steld door het Ministerie van Oorlog, die ons on aannemelijk zijn voortgekomen. //Wij blijven ons echter nog vleien, dat eene gunstige oplossing mogelijk zal zijn, te meer daar de handel hier ter stede en elders krachtig het belang van de nieuwe verbindingen heeft in het licht gesteld, en wij van Zijne Excellentie den Minister van Staat en van Binnenl. Zaken de betuiging zijner groote belangstelling in het tot stand komen der geconcessioneerde lijnen mochten ontvangen." Bij beschikking van 23 Maart 1871, n°. 164, 12de afdeeling, is aan G. J. Van Leeuwen, te Alkmaar, voor het tijdvak van Vrijdag 31 Maart tot en met Vrijdag 9 Juni 1871, vergunning ver leend voor een stoombootdienst, bestemd voor veevervoer, van het stoomgemaal de Lynden naar Leiden en tusschengelegen plaatsen. Naar aanleiding van 's Konings besluit van den 23sten dezer, n°. 20, wordt de kapitein-lui tenant ter zee H. P. Van Boneval Faure met den laatsten daaraanvolgende, eervol van het bevel over Zr. Ms. transportschip met stoomvermogen Java ontheven en op non-activiteit gesteld, en dat bevel met den eersten April aanstaande opge dragen aan den kapitein-luitenant ter zee G. H. Bakker. De officier van gezondheid der 1ste klasse W. Littel, en de officier van gezondheid der 2de klasse C. J. Van Stockum, gedetacheerd bij het hospitaal der marine te Willemsoord, worden met den laatsten dezer op non-activiteit gesteld. Z. M. heeft aan G. Schutte, te Lutjebroek (ge meente Grootebroek), vergunning verleend tot het aannemen en dragen van het kruis Fidei et Vir- tuti, hem door den Paus geschonken. Z. M. heeft als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid aan A. Meijer, schipper te Maas tricht, toegekend de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift, wegens de redding van een achtjarigen jongen, die op 17 Febr.jl. aldaar door bet ijs gezakt was. Z. M. heeft aan de na te melden offic. bij de dienstdoende schutterijen, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als: bij die te Kuilenburg, aan C. W. Dresselhuys, als lsten luit., en aan J. L. Nieuwenhuysen, als 2den luit.; bij die te Deven ter, aan H. H. Lugard en aan T. H. Kok, als lste luits. En zijn voorts bij de dd. schutterij te Kuilen burg benoemd: tot lsten luit. P. L. J. Van Pins- teren, thans 2de luit.; tot 2den luit.-effectief M. P. A. Van Hoytema, thans 2de luit, k la suite; tot 2den luit. J. J. Van der Maarel, thans ser geant; tot 2den .uit. k la suite A. V. Heymans, thans sergeant. Z. M. heeft benoemd tot lid der commissiën, welke tot 1'. Aug. 1871 belast zijn met het af nemen der examens van hulpapotheker en apo theker, Dr. J. W. Gunning, hoogl. te Amsterdam, thans plaatsverv. lid; tot plaatsverv. leden dier commissiën: Dr. A. H. Van der Boon Mesch, hoogl. te Leiden, en Dr. A. C. Oudemans, hoogl. aan de Polytechnische school te Delft. Z. M. heeft de ingenieur der 2de kl. bij de marine C. L. Loder, met ingang van den eersten April aanstaande, bevorderd tot ingenieur der lste kl. BINNENLAND. Eqmond aak Zes, 23 Maart. Hedennamiddag werd alhier na zonsondergang bij heldere lucht, te kwartier voor zevenen in het westen een ver schijnsel waargenomeu, dat werkelijk eenig mag genoemd worden: Omstreeks 40* van het zenith schoot een kolossale meteoor in bijna verticale zuidwestelijke richting neder, spatte met een knal 10° a 12° boven den horizont uiteen, drie heldere lichtpunten achterlatende, met een straal, die zich als een bliksemflits kronkelde, 15 minuten stand hield, en, bevorens geheel te verdwijnen, over ging in horizontale streepen, waarvan de licht punten als sterren het midden vormden. Leeuwaedkn, 23 Maart. Gisterenavond had eene bijeenkomst plaats van de hier gevestigde afdee ling der vereeuiging ter bevordering het volks onderwijs in Nederland, welke afdeeling thans een 165tal leden telt. Tot afgevaardigden voorde algemeene vergadering werden benoemd de hee- ren Jhr. Mr. J. F. Van Humalda van Eysinga, Mr. H. Wiersma en Dr. C. P. Burger, en tot hunne plaatsvervangers de heeren Dr. J. Zaaijer Az., M. Pruim en Ds. A. G. Van Uamel. BUITENLAND. Duitscliland. De heeren Simson, Hohenlohe en Weber aan vaardden in de zitting van den Rijksdag op Don derdag 23 Maart allen met een korte toespraak hunne benoeming tot praesident, eerste- en tweede vice-president. In den beer Simson hebben de leden een oud-gediende tot voorzitter gekregen; immers terwijl hij vroeger reeds het Frankforter bonds-parleinent presideerde werd hem in 1867 de leiding opgedragen van den Rijksdag, wier eerste werk was om over het nieuwe constitutie- ontwerp te beraadslagen en is hij 6edert dien eere- post blijven vervullen. De woorden van vorst Hohenlohe zijn belangrijk in zooverre zij een soort van verontschuldiging bevatten voor de te genwerking die het aansluiten bij den bond in Beieren ondervonden heeft: /,Ik hecht te meer waarde aan dit bewijs van vertrouwen daar ik tot een land behoor, waarvan de vertegenwoor diging het laatst is toegetreden tot de verdragen die ons hier bij elkander brengen. u Vergunt mij daarom in deze keus een gunstig voorteeken te zien, een teeking van de toene mende verzoening van al wat nog met elkaar in strijd is. Ja nujue lleeren, wij draalden in Beie ren om tot de verdragen toe te treden omdat wij eene aan het gemeenschappelijke Vaderland van oudsher zoo eigene gehechtheid moesten ten offer brengen, (de gehechtheid aan een zelfstan dig staatkundig bestaan; maar wij hebben niet gedraald, deze getuigenis zult gij van ons moe ten afleggen, waar het gold om voor de Duitsche eer op te treden en de trouw aan het verbond met het bloed van onze zonen en broeders te be zegelen. En wij zullen ook niet dralen ons bij u aan te sluiten als eerlijke bondgenooten in de vervulling van het werk dat voor ons ligt, als trouwe mede-arbeiders aan het weder opbouwen van de Duitsche natie, opdat het vereende Duitsch- land zich vorme tot een rijk van macht, welvaart en geluk." In deze woorden straalt inderdaad de oprechte gezindheid door om aan de organisatie van het vereende vaderland met kracht mede te werken, des noods met eenige opoffering van bijzondere belangen. En daar door de verkiezingen in Beieren gebleken is dat de nationaal-liberale partij verre de meerderheid heeft behaald mag men ook hopen dat vorst Hohenlohe in dit opzicht de opinie van het grootste gedeelte zijner mede-afgevaardigden heeft uitge sproken. Hopen, zeggen wij, want het is onze hartelijke wensch, nu éénmaal de aansluiting der Zuid-Duitsche Staten is geschied, dat deze vereeniging moge strekken tot heil en voorspoed van het Duitsche volk; terwijl wij ons tevens (wat het belang van kleinere staten en dus ook ons eigen vaderland betreft) overtuigd houden dat, hoe eensgezinder en sterker het vereenigde Duit sche rijk zich zal voelen, er des te minder plaats zal overblijven voor eerzuchtige en begee- rige plannen tegen landen die daar buiten gelegen zijn. Naar aanleiding van de opening van den Rijks dag wordt in een brief uit Berlijn aan de A'ö/n. Zeitung gewezen op de overdrevene naijverige bemoeiingen, die Frankrijk zich in de laatste drie jaren permitteerde met de besluiten van den rijksdag van den Noord-Duitschen bond. «De Fransche bladen" zoo zegt het blad //volg den ze met ijverzuchtige waakzaamheid en de officieuse constitutioneel ging zelfs eenmaal zoover, de meening uit te drukken dat het tol- parlement zonder Frankrijks toestemming zijne bevoegdheid niet mocht uitbreiden. Deze uitbrei ding werd, zooals men weet, uit gebrek aan eene centrale uitvoerende macht achterwege ge laten op gronden, die met Frankrijks ongeoor loofde inmenging niets te maken hadden. De organen van de Fransche regeering lieten het daarbij intusschen niet blijven; het gerucht van een mogelijke bezetting van Rastadt veroorzaakte hevige uitvallen, en toen het bekend werd, dat Badensche vrijwilligers in het Noord-Duitsche leger hun dienstjaar zouden mogen waarnemen, toen verhief zich een ontzettend geschreeuw. Ten laatste wilde men zelfs den bouw van een spoorweg over de Alpen, waaraan Duitschland, Zwitserland en Italië zouden deel nemen, tot een casus belli maken, welk plan men onderlusschen als al te belachelijk liet varen. Eindelijk scheen de inmenging van de Hohenzollern in de Spaan- sche aangelegenheden een geschikt voorwendsel, doch het is gebleken dat dit een verderfelijke misrekening is geweest. Frankrjj lx. Terwijl op het oogenblik nog geen nieuwe be richten van overwegend belang over de Parijsche revolutie tot ons gekomen zijn, zal het in afwach ting van de dingen die komen zullen, misschien niet ondienstig zijn, nog eens in 't kort na te gaan hoe de zaken op hei oogenblik in elkaar zitten en hoe zij tot dien toestand gekomen zijn. Daartoe hebben w ij het oog te vestigen op de volgende corporaties, krachten, instellingen of hoe men ze noemen wil: I. Het Co mi té-.Vat tonal of zooals het eigenlijk heetcomité de la confédération de la eerde nationale. Daar tegenover staat: II. He Nationale Vergadering en het Gou vernement. Als het ware tusschen deze beide in zijn ge- plaats. III. De afgevaarden van Par(|s en de Malre» der 20 arrondissementen. De krachten waarover deze lichamen te be schikken hebben zijn: IV. Het leger. V. De nationale garde. Eene afzonderlijk macht, n.l. die van de pu blieke opinie vinden wij in VI. De dagbladen. Terwijl eindelijk buiten dit alles nog eene dreigende goed georganiseerde macht staat ge schaard n. 1. VII. Het Pruisische leger. Gaan wij nu van ieder dezer instellingen, voor zooverre dit op de tegenwoordige gebeurtenissen invloed uitoefent, na, hoe zij langzamerhand tot de verhouding gekomen zijn, waarin zij op het oogen blik tot elkander staan. I. De mannen, die het het comité zamenstellen zijn degene geweest, die reeds bij de bewaking van de kanonnen op de hoogte van Mont-Martre de voornaamste hand in 't spel hadden. Als be paald comité schijnen zij het eerst te zijn opge treden den dag vóór het gevecht te Mont-Martre (18 Maart) zooals men moet opmerken uit de woorden voorkomende in eene proclamatie aan de burgers van Parijs die Thiers te dier zakedeed aanplakken Mannen met slechte bedoelingen hebbenenz. óp bevel van een onbekend comité, dat enz." Van dien dag af heeft het de leiding der insurrectie geheel op zich genomen. Den 19den vaardigt het van uit het stadhuis, den vorigen dag door hen in bezit genomen, twee proclamaties uit aan de burgers en de nationale garde, waarbij het de regeering tot verraders promoveert en de bevol king uitnoodigt, zich gereed te maken voor de gemeentelijke verkiezingen. Die verkiezingen zijn echter gedurig uitgesteld, door de vele stemmen die zich tegen het nieuwe bestuur verhieven, zoodat zij op het oogenblik nog geen plaats hebben gehad. Het comité heeft zich overigens bezig ge houden met vrij opgewonden vergaderingen, met het wegnemen van de op het stadhuis aanwezige gelden en met het uitvaardigen van verschillende proclamaties om de opinie van het volk voor zieh te winnen. De raiuder gedecideerde houding, die het gedurende een paar dagen had aangenomen is door de bezetting en versterking van de place Vendöme weer krachtiger geworden en naar allen schijn is het op het oogenbik van plan, de revolutie in ernst door te zetten. Van de mannen die het comité zamenstellen is niet veel meer te zeggen dan dat zij waar schijnlijk vroeger met de politie en nu met de oproerige arbeidersbevolkingen van Greuzot, Lyon en Rouaan in betrekking staan. De heer Assi als strike-mak6r en de heer Lullier als oud- officier vau marine zijn de eenige nainen die er van bekend zijn. II. Ten gevolge der gebeurtenissen op Mont- Martre van den 18den besloot het gouvernement, na zich eerst teruggetrokken te hebben in de école militaire (een gebouw dat ver van het too- neet der ongeregeldheden op den linker-uever der Seine ligt) 0111 gezamenlijk naar Versailles te vertrekken. Tegelijk werd aan Vinoij bevel gegeven zijne troepen op die stad terug te trek ken ter bescherming der nationale vergadering en van het gouvernement. Maandag 20 Maart kwamen de. meeste leden der vergadering te Ver sailles bijeen. Van de beraadslagingen aldaar sedert dien tijd gehouden is met. betrekking tot ons onderwerp van overwegend gewicht die over de quaestie der verkiezingen voor de leden van den gemeen teraad. Sedert de ontbinding van den gemeente raad in 1848 hebben er te Parijs voor dat lichaam geene verkiezingen meer plaats gehad. Het ge meentelijk bestuur was totaal een créatie en dus een werktuig van Napoleon III en ieder weet hoe tlaussmann gebruikt gemaakt heeft van zulk een schoone gelegenheid om Parijs het onderste boven te keeren en het geld met volle handen uit te geven. Geen wonder dat terstond na het vestigen der republiek de noodzakelijkheid wordt gevoeld om in zulk een leemte te voorzien. Terwijl dus het comité in Parijs op zijn manier de verkiezin gen te Parijs uitschreef, drongen de afgevaardigden der Seiue bij monde vau den heer Clémenceau, maire van het 18de arrondissement, bij de vergade ring aan op eene oogenblikkelijke regeling dezer belangrijke quaestie. Na eenige discussie werd het voorstel urgent verklaard en het gouvernement beloofde in den korst mogelijkeu tijd een ont werp van een gemeentewet voor te dragen. Aan die belofte heeft het trouw voldaan, daar sedert Woensdag het ontwerp in behandeling is geko men. Ot het intusschen bij aanneming met de weoscheu der oproerige bevolking zal overeen komen, is zeer twijfelachtig, daar deze toch eene gemeenteraad wil in 't leven roepen, die niet alleen als een administratief lichaam de gemeente zaken der stad behartigt, maar zich als een soort van politieke macht tegenover het nationaal be stuur handhaaft. Tegenover de opstandelingen heeft de regeering nog geen krachtige maatregelen genomen. Toen in de zitting van 21 Maart Jules Favre zich in den zin uitliet, alsof hij het leger tegen Parijs wilde laten oprukken, verzocht de Parijsche alge vaardigde Tirard de leden dringend, nog geene maatregelen van geweld te gebruiken en te ver trouwen op de uitwerking die door hunnen in vloed en dien der maires zou worden teweeg gebracht: //Je vous annonce que notre oeuvre est en bon cheinin; ne nous empêcbez pas de la poursuivre." Aan dezen raad heeft de ver»^, ring zich tot nog toe gehoudendoch Wie of zij niet spoedig de woorden van gentI. Bugeaud tot de hare zal moeten maken"ji mitrailler la canaille." III. Na het besluit van 10 Maart, der Ui nale Vergadering te Bordeaux om haren zetel - Versailles over te brengen begaven 17 par]K afgevaardigden zich naar de hoofdstad en ver digden daar in een manifest dat zij om dierst de vergadering verlaten hadden. De ivoordei zij o. a. in dat manifest gebruikten: „Wij- van meening, dat onze tegenwoordigheid plaatse, waar uwe stemmen ons geroepen t ben, niet overtollig is, hetzij tot bevestiging republiek hetzij ter hater verdediging," hebt zij in de tegeuwoordige omstandigheden eerl door huune daden bevestigd. In vereenigin» de maires der 20 arrondissementen zijn zij ont moeid bezig otn als interuiediairen te die tusschen de opstandelingen en het gouverneur Intusschen hunne pogingen hebben nog niet gewenschte gevolg gehad. De aanplakking vat urgent-verklaring door de Nationale Vergaden van de behandelingdergemeenteraads-veikiezin. heeft weinig invloed uitgeoefend; de poginges het treffen van een vergelijk met het comité, vankelijk geslaagd, zijn ten slotte geheelmis]; en op het oogenblik zijn verscheidene maires hunne mairiën verdreven. IV. Een vreemd l'eit is het bij deze rerolg te noemen, dat een gedeelte van het legen vrij ongenegen tooüt, de opstandeliugen te vechten. Reeds vroeger toonden wij aan, dat de ut hiervan misschien te zoeken is in het feit dat v de soldaten van Vinoy nog vrij Bonapartistisei zind zijn, terwijl ook in den opstand het kar, van Bonapartisme niet te miskennen is. Hoeks er worden op het oogenblik onder de rood-brté verscheidene oude linie-soldaten gezien; he.' van Viucennes is ten gevolge der weigeru; de soldaten om het te verdedigen in hands opstandelingen; en eindelijk verscheideneti- die per spoor uit Duitschland komen t aan het station opgewacht en sluiten zich: insurgenten aan. Het 69ste regiment eek- gisteren uit Duitschland arriveerde liet 2,- verlokken, stoomde door naar Versailles et- daar met open armen ontvangen. Naar dit: delpunt stroomen nu van alle kanten vanïts rijk troepen toe, om het gouvernement te ot steunen. V. Gedurende het beleg van Parijs wil 215 bataillons nationale garden gevormd os stad te verdedigen. Natuurlijk dat men te niet zeer kieskeurig te werk ging en dat; ouder die massa het uilschot der Parijsche volking bevond. Dit uitschot nu, dat zich tij' verdediging der stad voor een groot gedeeltet bepaald tot drinken en schetteren en helt: ken van 1 franc 65 ctmes. tot loon zijner g diensten, vormt de kern van de tegennoori opstandelingen. Voornamelijk zijn dit niB'. uit de wijken Belleville en Montmartre, vvj die bij iedere revolutie in Frankrijk trouw' contingent van moordenaars geleverd het Gelukkig echter blijft een ander groot der nationale garde aan de orde en het go;' nement getrouw hetgeen het duidelijkst; blijken uit een opgaat van deu stand van in de meest oproerige wijken: Dit zijn de 7 eerste arrondissementen, die: elkaar het terrein vormen waarop zich ooi' revolutie van 89 voornamelijk bewogen t' Hiervan zijn het eerste en tweede door den», den der orde sterk bezet; in het derde heeM partij sedert 22 Maart vele aanhangers gekte: in het 6de en 7de gaan de zaken van zelf en is tot nog toe geen verdediging noodig. At het 4de arrondissement, waarin het stadhui; legen is, benevens het 5de zij 11 zoogoed als volkom in de handen der opstandelingenmet het Lm' en de Tuilerien, die zij bezet en tot een van wapenplaatsen gemaakt hebben vormends, arrondissementen een zeer sterke positie I»® een groot gedeelte der Seine, terwijl de breet Rue Rivoli hen in de gelegenheid stelt, de® municatie tusschen het stadhuis en de pl" Vendöme (op den hoek vau het lste arr. gele,'5 te onderhouden. VI. Van de dagbladen kan men in korte ivoor zeggen, dat zij zich waardig gehouden hebben.1 verkiezingen voor den gemeenteraad waren' welijks aangekondigd of als éeu man (ot lieve' éen dagblad) zijn zij opgestaan 0111 den burgerij raden niet ter verkiezing op te komen. Verst* lende bureaux zijn reeds door het comitégesk:- die zich, met het Journal Oflieiel aan hel bi te Versailles weer geopend hebben. Op het0 blik hangt dit lot vele andere bladen boven 1 hoofd, daar het comité eene proclamatie5 uitgevaardigd om te verzekeren dat al hetn? stribbelen der couranten hem nu begint te1 velen. VII. Dreigend staan daar nog op het Fran-S grondgebied de zoo gehate vreemdelinge" hunne groote helmen en gebaarde gezicb1- Eenige forten op den rechter-oever der Sein' verder eene linie in oostelijke richting naar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2