uxglscoivdeiv.
Aan de Redactie van het Leidsch Dagblad, naar
aanleiding van het stukje „Horatius" in genoemd
blad van 29 Maart 1871, N°. 3416.
Zoo Gij bet woordje „net" veranderen wilt in „niet"
als ook aan 't eind dat „woedt" in „wordt"
en daarbij nog IK." verwisselt voor „V. K."
Jan geeb gij weer in druk, wat ik U gaf in schrift.
V. K.
Antwoord der redactie aan den heer V. K.
Wees dankbaar, o V. K., voor d'onoplettendheid,
Die Gij in dit couplet zoo geestig ons verwijt;
Zij toch stelt U in staat, behalve 't groot gedicht,
Vier schoone regels nog te geven in het licht.
Wat door het snoeimes dus verloren is gegaan
5an vader Peerlkamp, dat vult ge hier weer aan.
IETS OVER MAX HAVELAAR ALS „LEVENSBEELD."
Met genoegen zag ik' voor eenige dagen aan
geplakt dat Maandag 27 Maart „Max Havelaar"
jou worden opgevoerd, door het gezelschap van
Jen heer Driessens.
Ik dacht eens na hoe men van Multatuli's be
roemd werk een (zooals op het affiche stond)
hvtnsbeeld zou kunnen maken; maar gedachtig
aan het oude spreekwoord„experientia docet,"
bezocht ik den schouwburg op den aangewezen
avond: en tot lof van den bewerker Henri Baton
dient gezegd, dat hij zich vrij goed van zijne
zaak gekweten heeft, ofschoon op sommige zaken
wel het een en ander is aan te merken.
Vooreerst en dit ligt voor de hand is het stuk
verdeeld in 2 afdeelingen, waarvan de eerste in
Indië, de tweede te Amsterdam speelt.
De eerste afdeeling is verdeeld in 3 tafereelen.
Eerste tafereel: „Havelaars aankomst te Lebak."
Over het algemeen brengt dit eerste tafereel geen
al te gunstigen indruk te weeg, en ik vergis mij
zeer als niet een deel hiervan toe te schrijven is
aan de acteurs, door hunne verkeerde uitspraak
van het woord: „Adhipatti," hetwelk uitgespro-
keu werd „Adhipatti"; vooral uit den mond van
den stamelenden resident klonk dit gek, In dit
tafereel komt de schoone toespraak van Havelaar
aan de hoofden van Lebak voor, waarom die aan
spraak zooveel bekort?"
Het 2de tafereel: „het begin van den strijd",
is veel schooner en maakt zeer veel indruk. Hierin
komt voor het afscheid van Saïdjah en Adinda,
die schoone bladzijde uit Multatuli's werk. Het
aan den regent, Radhen Adhipatti om genade
smeeken van Adinda, ofschoon verdicht, doet
erenwel het tafereel goed uitkomenterwijl zij
voor den regent op de knieën ligt, komt Havelaar
eo vraagt wat dat te beteekenen heeft: hij hoort
het en geeft zijn hart lucht door den regent he
rige verwijten te doen. Dit tafereel, voor een
giuot gedeelte gefingeerd, maakt evenwel een'
hevigen indruk, zoodat men bijna (ik zeg bijna)
Henri Baton zou kunnen verwijten dat hij te veel
jacht op effect gemaakt heeft en daardoor een
beetje te veel van het oorspronkelijke werk is
afgeweken.
Het derde tafereel: „Saïdjah" stelt den maaltijd
voor bij Havelaar, waar Verbrugge en Duclari
gasten zijn.
Dit tafereel is bijna geheel en al overgenomen
uit het oorspronkelijke werk, tot op de gefin
geerde komst van Saïdjah, die half waanzinnig
Havelaars huis binnentreedt, en vertelt hoe de
Nederlandsche soldaten zijne Adinda vermoord
hebben. In dit tafereel schrijft, (of liever laat
schrijven) Havelaar den Gouverneur om zijn
ontslag, en zoo eindigt de eerste afdeeling. Nog
ééne aanmerking.
Io dit tafereel ontvangt Havelaar een brief
van den Gouverneur Generaal, zoo als ook in
het oorspronkelijke voorkomt, met het adres: „aan
den geweien Adsistent-Resident van Leb Even
als in het oorspronkelijke komt ook hier de zin-
triede voor dat Havelaar uit aanmerking van
vroegere verdiensten voorloopig overgeplaatst
wordt naar NTot zooverre is alles goed
maar nu laat men Havelaar dadelijk aan den
kontroleur bevelen het ontslag te schrijven: en
waarom laat. men Havelaar niet zeggen dat hij
die overplaatsing op de proef niet aanneemt, om
de redenen in het oorspronkelijke vermeld Dit
is zeer te betreuren, dewijl juist daardoor eene
too schoone handelwijze van den Gouverneur-
Geueraal verborgen blijft.
Ik ga over tot de2deafdeeling. Eerste tafereel:
Droogstoppel en familie". De heer Driessens
speelde in dit tafereel de rol van Droogstoppel
zeer goed, ofschoon zeer veel niet in zijne rol
voorkwam, dat het karakter van Batavus Droog
stoppel beter had doen uitkomen, als bij voor
beeld: „de knoeierij van Busselinck en Water
man", „Last en Meijer, maar de Meijers zijn er
ad", „dominé Wavelaar", enz.; aan den anderen
kant was er het een en ander dat niet paste bij
het karakter van Droogstoppel.
In het 2de tafereel „de man die veel geleden
heelt" was tot uiiju spijt en verbazing de heer
Driessens niet op zijne plaats als B. Droogstoppel;
vooral het draaien met de stoel ten huize van
Max Havelaar (het moge voor het oogenblik grap
pig zijn) komt, als men een weinig nadenkt, toch
niet overeen met het karakter van B. D. De heer
Driessens, een uitstekend komiek, heeft te veel
van Droogstoppel een komische rol willen maken
hij begaat dezelfde fout waaraan doorgaans de
acteurs die in de „Faust" voor „Mephistopheles"
spelen laboreeren. Het lateD opkomen van Frits
is eene eigenaardige, uitmuntende fictie; maar
waarom het besluit zoo kort gemaakt, en waarom
niet zooveel mogelijk de laatste 3 bladzijden van
Multatuli's werk gevolgd? Het smartte mij dat
men daar maar zoo met den Franschen slag over
heen ging. Uw bestendig lezer
„Aleiïie."
BUITENLAND.
Frankrijk.
Men moet inderdaad erkennen dat het comité
te Parijs inet een orde en regelmaat te werk gaat,
die verwonderlijk is in aanmerking genomen de
overhaaste manier waarop het uit allerlei onbe
kende personen bij elkaar geraapt is. In de zitting
van 26 Maart, die zeer bedaard in zijn werk
ging, heeft het comité besloten geene financieele
maatregelen te neinen vóór de bijeenkoming der
gemeenteraad. De president Assy heeft vervolgens
gewezen op de noodzakelijkheid om tot aan dat
tijdstip een onder-comité te benoemen voor de
organisatie der nationale garde. Hij wordt daarop
door het comité benoemd om onder zijn presidiaat
zulk een comité te vormen. Burger Varlin geeft
rekenschap van bestelling en levering van schoe
nen en andere benoodigdheden voor de nationale
garde. Het comité besluit, dat de gemeenteraad
met de leveranciers rekening zal houden. Daarop
verklaart het lichaam zich op voorstel van den
president voor ontbonden en gaat uit elkaar met
den uitroep van „Leve de communel Leve de
republiek! Leve de fédératie!
Het oorspronkelijke comité, dat van de hoogte
van Montmartre is afgedaald, om zich aan het
hoofd der insurrectie te stellen, is dus ontbonden.
Wat zal het over zijn vaderland gebracht heb
ben? De waarschijnlijkheid is maar al te groot
dat het antwoord zal zijn Burgerbloed. En nie
mand zal ontkennen dat de Nationale Vergade
ring er veel aan had kunnen doen, ten minste
meer dan het gedaan heeft, om de zaken niet
zoover te laten komen. Do eenige poging die in
het werk is gesteld om eene verzoening tot stand
te brengen heeft zij op een beleedigende manier
voor de intermédiairs gecoupeerd; het gevolg is dat
verscheidene van de maires zich meer beginnen te
vereenigen met den loop der zaken,zooals zij door het
comité geregeld worden. Heeft de vergadering zich
verder in acht genomen, om de opstandelingen ge
rust te stellen over het behoud der republiek? Het
antwoord wordt ons gegeven door de hevige uitboe-
zemingen, die dikwijls volgden op het enkele noe
men van het woord „Republiek." De heer Thiers
heeft herhaaldelijk verzekerd, dat hij dezen regee-
ringsvorm wil behouden, inaar bij het nauwkeurig
nagaan der verschillende beraadslagingen blijkt
vrij duidelijk, dat de groote neiging in de Natio
nale Vergadering is naar het koningschap. De
tegenwoordigheid te Versailles van den hertog
d'Aumale is in dit opzicht ook van vrij veel
beteekenis; en hoe wij dan na dit alles het ge
drag der oproerlingen ook nog afkeuren, krijgen
zij in ons oog toch meer recht, wanneer wij
overwegen dat zij de republiek voorstaan, dat
het gevallene keizerrijk tot die politieke meening
alleszins rechtvaardigt, dat de Nationale Verga
dering zelf dien staatsvorm wel nog niet heeft
geproclameerd maar toch onder hare bescherming
is tot stand gekomen, en dat zij nu klaarblijkelijk
weer een monarchie in het leven wil roepen.
Wij verdedigen hiermede volstrekt niet de stelling
dat de republiek voor Frankrijk de wenschelijke
regeeringsvorui is, integendeel het Fransche volk
heeft nog nooit bewezen voor zelf-regeering rijp te
zijn. Maar wij verontschuldigen hiermede eenigs-
zins de tegenwoordige houding van de voorstanders
dier republiek, die geheel anders is geworden dan
toen wij ons nog met verwondering moesten af
vragen „Wat willen deze menschen toch? Zij
strijden vóór de republiek, tegen de republiek
Uit de provinciën komen dagelijks manschap
pen aan om het leger te Versailles te versterken.
De heer Thiers wordt gezegd zich druk bezig
te houden met de generaals over de reorganisatie
der troepen ten einde over eenige dagen tegen
Parijs op te trekken. Maar wanneer men de ver
klaring van den naar Versailles teruggekeerden
admiraal Saisset nagaat en tevens dat vele sol
daten schijnen te weigeren tegen de stad op te
trekken, dan ziet het er voor de regeering met
de handhaving harer macht treurig uit. De quali-
ficatie, die het Handelsblad van den toestand geeft,
is, dunkt ons, zeer toepasselijk„Frankrijk is red
deloos, Parijs redeloos, de regeering te Versailles
radeloos."
Duitscliland.
De Duitsche bladen melden, dat de vrij-conser-
vatieve partij zich opgelost heeft en zich dadelijk
ten getale van 31 leden heeft geconstitueerd tot
eene andere namelijk de liberale rijkspartij. Het
komt ons voor dat dit niet meer is dan eene
naams-verandering, door de gematigde leden der
conservatieve partij (die zooals wij gisteren zei
den 70 leden telt) aangenomen om hun pogramma
af te scheideu van dat der ultra-conservatieven
of jonkers, die voorstanders zijn van het absolu
tisme. Het pogramma van de zoogenaamde nieuwe
fractie behelst voornamelijk gelijkmatige bevor
dering van de rijks-autonomie en van de zelf
standigheid der staten, waarborging van burger
lijke en politieke vrijheid, vooral met betrekking
tot het recht vau vereeniging en de vrijheid van
drukpers: vermindering der volkslasten; waar
borging van geheele vrijheid van godsdienst voor
iedereen zonder opname in de rijks-constitutie
van eenige bepalingen over de verhouding van
den staat tot de kerk.
In de zitting van 28 Maart is, na het onder
zoek van eenige geloofsbrieven, de algemeene be
raadslaging begonnen over de vaststelling van
bijdragen volgens het rijks-matrikel (lijst van de
verschillende deelen van het rijk en hunne bij
dragen in de algemeene kas) tot dekking van de
uitgaven voor 1869. De honds-commissaris (per
soon die de voordracht der regeering motiveert)
de heer Michaelis verklaarde dat niettegenstaande
den oorlog het jaar 1870 nog overschotten zou
opleveren (dank zij de 5 milliard!)
De minister Delbrück verzekerde dat de bonds-
regeering aan den rijksdag later ook voorstellen
zou doen over de met de constitutie overeenkom
stige toestemming van den rijksdag voor overtre
ding der staatsuitgaven. De voordracht tot oprich-
van een bonds-rekenkamer kon nog niet gedaan
worden omdat dit nauw samenhing met eene
voordracht die in den Pruisischen landdag ge
maakt zal worden over de opperrekenkamer. Na
korte discussie is verder de voordracht aan eene
commissie van 21 leden tot voorloopige overwe
ging in handen gegeven.
TELEGrRAiMJVIEN.
Stockholm, 29 Maart. Nadat de Koningin een
onrustigen nacht had doorgebracht, sliep H. M.
twee uren, hierna was de koorts minder heftig
en de ademhaling gemakkelijker.
Farijs, 29 Maart. Het Journal O faciei van het
Comité meldt, dat de Commune in de gisteren
gehouden zitting verklaard heeft, dat de nationale
garde en het Comité zich zeer verdienstelijk
jegens het vaderland hebben gemaakt. De leden
van de Commune zijn heden, den Ssten van Ger
minal ten éen uur bijeengeroepen.
Het Journal des Débats zegt dat in de gisteren
gehouden zitting 50 raadsleden tegenwoordig
waren onder het presidium van den heer Berlay.
Men kon het niet eens worden over de opgewor
pen questions brulantes. De raad ging te halfeen
uiteen na 3% uur gedebatteerd te hebben.
Delescluze heeft zijn ontslag genomen als
lid der Commune, uithoofde van het besluit zij
ner collega's om de functiën van lid der Com
mune onvereenigbaar te verklaren met die van
afgevaardigde bij de Nationale Vergadering. Ti-
rard heeft insgelijks zijn ontslag genomen.
(des middags.) Het comité heeft besloten
om de nationale gardes, die zich niet bij hetzelve
aansluiten, te outwapenen.
In een vergadering van legitimistische afgevaar
digden is besloten, om eene fusie met de Orlea-
nisten tot stand te brengen.
De generaal Barrat is tot opperbevelhebber
benoemd van de te Versailles staande troepen.
(des avonds). De stad is rustig; de meeste
der barricades voor het stadhuis zijn omverge
haald, maar de nationale garden van het comité
oefenen de grootste waakzaamheid aan het Wes
terstation, dat naar Versailles geleidt. Barricades
zijn opgericht in de omstreken van het station
van Bt.-Lazare. In de provincie is de rust
overal hersteld. De nationale garden van Belle
ville bezetten de posten van de administratie der
posterijen en van de Halles Centrales. De natio
nale garden, die weigeren tot het comité toe te
treden, worden ontwapend.
In een brief van Tirard wordt gezegd, dat hij
zijn ontslag als raadslid genomen heeft, omdat
het mandaat, hetwelk uitsluitend de gemeente
moest betreffen, zich zeer ver op politiek terrein
scheen te moeten uitstrekken. Men verzekert dat
verscheidene andere) raadsleden besloten hebben,
het voorbeeld van Tirard te volgen.
Leipzig, 29 Maart. Bebel, Liebknecht en Hepp-
ner zijn gisteren op vrije voeten gesteld.
Berlijn, 29 Maart. De marine wordt op voet
van vrede teruggebracht.
Bucharest, 29 Maart. De crisis heeft haar top
punt bereikt. Honende bedreigingen tegen de re
geering en den vorst zijn algemeen. Gewapende
militaire patrouilles trekken door de hoofdstraten
voornamelijk door Podumogoschoi. Op het voor
plein zijn tot bescherming van den vorst infanterie-
regimenten en een batterij artillerie met bran
dende lonten geposteerd.
Scutari, 29 Maart. De vorst van Montenegro
sticht aan de rivier de Tschetta een sterk beves
tigde stad. Zij zal te gelijk de handelsplaats zijn
tusschen Montenegro, Herzegowina en Albanië.
De bouwgronden zijn bij wijze van scheuking
afgestaan.
Londen, 30 Maart. Aan de Timer wordt gemeld,
dat de heeren Pouyier-Quertier en Valdau (een
handelaar van Rouaan) van den generaal Fabrice
de toestemming hebben verkregen, om het gar
nizoen van Parijs met 80,000 man te vermeerde
ren; de generaal Vinoy heeft zich ziju toestem
ming voorbehouden. Aan hetzelfde blad wordt
gemeld, dat Blanqui zich schuil houdt; hij heeft
zich althans nog niet op het stadhuis vertoond.
Felix Pyat heelt zich teruggetrokken, ten einde
zich geheel te wijden aan de redactie van het
blad Ie Vengeur als officieel orgaan.
Aan de Daily Telegraph wordt gemeld, dat iu
den nacht van 28 op 29 Maart op den weg van
Versailles een botsing heelt plaats gehad tusschen
de voorposten van de nationale garde en de troe
pen van het gouvernement te Versailles, en dat
geweerschoten zijn gewisseld. Het gouvernement
heeft de generaals Ducrot, Lefló, Chanzy en Trocliu
geraadpleegd en is voornemens Parijs aan te tasten,
waarschijnlijk over tien dagen.
Fromotiën.
Utbecht, 29 Maart. Bevorderd tot doctor in de
rechten de heer J. Van Meurs, geboren te Heerde,
na verdediging van Stellingen.
Gemeenteraad van Leiden.
Zitting van heden.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Geupeud te halfdne.
Tegenwoordig de heeren: Stoüels, Tollens, Hubrecht,
De h'remery, Har.evelt, Goudsunt, Xieleman, Lezwijn,
Le Poole, Buijs, Bijleveldt, Scbeltema, Guuk, Derck-
sen, Van Heukeloui, Van Ouieren, Krautz, Van
Wensen, W tte w aal.
Afwezig: zonder kennisgeving de heeren: Hoog,
Verster, Du Rieu en Driessen.
De voorzitter doet mededeeling van ingekomen
stukken, waaronder: eene voordracht van de com
missie voor de gasfabriek tot verbetering der gas-
pijpen van een gedeelte der gemeente, een verzoek
van Dr. K. H. Rombach om ontslag als lid der
plaatselijke commissie vau toezicht op de scholen
voor middelbaar onderwijs; een missive van den heer
H. J. Modderman te Amsterdam, ten geleide van een
geschenk voor de nieuwe inrichtmg van oudheden
üezer gemeente, bsstaande in eene in prachtband ge
bonden beschrijving van de stud Leiden, door A.
Van Mieris, nagelaten door des schenkers grootvader.
Dit geschenk is onder dankbetuiging aanvaard.
Worden benoemd:
a. Tot tijdelijke 3de hulponderwijzers van de 4de
klasse respectievelijk aan de openbare lagere scholen
N°. 2 voor minvermogenden en onverinogenden, de
heeren H. Riegsma en L. Marks.
b. Tot onderwijzers bij het vormend onderwijs, de
hoofdonderwijzers A. Van der Horst en N. Brouwer.
c. Tot vrouwe-kraammoeder, mej. E. E. v.d. Min,
geb. Van der Meulen.
d. Herbenoemd tot stadsgeneesheer de heer Dr.
G. W. A. Plaat.
Wordt verleend:
Eervol ontslag aan den heer Mr. G. A. Van Ha
mel, uit zijne betrekking van leeraar in de Staats
wetenschappen aan de Hoogere Burgerschool.
Zouder discussie worden achtereenvolgens met al
gemeene stemmen aangenomen
1°. Het voorstel om in dit jaar de kermis nlcl
te doen plaats hebben
2*. De voordracht tot het verleenen van afschrij
ving van plaatselijke directe belasting, dienst 1870;
3". Eene suppletoire begrooting, dienst 1870.
Ten slotte was aan de orde het adres van de kerke-
raden der Christelijk Gereformeerde gemeente alhier,
tot het doen vervallen of wijzigen vuu artikel 3 der
verordening van 4 Maart 1871, tegen de verspreiding
van besmettelijke ziekten door schoolbezoek.
Het advies van B, en Ws. strekte om dit verzoek
te wijzen van de hand; voornamelijk op de gronden
dat de aangevallen maatregel lag binnen de perken
der bevoegdheid van het gemeentebestuur en de vrij
heid van het bijzonder onderwijs ongedeerd liet.
De heeren Cock, Tieleman en Dercksen verklaarden
zich tegen dit advies op gelijke motieven als zij dit
reeds bij de behandeling van art. 3 der bewuste ver
ordening hadden gedaan.
De heer Goudsmit betoogde ook nu weder het
onhoudbare dezer bezwaren.
De heer Le Poole zou tegen het advies stemmen,
wegens de zinsnede dat de raad de vrijheid vau bet
onderwijs binnen deze gemeente huldigde; eene uit
drukking die hij voor ironie hield.
De Voorzitter kwam daartegeu op. De vrijheid van
onderwijs werd steeds gehandhaafd. Hij tartto den
heer Le Poole daden aan te wijzen waaruit van hot
tegendeel zou blijken.
De heer Tieleman was het niet eens met den heer
Le Poole, maar was van gevoelen, dat, daar de ver
ordening alleen tegen de scholen gericht was, zij
den schijn had de vrijheid van 't onderwijs te be-
leaimeren.
De heer Van Heukelom, betwistte niet de bevoegd
heid om de verordening te maken; deelde ook met in de
gemoedsbezwaren maar zou tegen het advies stemmen
omdat hij art. 3 der verordening ondoelmatig achtte,
in zoover de maatregelen duarbij beoogd niet uitge
voerd kunnen worden.
De Voorzitter meende dat des heeren Van Heuke-
loms oordeel omtrent de onuitvoerbaarheid der ver-
ordening op misverstand berustte.
De heer Van Heukelom, werd niet overtuigd en
achtte de uitvoering onmogelijk.
Het praeadries van B. en W. werd aangenomen
met 15 tegen 6 stemmen.
Tegen, do heeren Van Heukelom, Dercksen, Cock,
Scholtema, Tieleman en Le Poole.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergade
ring gesloten.
Gemengde Berichten.
Dezer dagen had in Aruiu (Friesland) eene bij
zondere plegtigheid plaats. De zevende zoon van
onzen veldwachter P. J.Th. Scliuhmacher, geuoeind
naar onzen geëerbiedigden Koning, werd door den
H. Doop door Ds. Van Assen in de Hervormde
Kerk ingelijfd. De met Oranje- en nationale
kleuren versierde doopeling, de treffende toespraak
van den leeraar, 't bijzondere, den vollen naam
van onzen beminden Vorst in de tempelwanden
te hooren uitspreken, alles werkte mede om liet
treffende van het oogenblik te verhoogen. Eene
talrijke schare woonde deze plechtigheid bij. Z.
M. de Koning per telegram hiervan in kennis
gesteld zijnde, mochten de verheugde ouders de
hooge onderscheiding genieten, een hartelijken