Al verloor men niet uit het oog, dat onze consuls sedert langen tijd rechtsmacht uitoefenen, bleven eenige leden nog huiveren, hun zulk eene veel omvattende macht bij de wet op te dragen Onze consuls zijn meestal vreemdelingen bij wie men slechts zeer beperkte kennis van het Neder- landsche recht kan ouderstellep. Laat zich van dezen eene goede rechtspraak verwachten? Intusschen wilde men van de zijde der meerder heid, met die wet voor oogen, der Regeering zeer op het hart hebben gedrukt, om voor eene goede samenstelling onzer consulaten te zorgen en zoo veel slechts immer mogelijk is, voortaan Neder landers tot consulaire betrekkingen te benoemen. Het moet in 't vervolg onmogelijk zijn, dat het notaris-ambt door een kanselier worde uitgeoefend. Te Singapore is een Engelschman Nederlandsch consul, niettegenstaande daar twee Nederlandsche handelshuizen gevestigd zijn. Evenzoo meende men der Regeering te mogen aanbevelen om vooral ook de consuls, die rechtsmacht uitoefenen, behoorlijk op de hoogte te houden vau onze bur gerlijke en strafwetgeving. De Minister van Financiën heeft bij verschil lende resolutiën te kennen gegeven; 1*. dat aan het vacante deurwaarders-district Amersfoort kan geacht worden te zijn verbonden eene belooning van 680 'sjaars, na aftrek der kosten wegens reizen, drukwerk enz. •2'. dat de vermoedelijke belooningen verbonden aan de vacante betrekking van deurwaarder der directe belastingen te Rotterdam, kunnen worden geraamd, als: a. voor de eerste afdeeling op 1030 'sjaars, en b. voor de tweede afdeeling op ƒ1200 'sjaars, na aftrek der kosten wegens drukwerk, enz. Nog heeft de Minister van Financiën den 21sten Maart jl., n°. 19 aan de Provinciale inspecteurs der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnseu, doen toekomen de volgende missive: „Er is inlichting gevraagd omtrent de toepassing van het Koninklijk besluit van den 28sten Dec. 1855 Staatsblad n', 167), betreffende de vrijdom van invoerrecht en accijns voor de scheepspro- visie, in verband met art. 2 der wet van den 20sten Juli 1870 Staatsblad no. 127), volgens het welk appel- en perendrank als wijn zijn aan te merken. „Naar aanleiding hiervan wordt te kennen ge geven dat voormeld Koninklijk besluit in zoover door de aangehaalde wetsbepaling gewijzigd is, dat onder de hoeveelheid wijn, volgens dat besluit als scheepsprovisie vrijgelaten, de aan boord voor handen appel- en perendrank mede zijn te be grijpen. „In plaats van8 kan bier, of appel-, peren en meedrank" moet dus in het besluit worden gelezen: „8 kan bier of meedrank." „Ik verzoek u om de betrokken ambtenaren in uwe inspectie met het vorenstaande bekend te maken." Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland (in aanmerking nemende, dat krachtens de daaromtrent bestaande wettelijke bepalingen de helft van de leden der Staten om de drie jaren aftreedt, en dat die aftreding in dit jaar moet plaats hebben; dat de verkiezing tot vervulling der plaatsen van de alzoo aftredenden moet geschieden op den tweeden Dinsdag der maand Mei, zijnde alzoo voor dit jaar op den 9deu van die maand) hebben bij besluit van 4 April jl. bepaald, dat, wanneer bij den uitslag der op den 9den Mei aanstaande te houden stemming van de in dit jaar aftredende leden der Provinciale Staten mocht blijken, dat eene herstemming noodig is, deze herstemming in de betrokken hoofdplaatsen der kiesdistricten en in die der onder—kiesdistricten zai plaats hebben op Dinsdag den 23steu Mei a. s. instellingen kan evenaren, die Europa ons be nijdt. De openbare onderstand behoort tot dit getal, op dat terrein verwonderden de Hollanders zich over vele zaken, en hun oordeel rustte klaar blijkelijk op een' anderen grondslag dan het onze. Voor hen is bij de publieke weldadigheid de zieke, 't zij burger of militair, hoofdelement, de spil waarop alles rust. Voor ons, we moeten het er kennen, staat de zieke administratief op denzelf den rang als de verwarming, het onderhoud der ge bouwen, en uit zeker oogpunt beschouwd is hij zelfs niet meer dan eene bijkomende zaak of een voor wendsel. Dit laat zich begrijpen, want zoo in 't bur gerlijke als militaire berust het bestuur bij mannen wier eerlijkheid en bereidwillheid hunne be kwaamheid ver overtreft. Die menschen willen gaarne nuttig zijn, maar voor 't meerendeel zijn zij vreemdelingen in de gewichtige aangelegen heden der hygiene en van den openbaren onder stand. Geroepen tot hunne betrekking op een leeftijd, waarin men niet meer leert, en waarin andere zorgen de uren iu beslag nemen, wordt de zorg voor de zieken slechts een aanhangsel van hunnen werkkring; de edelsten getroosten zich groote inspanning om goed te doen, maar na eenigen tijd staan zij stil; afgeschrikt door de kladpapieren, de reglementen en deonverzet- Men zal zich herinneren dat de gemeenteraad te Rotterdam een adres bij de Tweede Kamer der Staten Generaal heeft ingediend, tegen het voorstel van den heer S. Van Houten betreffende het Personeel. Deze afgevaardigde oppert tegen dit adres in de N. R. Cl. van heden eenige be denkingen en komt tot de slotsom dat het motief van 's Raads adres éenig en alleen is het belang der Gemeentekas. Wanneer te Rotterdam zoo redeneert de Raad, minder in het personeel aan het Rijk betaald wordt, is de uitkeering van V» der opbrengst door het Rijk aan de gemeente ook kleiner. Voor dat belang der gemeentekas moeten dus de billijkheid en de belangen der winkeliers achterstaan. Liever wil de Raad de door hem zeiven blijkens zijne aangehaalde ver ordening als onbillijk erkende overbelasting der winkeliers laten bestaan, en dezen te veel laten betalen aan Rijk, provincie en gemeente, dan het gemeentelijk aandeel en die te hooge belasting verliezen. De heer Van Houten meent ook met het oog op vroegere omstandigheden, dat de commissie van financiën zijn voorstel niet goed kent, en dat de raad te veel op haar vertrouwd heeft. Alleen op die wijze is het hem verklaarbaar, dat de Raad eener gemeente als Rotterdam die er het grootste belang bij heeft dat handel en nijver heid van fiscale belemmeringen worden bevrijd, zijn best doet om een voorstel in die richting tegen te werken. De rechtbank van Gorinchem heeft voor de beide vaceerende rechtersplaatsen de volgende aanbevelingen opgemaakt: voor de 1ste vacature Mrs. J. C. J. Arriens, rechter nog onlangs hier, nu te Assen; Jhr. O. De Marees van Swinderen, rechter te Appingedam; Jhr. P. J. F. Rethaan Macaré, griffier te Alfeu; voor de 2de vacature Mrs. H. VV. Stuffken, griffier te Noordwijk; J. H. Verschoor, rechter te BrielleC. H. Q- Van Strijen, subst.-griffier te Hoorn. De heeren doctoren D. Lubach en A. H. Ekker, te Kampeu hebben het volgende stuk aan de Arnh. Courant ingezonden De ondergeteekenden hebben met vreugde de verklaring van het tegenwoordige ministerie ver nomen, dat eene der eerste regeeringszorgen die voor 's lands weerbaarheid zal zijn. In deze loffe lijke taak meenen zij, dat de Regeering niet beter kan worden gesteund, dan door den bijval, haar uit alle rangen der burgerij geschonken. Het valt echter niet te ontkennen, dat veel Nederlanders weinig belang stellen in het vraag stuk der landsverdediging. Er zijn er die het gevaar niet beseften, dat Nederland, als kleinen Staat, in dezen tijd van annexatie dreigt, terwijl anderen, dat gevaar erkennende, beweren, dat elk verzet onzerzijds toch doelloos wezen zou. De meesten echter, in gemakzucht of in de be slommeringen des dagelijkschen levens verdiept, waardeeren de zegeningen niet derconstitutioneele vrijheid, waarin wij leven. Wordt aan die drie klassen van onverschil ligen aangetoond, dat werkelijk zulk een gevaar van iulijving voor Nederland niet hersenschim mig is, maar dat Nederland toch bij goede ver dedigingsmiddelen geene inlijving te duchten heeft; blijkt het aan hen, die zich thans niet met staatszaken inlaten of die van verschillende regeeringsvormen nooit hebben gehoord, dat ze, bij een vreemd volk ingelijfd, ontzettend veel zouden verliezen; dan zal de lauwheid allicht plaats maken voor belangstelling. De ondergeteekenden achten het een burger plicht, te pogen die belangstelling, waar zij niet bestaat, te wekken. Om dit te doen, hebben zij het oog op de factoren van onzen tijdaaneen sluiting, lectuur, voordrachten. Zij zouden eene ver- ecniging wenschen gevormd te zien, welke in lelijkheid van den sleur. Raad eens, bij voorbeeld, hoeveel handteekeningen er vereischt worden om een soldaat in een militair hospitaal te doen verzorgen?.... Achttien! als deze soldaat naar de convalescenten wordt gezonden worden er 26 signaturen vereischt, en hij kan niet sterven vol gens de reglementen dan met hulp van 27 hand teekeningen. Ik heb militairen gezien, aangewe zen om tot herstel met verlof te gaan, die tot 22 dagen toe, moesten wachten op het gezegende stukje papier, dat hen vergunde hun bed in de ambulance aan een ander af te staan; gedurende dien tijd betaalde het budget de kostelijke pen- ningeu tot verzorging van een herstelde, terwijl de ware zieke op straat moest wachten. In den vreemde en ook bij onze burgerlijke ziekenhui zen zijn twee uren en twee handteekeningen voldoende, en de zieken zijn er niet minder goed om verzorgd. Ik zal niet verder iu bijzonderheden treden, ik heb slechts een voorbeeld willen aanhalen, veel andere zaken nog verwonderden onze Hol landers. De bezoekers verwonderden zich oui strijd over de grootte en schoonheid van de voornaamste zalen der ambulance, de eene bevat 45 bedden, de andere 73. Zij lieten ons bewonderen, maar bekenden ons, dat deze weelde hun bijzonder onaangenaam was; het is toch eene erkende dien geest werkte. In bevattelijken vorm, hetzij in vlugschriftjes, hetzij door mondelinge voor drachten, met kaarten als anderzins verduidelijkt, zou veel wat door onze eerste krijgskundigen, veel wat in de 's-Gravenhaagsche vereeniging ter beoefening der krijgswetenschap aangaande Ne derlands verdedigingsmiddelen betoogd is, kennis onder het volk verspreiden en daardoor zelfver trouwen kunnen wekken. Voorts wat thans aan de leerlingen van het middelbaar onderwijs ten goede komt, maar wat de volwassen bevolking, aanzienlijk en gering, schier geheel heeft gemist een helder begrip van ónzen regeeringsvorm en dien van andere landen zou evenzeer door de Vereeniging in blaad jes en vergaderingen kunnen worden voortgeplant. Wat ons vaderland thans heeft en wat het bij eene inlijving ontvangen zouwat constitutioneele vrijheid is en hoe elders geregeerd wordt; met hoeveel dwang in autocratische rijken, hoe wille keurig daar over burgers wordt beschikt; hoe wij thans in de vrijheid schier allen volken vooruit deerlijk zouden worden onderdrukt in onzen volksaard, onze taal, onze zeden, in de vrije uiting onzer gedachten, zoo Nederland een bijhaugsel worden moest van eenig militair of autocratisch rijk, dit alles kalm beredeneerd en met feiten aangetoond zou, in populairen trant onder het groote publiek gebracht, het nationali teitsgevoel bij velen verhoogen. Bij velenwant de ondergeteekenden maken zich geen overdreven berekeningen omtrent de publieke geestdrift. Maar evenals de Weerbaarheidsvereetiigingen, sedert 1866 opgericht, betrekkelijk nut hebben gesticht, zoo kunnen ook pogingen in deze richting heil zaam op den Nederlandschen volksgeest werken. Zij kunnen er toe bijdragen om onze staatswet te maken gelijk Thorbecke zeide tot eene nationale kracht. Tot deze pogingen echter zijn vele en bijzondere krachten noodig. De ondergeteekenden doen een beroep op allen, die hunne zienswijze deelen, in de eerste plaats om eene vergadering te houden. Zij zoeken eene gedachtenwisseling uit te lokken van allen, onverschillig van welken stand of van welke staatkundige en godsdienstige richting, die deze zaak zouden kunnen en willen bevorderen. Als deze hun door het zenden van een briefkaart of op andere wijze genoegzamen bijval toonen, stel len zij zich voor, in het midden des lands, te Utrecht zoodra de gezondheidstoestand het daar veroorloven zal eene vergadering te beleggen, en daarvan tijd en plaats in de dagbladen bekend te maken. Er worden te 's-Graveuhage pogingen aange wend om eene vereeniging te stichten, die zich onder den naam van zelfverzorging ten doel stelt voor de middelklassen der maatschappij huizen te bouwen, die tegen ƒ425 en ƒ350 'sjaars en in eeue andere categorie tegen hoogstens ƒ2.25 's weeks verhuurd, na verloop van 16 jaren het eigendom der huurders zullen worden. De vijftigste verjaardag der priesterwijding van den bisschop van Roermond, Mons. J. A. Para dis, is aldaar in de vorige week plechtig gevierd. De Stoompost verneemt, dat een onzer scheeps bouwmeesters op den bouw van een stoomschip, geschikt tot het breken van het ijs in onze rivie ren, bedacht is. De constructie en vooral de vorui van den kop van het vaartuig zouden daar toe eigenaardig worden ingericht, en wel zoo danig, dat het onderdeel van den boeg onder de dikke ijsschol schiet en deze als het ware op breekt. De machine zou minstens van 100 a 120 paardenkracht zijn, terwijl de wielen van ijzeren schoepen zouden worden voorzien. De kermis zal dit jaar ook te Deventer niet worden gehouden. waarheid bij hen, dat de zaal van een hos pitaal niet uieer dan 12 bedden moet bevatten, en dat iedere soort van zieken geheel afge zonderd moet zijn, en iedere zaal afzonderlijk geventileerd; zóo ziju of worden alle hospitalen ingericht in de rijken, die ons omringen; daar is de waarheid, ddar het waarachtig belang van den lijdende. Ik erken dat daarin geen grootsch- heid is, dat zulk eene inrichting de schoonheid der zalen van ons hospitaal vau Sf-André te Bordeaux niet nabij komt; zij toch bevatten 40 bedden met witte gordijnen behangen. Dadelijk bij hunne komst hebben onze bezoekers bedden ingevoerd, waarvoor zij de teekeuing gaven; niets eenvoudiger en gezonder dan dat; een enkele matras op een opengewerkt raam en zonder gordijnen. Deze bedden zoowel als de geheele inrichting dragen den stempel van het Hollandsch volkska rakter, dat zich laat samenvatten in deze twee woorden Eenvoud, gezond verstand. Josel' Lehman, een behoeftig man, to Raalte, heeft eergisteren zijn lOOsteu verjaardag gevierd. Hij geniet nog eene goede gezondheid en mag zich iu het bezit vau ongekrenkte geestvermogens verheugen. Door den Minister van Financiën is bepaal dat op den 19den Juni e. k. en volgende dage] te 's-Gravenhage examen zal worden gehoudJ voor de betrekkingen van adspirant-landineJ en landmeter bij het kadaster. De daartoe benoemde commissie bestaat uit J heeren: Voorzitter, A. Bevers, ingenieur-verifi-J teur van het kadaster bij het Departement vJ Financiën; LedenJ. P. Spreuger van Eyck J specteur der registratie en domeinenJ. J. gj terus, G. W. Ovink en B. J. Hiddink, landinettt] en VV. Blum, directeur van de burgerschool voel middelbaar onderwijs te 's-Gravenhage, laabiJ melde echter alleen voor het examen van J spirant-landmeter. Als secretaris der commissi! zal fungeren de heer Slaterus voornoemd. De Minister van Koloniën brengt ter ketial van belanghebbenden, dat: 1°. bij ziju DepauJ ment, na vergelijkend onderzoek, een tweetal klerken zal aangesteld worden aanvankelijk cl eene jaarwedde van ƒ300; 2". dit vergelijke»! onderzoek zal aanvangen op 8 Mei e. k. I daartoe zullen alleen worden toegelaten zij, op genoemden datum hun 19de jaar ingetredel zijn en hun 23ste jaar nog niet volbracht hebbt J en wier aanvragen tot toelating geschreven oj zegel bij zijn Departement zijn ingeleverd uiterli! op den 26sten dezer; 3°. de sub 2°. bedoeldea«J vragen moeten vergezeld zijn van bewijsstukke! dat de belanghebbende is Nederlander; heelj voldaan aan de wet op de nationale militie etl volgens schriftelijke verklaring van een bevoe! geneeskundige, afgegeven na 1 April 1871, cc! goede gezondheid geniet; 4°. het 6ub lo. bedot'! onderzoek zal omvattena. het vlug schnjt! van goed schrift; b. grondige kennis van de Kol derlandsche taal; c. de rekenkunst; d. den ï-| derlandschen stijl; e. de aardrijkskunde en! vaderlandsche geschiedenis; de beginselen n-| de Fransche, Engelsche en Hoogduitsche taltil g. eenige proeven van oordeelkundig werk. Zij, die bij hun werk de beste blijken vano. l deel geven, komen bijzonder in aanmerking. Z. M. heeft aan Dr. E. F. H. M. graaf .3a Bylandt, lijfarts van Z. K. H. Prins Fre.-iB der Nederlanden, vergunning verleend tot til aannemen en dragen der versierselen van rifel van de 2de klasse der orde van den Roctil Adelaar, hem door Z. M. den Duitschen Keu-I en Koning van Pruisen geschonken. Z. M. heeft benoemd tot not. binnen het arroil Appingedam, ter standplaats de gemeente Mil delstum, Jhr. J. E. A. Van Panhuys, candid.-ol te Groningen. I Z. M. heeft benoemd tot raadsheer in het prei gerechtshof in Noord-Brabant Mr. J. P. Van Bill kom, thans president der arroud.-rechtb. te Eitil hoven. Z. M. heeft den luit. ter zee der 2de kl. J.ll A. Wissel, op zijn verzoek, met den lOden deal eervol uit den zeedienst ontslagen. Z. M. heeft den adelborst der 1ste klasse tl Moerland, op zijn verzoek, met den lOden deztl eervol uit den zeedienst ontslagen. BINNENLAND. Amsterdam, 11 April. Uit het verslag van i:l plaatselijke schoolcommissie over 1870, blijktdtl de toestand van het lager onderwijs iu deze meente nog zeer veel te wenschen overlaat, kl oorzaak hiervan is niet gelegen in het schootvel zuim. integendeel het getal kinderen dat voortl openbare scholen wordt ingeschreven neemt l«| maar in het langzaam toenemen vau het geu.1 scholen. 's Gravbnhage, 11 April. In de heden gehoude: zitting van den gemeenteraad alhier is behat deld het ongunstig praeadvies vau Burgemeesw en Wethouders in zake het adres van W. J. VV. Wisse, bezwaren inbrengende tegen het hem ver leend eervol onverwacht ontslag als huismeester- boekhouder in het gemeente-gasthuis. B. eu ff- ineenden den adressant diens betrekking niei meer te kunnen blijven toevertrouwen, vermits hij weigerde gehoor te geven aan de vermanm- gen van de commissie van bijstand en haar voor zitter, in strijd met wier bevelen hij gehandeld had. Hierover ontstond eeue langdurige discussie, waarin een der leden den bedoelden beambte op verschillende ingewonnen huishoudelijke inlich tingen en andere gronden verdedigde, eu voor stelde een onderzoek omtrent deze zaak in te stellen, welk voorstel werd verworpeD. De meerderheid der vergadering was echter van een tegenovergesteld gevoelen en ten slotte werd het praeadvies van Burg. en Weth. strek kende om ten opzichte van dit advies over te gaan tot de orde van den dag, met bijkans al- gemeene stemmen aaugeuomen, nadat een voor stel van een der leden was verworpen 0111 stukken, bijlagen enz. deze zaak betreffende, voor de leden te doen drukken. Stemgerechtigde leden der Nederd. Hen- Gemeente alhier hebben heden eene steuiuiifc gehouden over de vraag: of de verkiezing J6 kerkeraadsleden in de eerstvolgende tien jaren door het kiescollege of door den kerkeraad zal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2