r^de zin eu de vrijheid van het volk steeds Lemen, door dat ieder zorg zal dragen, de (oehteD, die hij zelf van het onderwijs heeft ten, ook door zijn nazaat te laten plukken. Ln slotte, zegt spreker, nog een enkel woord L is een monster, een gedrocht dat overal rond- fljpt en overal zijn vernietigenden invloed doet loeien. Ofschoon een dichter ons de verzekering „ft gegeven dat dit monster, Jansalie genaamd, jjjder tijd door zijn vader zorgvuldig is opge- oten, schijnt het toch aan zijne gevangenis ont- sospl te zijn. Immers spreker heeft het gezien |is scholen, in kerken, op de banken der verte- I „etnvoordiging, ja aan de groene ministerieele iel. Dat ieder (en met deze vermaning eindigt ,r zijne rede) waar hij het ook vinde, al ware 1 ook in zich zei ven, het ondier aangrijpe, mat seren vuist vasthoude en het voor eeuwig de voor hem bestemde gevangenis terugbreuge. buitenland. Diiit*clil«nd. 'rtdcl is het opschrift van een hoofdartikel in ds iölnische Zeitung van heden. We kunnen de re spective schets die het blad van het wezen des logs en van Frankrijks toestand geeft, voorbij o zoomede de rechtvaardiging van de door tschland bedongen voorwaarden, en ons bepa len tot het volgende ^Gelijk gezegd is, neineu wij de voorwaarden ,J, jen vrede aan, zooals die door onze Staats- lidden na rijpe overweging vastgesteld zijn. Voor de overgroote meerderheid van ons volk is de hAfdzaak, dat de vrede gesloten en spoedig door da; Nationale Vergadering aangenomen worde. Wij hebben weinig gewaagd van de zucht der Ktschers naar den vrede, om de Franachen niet inlde gelegenheid te stellen, te gelooven, dat wij hst brengen van offers voor den oorlog, moede ivlren. Dat is inderdaad ook niet het gevalzoo lang de oorlog noodig was, is het Duiische volk niet verslapt, evenmin te huis als te velde. Wij dragen niet alleen gewillig de lasten, die de Staat ons oplegt en welke de oorlog veroorzaakt, maar brengen ieder naar zijn vermogen, mannen en nóunen, gaarne het onze bij, om de wonden die de oorlog geslagen heeft, te genezen. Maar ivjj hebben genoeg dierbaar bloed vergoten en beseffeo zeer goed welk een verschrikkelijk on geluk een langduriger oorlog voor overwinnaar en overwonnene is. ■/Vul/a salus bello, paccm te poscimui omnes I 'Hel sluiten van den Januatempel gold met recht bij de ouden als den grootsten roem voor een Keizer, en zoo zal ons de nieuwe Duitsche Keizer, de roemrijke (Wilhelm I, als vredebode pbbel welkom zijn. De zegepralen werden min 1 meer alledaagsch, we vroegen bij ieder nieuwe jding van eene overwinning meer naar het ntal onzer gewonden en gesneuvelden, als naar t getal van veroverde kanonnen en mitrailleu- en na het heuchelijke bericht van den vrede! ijkten onze straten sneller en dichter in vlag- nlooi als na gewonnen veldslagen en veroverde itingeo. Duizende familiën zijn in rouw en tmnen gedompeld wegen» de jeugdige helden dit voor Koning en Vaderland door de vijande lijke kogels vielen of aan ziekten stierven. Maar alle verdriet zal vergeten worden als onze dap- Iren, met onvergankelijke lauweren gekroonde overwinnaars, de onsterfelijke wacht aan den fjn, uit Frankrijk terugkeeren I En wat men- elijke hulp kan doen, dat zal ditmaal geschieden On het lot onzer gewonde en kreupele krijgers, en het lot der weduwen en weezen te lenigen. Wij allen zullen de getrouwe dooden dankbaar gedenken, aan wien, zoo hopen wij, lange vreed- ttnie tijden te danken zullen zijnen allen die thaus onder smart gebukt gaan, mogen zich het oord uit de schrift gedenken: „Die in tranen aien zullen in vreugde maaien 1" Frankrijk. Aan de Independence is het volgende onder dag rekening van 28 Februari ontleend «De onderteekening der voorwaarden tot den ede tusschen Duitschland en Frankrijk is het derwerp waarop de aandacht van de openbare eening thans is gevestigd en van nu af tot de elissing door de nationale vergadering te Bor- |eaux zal zij door geen ander daarvan worden 'getrokken. Het valt niet moeilijk zich eene voorstelling te aken van den pijnlijken indruk, de levendige i&rt welke te Parijs de harde voorwaarden ebben teweeggebracht, waaraan Frankrijk door «middeling van zijn onderhandelaars, genood- laakt was zich te onderwerpen. Van deze diepe "aart, die weerklank zal vinden niet alleen bij He vrienden van de groote en ongelukkige natie, aar bij allen die het verheven belang van den rede ter harte nemen, van een vrede welke |rj Onaantastbaar wenschten, omdat zij een duur- rnen verlangden; van deze maar al te natuur- 'jke en gewettigde gevoelens, treffen wij de tast ere, ja hartstochtelijke echo aan in de vertchil- jnnde tijdingen die ons uit Frankrijk toekomen." De nationale vergadering te Bordeaux is itsteren in hare afdeelingen bijeengekomen, om 'ie mededeeling te ontvangen van de commissie haar te Parijs tijdens de onderhandelingen 'teft vertegenwoordigd. telegrammen. Parjjs, 27 Febr. (dei avonds). Het Gouvernement heeft hedenmiddag ten 12 ure eene vergadering gehouden met de commissie van 15 leden. Men verzekert, dat zij hedenavond naar Bordeaux vertrekken zal met uitzondering van den heer Pi- card. De agitatie houdt hier aan, hoewel tot dusver geene wanordelijkheden plaats hadden. De nationale garde verplaatste al het geschut, dat zich op het plein van Wagram bevond, naar de Place dei Vosgei. De directeuren van -13 bladen hebben een ma nifest uitgevaardigd waarin de bevolking wordt aangespoord tot kalmte, en tot de waardigheid die met het tegenwoordig oogenblik strookt, Zoolang de Pruisen Parijs bezetten, zullen die bladen niet verschijnen. De Beurs en de Theaters zullen gesloten blijven. De Duitsche soldaten zullen geen voet kunnen zetten buiten de wijk die hen ter bezetting is aangewezen. Al de straten die naar die wijk leiden zullen door Fransche troepen worden bezet. Gisteren is het kruitmagazijn van La Villette door soldaten en nationale gardes geplunderd. Op het plein der Bastille wemelt het aanhou dend van volk. Le Francais bericht, dat de Duitschers de De partementen ten Zuiden van de Seine zullen verlaten, zoodra de Nationale Vergadering de vredesvoorwaarden zal hebben goedgekeurd. De bezetting van de overige Departementen zal op houden zoodra 500 tnillioen betaald zijn. De vestingen zullen eerst worden ontruimd nadat de vijf millard oorlogsvergoeding geheel zal zijn afbetaald. De bladen zwaaien Thiers lof toe dat hij Bel fort niet heeft willen afstaan, om den intocht der Duitschers in Parijs te voorkomen. Particuliere berichten uit Versailles melden, dat alles er voor den intocht in Parijs gereed staat die, indien geen tegenbevel wordt gegeven, Woensdag een aanvang zal nemen. Moet het tot eene bezetting van Parijs komen, dan zal de Pruisische garde Vrijdag volgen. De Keizer zou deze week nog te Versailles blijven. •(.•Petersburg, 28 Febr. Blijkens het officieel orgaan heeft de Russische zaakgelastigde te Bor deaux in last ontvangen, de officieele betrekking met Frankrijk bij het door de Nationale Vergadering benoemd Gouvernement voort te zetten. Lionden, 28 Febr. De Times meldt uit Versailles van 27 dezer, dat Longwy en Thionville aan Duitschland zullen worden getrokken, doch dat Luneville, Nancy en andere vestingen langs de noordelijke grenzen aan Frankrijk blijven. Prins Frederik Karei is benoemd tot Gouverneur-Ge neraal van Champagne. Zijn hoofdkwartier zal naar Reims worden verlegd. De Keizer vertrekt Zaterdag naar Berlijn. Buslgny, 28 Febr. De spoortrein uit Parijs is op weg naar hier gederailleerd. Beriyn, 28 Febr. Aan de Kreuz-Zeitung wordt uit Parijs gemeld, dat de onderhandelingen met Thiers in den laatsten tijd zeer moeilijk vielen, daar Thiers zich sterk aankantte tegen bet afstaan van Metz, en besloten scheen eerder zijn ontslag te zullen indienen dan de verantwoordelijkheid van den afstand van Metz op zich te nemen. Dit gedrag zou voornamelijk een gevolg zijn van het vertrouwen, dat Thiers omtrent Engelands hou ding in deze zaak koesterde. Zijn verzet leed echter schipbreuk op de standvastigheid der Duit sche diplomatie. Het eenige, dat kon worden toe gestaan zonder stellig gevaar voor Duitschlands veiligheid, was, dat Belfort aan Fraukrijk blij ven zou. Parijs, 28 Febr. Het Journal Officiel deelt de artikelen van de nieuwe overeenkomst betref fende den wapenstilstand mede. Daaru it blijkt, dat de Duitschers geen contributie in geld meer zullen heffen. De niet betaalde contributiën zullen wor den geannuleerd. Zij zullen echter voortgaan met het heffen der belastingen in de bezette deelen van het Fransche grondgebied, totdat de vredes- preliminairen zullen bekrachtig zijn. Het algemeene gevoel der bevolking schijnt, dat van onderwerping in het onvermijdelijke te zijn. Ongeregeldheden schijnen er niet te hebben plaats gehad. (Des middags). De opgewondenheid begint te bedarenslechts in zekere voorsteden houdt zij nog stand. De proclamatie van het gouverne ment en de dagorder van generaal Vinoy hebben een goeden indruk gemaakt. Alle dagbladen, zelfs de meest radicale, raden kalmte en waardigheid aan. Van morgen af zullen de dagbladen niet verschijnen. Versailles, 28 Febr. De Monitcur de Versailles meldt, dat het elfde Pruisische korps en de Beier- sche troepen morgenochtend te 10 uren Parijs zullen binnenrukken. Par(js, 28 Febr. Proclamatie van de heeren Thiers, Favre en Picard aan de bevolking van Parijs. Paeijs, 28 Febr. „Het gouvernement doet een beroep op uwe vaderlandsliefde en uwe wijsheid. In uwe handen rust het lot van Parijsvan Frankrijk. Het hangt van u af om het te redden of te gronde te doen gaan. Na een heldhaftige verdediging heeft de honger u gedwongen om de forten ovrr te geven. De legers werden tot achter de Loire teruggedrongen en het gouvernement zag zich genoodzaakt, om onderhandelingen te openen. Het heeft al wat menschelijkerwijze mogelijk was, gedaan om minder harde voor waarden te lerwerven. De verlenging van den wapenstilstand kon slechts verkregen worden op voorwaarde van een gedeeltelijke en tijdelijke bezetting van Parijs. Indien de gesloten overeen komst niet wordt geëerbiedigd, wordt de wapen stilstand verbroken en zal de vijand de geheele stad bezetten. Het ongeluk zou over geheel Frankrijk worden uitgestort; de verwoestingen van den oorlog, welke zich niet verder dan de Loire uitstrekten, zouden tot aan de Pyreneën worden uitgebreid. Vervalt dus niet in de fout van hen, die acht maanden geleden ons niet wil den gelooven, toen wij bezwoeren deu oorlog niet te ondernemen. Het Fransche leger zal voor het ten uitvoer leggen van den nieuwen wapen stilstand waken. De nationale garde zal zich met haar vereenigen om de orde te handhaven." De generaal Vinoy heeft een dagorder uitge vaardigd, waarin hij o. a. het volgende zegt: „Er is zonder bevel appèl geslagen. Eenige op het dwaalspoor gebrachte bataljons grepen naar de wapenen en bevorderden onwetend de misdadige plannen. De overgroote meerderheid van de na tionale garde biedt aan de opruiingen tegenstand; zij begrijpt welke plichten op haar rusten. Het gouvernement vertrouwt haar de hoede der stad toe, en rekent op hare toewijding en haar ver stand, ten einde voor de nauwgezette handhaving der orde te waken." staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van 28 Februari. De rede van den heer Thorbecke, Minister van Binnenlandscbe Zaken, in deze zitting uitgesproken, wier strekking reeds per telegraaf werd medegedeeld is de volgende Mijnheer de President een woord van inleiding; niet om het Ministerie in te leidenhet nieuwe mi nisterie bestaat grootendeels uit oude kennissen der Kamer; zij weet wat zij aan ons heeft. Wij hebben ook geene nieuwe politiek in te wijden; wij hebben eene bekende politiek voort te zetten. Een woord over hetgeen wij ons eerste werk achten. Met de Kamer staan wij, in een moeilijken tijd, voor eene groote taak, die niet op eenmaal te vol voeren is. Wij denken die met den beschikbaren tijd en onze krachten te rade gaande, over deze en de aanstaande zitting naar eene zekere volgorde te ver- deelen. In deo tijd, die na de vaststelling van de be- grootiDgen ten behoeve van den dienst hier te lande, in Oost- en West-Indië, zal overblijven, zullen wij u, noch met den census, noch met het hooger on derwijs bezig houdeneene andere zorg heeft voor het oogenblik Jen voorrangde plicht, dien de ge beurtenissen van de jongste jaren ons opleggende plicht om de middelen onzer verdedigbaarheid meer en meer te verzekeren; het ministerie legt zich toe om de ontwerpen van inrichting onzer defensie, van herziening der militiewet, van nieuwe regeling der schutterijen, van de in vele opzichten daarmede sa menhangende herziening van ons belastingwezen, tegen de aanstaande zitting voor het overleg met de Staten- Generaal, rijp te maken. In de tegenwoordige zitting zijn wetsontwerpen betreflende eenige gewichtige tractaten, de tienden, de rechterlijke organisatie en het Indisch tarief te voorzien, de twee laatste evenwel waarschijnlijk niet zoo tijdig, dat zij nog in behandeling zullen kunnen komen. Men stelt zich gemeenlijk meer voor dan men vol brengt i mogen wij, Gouvernement en Kamer, zoo gelukkig zijn, nu eens, het omgekeerde te zien ge beuren. Ten slotte ontvange de Kamer eene persoonlijke betuiging van twee oud-soldaten van uw kamp. De Minister van Financiën en ik hebben in de verwis seling van onze zetels in uw midden met moeite toe gegeven de Kamer vergunne ons de hoop te voeden dat de welwillendheid, die wij op de banken onder vonden, ons ouk hier aan de tafel bijblijve. Nog is te vermelden dat de vijf leden die een wets ontwerp hebben ingediend tot bevordering eener ge regelde stoomvaartdienst tusschen Vlissingen en New- York, zijn de heeren 's Jacob, Kalfl', De Bruyn Kops, Stieltjes en Tak. Hort overzicht van de Staatsbegrootlng voor het dienstjaar 1871. Omtrent do voornaamste punten wordt aan de nieuwe begrootingsstukken het volgende ontleend Hoofdstuk III. (Buitenl. Zaken) onder art. 5. De verschillende gevoelens die voor en tegen de benoe ming van een gezantschap in China zijn gewisseld, vereischen eene gezette overweging, waartoe de tegen woordige Minister tot hiertoe niet in de gelegenheid is geweest. Het is hem voorgekomen, dat, alvorens daaromtrent op nieuw in discussie te komen, een nader onderzoek wenschelijk is, in overleg met het Departement van Koloniën, voor zoo verre betreft onze koloniale belangen in deze, en intusschen in afwachting van den uitslag van dat onderzoek de som van f 21,000 voor die missie in den uitgewerkten staat, overgelegd bij het eerst ingediende wetsontwerp voorkomende, niot in de tegenwoordige raming over te nemen. Hoofdstuk V. (Binnenl. Zaken.) De toeleg van den Minister van Binnenl. Zaken was en bleef, de begroo ting tot het onvermijdelijke te beperken. Dit schijnt hem plicht van wege den algemeenen toestand van 's lands financiën, en de onmisbaar te verhoogen uit gaven voor de defensie, eene verhooging die zich ook op de begrooting van Binnenl. Zaken binnen kort zal doen gevoelen. Ook bij het voordragen van nieuwe subsidiën wil de Minister de meest mogelijke spaarzaamheid be trachten. Hoofdstuk VI. (Marine.) Het wetsontwerp tot definitieve vaststelling van het Vide Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1871 komt, wat de geraamde posten voor den dienst van dat jaar betreft, nage noeg geheel overeen met het vroeger ingediende en reeds door de Tweede Kamer der Staten-Generaal onderzochte ontwerp. Het eindcijfer toont echter eene verhooging aan van f 101,333,50. De Minister beantwoordt tevens eenige opmerkingen in het voorloopig verslag van het vorig ontwerp. Dat verslag vangt aan met de vraag: //of de uitkomsten gedurende den oorlog in den afgeloopen zomer ter zee verkregen, voor kleine Staten niet moeten leiden tot de wijze keuze om de oorlogs-marine af te schaf fen en zich te bepalen tot minder kostbare verdedi gingsmiddelen." Ook al gaven die uitkomsten eenigen redelijken grond tot het stellen dier vraag, kan het antwoord niet twijfelachtig zijn. Zoolang Nederland blijft eene koloniale Mogendheid, zoolang Nederland op het behoud zijner onafhankelijkheid prijs stelt en onze ruime zeegaten den weg tot in het hart des lauds openstellen, zal eene zeemacht onontbeerlijk zijn. Doch de vermeende uitkomsten geven, zooals door vele leden met juistheid is aangetoond, geen grond om tot afschaffing van onze oorlogsvloot te besluiten. Veeleer tot het tegendeel. Het ontbreekt nog aan genoegzame gegevens om in eene beoordeeling te tre den van de handelingen der Fransche vloot, wier werkeloosheid nadat van eene voorgenome landing moest worden afgezien, zich wellicht laat verklaren maar het niet inloopen der Duitsche scheepsmacht zal wel aan geen andere oorzaak zijn toe te schrij ven dan aan de overmacht van haren tegenstander. Waren beide vloten van genoegzaam gelijke sterkte geweest, dan zou hoogst waarschijnlijk de strijd ter zee de gevolgen hebben doen kennen van het vernie- lingsvermogen der hedendaagsche strijdmiddelen op dat gebied; en daaruit voor andere natiën nuttige lessen zijn te trekken geweest. Maar omdat de Fran sche vloot niets heeft beproefd en er dus eigenlijk geen uitkomsten zijn zou daarom eene verdediging met torpedo's, versperringen, kustbatterijen voldoende zijn om een vijand den toegang tot havens en stran den te beletten Even goed zou men kunnen vragen of ook die middelen niet overbodig zijn, want de Fransche vloot heeft in onversperde toegangen evenmin iets uitge richt. Eene vergelijking tusschen de verdediging van de Duitsche kusten in de Noord- en de Oostzee en die van Nederland, kan trouwens niet tot dezelfde uitkomsten leiden. De verdediging van onze zeegaten en riviermonden is een voornaam deel van en hangt nauw te zamen met ons verdedigingsstelselen van de mogelijkheid om een vijand het doordringen te beletten kan ons behoud afhangen. Daartoe is eene bekwame scheepsmacht onmisbaar; versperringen kun nen geforceerd, torpedo's opgeruimd of onschadelijk worden gemaakt, en kustbatterijen alleen zijn niet voldoende. Onze versterkte zeehavens liggen aan den ingang onzer zeegaten, de versperringen moeten zoo al mogelijk nagenoeg in volle zee en op zeer be weeglijken grond over eene groote oppervlakte gelegd worden. Hoofdstuk VII, B. (Financiën), wordt voorgesteld op /T8,273,498.48, zijnde f 52,061 hooger dan de voor loopig vastgestelde begrooting. Hoofdstuk VIII, (Oor log). f 14,89S,115, nagenoeg overeenstemmende met het vroeger ingediend wetsontwerp. (De Minister ver trouwt, dat wanneer hij van zijne zijde niet schroomt den waren toestand bloot te leggen, het hem bij de voorstellen, welke hij zal vermeenen in het belang des lands te moeten doen, aan den steun der Ver tegenwoordiging niet zal ontbreken.) Hoofdstuk IX (Koloniën.) wordt voorgesteld op f 1,726,015.75, nagenoeg gelijk met de voorloopig vastgestelde be grooting. Door de Regearing wordt voorgesteld, om ter aanvulling van de middelen voor 1871, in afwach ting van latere wettelijke bepalingen, te voorzien door uitgifte of beleening van schatkistbiljetten t,ot een bedrag van hoogstens f 9,500,000. Amstebdam, 1 Maart. Tarwe, stemming prijs houdend; O. B. Pools 415. Rogge stemming ruim prijshoudend: Petersburg, 214; dito v/Boord 213; Galatz 220. Levering, stemming 1 hooger; Maart 212, 211, 213, 212, 211; Mei 217, 218, 217; Octo ber 224, 223. Raapolie, 6 weken 50; vliegend 48H voorjaar 46it, 46%; najaar 46, 46St. Lijnolie, 6 weken 34#; vliegend 38%; voorjaar S3* na jaar 3514. Koolzaad, April 91; October 85. UITLOTINGEN. Uitslag der loting gehouden te Weenen 1 Maart 1871 der Oost. aand. 1864. Seriën 830, 700, 1092, 2168, 2896, 3003, 3216, 3775. De volgende nummers met hooge prijzenserie 3261 N». 28 200,000 f].; serie 1092 N». 86 50,000 fl.; serie 3775 N°. 89 15,000 fl.; serie 3261 N°. 78 10,000 fl. laatste berichten. Per telegraaf), 's Gbavenhaqe, 1 Maart. In de zitting van de Tweede Kamer, van heden te half- vier geopend, zijn de geloofsbrieven van den beer Srnidt in orde bevondenna eedsaflegging zal dit lid worden toegelaten. Op voorstel van den voorzitter is besloten het ontwerp van een nieuw reglement van orde naar de afdeelingeh te ver zenden. Aan den heer Van Houten is verlof verleend op een naderen dag, de Minister van Justitie te interpelleeren over de wijziging of intrekking van het artikel 415 code Penal, betref fende de arbeidersverenigingen. 's-Gbavbnhage, 1 Maart. Aan de Tweede Kamer is heden ingediend een wetsontwerp, tot uitbreiding der oefening van den eersten ban der dienstdoende schutterijen. Tot toelichting strekt het volgende Volgens art. 77 der wet van 11 April 1827 Slbl n*. 17) zijn de schutterijen slechts tot het houden van buitengewone oefeningen le verplichten, wan neer ingeval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden de militie te land krachtens art. 184 der grondwet, buitengewoon is bijeengeroe pen. Bij het onvoldoende der gewone oefeningen door art. 42 der wet van 11 April 1827 voorge schreven, is het tot verhooging der nationale weerbaarheid noodzakelijk, ook buiten de gei al len in art. 77 van die wet voorzien, de oefening uit te breiden van hen, welke art. 78 in de eerste plaats tot verdediging des vaderlan/Js be stemt, dat is van den eersten ban der dienst- doeude schutterijen, de reservedaarondei begrepen Worden versterkte oefeningen, gelijk liet wets ontwerp wil, (gedurende de maanden April, Mei en Juni drie malen elke week, 2 uren) slechts gevorderd van de ongehuwde leden der schutterij, als bij art. 78 der wet van 1827, nevens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3