25jarige viering van het bestaan der vereeniging
tot verbetering van den werkenden en dienst
baren stand alhier. Hiertoe waren bijeengeko
men leden der algemeene armenverzorging,
samengesteld uit afgevaardigden van de verschil
lende geziudheden, oud-bestuurders der vereeni
ging zelve; leden der duincommissie, benevens
eenige genoodigden. Door den waarnemenden
voorzitter den heer Bolderman, werd de vergade
ring geopend en door den advocaat-diaken, den heer
Mr. Beelaerts van Blokland eene rede gehouden,
waarin de oorsprong en het 25jarig bestaan van
de vereeniging werd herdacht. Daarin werd hulde
gebracht aan de oprichters en aan hen, die ge
durende den afgeloopen tijdkring de vereeniging
hadden bestuurd. Zij was voortgesproten uit de
algemeene armen vergadering, aan wier hoofd
destijds stond de heer Mr. W. Wintgens. Het
sprak van zelf, dat de vereeniging gedurende haar
25jarige werking goede en kwade tijden had be
leefd, maar toch mocht men met genoegen terugzien
op de afgelegde baan, omdat de inrichting gaande
weg in bloei was toegenomen. Men beval haar in de
voortdurende ondersteuning en medewerking van
alle aanwezigen aan.
Daarop had de uitreiking van zilveren en
bronzen gedenkpenningen aan een vijftiental
werklieden plaats, die zich door langdurig goed
gedrag, trouvv en ijver bij hunne patronen hadden
onderscheiden. Zij verkregen daarbij tevens een
getuigschift, alsmede een abonnement voor de lees-
inrichtiug alhier, voorloopig voor den tijd van zes
maanden, terwijl dat verlengd zal worden,zoo zij er
belang in mochten stellen. Die uitreiking geschiedde
onder hartelijke toespraken van de genoemde hee-
ren, die de hoop te kennen gaven, dat deze gedenk
penningen voor de bekroonden zeiven, voor hunne
vrieudeu en betrekkingen tot aansporing zouden
strekken om op den ingeslagen goeden weg voort
te gaan en ook anderen hun loffelijk voorbeeld
zouden volgen. Die toespraken werden uit naam
van de werklieden beantwoord door den heer
C. G. Van Honstede, die uit aller naam dank
betuigde voor de bewijzen van erkentelijkheid
en welwillendheid die zij mochten ontvangen,
en die opnieuw toonden, dat de vereeniging gaarne
al het mogelijke deed, om den werkenden en
dienstbaren stand op te heffen en te steunen,
zoodat hij met geestdrift op den bloei van die
schoone inrichting een dronk instelde.
Toen de werklieden de zaal had verlaten, ble
ven bestuurders en genoodigden nog eenigen tijd
vriendschappelijk bijeen en besprak men nog
verschillende punten. Men mocht zich verheugen
over de goede verstandhouding en overeenstem
ming tusschen de verschillende armbesturen en
die der liefdadige instellingen. Men mocht zich
verheugen over de goede harmonie, die hier ge
lukkig heerscht tusschen de belijders van de on
derscheiden gezindheden. De aandacht werd er
op gevestigd dat, hoeveel ook gedaan werd tot
verbetering van het lot van den werkman er
nog veel meer ten zijnen behoeve kon worden
verricht zoowel op zedelijk als op stoffelijk
gebied. Verstandelijke, zedelijke, godsdienstige
ontwikkeling van den werkman behoorde steeds
aller streven te zijn. Door sommige leden wer
den daaromtrent denkbeelden ontwikkeld, die
allezins behartiging verdienen, en die door het
bestuur der vereeniging in overweging genomen
zijn of zullen worden. Terecht merkte een geacht
oud-bestuurder op, dat waar het de uitvoering
van goede zaken betrof, men niet tegen de kos
ten moest opzien, en dat elke nuttige onderne
ming of instelling, hoe vele bezwaren zij ook in
den aanvang opleverde, toch later gezegende
vruchten kan afwerpen. Men besloot dan ook
met wensch, dat de vereeniging, die gedurende
25 jaren goed heeft gewerkt, in het vervolg haren
werkkring zou uitbreiden tot heil van den wer
kenden en dienstbaren stand! Met een aangenaam
gevoel verliet men deze vergadering, die op nieuw
getuigde van den goeden geest, die onder allen
heerscht, waar het geldt de betrachting van een
der eerste plichten van alle tijden, n.l. den braven
ijverigen werkman op te heffen, en te steunen
met raad en daad. Mocht deze feestviering daartoe
al meer eD meer leiden, dat was aller wensch!
Groningen, 18 April. De 78jarige weduwe A. V.,
dezer dagen te Muntendam overleden, zou gistermid
dag begraven worden. Des voormiddags arriveer
den echter vier heeren uit Winschoten en begaven
zich met den Burgemeester en den geneesheer
Cohen naar 't sterfhuis, om een onderzoek naar
de vermoedelijke oorzaken van den dood der
oude vrouw in te stellen. Wat dit onderzoek
heeft aan 't licht gebracht, is niet bekend, 'tls
te hopen, dat de reeds vooraf daaromtrent ver
spreide geruchten niet bewaarheid zullen worden.
De oude vrouw woonde bij haar zoon en schoon
dochter in huis en is zeer plotseling overleden.
De begrafenis heeft gisteravond te half zeven
plaats gehad. (P. Gr. Cl.)
Groningen, 19 April. De Weerbaarheid alhier
heeft van Z. M. den Koning een prachtig gouden
ankerhorlogie met ketting ontvangen, als prijs
voor den schietwedstrijd, eerlang te Zuidlaren te
houden.
Maastricht, 18 April. Luidens het laatst open
baar gemaakt bulletin heeft zich in het aangren
zend Belgisch-Limburg geen geval van veeziekte
meer voorgedaan.
INGEZONDEN.
Het is ons aangenaam eene gunstige vermelding
te kunnen geven van de laatste voorstelling in dit
seizoen, van de tooneelvereeniging Harmonie.
De voorstelling van de donderafleider is
zeer goed gelukt en we mogen onzen dank wij
den aan al de vertooners voor de voordracht der
vele coupletten.
Niet geoefend in de zangkunst, was het voor
velen zeer moeilijk, maar dit mag gezegd wor
den, allen brachten het er meesterlijk af en niet
het minst de dames en de smid. De inhoud
van het stuk beteekend niets en is blijkbaar slecht
vertaald, het is zonder effecten en zonder moraal,
maar juist daarom is het verdienstelijk, dat de
werkende leden van Harmonie van niets, iet;
hebben gemaakt.
De inhoud van de donderafleider mede
te deelen, vinden we onnoodig; naar ons oordeel
behoort zulk een stuk niet te huis in de school
der zeden.
Het vrouwen horlogie daarentegen is
een juweeltje van het eerste water, eenvoudig
en) keurig geschreven, met eene moraal, die zui
ver en waar is.
De jeugdige vrouw van een karig bezoldigd
tolbeambte laat zich door eene babbelachtige buur
vrouw verleiden tot pronkzucht en de conclusie
is, dat zij een horlogie wil en moet hebben.
De man, vol liefde en eerlijkheid, kan dat niet
geven en vermaant zijne vrouw. Een indringer,
zoo als er in het werkelijk leven, helaas zoo
velen zijn, biedt een gouden horlogie te koop aan,
overmeesterd de onbedachtzame vrouw en ver
bindt zich haar binnen kort tot eene groote dame
te zullen maken.
De tolbeambte ontdekt het horlogie bij zijn
tehuiskomst en dat geeft aanleiding tot eene huis-
selijke twist en loopt zoo ver, dat de onbedacht
zame vrouw het horlogie uit het venster werpten
komt neder, dat wel zeer toevallig is, in de hoed
van den toldirecteur, die daarover zijne ontevre
denheid te kennen geeft en den beambte
ontslaat van zijn post. Dat brengt de jonge
vrouw tot erkenning van hare schuld en bewijst
dat zij diep berouw heeft daarop volgt eene
voldoening en wordt de brave tolbeambte beloond,
die een groot bewijs van zijn eerlijk karakter heeft
gegeven, terwijl de jonge vrouw zich voorneemt
de les haar gegeven nimmer te zullen vergeten
en wordt waarlijk het geluk in dat huisgezin
bestendig.
Aan zulke tooneelstukjes heeft het publiek
iets, want de bedoeling er van bouwt op en leert.
In geen der vertooners hebben wij iets af te
keuren, want ieder was bijzonder op zijne plaats.
Dit, wat betreft de voorstelling en het ove
rige gedeelte van den avond, zeer belangrijk,
verdient ook wel degelijk vermelding. De tegen
woordigheid van den Beschermheer Mr. Baron,
van Heemstra verhoogde het belangrijke van den
avond en zeker zullen de leden de bescherming
van dezen hooggeplaatsten persoon wel op hoogen
prijs stellen, omdat zij weten dat de Baron van
Heemstra met hart en ziel de vereeniging is
toegedaan,
Eene indrukwekkende plechtigheid was het,
toen door een der werkende leden namens zijne
kunstbroeders en zusters aan den Heer D. van
Hoogenstraten eene zilveren medaille, in de fabriek
van den heer van Kempen te Voorschoten ver
vaardigd, werd aangeboden spreker erkende
de verdienste van den bekroonde en zeide te-
regt, dat er niemand was, die met meer liefde
en zorg de belangen der vereeniging kon be
hartigen dan hij, en werkelijk, dat is waar; de
moeilijkheid om aan het hoofd van een lief
hebberijgezelschap te staan, is zeer groot en toch
weet Hoogenstraten zich door alles heen te slaan
en overwint door zijn tact elke moeilijkheid;
bewogen maar met een hartelijk woord, zeide
de gekroonde zijn dank en verbond zich bij
vernieuwing aan de zaak, en ook wij wenschen
hartelijk Harmonie daarmede geluk.
Na het einde van het voorstuk, werd aan den
Heer G. van Aken uit 's Hage een met zilver
gemonteerde dirigeerstok aangeboden uit naam
van den Beschermheer en de leden van het be
stuur; de aanleiding daar toe is deze. De heer
van Aken, lid der vereeniging „Entre nous," te
's Hage, heeft zich als eerelid van Harmonie in
alle opzichten verdienstelijk gemaakt, hetzij door
zijn vrijwillig en uitstekend dirigeeren van het
orchest, hetzij door zijne vele compositien voor
den zang en ook voor zijne finantieele opofferin
gen, die hij zich voor de vereeniging getroostte.
Deze verdienstelijke man is geen moeite te groot
en is de hulde hem gebracht, meer dan verdiend.
Geen wonder dan ook, dat van Aken de leven
digste bewijzen van de geheele vereeniging on
dervond. Het speet ons, dat een onbeschofte muziek
aannemer, want anders is zijn naam niet, der
werkelijk zoo hoog geschatte van Aken, in het
openbaar beleedigde, laat deze eenvoudige ver
melding den eigenwijze tot eene les zijn, om
voortaan mannen van erkende verdiensten met
meer respect te behandelen.
Aan het slot der voorstelling, gaf het eerelid
Huygens in bezielende dichtregelen zijne vaarwel,
omdat hij genoodzaakt was, door zijn verplaatsing
naar Utrecht, de vereeniging te verlaten. Zijn
vertrek smart ons, want Harmonie verliest in
hem een talentvollen speler en werkelijk weten
wij niet, wie zijne plaats zal kunnen vervangen.
Hem werd door den voorzitter, namens den Be
schermheer en de leden van het bestuur, een
souvenir toegezegd, als een blijk van hoogachting
en erkenning van verdiensten.
Het doet velen leed, dat Huygens heen gaat
en niet het minst het werkend personeel, die in
hem een zeer grooten steun vonden. Ook ons
vaarwel zij hem toegezegd in de hoop van een
dijkwijls wederzien.
En zoo liep deze avond af, in de stellige
zekerheid, dat Harmonie weder een reuzenstap
is vooruitgegaan. Deze laatste voorstelling zal
wel in herinnering blijven en de voorspelling
door den Beschermheer, baron Van Heemstra,
in een hartelijken dronk gedaan, dat Harmonie
de kroon worden zal voor Leidens burgerij, zal
zeker wel vervuld worden.
Haar verdere bloei zij dan ook onze wensch
BUITENLAND.
Frankrijk.
De troepen van Versailles hebben eergisteren
een werkelijk voordeel behaald. Door een krach-
tigen aanval op de positien der opstandelingen
te Asnières hebben zij dezen daaruit verdreven
en genoodzaakt, tot over de Seine terug te trek
ken. Daar echter hebben zij voorloopig stand ge
houden en de strijdende partijen worde nn udoor
het ile de la Grande-Jatte van elkaar gescheiden.
Het is een verschrikkelijke gedachte, dat daar
mannen van het zelfde vaderland in de kracht
van hun leven geschaard staan langs de oevers
van dien schoonen stroom, die van de hoogten van
Cóte d'Or neer komt dalen om de stad der bescha
ving te omarmen, te liefkoozen en haar welvaart en
bloei aan te brengen, en in koelen bloede elkaar uit
de verte het moordend lood in het hart jagen.
,/Une vive fusillade a lieu sur ce point" wordt ons
meegedeeld alsof het de gewoonste zaak van de
wereld was; „la canonnade continue violemment"
„le feu des mitrailleuses fit son effet" deze en
meer dergelijke uitdrukkingen maken met elkaar
den hoofdinhoud uit van de berichten, die ons
uit Frankrijk ter oore komen. De verloopen
falsaris, die uit den vreemde overgekomen is om
een groote rol in het bloedige drama op zich te
nemen, de Pool Dombrowsky, is aan den hals
gewond, doch zal toch het bevel op zich blijven
nemen. Daarbij wordt vermeld dat hij even op
de place Vendöme gezien is, welk verhaal ons
al den indruk geeft, alsof hij van het tooneel van
den strijd met opzet even naar de stad is gegaan
om de menigte zijn gewonden oproerigen hals
te laten zien en te vertellen, dat er twee officieren
naast hem dood geschoten zijn. Indien eenige
van zulke heeren, in plaats van aan hun hals
gewond te worden er geheel van beroofd werden
of wel nooit een hals bezeten hadden, dan zou
het treurspel waarschijnlijk zijn langsten duur
gehad hebben.
De berichten van het gouvernement doen voort
durend, maar nog niet als iets dat zeer spoedig
gebeuren zal, denken dat het leger eene beslis
sende poging zal beproeven om Parijs te bemach
tigen, tenzij natuurlijk de stad zich voor dien
tijd overgeeft. Wat eene insluiting betreft, heeft
het gouvernement nu bepaald meegedeeld, dat
het daar geen plan op heeft. Volgens Le mol (Tordre
zouden nieuwe onderhandelingen tusschen de
commune en het gouvernement aangeknoopt zijn,
maar het blad deelt niet mede door wien en op
welke wijze.
De verkiezingen volgens de nieuw aangenomene
wet in de Nationale Vergadering zullen door ge
heel Frankrijk op den 30sten van deze maand
gehouden worden. Het is echter de vraag of on
der dat geheele Frankrijk Parijs nog wel zal
mogen meegerekend worden. Er zal aan de
Nationale Vergadering waarschijnlijk een ontwerp
van wet aangeboden worden om als verheelers
van een misdrijf degenen te vervolgen, die voor
werpen koopen, uit de plunderingen en confisca
ties van de commune voortkomende. Deze maat
regel zou genomen worden tengevolge van het
voornemen der commune om in het openbaar te
verkoopen de kostbaarheden uit de kerken en de
goederen van de leden van het gouvernement,
die in staat van beschuldiging gesteld zijn. Een
andere wet zal waarschijnlijk ingediend worden
om het uitvoerend bewind te machtigen, alle
Departementen, behalve dat waar de vertegen
woordiging vergaderd is' in staat van beleg te
stellen.
De commune heeft een decreet uitgevaardigd
om het uitstel te regelen, dat bij den verwarden
finantieelen toestand noodig is in het betalen der
schulden. Daarbij wordt bepaald, dat het geheele
bedrag van het verschuldigde zal worden
verdeeld in twaalf gedeelten, terwijl van af
15 Juli iedere drie maanden zulk een gedeelte
zal worden afbetaald. Om te voorkomen,
dat de schuldenaar den schuldeischer in dien tus-
schentijd zijne zekerheid ontneemt door het ver
koopen of vernietigen van zijne onroerende be
zittingen wordt bepaald dat zoo iemand wanneer
hij koopman is zal worden behandeld als frau
duleus bankroetier, en indien hij geen handelaar
is worden gevonnisd als schuldig aan opliet,
terij. Dit besluit komt ons vrij verstandig t,
gematigd voor maar twee dingen ontbreken e
aan1». eenige bepaling over de vergoedn,
die de schuldeischers naderhand zullen krijgt
voor het lange uitstel van betaling; 2°. dat de
commune waarschijnlijk niet lang genoeg aai
het roer zal blijven om haar besluit te doen uit.
voeren. In Marseille is men begonnen, de zaak
der aanleggers van de laatste ongeregeldheden te
behandelen. Ten getale van 500 zitten de gevangen
genomene oproermakers in het Chateau d'If, bE|
tooneel, waar Alexander Dumas het eerste bedrij
van zijn Comte de Monte-Christo laat spelen. De
voornaamste der schuldigen is Oréinieux, die
den ex-minister gemeen heeft den naam, het be
roep van advocaat en de handigheid in het
spreken. Hij werd gearresteerd bij den opzichter
van het Israëlitische kerkhof en wordt door de
burger gardes beschuldigd, hen door beloften van
geld en ambten tot de ongeregeldheden aange
spoord te hebben. Hij zelf werpt echter de meeste
schuld op de afgevaardigden der Commune vai
Parijs, Landeck, Amouroux, en Mégy, die zich
bij tijds uit de voeten gemaakt hebben en waar
schijnlijk wel bij verstek ter dood zullen wordei
veroordeeld.
Duitschland.
Wij nemen het volgende over uit een herder
lijken brief, door den aartsbisschop van Munchen
gegeven naar aanleiding van het adres, door vele
katholieken aan de Beiersche regeering aange
boden, om de gevaarlijke gevolgen, die voorden
staat uit het onfeilbaarheids-dogma voortvloeien
af te weren
„Aanzienlijke mannen uit alle standen da
samenleving hebben zich Maandag 10 April ver-
eenigd in eene vergadering, in welke zij eei
adres opstelden en met eenparige stemmen aar
namen om de regeering te vragen afwering re
de gevaren, die voor den staat zouden kunna
voortspruiten uit het dogma der Pauselijke onfeil
baarheidzij noodigen daarbij uit tot algemeeoi
onderteekening van dat adres. Het adres zelf, is
't welk partij getrokken wordt zoowel voor dei
ongelukkigen pastoor Keuftle in de Augsburge
diocése als voor Dr. Von Döllinger, beweert ds
het leerstuk der Pauselijke onfeilbaarheid ge
vaarlijk is voor den staat, omdat hetzelve onof
losbare tegenstrijdigheid veroorzaakt tusschen d
plichten van den staatsburger en den katholiel
waarom aan de katholieke Beiersche staai-
regeering het verzoek gericht wordt, om doit
alle haar ten dienst staande middelen de ge
vaarlijke gevolgen dezer leer af te wenden et
derzelver verbreiding in de opeubare inrichtin
gen voor opvoeding en onderwijs te verbieden;
daarbij tevens onmiddellijk maatregelen te nemen,
om de verhouding tusschen kerk en staat op
nieuw wettelijk te regelen. De redevoeringen
die volgens de dagbladen gehouden zijn ter be
spreking en aanbeveling van dit adres, werpen
een helder licht op de bedoelingen van de aan
leggers dezer beweging. Zij droegen de kenmer
ken van haat en verbittering tegen het door
luchtig opperhoofd onzer kerk, en gaven mtl
verdraaiing der feiten eene schildering van hel
Vaticaansch concilie, welke wij voor God betu;
gen geheel bezijden de waarheid te zijn. Or
waarheid op onwaarheid werd ook op ons, uvvit
aartsbisschop, geladen; niet de Heilige Geest het
het concilie geleid, maar de geest van onwetend
heid, leugen en vreesachtigheid. Koen en stool
werd déar beweerd, dat wie de nieuwe leer
aanneemt, geen staatsburger meer zijn kan, maar
buiten den staat onder eene den staat vijandigs
macht geplaatst is. In de scholen, bij vrouwen
en onmondigen zal de nieuwe leer ingang vin
den, en den vrede in staat, gemeente en huis
gezin verstoren, indien de regeering niet spoedig
en met kracht tusschen beide treedt. Laat ons,
zoo eindigt een der redenaars, tegen deze leer
strijden met denzelfden moed en zelfopoffering
als ons leger tegen den buitenlandschen vijand
gestreden heeft; laat ons daaraan een voorbeeld
nemen en de zege is ons!
„Geliefde diocesanen! Uit dit een en ander
kunt gij zelf afleiden, waarom het die mannen
van het adres te doen is, en wat men u wil
wijs makenhet is opstand tegen de ééiiige,
heilige, katholieke en apostolische kerk, welke
men predikt; het is afval van de gemeenschap
der geloovigen, die men van u verlangt. Het is
misdadige inroeping van de staatsmacht tegen de
trouwe zonen onzer heilige kerk. Wijs de verzoe
king terug zoo gij niet namelooze ellende en
tweespalt in ons Beiersch vaderland wilt veroor
zaken. Men wil u ontrukken aan uwe moeder,
die u met smarten tot het geestelijke leven ge
baard heeft, u gevoed heeft met hare reine leer,
gesterkt in den strijd tegen de zonde, en welke
eens uw laatste troost zal zijn in destervens ure.
Men spiegelt u wel voor, dat gij katholieken zul'
blijven, maar waar is de katholieke kerk? Daar
alléén waar de Paus en de bisschoppen zijn 1
„Uw aartsbisschop verzekert u, alles wat men