Nu. 3414.
Maandag
A®. 1*71.
27 Maart.
DJEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Üeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIEN
Voor iederen regel0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lel de 25 Maart.
De wet die voortaan de loopbaan van de offi-
ieren bij de marine zal regelen is gisteren door
e Tweede Kamer tot stand gebracht.
Zij is een veel verbeterde en herziene druk
an de wet van 1851, a! was het alleen maar
,<n eene ingrijpende wijziging in de verhouding
an den zeeofficier tot de maatschappij, die gis-
leren dank zij de leuzen van den heer Van Eek,
im een chat een chat te noemen, eo om steeds
■icht door zee te gaan, in de wetsvoordracht
den Minister van Marine bij surprise i> ge
nacht.
Over dit onderwerp, waarbij ook het vrouwe
lijk jonge Holland, belang heeft, straks meer.
Aanvankelijk werd een ander, voor den zee-
ifficier gewichtig vraagpuDt overwogen.
Het was tietrokken bij artikel 18 van het
ivets-ontwerp.
Dit artikel luidde aldus:
,De sedentaire betrekkingen of posten aan den
al, zoowel hier te lande als in de overzeesche
lezittingen, die aan zee-officieren worden op
dragen en waartoe onder anderen bepaaldelijk
letiooren die bij de marilieme etablissementen
id het loodswezen, mogen door hen met behoud
m rang in het korps en van aanspraak op be-
ordering niet langer dan gedurende vier jaren
ichtereen worden bekleed.
„Blijft zulk eene betrekking langer dan vier
jaren aan hen opgedragen dan geschiedt dit Diet
riders dan onder afvoering uit het korps in den
ang dien zij op dat tijdstip bekleeden, zonder
«deren aanspraak op hoogeren titulairen rang.
ü'ij behouden ons echter voor om van deze bepa
Jiag af te wijken ten aanzien van officieren, ge-
laatst in betrekkingen voor welker vervulling
uodigheden vau zeer specialen aard of bijzondere
[eschiktheid worden vereischt en die in zulk
:eoe betrekking niet zonder nadeel voor den dienst
kunnen worden vervangen.
Indien de particuliere stoomvaart daaraan be-
oefte heeft, kan aan zee officieren beneden den
ang van kapitein-luitenant ter zee in vredestijd
oor ééns, voor hoogstens vier jaren, verlof wor-
en verleend om bevel te voeren over stoomschepen
arende op trans-atlanlische stoomlijnen."
De derde alinea van dit artikel was een nieuw
leginsel iD de wet. De heer De Casembroot die
n de vorige dagen met eeuig succes de beginselen
an den heer Broei het onderspit had doen
élven, bood ook nu den strijd aan.
De bepaling ging hem te ver. Zij liet den Mi-
lister van Marine te veel vrijheid, om het stelsel
an sedentaire betrekkingen, waartegen spreker
n het belang van den goeden geest onder de
fficieren in het algemeen gestemd was, naar
willekeur uit te breiden. Om nu te zorgen, dat
e officieren niet langer dan noodig in de
ledentaire betrekkingen blijven, en om die be
trekkingen te beperken en te specialiseeren, stelde
bij eeu amendement voor, waardoor dit doel zou
bereikt worden.
Ditmaal legden de gronden van den Minister
van Marine meer gewicht in de schaal.
Ditmaal stond de heer De Casembroot alleen;
zelfs de grootste redenaarder marine, zijn wapen
broeder Nierstrasz, was het eens met den Minis-
ter, al was bij niet afkeerig van enkele restricties.
Ook den heer De Roo van Alderwerelt stond
bet amendement niet aan; evenmin het artikel,
waardoor steeds in verschillende betrekkingen
zouden kunnen blijven dezeljde personeu en dat
gedurende jaren. Het kou niet wenschelijk zijn,
dat b. v. aan het hoofd van technische en weten
schappelijke vakken steeds dezelfde personen ble-
veo aangesteld. Uit dat oogpunt stelde de heer
De Roo van Alderwerelt als amendement voor,
0|n op alinea 3 van het artikel deze nieuwe te
'aten volgen„Geen officier kan er met behoud
Tan zijn rang in het korps, en van aanspraak
°p bevordering, langer dau acht jaren in de laatst
bedoelde sedentaire betrekkingen verblijven."
De heer Nierstrasz kon niet begrijpen dat zulk
een amendement in het scherpzinnig brein van
den heer De Roo kon opkomen. Hoe kon hij het
denkbeeld opperen dat verwisseling van chefs der
artillerie en het stoomwezen wenschelijk zou
kunnen zijn? Hoe wilden zij, die voortdurend op
de hoogte vau alles bleven, die de fabrieken be
luchten en met leveranciers in aanraking waren,
die alles nagingen wat tot het vak behoorde, op
de hoogte der wetenschap blijven P Hoe zouden
officieren, die lang ter zee hadden gevaren, zich
kunnen eigen maken met al wat de gewichtige tak
ken der marine betrof, waarvan hier sprake was?
Waarop de heer Storm van 's Gravesande, die
het amendement De Roo ondersteunde, vooral
wat de leveranciën betrof zeer snedig antwoordde,
dat hij, zouder natuurlijk io de versie verte eenige
gevolgtrekking daaraan vast te knoopen, betwij
felde of de voortdurende aanraking met de leveran
ciers waarop de heer Nierstrasz wees, aan de
leverantiën zoo zeer bevorderlijk kon zijn.
Noch het amendement De Casembroot, noch
dal van den heer De Roo werden door de Kamer
beaamd; zoodat het eerste met 46 tegen 7, het
tweede met 39 tegen 14 stemmen werd verwor
pen en het oorspronkelijke artikel met 41 tegen
12 stemmen aangenomen.
En nu de quaestie, waarbij behalve de zeeoffi
cieren ook het schoone geslacht, vaders en moe
ders, bakkers en bakkersdochters, slagers en slagers
dochters enz. belang hebben.
Er werd door den heer Van Eek een amen
dement voorgesteld, om iets te doen waarop al
lerminst de Minister bij het indienen van zijn
wetsontwerp gedachte heeft gehad. Een voorstel
n. 1. waardoor in het verschiet de kans geopend
wordt op de geboorte van een aantal jonge mili-
tairljes; daar het toch vooral in den militairen
stand geldtzoo de vader zoo de zoon. De ronde
Zeeuwsche afgevaardigde kon niet verkroppen
dat in het vrije Nederland, waar het reeds lang
gedaan is met den landsvaderlijken stelregel dat
het volk er is om den vorst, nog bepalingen be
staan als die waarbij aan de officieren ter zee
belet wordt een lief vrouwtje, een vrouwtje
naar hun keus te nemen, zonder toestemming
des Konings. Van daar zijn amendement om uit
artikel 22 der wet van 1851 te doen wegvallen
de bepaling, dat een officier wegens het aangaan
van een huwelijk, zouder's Konings toestemming
kan worden ontslagen.
Een oogenblik liep het voorstel door een di
plomatiek sofisme gevaar; doch toen de galante
afgevaardigde dit zwaard van Damocles boven
Hollands inaagdenrij verwijderd had, begon de
eigenlijke strijd. Met welk recht vroeg hij moet
de staat ingrijpen in het sociale leven der bur
gers? Wanneer de staat dit doen wilde, dan
moest dit in het belang vaD den dienst noodig
zijn. Maar het wilde er bij hem niet in dat het
belang van den dienst medebracht dat de officie
ren geheel en al onderworpen werden aan het
goedvinden der regeering om een van de hei
ligste burgerlijke plichten te vervullen.
En hij had gelijk ook de afgevaardigde. Even
min als eene RegeeriDg van den tegenwoordigen
tijd, op het voorbeeld van 's Keizer Augustus Leges
papiae Poppaeae voorschriften moet geven om het
huwelijk te bevorderen, evenmin moet zij den
mensch het recht onthouden om in het huwelijk
te tredeu.
En dat dit geschiedde toonde de heer Van Eek
door een sprekend voorbeeld aan. Het was hem
bekend dat 't een officier verboden was te huwen
met een fatsoenlijk meisje, de dochter van een
manu factuur handelaar.
Verbeeld eens welk eene wroeging voor den
verbieder, als dit meisje zich eens uit wanhoop
verdronken hadde.
De heer Storm van 's Gravensande was niet
zoo sentimenteel, llij was in 1851 de vader der
bepaling geweest, omdat hij liever zag dat er geen
getrouwde officieren waren.
De dienst van het land vorderde, dat jonge
officieren geen onberaden stappen deden. De
ondervinding leerde dat een gehuwd officier
minder gerust staat tegenover deD vijand dan
een ongehuwde.
Bahl De kapitein de Roo van Alderwerelt
zou dit anders vertellen. Onlangs was hij op
reis naar Parijs in aanraking met vier Pruisische
officieren, die allen gehuwd eu gekwetst waren.
Men kon maar even naar huis tot hersteld van gezond
heid en keerde nauwelijks herstel terug. Een offi
cier had den kogel nog in zijn lichaam. En wat
zeide een hunner? Weet ge waarom ons leger
zoo goed is? Omdat onze officieren, op weinige
uitzonderingen na, allen gehuwd zijn. Spr. be
streed dus met deze kersversche ondervinding
toegerust, de leer dat het gouvernement zich
moest inlaten met deze burgerlijke handeliDg.
EeD ander goed advocaat vond de schooneseie
in den heer Van der Linden. Hij kwant uit een
rechtskundig oogpunt tegen het gevoeleu des
heeren Storm op, dat jeugdige officieren geen
onberaden stappen moeten doen. Als zij zonder
toeslemming hunner ouders op SOjarigen leeftijd
trouwden, dau waren zij de jongelingsjaren reeds
voorbij.
Zijn dat nog onberaden jongelingen?
Er zijn er onder, die reeds grijze haren be
ginnen te krijgen. Spr. meende dat men die zaak
stilletjes moest overlaten aan de burgerlijke wet.
En wat nu bet bezwaar betrof, dat het huwelijk
een inconvenient is, was het toch ook eene in
stelling die veel convenienten heeft. Z. i. was het
niet moeielijk voor den Minister van Oorlog of
van Marine om te onderzoeken, wat het zwaarste
woog, de kant der, convenienten of der incon-
venienten.
Het verbod om te huwen gaf juist aanleiding
tot ongetrouwde allianties, die tot nog toe meer
inconvenienten opleverden.
De grootste bezwaren van den Minister, maar
vooral van den heer De Casembroot waren, dat
een officier vaD de marine niet beneden zijn stand
een huwelijk mocht aangaan. Daardoor werd
de verstandhouding aan boord tusschen het état-
major verbroken. Vooral, voegde de heer De
Casembroot bij dit argument nog, dat sedert
men uit alle standeu officier kaD worden, het
gevolg daarvan was- dat ook een zoon van een
bakker of slager officier worden kon. Wanneer
deze een minder voegzaam huwelijk sloot, d. w. z.
met een bakkers- of slagersdochter, dan was dit
niet in het belang van den dienst.
Daar is nu eenmaal niets aan te doen, ant
woordde de heer Van der Linden, dat is de tijd
geest. Eu wie is de tijdgeest? Hij die kommandeert.
Met dien geest moeten wij rekenen, onverschillig
of die goed of slecht is. En als wij nu in een
tijd leven dat bakkers- en slagerszonen officieren
kunnen worden, dan moeten wij de wetgeving
omtrent de bakkers- en slagersdochters ook daar
naar regelen.
Wat was het gevolg der discussie?
Dat de middeneeuwsche bepaling uit de wet
verdween met 42 tegen 13 stemmen.
Als dus de volgende tienjarige volkstelling uit
wijst dat in dit tijdvak veel meer huwelijken
gesloten zijn en meer geboorten voorkwamen als
vroeger, dan behoeven de statistici de oorzaken
niet op te sporen.
HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik hebben
aan de te 's-Graveuhage gevestigde commissie tot
voorziening in de behoeften, ontstaan door de
heerschende epidemie, de soin van ƒ400 geschon
ken. Eene gisteren aldaar gehouden collecte ten
voordeele der bovengenoemde commissie heeft
ƒ1006.85 opgebracht.
Een 28tal belanghebbenden bij de suikerindus
trie op Java, hebben zich bij adres tot den
Minister van Financiën gericht, met verzoek om
van het voornemen tot heffing van een uitvoer
recht op de suiker van Java te willen afzien.
bij dezen tot huune verbazing een onthaal geno
ten, dat aan hunne verwachting den bodem in
sloeg.
Naar het Handelsblad verneemt, echter zonder de
volkomen juistheid daarvan te kunnen bevestigen,
bedoelt de Minister van Corlug steeds om de
spnorweglijn Amsterdaiii-Hilversuiii-Amersfoort
bij Naarden onder de vesting te brengen. Zoowel
met het oog op de meerdere kosten, als wegens
de daardoor veroorzaakte verlenging van den
weg, is de concession naris, de Holl. IJzeren-
Spuorweg-Maatschapplj, daartegen zeer gestemd.
Tevens zegt men, dat de Minister van Oorlog
I het cijfer der kosten voor de defensie, door de
Maatschappij aan den staat te vergoeden, waar
voor zijn voorganger ƒ400,060 had uitgetrokken,
tot ƒ150,000 zou hebben verminderd.
Wij lezen in het Noorden
„Uit vertrouwde bron vernemen wij, dat ern
stige pogingen worden aangewend om een nieuw
orgaan iu onze hoofdstad in het leven te roepen.
Men is van plan een Duitsch blad op te richten,
dat zich ten doel stelt om onder de vlag van
eene bandelscouraut, van lieverlede het Neder-
landscbe volk met de gedachte eener inlijving
bij het groot eu eenig Duilsehland vertrouwd te
maken. Met dat doel zou het blad dan ook in
het Duitsch worden geschreven op grond, dat
die taal in den weg der Voorzienigheid bestemd
is de wereldtaal te worden.
De oprichters hebben zich tot eenige aanzien
lijke ingezetenen van Amsterdam gewend en
hunne ondersteuning gevraagd. Doch zij hebben
In de maand November zijn aan het postkan
toor alhier bezorgd de volgende brieven naar het
buitenland die wegens onbekendheid der adres
santen niet bezorgd zijn kunnen worden:
E. J. M. J. Dekker te AntwerpenJ. B. Haff
te Brugge; G. F. Hemerik, C. F. W. Wiggers
van Kerchem beide te Brussel; J. Ingenegen,
Charles de Marseille beide te Luik; Van Bon-
neval Faure te Kaap de Goede HoopA. Schmier
te Manchester.
Een der officieren, lid van de militaire com
missie, die zich te Parijs bevinden om de verde-
digings- en aanvoerswerken te bestudeeren, moet
aan zijne betrekkingen geschreven hebben, dat
zij, verbetert de gevaarlijke toestand niet, allen
het voornemen hebben in het vaderland terug te
keeren.
In het Belgische regeeringsblad leest men de
volgende berichtenDe tijdingen omtrent de vee
pest luiden sedert acht dagen niet geruststellend.
De ziekte heeft zich in Frankrijk vrij wat uit
gebreid, onder anderen in het departement du
Nord en nabij de Belgische grenzen. In Duitsch-
land schijnt de besmetting door krachtdadige maat
regelen gestuit te zijn; maar het is te vreezen,
dat zij er terugkomt met de Duitsche legers,
waardoor zij aanvankelijk in Frankrijk zijn ge
bracht.
De voormalige Minister van Oorlog onder Napo
leon III, maarschalk Leboeuf, zou, naar in$n ver
zekert, in de residentie zijn aangekomen, zoomede
onze gezant te St.-Petersburg, graaf Van Zuylen
van Nyevelt.
De Keizer van Duitschland heeft ingesteld ee n
eere-kruis ter belooning van die leden der-schoone
seie, die zich in de verpleging van gewonde sol
daten verdienstelijk hebben gemaakt. Het kruis
wordt toegekend door den Keizer op voordracht
van de Keizerin en zal aan weerszijden prijken
met de afbeeldsels hunner beide majesteiten en
in het toppunt met de Keizerlijke kroon.
Aan het verslag van de Hollandsche IJzeren-
Spoorweg-Maatschappij over 1S70 is het volgende
ontleend
In exploitatie waren 173 KM. De opbrengst
van reizigers van de spoorlijn AmsterdamRot
terdamUitgeest was 125,400 lager dan in 1869
de Noord-Holl. Staatsspoorweg leverde 42,700
meer op. De opbrengst van het goederenvervoer
steeg op de eerste lijn met. 51,900, op de tweede
met 17,900. De telegraaf had eeue meerdere in
komst van 740. Het geheele totaal der exploi
tatie was 2,165,158.88', of 2,526.30 rneer dan
iu 1869. De eigen lijnen leverden eene verininde-
ring op van 61,240.44, de Staatslijn eene ver
hooging van 68,766.74. De opening der lijn
Gouda—1-Iaag en de oorlog hebben bijgedragen
tot verkleining vau den vooruitgang der Maat
schappij in 1870. Het aandeel van den Staat in
de opbrengst der Nourd-Hollandsche lijn bedroeg
31,503.21.
De winst bedroeg ƒ605,710.65', waarvan ƒ4600
is uitgekeerd aan geëmployeerden, 49,658.55 in
de reservekas gestort, en de rest behalve
729.95' over 9043 aandeelen, ad 61 per
aandeel, is verdeeld.
Over den Ooster-Spoorweg zegt het verslag
het volgende:
„Hoezeer ook onzerzijds alle mogelijke spoed
is gemaakt met alles wat kon strekken om de
onmiddellijke uitvoering der lijnen, waarvoor de
concessie in de laatste algemeene vergadering
werd aanvaard, te bevorderen, moeten wij tot
ons leedwezen constateeren, dat, hoewel een
geheel jaar sedert de aanvaarding is verstreken,
de onteigeningswet nog niet door de vertegenwoor
diging is afgedaan.
„Het zoude ons te ver voeren alle bezwaren,
die zich hebben voorgedaan, hier op te sommen;
slechts zij gezegd, dat toen, zooals wij mochten
onderstellen, alles zoover gereed was, dat slechts
nog de erkenning van het algemeen nut met
betrekking tot de onteigening door de Staten-
Generaal ontbrak om de eerste spade in den grond
te steken, het belang der defensie zoozeer op den
voorgrond is geplaatst, dat ons eischen vap con
cessieverandering en geldelijke bijdrageu zijn ge-