N°. 3391 Woensdag A°. 1871 1 Maart. I Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". |DE FAMIL1E-JUWEELEN. EIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, me uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitegeven. PRIJS DER ADVEHTEMTIEN. Veor lederen regelJ .0(15 Grootere letter* naar de plaatsruimte die ZIJ beslaan. Medeburgers, icrezetenen van Leiden! Zal U waarschijnlijk bekend zijn, dat onlangs ir B. en W. bij den Raad dezer Gemeente plan is ingediend tot verbouwing der Stads- lOorzaal, waaromtrent eerstdaags eene beslis- ing zal worden genomen, jteeds beeft een 123tal onzer mede-ingezetenen, zich vroeger bereid hadden verklaard tot deel- iing in de te stichten Vereeniging „Harmonie", adres ingediend bij den Gemeenteraad, waarin oor gemeld plan hunne levendige sympathie JÜ&igen. [iKToch rijst bij de ondergeteekenden de vraag ofner nog niet meer kan worden gedaan en of |Jeene bevolking als die van Leiden nog niet valen kunnen worden gevonden, die, Da van Kgdmeld plan kennis te hebben genomen, daarover hun gevoelen wenschen uit te spreken? In de vaste overtuiging dat die vraag toestem mend moet worden beantwoord, wenschen de ondergeteekenden zoowel tot het een als tot het ander den weg te openen en noodigen U met dat doel uit tot eene OPEHBABE BIJEENKOMST, die gehouden zal worden aanst. Maandag den fideii Maart 's avonds te 8 uren, in het gebouw van 't Nut. Moge eene talrijke opkomst het bewijs leveren, dat er nog velen in Leiden zijn die belang stel len in het lot hunner gemeente en de goede tvachtiDg, die de ondergeteekenden in dat ipzieht van hunne stadgenooten koesteren, niet •den beschaamd. Mr. J. I. DEL BAERE. H. W. F. BAKKER. J. D klanken. Dr. C. G. CO BET. D. J. COCKUYT. H. C. COEBERGH. Mr. F. B. CONINCK LIEFSTING. J. C. FISCHER. Dr. P. VAN GEER. D. F. VAN HEYST. A. G. HESSELS. Dr. L. W. E. RAUWENHOFF. J. H. VAN REENEN. G. A. REIMERINGER. J. RUTGERS. J. VAN SETTEN. A. VV. SLJTHOFF. H. N. VEEFKIND. A. J. WETRENS. (Leiden, 28 Februari. De 74ste verjaardag van Z. K. H. Prins Fre- derik werd heden alhier op de gebruikelijke wijze herdacht. o, Inder de opera's van Friedrich Von Flotow, Bi» zich een weg gebaand hebben door de voor- imste landen van Europa, komt na Stradella, de eer toe aan i/Alartha oder der Markt zu Richmond," waarmede de geliefde Duitsche componist, die zich meestal te Parijt ophield, ook zeer populair in zijn vaderland werd. In deze opera's schitte ren bij uitnemendheid Flotows muzikale talenten, namelijk frischheid en bevalligheid van melodie, pikante karakteriestiek en weelderige instrumen tatie. Waar is het dat Flotow niet vreemd is aan Auber en Adam, de nestors der Fransche opéra- comique, maar zijn compositien zijn zoo innemend, boeiend en opwekkend, dat dit aaD het 6choon geheel dat hij levert weinig afbreuk doet. Te meer ziet men dit voorbij als de Martha zoo hoogst gelukkig wordt opgevoerd als gisterenavond in ODzen Schouwburg door het Rotterdamsehe opera gezelschap. De voorstelling, bijgewoond door Z. K. H. prins Alexander, werd gegeven voor een niet ontalrijk publiek, dat den ganschen avond blijk gaf van den aangenamen en genoeglijken indruk, dien opera en artisten teweegbrachten. De dames Saar en Basta, en de heeren Fischer en Garso vormden gisterenavond een uitstekend viertal en toonden de opera door en door bestudeerd te hebben. Toch kunnen we niet nalaten afzonderlijk den lof te verkondigen van Fr. Basta en den heer Fischer, wier talenten bijzonder uitkwamen en die zich zeer zeker het grootst gedeelte van de uitbundige toejuichingen mogen toeëigeDen die gisterenavond met zoo kwistige hand werden geschonken. Het koor en orkest lieten als doorgaans niets te wenschen over en wel mogen we ten slotte zeggen, dat de voorstelling van gisterenavond hemelsbreed verschilde van de vorige. De groote tevredenheid van het publiek moge den heer Saar doen zien, welken weg men hem het liefst ziet bewandelen. Men verneemt dat de wetsontwerpen tot defi nitieve vaststelling der Staatsbegrooting voor 1871, welke in de vorige week aan den Raad van State waren verzonden, van dit Staatslichaam bereids zijn terugontvangen en onmiddelijk aan de Tweede Kamer der Staten Generaal zullen worden inge zonden. Het te kort op de Staatsbegrooting heeft, naar men ons mededeelt, geene noemenswaardige verandering ondergaan, en wordt op ongeveer 9% millioen geraamd. Het voornemen schijnt bij de Regeering te beslaan in dit te kort door schat kistbiljetten te voorzien. De Minister van Finan ciën zou vooralsnog niet voornemens zijD een wetsontwerp, houdende ingrijpende veranderingen in ons belastingwezen, voor te dragen. Op onder scheidene begrootingen, maar vooral op die van binnenlandsche zaken, zijn vele posten eeniger- mate verlaagd en enkele vervallentegen die ver lagingen staat echter over eene verhooging van een halve ton ter bestrijding van de kosten van afmaking van longziek vee. Eindelijk moet de definitieve begrooting voor oorlog aanzienlijk zijn verhoogddie verhoogiDg wordt ongeveer geraamd op éen millioen. Men rerneemt dat de definitieve begrooting voor h. Departement van Oorlog vergezeld zal gaan vu volledige voorstellen tot reorganisatie van heidefensiestelsel. Men lerneemt dat van het Pruisische gouver- nemenlde noodige autorisatie is ODtvangeu tot toelatii; van de commissie van hoofd- en verdere officiera van ons leger om de defensie- en aan- valwer.en om Parijs te gaan in oogenschouw nemen Aan de commissie is reeds de last uitgevaar digd oi de reis te aanvaarden. De hrichten omtrent den gezondheidstoestand van blonel Booms zijn, naar men verzekert, gunsti; Thas wordt gemeld dat te 's-Hage geruststel lende berichten zijn ontvangen omtrent den toe stand ran den oud-Minister De Waal. Het Noorden, dat zich onledig hield met artikelen tot aaiprijzing van de vereeDigbaarheid van het minisbrambt met het lidmaatschap der Staten- Genenal behelst in het laatste aan dat onderwerp gewijle artikel van heden een paar zinsneden, die hït blad waarschijnlijk wel nader zal toe lichten Wij hebben deze op het oog: /Nemen wij eens een voorbeeld. Stel dat een Minister van Oorlog optreedt met het voornemen om dB oorlogszaken in orde te brengen, en iets anders te doen dan, kepis in te voeren, in plaats van chakots en dergelijke dingen. Stel dat hij toch bij den Koning geen oor kan krijgen voor ernstiger zaken, en dat de premier-minister tot stelsel heelt den Koning op dat terrein te laten haspelen, mits deze hem, minister overigens de vrije hand late. X>uli uiuoO ÜO guvluvhlo Alluiotor VAD Oorlo^j vooral wanneer hij een zenuwachtig gestel heeft, wel ziek worden en na weinige dagen zijn ont slag nemen." met eenige ingenieurs (waaronder ik aan het hoofd word genoemd) zeker personeel zou hebben geën gageerd om mede naar Peru te gaan tot het aan leggen van spoorwegen. Tegen dit bericht moet ik opkomen. Wel heb ik aan sommige jonge lieden, die voor en na tech nische werkzaamheden voor mij hebben verricht, getuigschriften gegeven, in overeenstemming met hunne bekwaamheden; maar niemand heb ik aan geraden om met den heer De Quartel naar Peru te gaan. Vóór eenige weken bracht de heer De Quartel mij eene korte visite, waarbij ik nadere monde linge inlichtingen gaf over personeel, dat vroeger bij mij werkzaam was geweest. Van de zaak der spoorwegen in Peru is mij niets meer bekend, dan wat ieder uit de couranten daaromtrent heeft kunnen lezen. Met de plaatsing dezer regelen zal de Redactie mij zéér verplichten; terwijl andere dagbladen, die het bericht mochten hebben overgenomen, vriendelijk verzocht worden ook deze rectificatie te willen mededeelen. De heer J. E. Cornelissen, directeur vau de afdeeling Zeevaart van het Kon. Ned. Meteoro logisch Instituut, is wegen» de laatste werken van die afdeeling, benoemd tot lid van de Geogra phische Gesellschaft te Berlijn. Het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland heeft de volgende voordracht opgemaakt ter ver vulling der vacature van kantonrechter te's-Gra- venhage, ontstaan door de benoeming van den heer Mr. Wentholt tot raadsheer in genoemd hof, Mr. L. G. Greeve, rechter te Rotterdam, Mr. H. W. Fangman, kantonrechter te Dordrecht en Mr. E. H. Carsten, plaatsvervangend kantonrechter te 's-Graveuhage. In de Debaling-Society „Vooruitgang" te Amster dam zal Woensdag-avond verdedigd worden de volgende stelling: „De bewering dat het Roode Kruii den oorlog zou bevorderen is onwaar." Door Burg. en Weth. van Heusden is ter ken nis der ingezetenen gebracht, dat eiken dag des middags te 12 uren aan de puije van het Stad huis een lijst zal worden aangeplakt, waarbij de huizen of hoofden der huisgezinnen zullen worden vermeld, alwaar de kinderziekte in die gemeente heerschende is. De gemeenteraad van Vlissingen heeft het be sluit genomen, den minister van binnenlandsche zaken, bij adres te verzoekeD, om, tusschen de Dokhaven en de binnensluis aldaar een spoor wegverbinding daar te stellen, en daarbij te wij zen op het groot belang dat deze gemeente daar bij heeft, vooral met het oog op den grooten af stand van het nu ontworpen stationsgebouw, dat ruim een kwartier van de stad gelegen is. Men leest in het Vaderland. „In eene gemeente nabij den Briel, moet, naar men ons meldt, de plattelands-geneesheer, verle gen om koepokstof, gebruik gemaakt hebben van afwezigheid der ouders van een tweejarig kind dat gevaccineerd was, om dit herhaaldelijk stof af te nemen en wel met zoo weinig voorzichtig heid, dat de pokzweer zeer ontstoken is geworden." De heer T. J. Stieltjes schrijft aan de Redactie der Nieuwe Rotterdamsehe Courant: In het nummer van uw geacht blad van heden, N°. 58, lees ik zooeven een bericht, volgens het welk de heer Ingenieur De Quartel, in overleg Volgens van de Nederlandsehe bezittingen ter Kuste van Guinea bij het Departement van Ko loniën ontvangen berichten, gedagleekend S dezer, bleef de gezondheidstoestand aldaar ongunstig. Op den 30sten Januari te voren overleed we derom een Europeesch ambtenaar. De stemming der Elminezen en Fantijnen wordt meer vredelievend. Naar men zegt, bevinden zich een 120tal Ashau- (Novelle naar het Hoogduitseh). Vervolg.) ITalsehe speler wil ik heeten, en uwe leugens aan g brengen en te samen met u gaan in het fnhuis, eer ik dat lijd. God de rechtvaardige, pou dat bedrog lijden en daarbij nog zwijgen." (loatecaldo zag waarschijnlijk in, dat het ge was, de hartstochtelijke hebzucht van zijn gezel nog op een hardere proef te stelleD, nadat hij eeD blik op de verwrongen ge- Jstrekken van Mozes had geworpen, zeide hij wil niet zoo sjofel handelen met u, zoo als gij '."en met mijgij moogt éen percent van de geheele l»m krijgen. Van de laatste 500,000 thaler geef ®iu een aanwijzing op Radauers nalatenschap, hst is lang" zei Mozes zuchtende, „maar het Mi een bod, En nu, aangaande de driekwart leent?" nGeen vierde" schreeuwde Montocaldo woe dend, terwijl hij met de vuist op de tafel sloeg. „Hoor eens Aaron, wees verstandig; ik heb wei nig te verliezen, maakt gij mij wild, dan kon het wel gebeuren dat wij beide voor den rechter ko men. Geef mij driekwart percent." „Een half," zeide Montecaldo moedeloos. „Nu,goed,de masematten zijn gemaakt," hernam Mozes, „ik wil nu eens doen alsof ik heer en gij de knecht waart en edelmoedig zijn. Geef er mij een bewijs van." Montecaldo schreef een schuldbekentenis, die Mozes nalas en in de zak stak, waarna hij volko men op zijn gemak de kamer verliet. Montecaldo las zijne documenten en brieven met groote op merkzaamheid en naar het scheen ook met be vrediging, want langzamerhand werd zijn gelaat weer vergenoegd, en toen hij een uur later opstond, droegen zij een zegevierende uitdrukking die ze veredelde, en verfraaide. Ook met Mozes scheen de vrede volkomen hersteld, want terwijl Monte caldo zijn toilet begon te maken, zeide hij vrien delijk alsof er niets gebeurd was. „Wie weet of Rosalie niet reeds heden over zes weken mijne bruid is. Een millioen Pruisi sche thalers is geen gekheid en Radauer is er de man niet na om ze laten varen. Bij Rosalie is goed vooruit gewerkt, de eene baron is zoogoed als de andere. Zijn wij door mijn vader in het ongeluk gekomen, daar hij niet verstond te han delen en te leven, zoo zai Rosalie en haar mil lioen er ons weer bovenop helpen. Radauer heeft wel is waar bij mijn oom informaties om trent mij ingewonnen, en die heeft mij zwart genoeg gemaakt; maar wat heeft het hem gehol pen, mijn oom." De titel van baron is eeht al is hij wat beslagen geraakt, de wissels zijn ook echt, hoe zuur het Benjamin ook geworden is om ze machtig te worden; daarin is hij voorzichtig ge weest. Dat is genoeg.... het andere gaat alles voor laster door. Benjamin, die reeds weet dat de oude Levy dood is, heeft mij uit Parijs ge schreven, dat hij een parure van juweelen heeft gevonden bij een heler van diefstallen en zoodra de verloving in orde is, zal bij ze zeuden tegen eene aanwijzing Yan mij van 1500 thaler, opdat ik de bruid ,/de familie-juweelen" kan overhandigen." Mozes brak in een zacht, terugstootend lachen uit: „Wilt ge niet eeüs toezien, Aaron, hoe de trouwactiën van den jongen baron staan, sedert Radauer weet, dat het hem zes millioen Poolsche gulden kost, als hij zijne dochter laat doopen 1" „Hij weet het zoo goed als wij, dat hij een rijk man kan worden, en hij wil het ook wordenwant hij weet wat het beduidt, zes milloen Poolsche guldens, het komt nu nog maar op Rosalie aan." „Daar ben ik zeker van," zeide Montecaldo lachend, en bezag terwijl hij uaar hoed en hand schoenen greep nog eens met welgevallen zijn schoon gelaat en fraaie gestalte in den spiegel. „Zij moest de dochter van den ouden Radauer niet zijn, als zij de keus had, tusschen twee pre tendenten, die beiden schoon, vol geest en bei den van adel zijn, en zij nam hem niet, waar mede zich een halve millioen laat verdienen." Wie Felix en Victorine oppervlakkig had ga degeslagen, zou licht tot het vermoeden zijn ge komen, dat de beide jonge lieden een grooten afkeer van elkander gevoelden, die tot innige droefheid van de presidentsvrouw van Felix zijde, bijna aan minachting grensde. Sedert den dag waarop het beeld van Victorine zijn hart ge troffen had, loen hem zijne wenschen en be geerten, maar ook zijne plichten duidelijk wer den, en hij tegelijkertijd den afgroDd zag die on der de pracht dier lente der liefde verbor gen was, bestreed hij met geweldige kracht, het verlangen en de wenschen van zijn vurig en be vend hart. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1