I ïvenals toen gaf de Heer Bekking ook nu g der het bewijs dat hij bij uitnemendheid den I t bezit om voor het volk te spreken. De toon dun hij aanslaat, de voorbeelden tot opheldering I i deze of gene zaak bijgebracht, de wijze I arop hij zijne proefnemingen inricht, zijn allen be ekend op de vatbaarheid van een gehoor, tooals de volksspreker zich dat moest voorstellen, w| hij indruk maken en dien indruk eenigszins blijvend doeu zijn. ■liiSTRicHT, 13 Maart. De prijzen der paarden K hier in den jongsten tijd tot eene ontzettende Ite gestegen. De markten die tegenwoordig Rnenigte in deze omstreken gehouden worden, ■merken zich dan ook door het overgroot aantal Kplieden waardoor ze bezocht worden. Vooral Xkt men daaronder weder vele Fransche en Ktsclic kooplieden op, die tegen eiken prijs rden voor den akkerbouw aankoopen, waaraan beide landen dringende behoefte schijnt te lesiaau. VOLKSVOORLEirSfGEBT. pe eerste spreker die in de gisteren-avond ge- den bijeenkomst der „Volksvoorlezingen" op- |d was de heer J. A. M. Bekking van Rotter- a. Ofschoon geen stadgenoot, was genoemde voor velen die hem gisteren-avond hoorden, !k geen vreemdeling meer. ,eeds in het vorig jaar gaf hij, met dezelfde •eidwilligheid als thans, gehoor aan eene uit- idiging der commissie tot vervulling eener 'eekbeurt en onder hen die hem toen hoorden, len er ongetwijfeld slechts weinigen zijn ge est, bij wie de herinnering aan dien avond I ieel was verdwenen. pe heer Bekking beweegt zich bij zijne voor drachten steeds op natuurkundig gebiedverleden jaar maakte hij zijne hoorders bekend met eenige eijenschappen van den galvanische stroom en thans had hij zich het geluid ter behandeling galozen. Door eene verrassende proef toegelicht werden de hoorders vooraf attent gemaakt op een contrast dat er bestaat tusschen een' goochelaar en iemand die natuurkundige wetenschap ver kondigt: beiden komen met resultaten voor den dag die dikwijls de verbazing der hoorders of toeschouwers wekken maar waar de eerste al doet wat hij kan om de waarheid te bedekken en het verstand der hem omringenden te bene velen of op een dwaalspoor te brengen, tracht de tireede de zaak verklaarbaar en begrijpelijk tif maken door te wijzen op de oorzaak dier •schijnselen zoodoende de blik zijner hoorders tel verruimen, hunne kennis en ontwikkeling te Irorderen. [Al wat de heer Bekking zijnen hoorders wil renten laat hij hen zeiven waarnemen. Zijne jheele voordracht is eene serie van proeven, allen met de meeste zorg gekozen en wel geschikt den indruk van zijn spreken te versterken meer blijvend te doen zijn. Hij levert geen :eng wetenschappelijke betoogen die buiten het ■eik van de bevatting zijner hoorders zouden nln maar wijst op verschijnselen die door ieder- kunnen worden waargenomen en waaraan •uuiwetten ten grondslag liggen, die voor ieder een Ie begrijpen zijn. Het ontstaan van geluid en de wijze waarop het door de ons omringende dunpkringslucht wordt voortgeplant, de inrichting van het oor als het orgaan waarmede wij het geluid waarnemen, het bestaan der verschillende tobnen en de verschijnselen die daaromtrent in de trilling eener snaar en de golvingen eener ngevende glasplaat kunnen worden waarge- inen, leverden overvloedige stof tot het nemen er menigte van proeven waaronder velen, telker verrassend resultaat de opgetogenheid der orders gaande maakte. Voeg daarbij eene inderdaad zeldzame gemak- lijkheid van spreken en in de voordracht een zoo familiaar als die zich bij mogelijkheid 'at denken, dan gelooven wij dat ook zij, die t hiertoe het genoegen misten om den heer kking te hooren, zich eenig denkbeeld zullen nnen maken van het genot dat de bezoekers r volksvoorlezingen gisterenavond hebben ge- aakt en waarvoor zij, door een luid eu her ald applaudisseuient, den ook buiten zijne ooDplaats zoo gevierden spreker hunnen dank tuigden. „Verscheidenheid behaagt" zegt het spreekwoord voor zoover de bezoekers der volksvoorlezingen ede die leus huldigen, hebben zij reden om 'er den avond van gisteren dubbel te vreden zijn. Na de pauze trad alweder een oude kennis op auielijk Ds. H. C. Rogge, die na eene korte be- hrijving van het paleis in den Haag door Koning 'illem III bewoond, zijne hoorders uitnoodigde t een bezoek dat hij aan een ander paleis 'enschte te brengen namelijk aan het op Java en verblijf van den Sultan van Djocjocarta. Dat vorstelijk verblijf is veel grooter daD het oor Willem III bewoonde omdat het levens tot 'oonplaats verstrekt van de 50000 personen, die, Is prinsen van den bloede, ambtenaren enz. de ofstoet van den Sultan uitmaken, 't Werd in al jne bijzonderheden beschreven en daaraan ten otte toegevoegd een verhaal van de ceremoniën, eerbewijzingen en feestelijkheden waarmede de Gouverneur-Generaal onzer O.I. bezittingen wordt ontvangen wanneer ZExc. éénmaal gedurende zijn vijfjarig opperbestuur, gemelden Sultan be zoekt. De geachte spreker vond nu en dan ge schikte aanleiding oui te wijzen op een aantal bijzonderheden die op de xeden en gewoonten der iulandsche bevolking of op de positie van het Nederlaudsch gezag op Java betrekking had den en wist daarvan zoo uitnemend partij te trekken dat hij door zijne hoorders met blijkbaar genoegen werd aangehoord; ook hem vielen, aan het slot zijner voordracht, luide toejuichingen ten deel. Hiermede zouden wij ons verslag kunnen ein digen wanneer niet gedurende de pauze de voor zitter der Commissie, Prof. Van Geer eene mede- deeling had gedaan waarvan wij nog geene mel ding maakten en die op het volgende nederkomt. De Commissie voor de volksvoorlezingen wenscht ook dit jaar, evenals vroeger, de laat ste bijeenkomst te maken tot een avond van uitspanning en zal alle houders vau toegang- kaarten in de gelegenheid stellen tot het bijwonen eener tooneelvoorstelling, die Zaterdag-avond den lsten April in den schouwburg zal worden ge geven. Op denzelfden dag zal des namiddags van 12 tot 2 uren aan het bureau vau deu Schouwburg gelegenheid bestaan, om, tegen betaling van 10 centen, plaatsen te bespreken voor Baignoires en Parterre, doch natuurlijk alleen op vertoon van zóóveel toegangkaarten als plaatsen worden ver langd. Door den gunstiger toestand, waarin zich de kas der Commissie dit jaar bevindt, hoopt zij de kosten van dien avond te kunnen dekken, zonder dat, zooals in het vorig jaar, eene extra bijdrage vau de bezoekers behoeft te worden geheven. Van de gewone bijeenkomsten in dit seizoen, was die van gisteren dus de laatste. De voorzit ter uam hieruit aanleiding om tot de bezoekers een kort afscheidswoord te richten en verzuimde niet daarbij op te merken, dat het hoogst waar schijnlijk de laatste maal was, dat de Commissie de bezoekers in dit gebouw ontving. Hij wees op de verbouwing die de Stads-Gehoorzaal weldra zou ondergaan, op het belang dat ook de „Volks voorlezingen" daarbij hadden en verder op een en ander, dat, naar aanleiding van die zaak, was voorgevallen. Veel was daarbij, dat hij en ande ren met blijdschap hadden opgemerkt, maar ook liep er nog wel wat onder door, dat hij en ande ren gaarne anders hadden gezien. Ten slotte gaf de voorzitter zijn genoegen te kennen, dat de goede verhouding tusschen de Commissie en de bezoekers ook in het afgeloopen seizoen door niets was gestoord en wenschte hun, ook voor de laatste buitengewone bijeenkomst, een aangeua- men avond toe. 't Spreekt wel van zelf, dat bovenstaande mededeeling bij herhaling werd afgebroken door de luide teekenen van ingeno menheid, waarmede zij door de hoorders werd ontvangen. BUITENLAND. België. De Belgische Kamer van Vertegenwoordigers heeft de discussie over het budget van het minis terie van binnenlandsche zaken voor het jaar 1871 nog niet ten einde gebracht, In de zitting van den lOden en den llden hebben afgevaar digden uit Antwerpen weder op volkomen ge lijkstelling der Vlaamsche met de Fransche taal aangedrongen. De minister van binnenlandsche zaken wees daarop aan, wat hij reeds ter vol doening aan billijke wenschen der Vlamingen had gedaan, en zeide onder meer: „Ik acht voor België het bestaan van twee talen geen ongeluk. Waarop het aankomt is dat zich dezelfde vaderlandsliefde in de twee vormen uit- drukke. Geplaatst tusschen twee groote natiën, tusschen twee groote richtingen van den tijdgeest, heeft België beider taal en alzoo het middel om in beider beschaving te deelen en om voor beide een punt van onderlinge toenadering te worden. Het Vlaamsch is een band tusschen ons en Neder land; het maakt het aanleeren der Engelsche en der Duitsche taal gemakkelijk. Het is eene taal die den stempel van strenge zeden en van vrij heidszucht draagt. „Het Fransch en het Vlaamsch zijn alzoo hier te lande twee elementen die gepaard, twee krach ten die vereenigd dienen te worden. Bestaan er werkelijke grieven, dan behoort men den moed te hebben om ze aan te vatten en weg te nemen. Het is een door onze grondwet bekrachtigd be ginsel dat de twee talen op denzelfden voet nevens elkander bestaan. Later, in 1850, is bij de wet bepaald dat in die provinciën, alwaar het Vlaamsch de heerschende taal is, het onderwijs daarin tot de vakken van verplicht onderwijs behoort. Zie daar den door onze wetgeving aangewezen weg, die door al de kabinetten min of meer is gevolgd." Aangaande het gebruik van het Vlaamsch bij het leger en bij de rechtbanken verwees hij naar den minister van oorlog en naar dien van justitie; doch hij meende door hetgeen hij reeds had ge daan genoegzaam te hebben getoond dat hij die twee groote krachten des lands, de beide talen, niet als vijanden tegenover, maar als bondgenoo- ten nevens elkander stellen wilde. Vele leden ronden dat hetgeen de minister voor het Vlaamsch had gedaan, zeer weinig beduide- nis had, en nagenoeg neerkwam op hetgeen onder het liberale bewind geschiedde, terwijl dit minis terie zijne verheffing juist mede aan de Vlaam sche beweging te danken had. Zwitserland. Sedert Donderdag avond verkeert de Zwit- eersche stad Züricb in de grootst mogelijke agi tatie, ten gevolge van ongeregeldheden op groote schaal, bedreven door een woesten volkshoop en eenige Fransche officieren. De feiten komen, vol gen» de Züricher Zl., hierop neder. Donderdag, den 9den Maart, was door de te Zürich verblijf houdende Duitschers bestemd voor een feest ter eere van den vrede; ongeveer 900 hunner, daaronder dames, namen deel aan het feest, dat in de Tonhalle plaats had. Een volks hoop, aangevoerd door eenige leden der Interna tionale en waarbij zich enkele Fransche officieren hadden aaugesloten, rekenden zich door dit feest geschandaliseerd; zij kwamen bijeen in de kof fiekamer van het gebouw, drongen van daar de zaal binnen en vielen aan op de muzikanten en leden der liedertafels, die juist met eene uitvoe ring bezig waren. Er ontstond een hevig gevecht» waarbij verscheidene perionen werden gekwetst, De autoriteiten namen terstond de noodige maat regelen, requireerde de hulp der te Zürich in garnizoen liggende militairen en slaagden er in, de vechtenden te scheiden, de zaal te ontruimen en de belhamels gevangen te nemen. De troepen, die zich in de straten verzamelden, werden door het garnizoen uiteengedreven, zonder dat van de wapenen gebruik was gemaakt. Den volgenden dag, Vrijdag, werd door de justitie een onderzoek ingesteld naar het gebeurde, waaruit o. a. bleek, dat de zaal aanmerkelijke schade had geleden en dat het aantal gekwetsten veel grooter was, dan men aanvankelijk had vermoed. Terwijl deze instructie plaats had, her haalden zich de ongeregeldheden in de stad; het volk liep andermaal bijeen en deed een aanval op de gevangenis, ten einde de gearresteerden in vrijheid te stellen. Het garnizoen, dat last had de gevangenis te bewaken, kreeg bevel de geweren in de lucht af te vuren, om aan het volk schrik in te boezemen; bij de uitvoering van dit bevel werd een man die zich rustig op de bovenste verdieping van een huis tegenover de gevangenis bevond, doodelijk getroffen, het geen aanleiding gaf tot nieuwe demonstratiën. De autoriteiten telegrafeerden naar Bern om versterking, waarop de bondsraad besloot de stad door militairen te doen bezetten, terwijl een bonds- commissaris derwaarts werd gezonden. Vier ba- bataljons infanterie en twee batterijen veld-artil- lerie, onder bevel van kolonel Salis, rukten in den loop van den namiddag de stad binnen, waar de regeering inmiddels eene proclamatie had doen aanplakken, waarin de burgerij tot rust werd aangemaand eu gewezen op de gevolgen, die verdere ongeregeldheden zouden medeslepen. Naar het schijnt is de nacht tuischen Vrijdag en Zaterdag rustiger voorbijgegaan, maar Zaterdag avond nam de beweging opnieuw een zeer be denkelijk aanzien. Het was aan de artilleristen, die cavalleriedienst deden, niet gelukt de oproer makers uiteen te drijven, die in grooten getaleden tocht naar de gevangenis ondernamen. Op dit ge bouw werd een aanval gedaan en middelen be raamd, om den toren door buskruid te doen sprin gen. Het was elf uren in den nacht toen zij daar ter plaatse aankwamen: ae kommandant der troe pen had de geweren met scherp doen laden en deed de drie gebruikelijke sommaties. Toen de oproermakers hieraan geen gehoor hadden gege ven, werd het bevel tot varen gegeven met het treurige gevolg, dat 4 personen op de plaats werden gedood en een aantal gewond. De bonds- commissaris, die in den loop van den dag was aangekomen, was op de plaats tegenwoordig. De troepen doorkruisten thans de stad naar alle richtingen, en dreven het volk uiteen, doch men koesterde de meeste vrees voor eene herhaling der ongeregeldheden op Zondag, waaromtrent wij tot nu toe nog geene nadere mededeelingen hebbeD. De Züricher Zeitung, die de geheele beweging beschouwt als het werk der Internationae, wier leiders het vredefeest slechts aangrepen als eene welkome aanleiding tot een oproer, beklaagt zich tevens bitter over de houding der Fransche officieren. „De smaad, zoo zegt het blad, aan Zürichs eer aangedaanhet bloed dat wegens een snood verzet tegen de wet is vergoten; de hoon, die zelfs voor de waardigheid der vrouwen niet terugdeinst; het geweld, dat zelfs voor de hoogste burgerlijke en militaire autoriteiten geen eerbied had; de inbreuk op het asylrecht, waar aan een troep Fransche officieren zich heeft schuldig gemaakt, dit alles eischt voldoening en de voldoening zal niet achterblijven. Het is een treurig souvenir, dat Fraokrijks zonen in de annaleu onzer geschiedenis hebben doen op nemen." TELEGRAMMEN. Roaaan, 12 Maart. De kroonprins van Pruisen is gisteren alhier aangekomen. Epernay, 13 Maart. Keizer Wilhelm, prins Frederik Karei en generaal Moltke zijn gisteren alhier aangekomen en feestelijk ontvangen. Beriyn, 13 Maart. De Kreuizeilung meent de juistheid van het bericht omtrent de toewijzing van een gedeelte Fransch grondgebied aan Beieren ten stelligste te moeten betwijfelen. De Nord-Deutsche Zeitung brengt de Duitschers ter sprake, die tot regeling hunner belangen of tot het hervatten hunner zaken naar Frankrijk terugkeeren. Het blad zegt daaromtrent, dat de Duitschers den vrede gesloten hebben, en hem oprecht en eerlijk wenscheD te handhaven in het vertrouwen, dat Frankrijk met dezelfde gevoelens bezield is. Indien de Fransche regeering evenwel den overmoed van zekere lieden niet weet te beteugelen en indien zij deu Duitscher niet weet te beschermen, die zich op vredelieveude wijze gedraagt en de wetten des lands niet schendt, dan zou Duitsehland in de noodzakelijk worden gebracht om maatregelen van represaille in over weging te nemen. Pary», 13 Maart. De toestand in Montmartre is onveranderd gebleven. De meest volmaakte rust blijft heerschen, maar eene fractie van de na tionale garde blijft nog altijd in het bezit van kanonnen. Het Journal dei Dibats wijlt niet verontwaar diging op een roode affiche, die gisteren werd aangeplakt en ten doel had om het leger tot op roer aan te sporen. Het blad is van oordeel dat zulke handelingen onder geen omstandigheden geduld mogen worden. Het leger heeft reeds ge noeg geleden door zijn gemis aan krijgstucht; het is te hopen dat men niet toelaten zal, dat de manschappen door de raddraaiers der dema gogen van den rechten weg worden afgeleid. Weimar, 13 Maart. De Weimarscke Zeitung ver neemt uit de meest vertrouwbare bron, dat de keizer, de kroonprins, de prinsen Karei en Adal bert, en vermoedelijk ook graaf Moltke, in den namiddag van Donderdag aan het Groothertogelijk Hof een bezoek zullen brengen. Den volgenden dag zullen zij hunne reis naar Berlijn voortzetten. Wle&baden, 13 Maart. Mac Mahon is naar Frank rijk vertrokken. Londen, 13 Maart. In het Hoogerhuis deelde lord Granville mede, dat de conferentie voor de laatste maal vergaderd was. Er was een tractaat geteekend, waarbij de artt. van het tractaat van 1856, die betrekking hebben op de onzijdigheid der Zwarte zee afgeschaft zijn, maar evenwel met eenige beperking, voortvloeiende uit de be staande tractaten over het sluiten van de üar- danellen en de Bosporus. Ook deze zijn echter gewijzigd, met betrekking tot de toelating van vreemde oorlogschepen in vredestijd. De werkzaamheid van de Europeesche Donau- commissie wordt met 12 jaar verlengd, ook om de onzijdigheid der reeds uitgevoerde of nog uit te voeren werken te verzekeren. De Porte zal echter, als souverein van de boorden van den Donau, het recht hebben om oorlogsschepen in de rivier te houden. Reeds bij de eerste samenkomst der conferentie is een protokol geteekend, waarbij het beginsel erkend werd, dat geen mogendheid zich aan een overeenkomst onttrekken of die wijzigen mag, zonder toestemming der andere partijen. Ook de FraD«che gevolmachtigde heeft het pro tokol en het tractaat geteekend. Berlijn, 14 Maart. De Spenertche Ztg. bevestigt, dat tot de vredesonderhandelingen te Brussel van onze zijde de heeren v. Balau, (Duiisch gezant te Brussel) en v. Arnim aangewezen zijn. De eerste heeft zijne instructiëD reeds ontvangen. De tweede zal ze in den heden gehouden wordenden ministerraad bekomen. De volmachten van bei den zijn aan den keizer opgezondendeze zal ze onmiddellijk naar Brussel opzenden. Brussel, 14 Maart. De Etoile Beige meldt het volgende: „Naar men verzekert, zal de ex-Keizer der Franschen morgenochtend te S uren, op zijne reis van Keulen naar Engeland, door Verviers komen." Londen, 14 Maart. De Timet wenscht het land geluk met den uitslag der conferentie. Uit Rouuan wordt gemeld, dat de geheele stad in de rouw was, tijdens de daar gehouden wa penschouwing. Volgens de Nouvelliste is daarom de inkwartiering van Duitsche soldaten bij de burgers twee a driemaal verzwaard. De handel begon eenigszins te herleven. Uit Washington verneemt men, dat het huis der afgevaardigden de rechten op steenkolen en zout afgeschaft heeft. Het huis ia Woensdag voor onbepaaldeD tijd verdaagd. Gemengde Berichten. Te Utrecht had eergisterenavond een man bij het inhalen eener vlag, welke ter gelegenheid van een bruiloft uitgestoken was, het ongeluk naar beneden te storten, doordien de ladder uit schoot; hij bleef op de plaats dood. Bij Dockum werd een vrouw voor eenige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3