendsel van eene verzoening tot stand te brengen. Hij protesteerde tegen de aanvallen, waaraan de nationale verga dering ten doel stond. Picard antwoordde, dat het nuttleoos was, nogmaals te betoogen, dat het recht aan de zijde der vergadering was. Een voorstel van E. Quinet, tot wijziging der kieswet, werd met 517 tegen 23 stemmen afgewezen, daar de kieswet later in haar geheel zal behandeld worden. Hedenochtend begonnen de batterijen van Mon tretout te vuren. Morgen zal de groote kanonnade aanvangen. Mew-ïork, 8 Mei. Heden teekenden de En- gelsche en de Amerikaansche commissarissen het tractaat tot oplossing der Alabama-quaeslie. Er is bepaald, dat er twee commisstën van arbiters benoemd zullen worden. De eene zal de verant woordelijkheid vaststellen voor de schade door de kaper» toegebracht, die het gouvernement treft, dat niet al het mogelijke heeft gedaan om hun uitloopen te beletten; de andere zal de eischen tot schadevergoeding onderzoeken. De commissarissen hebben alles gedaan, wat met de eer overeenkomt en in het belang des vredes is. Frankfort, 8 Mei. Bismarck en Favre vertrek ken Woensdag. De onderhandelingen zullen niet meer te Brus sel plaats vinden. Petersburg, 9 Mei. De Oostenrijksche gezant is tot vereffening van finantieele quaesties naar Weenen vertrokken. De Czar zal na zijne terug keer uit Duitschand de Kauaksus en de Krirn bezoeken. De Oostenrijksche gezant bij den paus is terug geroepen. Frankfort, 9 Mei. Nadat Bismarck het met Favre en Pouyer Quertier over de vredes-grond- slagen geheel eens geworden, is zullen de verdere onderhandelingen en de vredes-onderteekening alhier plaats hebben. Par(Js, 8 Mei. Er wordt heftig gestreden. Alle Versailler batterijen geven vuur. La Cécillia is bedlegerig, ten gevolge van een val van zijn paard. De bekendmaking in het Journ Off. van Versail les, waarbij de samenkomst van vertegenwoor digers der gemeenteraden te Bordeaux verboden is, wordt door de Parijsche bladen scherp gegispt, daar dit verbod de republiekeinsche vereeniging dwingen zal op de zijde der Communete treden. De vereeniging heeft 5 afgevaardigde naar Bordeaux gezonden, om met alle middelen de samenkomst tot stand te brengen. De Vendömmezuil is nog ongedeerd. LAATSTE BERICHTEN. (Per telegraaf.) 's-Gravkrhage, 9 Mei. De zitting van de Tweede Kamer van heden was geheel gewijd aan de algemeene beraadslagingen over de afdeeling van openbare werken en waterstaat, van de begrooting van Binnenlandsche Zaken, waarbij velerlei vragen werden gedaan en onder scheidene openbare werken besproken. Morgen voortzetting. De afdeelingen zullen het gewijzigd ontwerp nopens de Oosterspoorweg opnieuw on derzoeken. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Noordwijk, Mr. J. W. Van Oosterzee, advocaat te Leiden. 's-Gravenhage 9 Mei. Ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Marianne, werd hedenmiddag te een uur eene groote parade door het garnizoen der residentie in de Maliebaan gehouden. Toen de troepen zich naar de parade plaats begaven, passeerde uit het Bosch komende, H. M. de Koningin; H. M. werd op de gewone militaire wijze begroet. Na het inspecteeren der troepen door den kommandant in de lste militaire afdeeling, den generaal-majoor Mac-Leod, werd er een carré geformeerd en onder fanfares der muziek aan den grenadier Huijsteeg de gouden medalje met de daaraan verbonden gratificatie uitgereikt, wegens 36jarige militaire dienst; waarna door de troepen voor den gedecoreerde, die zich bij den staf had geplaatst, werd gedefi leerd. Het commando werd gevoerd door den kolonel des Tombes van het lste reg, huzaren. De geneeskunde heeft een gevoelig verlies geleden. Heden bezweek alhier Dr E. F. H. H. graaf Van Bijlaadt, geboren den 20 Maart 1813 te Hesden en in 1852 als Nederlander genatura liseerd. Hij werd om zijne grondige wetenschap pelijke kennis zeer geroemd en mocht in zijne praktijk hier ter stede veler vertrouwen verwer ven. Hij was sedert vele jaren lijfarts van Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden, officier der orde van de Eikenkroon en ridder of commandeur van verscheiden vreemde orden. 215ste STAAT9-LOTEBIJ. vierde klasse. tweede lijst. Trekking van Dinsdag O Hel. N®. 13322 f 25,000. N°. 1631 1500. N®. 6556 ƒ1000. N°. 1098 ƒ400. N°. 13323 /^Op. N°. 444S, 6669, 10740, 13046, 14580 100. Pryzco van f 65. -15 2337 4684 7343 9988 43014 45859 48028 62 2339 4684 7555 40007 43123 16095 18032 75 2349 4798 7675 40040 13214 16099 48036 116 2384 4801 7754 40006 13349 16100 48104 168 2407 4810 7822 40159 43421 16139 48131 177 2443 4939 7847 40202 43423 16325 48171 322 2437 4990 7864 40279 13445 46381 18215 356 2452 5025 7866 40323 43468 16392 18230 388 2523 5034 7887 40332 4.3502 46498 48239 463 2578 5063 7902 40368 43530 46537 18269 471 2642 5086 7971 10409 13553 46602 18306 477 2665 5454 7996 40419 43o37 16606 18313 548 2722 5458 8060 40426 13726 16628 48332 562 2746 5163 8085 40660 13739 46641 18366 569 2754 5269 8153 40669 43747 16649 18378 653 2755 5282 8193 40698 13836 16695 18509 706 2830 5348 8229 10732 43849 16700 18517 720 2872 5357 8235 40734 13900 16724 18523 734 2921 5359 8255 10755 43905 16770 18546 753 2927 5468 8290 40820 13966 46773 18595 761 2938 5642 8297 10883 13982 16807 18656 824 3023 5772 8346 40989 44066 46826 48697 861 3085 5788 8375 11075 14153 16848 18711 894 3086 5824 8404 11164 14172 16922 18756 900 3093 5854 8453 44204 14206 46963 48757 934 3137 5912 8507 41345 14259 17018 18789 907 3176 6021 8514 11395 44296 17071 18822 969 3223 6239 8543 41446 14318 47121 18852 1029 3228 6304 8551 41497 44427 47140 18861 1070 3268 6329 8664 11512 14493 17167 48868 1092 3274 6379 8685 44535 14519 17186 18933 1099 3283 6475 8688 11722 14597 17248 19043 1118 3325 6522 8750 14822 14655 47265 49088 1158 3329 6549 8800 41841 14704 47283 19094 4292 3362 6597 8860 41850 14767 47301 49139 4338 3366 6609 9064 14864 14778 17326 49162 4356 3404 6648 9413 11886 44805 17338 19223 4359 3409 6649 9155 11904 44894 17370 49259 1382 3412 6762 9259 11918 14933 17371 19357 4427 3443 6787 9295 11944 14999 17407 19367 4432 3454 6806 9303 11950 45169 17469 19414 4444 3530 6811 9395 42024 45172 47526 19548 4462 3653 6878 9423 42040 15203 47528 19561 4463 3667 6919 9452 42070 45220 17566 19628 4522 3747 6933 9482 42140 15330 17575 19634 4534 3749 6975 9489 42166 45362 17618 19643 4554 3793 6978 9547 42318 15386 17635 19656 4702 3881 6996 9552 12327 45397 17645 19695 1749 3892 7035 9587 12362 15404 17647 19710 4796 3954 7066 9597 42394 15435 17648 19721 4903 4005 7088 9623 42450 15454 17658 19860 4921 4041 7099 9626 42462 45456 17705 19879 4969 4119 7138 9642 42552 15460 47752 19882 2085 4232 7180 9673 42554 15618 47762 19895 2088 4245 7198 9676 42588 15693 47815 19969 2121 4266 7235 9834 42611 45747 17866 19980 2147 4333 7294 9844 42628 15794 47881 49990 2300 4338 7310 9909 42295 15818 17995 2333 4634 lste lust staat N®. 2308 moet zijd 2108; N*. 5377 moet zijn 5379.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3