I en uit vrees voor ongelukken. Het water is sedert een half etmaal verbazend gerezen. 's-Hertoqenbosoh, 10 Maart. Het gerucht loopt alhier, dat aaust. Zondag, ter bespoediging van hun overtocht, eenige duizende Fransche krijgs gevangenen, komende uit de vesting Wezel en omstreken, per spoortrein onze stad zullen passeeren. Een groot gedeelte uit Keulen en nabijgelegen vestingen zou langs Maastricht ver voerd worden. Breda, 10 Maart. Bij de maatschappij van Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt in het arron dissement Breda, is van den oud-minister baron Drouyn de Lhuys, thans voorzitter ;der maatsch. vau Landbouw in Frankrijk, eene warme dank betuiging ontvangen voor de beschikbaar gestelde in uitmuntende zaaigranen verwisselde gelden, ten bedrage van f 702.85 die van hier werden opgezonden teil behoeve van zijn zoo diep be klagenswaardige laudgenooten. Eindhoven, 10 Maart. Sedert 1 Dec. 1870 is ook aan de normaallessen alhier eeD cursus voor kweekeling-hoofdonderwijzer verbonden. Hierdoor wordt in een waarlijk bestaande behoefte voor zien. 29 hulponderwijzers maken dan ook met belangstelling van die gelegenheid gebruik. KOLONIËN. BATAVIA, 2 Februari. Door den Gouverneur-G-eneraal van Nederl.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, onder toekenning van pens., de gewezen klerk bij de pakhuisadminstr. te Amboina J. Ohello; op verzoek, eervol, uit hunne betrekking, wegens ziekte, onder toekenning van wachtgeld, de comm. bij 's lands algem. pakhuiz. te Samarang B. C. van dor Worm, en de opzicht, der tweede kl. bij den waterst. en 's lands burgl. openb. werken H. Begemann j op verzoek, eervol, uit 's lands dienst, met behoud van recht op pens., de eerste klerk tevens griffier bij den Landraad te Temanggoeng (Kadoe) W. A. Ulaasz; uit 's land3 dienst, de geschorste algem. ziekenopp., toegevoegd aan den hootdcip. van de binnenboeien te Üoerabaya W. M. L. de Groot. Benoemd: Tot adsist.-resid. voor de politie te Padang (gouvernement van Sumatra's Westkust), de ambt. op non-act. J. M. van Merkensteijn. Tot translat, voor de Hoogd. en Nederd. talen te Batavia, F. Daumiller; tot pres. van den raad van Just, to Am boina, Mr. J. Hulshoff Pol; tot lid in den raad van Just, te Samarang Mr. D. J. M. P. Mulder, tot te- grafisten 2de kl. J. P. J. C. van Stenis, G. de Baadt, G. W. Angus, W. Veer, F. W. KUcks en P. W. j Keijner, tot lsten comm., bij dat Dep. van Brnnenl. I Bestuur J. M. van der Burg Jzn.; tot 2den com., 1 de ambt. ter beschikking van den dir. van Binncnl. j Bestuur G. J. G. van de Poel. GoedgekeurdDat door den Landraad te Wonosubo (Aageleu) is be noemd: Tot buitengewoon subst.-gnffier bij die rechtb., j buiten bezwaar van den lande J. G. IJssel de Schep- j per. Door den Direct, vau BLunenl. Bestuur is ben. Tot opz. der 3de kl. bij het boschwezen, met bepa ling, dat hij als zoodanig onder de bevelen zal staan van den houtvester, belast met het beheer over het boschdistrict Kediri, G. O. K. Fredzess. j Departement der Marine. Ontheven: Eervol, van de 1 waarneming der betrekking van chel der aideeling hydrographie bij het Dep. der Marine in Nederl.-lndië de luit. ter zee der 2de kl. van de Kon. Nederl. Marine F. J. P. M. Mulder. Benoemd: Tot haven en pakhuism. te Pontiauak (Wester-af'deeling van Borneo), K. H. Boers. Tot haven-, pakhuis- en zout- verkooppakhuism. te Sambas (Wester-aldeeling van Borneo), W. Backer. Belast: Met de waarneming der betrekking van chef van de afdeelmg hydrographie bij het Departement der Marine in Nederl.-Indic, de tijdelijk bij die aideeling gedetacheerde, luit. ter zee der 2de kl. van de Kon. Nederl. Marine J. T. F. Bruijn. BUITENLAND. Frankrjjk. Een der Fransche bladen Le Mol d'ordre deelt mede, dat de minister van binnenlaudsche zaken den Cden dezer de maires en adjunct-maires der hoofdstad tot eene vergaderiug bijeengeroepen heeft, waaraan vijfenzestig huuner deelgenomen hebben. De minister gaf hun te kennen, dat het van 't hoogste belang was, om de sporen van de gewapende organisatie te doen verdwijuen, en dat bijgevolg de kanonnen, waarvan een gedeelte der nationale garde zich meester heeft gemaakt, uitgeleverd moest worden. Tevens beweerde hij, dat „de ongepaste toon van eenige dagbladen," zeer veel heeft bijgedragen tot de dreigende hou ding der bevolking. Hij verzocht de maires een onderzoek in te stellen naar den voorraad van wapens en ammunitie in de verschillende arron dissementen, daar het zou kunnen gebeuren, dat de nationale garde er zich meester van maakte. De maires betuigden hunne verwondering over die ongunstige mededeelingen, omtrent de gezind heid van het volk, door den minister gegeven. Volgens hunne tneening was die toestand lang zoo zorgwekkend niet. Volgens het oordeel van twee adjunct-maires kon men de gerustheid in de gemoederen doen terugkeereu, indien de regeering onverwijld over ging tot een regelmatige samenstelling van den gemeenteraad, die een gemachtigde uit zijn mid den moest benoemen, waaraan de belangen van het centraal-bestuur der hoofdstad toevertrouwd moest wordeD. Dan wilde zij de bewaking dei- hoofdstad uitsluitend aan de zorgen der nationale garde toevertrouwen, waardoor hen tevens vol doening werd geschonken. Een der maires gaf zijne bezorgdheid te kennen over het bestaan van een centraal-comitó der nationale garde, dat over een aanzienlijk aantal kanonnen beschikt en als hoogste autoriteit aan de manschappen bevelen geeft. Hij; stelde voor oui de hoofden van dit comité uit te noodigen, zeiven aan deze onregelmatigheid een einde te maken en de kanonnen, die zij iu bezit, hebben, uit te leveren, en zoo het middel van overreding niet mocht baten, alsdan kracht dadiger middelen aan te wenden. De minister vereenigde zich met dit voorstel en voegde er bij, dat de leden van het comité hun leven op het spel zetten. De Temps beweert, dat de maires te kennen hebben gegeven, dat zij twijfelden aan de goede gezindheid der nationale gardes om de gewereu uit te leveren. Zij zagen er volstrekt geen be zwaar in de bewaking der hoofdstad aan de ver schillende bataljons der garde, zonder onderscheid en bij beurten over te laten. De meerderheid der maires verdedigden in zoover het bestaan van het comité dat zij daarin geen element zagen tot belemmering van de werking der hooge autori teiten, daar het gebleken was dat de nationale garde geen oogenblik geweigerd heeft te gehoor zamen aan den konimandant der sectie. Voordat de vergadering uiteenging heeft de minister vau binnenl. zaken verzekerd, dat de regeering republikeinsch is en dat blijven zou, en dat hij in dat opzicht homogeen was met de Parijsche bevolking, maar daarbij mocht men echter volstrekt niet uit het oog verliezen, dat een republikeinsch en vrij land de beginselen van orde moest handhaveD, zonder welke geen gouvernement mogelijk is. In een schrijven uit Parijs aan de Indépendance vau jl. Woensdag wordt de toestaud der hoofdstad op de volgende wijze geschetst: „De toestand is alhier evenmin verergerd dau verbeterd. Voor het oogenblik bestaat er wel geen gevaar voor eene oproerige beweging,'of een aan val op de regeeriug, maar de gewapende burgerij van de voorsteden Montmartre, Belleville en La Villette houdt zich, niettegenstaande de bevelen der overheid, steeds toegerust tot een aanval. De vertegenwoordigers van den handelstand zijn intusschen aan de regeering komen verklaren, dat de gewone bedrijvigheid niet kon herleven zoolang een gedeelte der bevolking als voor een opstand toegerust bleef. De Daily News zegt een schrijven van den zelfden dag uitParijs ontvangen te hebben waariu het volgende voorkomtDe verschanste positie op Montmartre wordt nog steeds door de weer spannige afdeelingen der nationale garde bezet gehouden. Voor het oogenblik heerscht hier vol komen rust, maar de militaire autoriteit is bezig verscheidene positiën, zooals het stadhuis en de verschillende ministeriën te beveiligen en te ver sterken, en zou zij het voornemen hebben daarna over te gaan tot krachtige maatregelen om de roode partij uit hare sterkten te verdrijven. VcreenJgde Staten. Uit Mexico is met de laatste post de mededee- ling ontvangen, dat er ernstige verwikkelingen en rustverstoringen ontstaan zijn tusschen de daar woonachtige Duitschers en Franschen. Op den 6den Februari hadden de Duitschers eenegroote manifestatie in hunne clubs gehouden. De Fran- sche gevolmachtigde is niet wettig geaccrediteerd en liet de zaak door tusschenkomst van den Ame- rikaanschen gezant onderzoeken. Deze had daar over een onderhoud met den Minister van Staat, die de noodige stappen deed, om ernstige bot singen te voorkomen. Inmiddels zochten de Fran schen op eigen gezag de vereeniging uiteen te doen gaan, waardoor een verwoeden strijd ontstond, waarin vele personen, o. a. eene dame en verscheidene mexikaausche toeschouwers erns tig gewond werden. De Duitschers behaalden de overwinning en hadden de meeste gekwesten. Op bevel der regeering moest de nieuwe Duitsche Rijksvlag aan de Duitsche club wegge nomen worden, maar de verbittering bleef zoo groot, dat gedurig straatgevechten tusschen de beide partijen plaats vonden. TELEGRAMMEN. Bordeaux, 9 Maart. Uit het rapport van de commissie van onderzoek voor de keus van de plaats, waarheen de Nationale Vergadering zal wordeD overgebrachi blijkt dut hel Gouvernement zich voor Versailles had verklaard, maar dat de Commissie zich met 10 tegen 5 stemmen uaar- tegen aangekant en hare keus op Fontainebleau gevestigd had, omdat de zaken aldaar met spoed kunnen afgehandeld worden te midden van de orde en kalmte, waaraan de Vergadering zoozeer behoefte heeft. Een der afgevaardigden stelde voor dat de Ver gadering te Bordeaux zou blijven, totdat het land door deu vijand zal ziju ontruimd. De rapporteur der commissie verklaarde, dat zij bereid was dit amendement over te nemen. Hij leest alsnu den tekst van het wetsontwerp voor, aldus luidende Art. 1. De zetel van de Vergadering wordt over gebracht naar Fontainebleau. Art. 2. De Vergadering zal Bordeaux eerst dan verlaten wanneer de rapporten zullen hebben geconstateerd dat het land door den vijaud ont ruimd en alles ter barer installatie gereed is. De heer Thiers bleef er op aandringen, dat de keus zich op Versailles zou bepalen. Hij stelde voor de beraadslagingen tot deu volgendeu dag uit te stellen. Daartoe werd besloten. New-lork, 9 Maart. De republikeinsche leden van deD Senaat hebben eene onderlinge bijeen komst gehouden, en daarin besloten werkzaam te zijn voor de. verwijdering vairdeii heer Summer uit de betrekking van president vau het comité voor buitenlandsche zaken. Parijs, 10 Maart. Gisteren had bij Puteaux een spoorwegongeluk plaats. 32 waggons brachten ge wonden en zieke Duitsche soldaten over. De Figaro zegt dat daarvan 19 wagons verbrijzeld zijn door een botsing met een goederentrein, die den passagierstrein achterop liep en de signalen niet opmerkte. Enkele wagons bevatte 20 of 25 Duitschers. Generaal d'Aurelles de Paladine verkreeg gis teren het bevel over de nationale gardes van Belleville, die zeer voldaan schenen over zijne republikeinsche gevoelens. Vau Montmartre valt niets te melden. De concilaute gevoelens schijnen de overhand te verkrijgen. ('sochtends). Het Journal des Déhals zegt: als de opgewonden gemoederen doof blijven voorde wijze raadgevingen, vervat in het Journal O/ficiel van gisteren, dan hopen wij dat het gouvernement zal begrijpen, dat eindelijk de ure heeft geslagen, om handelend op te treden en «au generaal Aurelles de Paladine bevel zal worden gegeven de orde te herstellen. Hetzelfde blad constateert dat het Comité-Mont marte gisteren met groote moeite een genoegzaam aantal nationale gardes heeft gevonden om te kunnen voortgaan met het bewaken der kanonnen. liet laat zich aanzien, dat de eerste leening tot voldoening van de schadevergoeding aan Duitschlaud in Frankrijk zelf zal worden gesloten. Pouyier-Quertier heeft eene circulaire tot de maires gericht ten einde nauwkeurige opgaaf te verwerven van de schade, die door den vijand werd aangericht. Het ligt in de bedoeling om voor dat bedrag aan de belanghebbenden korting van belasting tóe te staan en met het oog daarop de begrooting voor 1871 te wijzigen. Londen, 10 Maart. In de zitting van het Lager huis heeft de heer Gladstone in antwoord op eene interpellatie verklaard, dat hij niet liet voornemen had een Bill in te dienen tot het verbieden van den uitvoer van wapenen en ammunitie naar landen, die met elkander in oorlog zijn gewikkeld. In antwoord op eene andere interpellatie ver klaarde de Premier dat de geheele correspondentie, welke tusschen de regeering en de gouverne menten van Frankrijk eu Duitschland is gevoerd, aan het Parlement i3 overgelegd. Lord Enfield, onder-secretaris van buitenlaud- sclie zaken, autwoordde op een tot hem gerichte vraag dat kolonel Walker, als militair attaché te Berlijn tegenwoordig was bij den zegevierenden intocht der Pruisische troepen in Berlijn in 1866. Hij maakte echter geen deel uit van den stoet, maar was slechts een particulier toeschouwer. Op de vraag van kolonel Walker, dat hem instruc- tiën zouden worden verstrekt ten opzichte van zijne houding bij den aanstaanden zegevierenden intocht der Duitsche troepen te Berlijn, werd hem, toen de Kroonprins Frankrijk verlaten had, be volen naar Engeland terug te keeren. In antwoord op eene vraag van den heer Otway verklaarde Lord Enfield, dat de Regeering op den 24sten Februari werd ingelicht omtrent de wenschen van het Fransche Gouvernement en dat hij daarop eene dépêche zond aan Lord Loftus, waarvan graaf Bernstorff inededeeling ontving met verzoek om den zakelijken inhoud dier dépêche aan graaf Bismarck te telegrat'eeren. Lord Enfield geloofde, dat Von Bismarck het aanbod van En- gelands goede diensten in den ochtend vau den 25sten Februari ontving, maar hij verklaarde dat tot nu toe geen officieel antwoord was omvangen. In den avond van den 2-tsten Februari werd de zakelijke inhoud der dépêche aau Odo Rnssell geseind, doch eerst na verloop van moer dan 24 uren kwam het telegram in diens bezit. Madrid, 10 Maart. De uitslag der verkiezingen is nog niet volledig bekend. Tot nogtoe is de be rekening 265 leden der ministerieele partij en 113 der oppositie; maar die verhouding kan nog veranderen. Bordeanx, 10 Maart. In de zitting der Natio nale Vergadering heeft de president den navol genden brief van Vietor Hugo, gedagteekend van gisteren, voorgelezen. „Drie weken geleden weigerde de Nationale Vergadering Garibaldi aan le hooren; heden valt mij die weigering ten deel. Ik neem mijn ontslag." Louis Blanc gaf zijn diep leedwezen te kennen over dit besluit. De gezanlschapspost te Weenen is aan den heer de Bonneville aangeboden. Brussel, 10 Maart. De Etoile Beige ontving een bericht uit Parijs van den lOden, meldende dat bet GouvernemeDt inededeeling had ontvangen, dat de mobiele gardes, die naar Algiers waren gezonden door de inboorlingen ontwapend waren. Deze laatsten zijn meester van den toestand. Een regiment Zouaven is met den grootsten spoed uit Parijs vertrokken om de autoriteit te helpen de orde te herstellen. Berlijn, 10 Maart. De gemeenteraad heeft het voorstel, om alle Duitsche steden uit te noodigen aan v. Bismarck en v. Molktc gesamelijk het eere burgerschap aan te bieden, gewijzigd als volgt: de vergadering zal aan eene commissie opdragen voorstellen te doen omtrent de beste wijze, waarop de stad Berlijn haar waardeering der groote ver diensten jegens het vaderland van v. Bismarck en v. Molkte aan den dag kan leggen. Londen, 11 Maart. Aan de Times wordt uit 1'.n ijs van gisteren getelegrafeerd, dat de nationale ga,des \an Montmartre de kanonnen, die zij tot nu toe behouden hadden, aan de autoriteiten hebben uitgeleverd. De bataljons van Montmartre, Belleville, Villette en de Gobelins zullen gesommeerd wordeD, om morgen hunne wapenen in te leveren; anders zal de. soldij ingehouden worden. Von Molkte verlangde, dat de mobiele gardes onmiddelijk ongewapend naar de provinciën zullen gezonden worden, opdat het garnizoen van Parijs 40,000 man niet te boven ga. Napoleon werd gisteren te Chislehurst verwacht. Gemeenteraad van Leiden. Zitting van heden. Geopend te twee uren. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig de heerenStoffels, Tollens, Hubreeht, De Fremery, Hartevelt, Goudsmit. Tieleinan, Lezwijn, Le Poole, Eigeman, Buys, Bijleveldt, Du Rieu, Cock, Dercksen, Van Heukelom, Van Outeren, Krantz, Van Wensen en Wittewaal. Afwezigmet kennisgeving, de heer Driessen zonder kennisgeving de heeren Hoog, Verster en SA tema. De notule van de vorige vergadering wordt oele» en goedgekeurd. 0 Worden benoemd tot hulponderwijzer der lste. 3de klasse, respectievelijk aan de openbare scholen n'. 2 voor minvermogenden en n°. 2 ontl mogenden, de heejen C. v. d. Jagt met 14 en J Cuyle, met 15 stemmenen tot hulponderwijzer klasse aan de opeubare school voor meer uit»eb, lager onderwijs de heer A. N. Cattel met 14 ,t men. Wordt eervol ontslag verleend tegen 15 aan S. D. Van der Blij, 2de hulponderwijzer van 3de klasse aan de openbare lagere school n°. 1 minvermogenden. Daarna was aan de orde: liet plan tot verbouwing van dc Gehoorzaal. Ofschoon de voorzitter bij de mededeeling van ingekomen stukken, die heden weinig om het hadden, ook even aanstipte het proces verbaal de meeting, gehouden in het Nul van het Alge»] onder voorbehoud daarop bij de beraadslagin» 'J het onderwerpelijk plan terug te komen, heeft j ons zeer bevreemd dat die belofte niet nageko" is, want het stuk is niet voorgelezen. Intusscheï het ons mogen gelukken dit te bekomen, zoodat inhoud hier volgt: Aan den Baad der gemeente Leidt\\ De ondergeteekenden, alle ingezetenen dezet meente, hebben de eer u mede te deelen, dat 3 gevolge eener door hen gedane oproeping en óo: leiding van den medeondergeteekeude Dr. L. IV Raowenhoff op heden deu zesden Maart achtr- honderd-eenenzeventig in het gebouw der Maatschs- tot Nut van 't Algemeen alhier, is gehouden - openbare bijeenkomst, ter bespreking van het Ji Burgemeesters en Wethouders dezer gemeente, b ingediend plan tot verbouwing der Stads-Gehoomj In die bijeenkomst, blijkens de gehouden pre tielijsten door een honderdtwintigtal ingezetenen gewoond, is, na voorafgegane uiteenzettin» i| gemeld plan en bespreking der voordeelen, die iJ de verwezenlijking daarvan, voor Leidens invezete-j zullen zijn verbonden, de volgende motfe gejliln en met algemeene stemmen aangenomen. De vergadering verkluart, dat zij met leven; /'belangstelling kennis heeft genomen van het //van Burgemeester en Wethouders der gemeente) //den, om een doelmatiger en ruimer Stads-Qet "zaal te bouwen in de plaats der tegenwoordig! //spreekt den wensch uit, dat aan dit plan zoo spl //mogelijk uitvoering worde gegeven." Ten slotte geeft de vergadering het verlam® kennen, dat van de gehouden bijeenkomst, medij ling zal worden gedaan aan den Gemeenteraad, welke opdracht de ondergeteekenden de eer htj zich bij deze te kwijten. Gedaan te Leiden, den 6den Maart 1871. I De discussie heeft ons aan de eene zijde verv en aan de andere leed gedaan. Alleen het laats:' nader toegelicht. De pijnlijke indruk werd le ij gebracht omdat liet raadslid, de heer Derckseu, t wiens financieele zwaartillendheid wij allen eet; koesteren, die eigenschap ten eeneinale uit het verloor, tegenover hen die anders dachten dan door op smalenden en sarcastischen toon, en die valsche bescheidenheid aan alle groote geniën ei; zich uit te laten, over de onderscheidene uitingl der publieke opinie die het betrokken onderwerp krachtig heeft gesteund. De heer Dercksen, wien wij nogmaals de verzeij ring geven zijne groote voorzichtigheid waar het geld der gemeenteuaren betreft op prijs te stel!; omdat ook wij van het nuttige daarvan ten vi] overtuigd zijn, had beter gedaan financieele arguit; ten aan te voeren die ten minste evenals die i do heeren Lezwijn en Eigeman verdienden weder: te worden, dan hatelijkheden uit te kramen, op wijze, w-aarin do deftige manuen met gestukadoi halzen en glacé handschoenen het zoover hebben bracht. Intusschen is het verre van ons eenigen breuk te willen maken op de individueels vrij van den heer Dercksen; maar we moeten hem een raad geven, en die is dat hij bij de defti' van het slag van menscheu zoo even bedoeld, vooral er zich op toelegge, zich hun ernstige tr| eigen te maken, anders zouden ergdenkenden allicht! waan kunneu opvatten nopens den ernst zljubI zegden. Bij de beraadslagingen voerde de heer Eij het eerst 't woord. De voornaamste quaestie wasl hem de finantieele. Het nuttige en noodige te gen van het voorgesteld plan was overbodig. IJ loofde dat er wezenlijk behoefte aan een ruime liteit bestond. Men moest vreemdeling in onze gein: zijn om dit niet te erkennen. Daarom betreurd: te meer dat de samenwerking in het vorig jaar scheu de burgerij en het gemeentebestuur om aal behoefte te gemoet te komen was afgesprongen. Nu heeit het dagelijks bestuur een voorstel geh welks finantieele zijde zeer zwaar bij hem wow. zoover de belastingschuldigen zwaarder zouden wot gedrukt, ook in verband met andere nieuwe uitgt' voor rioolstelsel, de brug aan de haven enz. Alvorens tot het doen van een voorstel ort gaan, wenschte hij aau de commissie van finaat de vraag voor te leggen of zij een uitweg wist, - deze nieuwe uitgave gemakkelijker te dragen wa Do heer Lezwijn, antwoordde dat de financü commissie, met het doel hierop in haar rapport,® anders op het oog had dan leening of verkoop kapitaal ingeschreven op het Grootboek. Tertian dalur. De heer Eigeman, gaf nu in overweging oi: niet mogelijk zoude zijn, dat eene commissi* den raad zich met de heeren die het plan door meeting zoo krachtig hadden ondersteund in be* king stelde om te vernemen wat zij financieel V' doen. De voorzitter betoogde de mindere wenschelijt eene commissie uit den raad buiten de vergal® om, met de bedoelde ingezetenen de quaestie tri bespreken hoe de benoodigde gelden zouden te' den zijn. De heer Lezwijn, gaf zijn verwondering te kt® dat een dergelijk voorstel was voorgedragen, uj do gemeeute-begrooting pas was behandeld; dergj voorstellen hoorden beter in de begrooting Tegen het tegenwoordige voorstel had hij finani" bezwaren. In de begrooting voor het tegenwoordige jaar komen reeds vele buitengewone uitgave"1 fabricagewerken voor. En nu wilde hij de geineej begrooting gedurende 45 jaren niet nog weer f minstens f 2000 bezwaren door het sluiteD van leening, of renteverlies te lijden door verkoop kapitaal op het Grootboek. Bovendien vreesde hij, dat even als bij tflt gelegenheden is gebleken, ook nu de uitkomt' !5ü K Je ko uil bu. Hi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2