Nd. 3386. Woensdag A0. 1871. 22 Februari. Jb'euilleton van liet „Leidscli Dagblad". DE FAMILIE-JUWEELEN. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nornmers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKBTIEN. Voor iederen regel Grootere lettert naar de plaatsruimte die rij beslaan. Leiden, 21 Februari. De leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal zijn opgeroepen om te vergaderen op Dinsdag 28 Februari aanslaande, te drie ureD. 1. M. de Koning zou, naar men verneemt, de gelden, f 20,000, vroeger door Hein als subsidie aan de Fransche Opera geschonken, de volgende bestemming hebben gegevenZe zullen, voor de helft aan de toonkunst en voor de helft aan de schilderkunst, als blijken der Koninklijke mild heid, worden geschonken, om van ieder vijf der meestbelovende jengdige beoefenaars op kosten r, Z. M. een verdere buitenlandsche opleiding die kunsten te doen genieten; voor de toon kunstenaars wordt meer bepaald de vorming van uitstekende executauten beoogd. Zr. Ms. Hofpianist, de lieer C. Van der Does, door Z. M. belast om een commissie te vormen, die, na een te houden wedstrijd, omtrent de jeug dige toonkunstenaars aan Z. M. voorstellen zal hebben te doen, terwijl Z. M. den heer H. F. C. Ten Kate heeft opgedragen zich met het bestuur der Maatschappij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam ut rerbinding te stellen, om Z. M. omtrent de eogdige kunstschilders van voorlichting te die- Der, daar Z. M. die Maatschappij daartoe als door hare jaarlijksche tentoonstellingen wel het meest met ontluikende talenten bekend het best geschikt acht. Prof. Van der Boon Mesch hield Zaterdag-avond in het Leidsche dep. der Maatschappij van Nijver heid een voordracht over het vooral in de tegen woordige omstandigheden zoo belangrijke onder werp: de chemische ontsmettingsmiddelen. Onder de middelen van den lateien tijd aan het phe- njdzuur een eervolle plaats toekennende, bracht de hoogleeraar vooral hulde aan de onfeilbaar heid der chloor. Hij herinnerde o. a. hoe door middel daarvan in de gasthuizen te Brussel na den slag van Waterloo het hospitaal-versterf ge heel was tot staan gebracht, en citeerde, onder meer sprekende voorbeelden, dat van een En- elsch stadje, tijdens eene hevige cholera-epidemie eheel gespaard gebleven, omdat men met ruime mate chloorhesprenkelingen had toegepast, waar toe de eigenaar eener daar gevestigde papierfa briek, waarin veel bleekwater (chloor) gebruikt werd, het gemeentebestuur en de ingezetenen in de gelegenheid gesteld had. Vaderland ren bevond zich de spuit van boeterwoude op het terrein. Te hallzes had men de vlammen, die reeds groote verwoestingen hadden aangericht, genoegzaam bedwongen. Een spuit bleef tot be waking van het aangrenzende woonhuis, dat ge spaard is gebleven. De fabriek is geheel uitgebrand, waartoe niet weinig heeft bijgebracht de hoeveel heid lijnolie, die daarin aan wezig was. De oorzaak 1 is onbekend en de schade zeer aanzienlijk. Naar j men verzekert, is de fabriek tegen brandschade i verzekerd. Van vriendelijke hand ontvangen we het vol- j geilde De Nationale Zangvereeniging gaf gisterenavond in de Stads-Gehoorzaal hare gewone jaarlijksche uitvoering. Eenige donateurs en een groot aantal genoodigden woonden haar bij en gaven herhaal delijk op eene ondubbelzinnige wijze hunne te vredenheid over het gehoorde te kennen. Opmer kelijk is het dan ook, welke vorderingen diezang- vereenigiDg in het afgeloopen jaar heeft gemaakt, waarvoor zij wel in de allereerste plaats dank schuldig is aan haren on vermoeiden directeur, die getoond heeft, wat hij in een betrekkelijk kort tijdsbestek vermag en hoe hij met de hem ten dienste staande krachten weet te woekeren. Als gast voegt het ons niet eene critiek van het gehoorde te leveren, waaronder veel was, dat de eritiek gerust kon doorstaan. Een vorig jaar zeiden wij het reeds, dat die vereeniging onder de verstandige leiding van haren directeur een schoone toekomst te gemoet ging en het verheugt ons, dat wij ons in onze meening niet hebben bedrogen. Zij volharde slechts op den ingeslagen weg en kan zij hare krachten nog in enkele op zichten versterken, dan hebben wij zeker van haar nog veel schoons te wachten. Hedennacht te halfdrie vertoonde zich aan het luchtruim een zeer slerke gloed, waarvan spoe dig de oorzaak bekeüd was, door het vernemen dat er een hevige brand was uitgebarsten in de stoom-zemellappen fabriek van de heeren Pronk en Koolbergen onder Soetervvoude. De fabriek ligt hoe wei dicht bij onze stad, op een aanmerkelijken af stand van de gemeente Soetervvoude. Hier ter stede bleef alles rustig: de braudende gebouwen be hoorden niet onder onze gemeente. Ruim te drie ureD verscheen de spuit van het alhier in gar nizoen liggend eskadron huzaren en over vie- Te midden der rampen die Frankrijk treffen ontviel dit land de beroemde Fransche schrij ver Alexander Dumas. Reeds vroeger waren wij in de gelegenheid te schetsen wat deze vruchtbare geest voor Frankrijks literatuur heeft gewrocht. Werkt zijn geest niet meer, hij is echter blijven voortleven in zijn zoon Alexander Dutnas, die reeds op jeugdigen leeftijd veel opgang maakle met zijn roman: Aventures de quatre femmes et d'un perroquet. De zoon echter legde zich al spoedig meer toe op de beoefening en trouwe schil dering naar het leven en zocht zijn beel den in zijne omgeving, bij voorkeur in de dubbelzinnige wereld. Onderscheidene romans vloeiden als resultaten aan deze waarnemingen uit zijne pen, als La dame aux camelias, Le Roman d'tine femme, Diane de Lys en anderen. Evenals zijn vader zette hij zich neder, nadat zijne ro mans zoowel in Frankrijk als in het buitenland grooten opgang hadden gemaakt, om ze voor het tooneel te bewerken. Daaronder behoort Diane de Lys, oorspronkelijk een roman in driedeelen. Te zeldzaam zien we in onzen schouwburg goede Fransche drama's door degelijke artisten opvoeren, dan dat we niet met belangstelling de voorstelling van gisteren zouden hebben te ge- moet gezien, waarin la sociélé dramalique, een bekend verdienstelijk gezelschap dat Van Liers theater te Amsterdam bespeelt, Diane de Lys zou opvoeren. Naar het ons voorkwam, was dit ook de meening van het publiek, dat gisterenavond de schouwburgzaal bezette. Niet zeer talrijk, was het een zeer oordeelkundig publiek, dat de dramatische schepping van Dumai met volle teugen zou ge nieten. Diane de Lys is een van die stukken, waarin dramatische toestanden en pikante schilderingen van het leven in een zeker gedeelte van Parijs ongekunsteld maar levendig en boeiend worden voorgesteld. Van vele Fransche tooneelschrijvers is dit het geliefkoosd thema; de meesten ver vallen daarbij in kwetsende tooneelen en afschrik wekkende tafereelen, iets dat de meesterlijke pen van Dumas heeft weten te vermijden. Dianë, dochter van een eerzuchtigen cresus, wordt ter wille van een grooten naam aan een graaf uitgehuwelijkt. Op de iDgevingen en neigingen van haar hart is daarbij niet gelet en dit zou juist later de bron worden van huiselijk ongeluk. Medege6leept door hare hartstochten, wordt zij eeDe trouwelooze gade, die, na andere avODturen, haar zinnen zet op een schilder, wiens talent meer schittert als vernuftig causeur, dan als schilder. Zij komen met elkaar in kenDis door eene meesterlijk uit gewerkte intrige, zweren elkander trouw, be minnen elkander met een echt zuidelijk élan, maar de gelukster gaat onder, naarmate zij haar toppunt zal bereiken. Familieleden van den graaf zorgen, dat de ongeoorloofde omgang van Diane ter zijner ken nis komt. Eens reeds heeft hij hen op heeterdaad betrapt en als fier edelman gezworen, den echt- verstoorder te zullen neerschieten, als hij hem andermaal in deze betrekking tot zijn echtgenoot zou ontdekken. Voor een korten tijd verlaten de geliefden elk ander, voeren correspondentie, die echter door familie-intriges wordt onderschept, en terwijl Diane na den dood van haren vader, bij wien de Graaf haar vergezeld had, haar minnaar een be zoek brengt en beiden andermaal op het punt staan in een eenzaam plekje der aarde voor elkander te leven, komt de Graaf zijn gelofte na. Hij schiet den minnaar van zijne gade, volgens de rechten die de wet hem geeft, neder. Ziedaar in korte trekken den gang van het drama, dal wij met belangstelling zagen opvoeren. De geheele handeling is uitstekend en de ge sprekken zijn in keurigen stijl en vorm ingekleed. Het tooneel in het tweede bedrijf tusschen de gravin en den schilder, de daar ontwikkelde, doch reeds in het eerste bedrijf voorbereide toestand, met hel oog op de latere verhouding der personen mag wel onder de meest geslaagde tooneelen ge bracht worden. Die samenspraak tusschen gravin en schilder is een waar kunststuk, eene voor treffelijke uiting van de gemoedsgesteldheid van twee minnende harten, die zich in zoo verschil lenden vorm en gedaante kan voordoen. Voor den artist en de artiste verschaft zulk eene scène ruimschoots de gelegenheid om over hunne kunst gaven te doen oordeelen. En de heer Ariste-Marie en mevrouw Thomson behaalden na dezen moei lijken strijd eene volkomen overwinning. Wij vereenigen ons volkomen met de toejuichingen, die hen geschonken werden. Hun spel was treffend, kortom vol nitdrukkiug en beschaafd in hooge mate. Niet minder dan haar treffend spel trok Mevr. Thomsonn ook nog de aandacht door hare even elegante als kostbare costumes. De heer Lermina, de graaf, toonde eveneens een goed acteur te zijn, die zijne waardigheid uitstekend wist te behouden hij den afkeer en verachting, die hij den belager van zijn echt toe droeg. Ook de overige leden van het gezelschap gaven blijk in eene goede school tot de edele kunst opgeleid te zijn. In het algemeen was de indruk over la Société dramalique zeer gunstig en wordt een volgend op treden met genoegen verwacht. Ten slotte wenschen wij de aandacht te vestigen op eene gegronde klacht. Men verzoekt ons n.l. opmerkzaam te maken op het ergerlijke praten en lachen in het parterre, dat soms de acteurs overschreeuwt. Vooral bij de haute comédie is dit zeer hinderlijktevens op het applaudisseeren gedurende de eene of andere treffende scène, dat de illusie stoort, maar eindelijk niet het minst op het babbelen, schreeuwen en trappen op- en afloopen in de couloirs. Het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft, met het oog op de ver woestingen, die door den oorlog op den Fran- achen bodem zijn aangericht, en waardoor dui zenden hectaren bouwland nog onbezuaid liggen, en mocht eene algetneene hulp den nood niet lenigen, een onvoldoende oogst in een volgend jaar de gevolgen nog verschrikkelijker zal doen zijn, besloten zich tot de afdeelingen der Maat schappij te wenden, met dringend verzoek om hsre medewerking, ten einde door het bijeenza melen van giften, hoe klein dan ook, hetzij in zaaizaad, hetzij in geld, dien nood te helpen lenigen. Van den uitslag zoude het hoofdbestuur gaarne zoo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór 15 Maarte, k., bericht ontvangen. Bij gunstig antwoord, zal het hoofdbestuur latei- berichten den tijd en de wijze van verzending, daar het in overeenstemming met het hoofdcomité, onder den naam van het Witte Kruis, te 's-Gra- venhage opgericht, wenscht werkzaam te zijn. Dezer dagen had te Amsterdam, ten huize van den heer J. E. Teixeira de Mattos, de gewone jaarlijksche vergadering plaats van departements- directeuren van het Instituut voor Doofstommen te Groningen, bij welke gelegenheid uit het mede gedeelde verslag over het jaar 1870 bleek, dat 32 doofsloinme kweekelingen vanwege dit depar tement bij genoemde inrichting verpleegd en on- (Novelle naar het Hoogduitsch). [Vervolg.) Bedenk, dat zij, maar niet uw vader, het is |die door uw uitblijven lijdt, en dat uw eigen jjhart een onnoodig offer brengt. Ieder moge zijn [beschouwingen en zijn godsdienst hebben, zooals [bij wil, zonder wel daarover te twisten; geloof [mij, Felix, liefde en vrede is de eenige ware (godsdienst." Hij nam haar hand in de zijne; en waarheid 'oegde hij er bij, terwijl hij haar met zijne donkere oogen ernstig en vriendelijk aanzag. Zij richtte een haastigen,eenigszinsangstigen blik °p hem en antwoordde„Ik weet niet nauwkeurig wat gij daarmede zeggen wilt, maar ik denk, dat i g'j bedoelt dat uw vader veranderd iz?" „Zeker, zeker, maar gij moet den tijd en de 'imstandigbeden in aanmerking nemen, Felix, 2ooals ik ook heb gedaan, toen ik hier kwam en zooveel geheel anders vond als ik gedacht had." „Ha," riep Felix verrast, want het was voor het eerst, dat zijne stiefmoeder dit ronduit zeide: „Gij waart dus teleurgesteld, uw hart verwachtte, verlangde iets anders?" Zijne stiefmoeder schudde het hoofd. „Versta mij niet verkeerd, Felix," verzocht zij, „slechts nu niet. Zie, toen ik Rieger leerde kennen, voor vele jaren, toen was hij een man naar de wereld, hij vond behagen in de wereld, aan pracht en vermaken en was een deftig, schoon, elegant man, zooals hij nu immers ouk nog is. Waar het 't vroolijkste was, was hij het liefste en een jager was hij, zooals er uren ver in den omtrek geen was. Bij ons aan huis ging het altijd vroolijk toe mijn overleden echtgenoot hield er van, dat gedu rende den dag ieder rechtschapen het zijne deed, wat hem aan werkzaamheden was opgelegd, maar des avonds wilde hij vroolijke gezichten en tevre dene harten om zich hebben, bij de dienstboden zoowel als in de huiskamer. Ach, Felix, ik kan het u niet zeggen welk een goed, vroolijk hart hij had, hoe streng en toch zoo liefderijk als hij voor allen was, hoezeer hij van vreugde hield en toch ook wist hoe de bedroefden te. moede waren. Gebeden werd er niet zooveel als hier in huis, maar wij hebben het ten allen tijde goed kunnen vinden met onzen lieveu Heer, en zijn troost heeft oris nooit ontbroken." Zij streek met haar zakdoek over de oogen en zeide toen, zich bedenkend: i „inaar ik zou u van Rieger vertellen en kom op een geheel ander kapittel. Ja, waar het hart i l vol van is, daar loopt de mond van over." I „God beware u het aandenken aan don orer- j ledene, moeder," zeide hij geroerd; „ik zou zoo I bemind willen zijn, ah hij, zoo eenvoudig, zoo waar, zou innig zelf over graf en dood." „O, Felix," riep zij half verwijtend uit, „kunt gij dat zeggen? Rosalie zal uwe gedachtenis wel in eere houden, maar op uw leeftijd moet men j niet aan liet graf denkeu. Laat mij dus voort gaan. In den vroolijken kring, die zich om mijn man verzamelde en dien hij mei scherts en vroo lijke invallen verlevendigde, scheen mij ieder vroo lijk en uitgelaten, misschien omdat ik te veel op mijn man en le weinig op de anderen acht sloeg. Een hanghoofd scheen en was niemand hunner; mijn eerste man had een scherpen blik voor zoo iets j en hield er niet van. Men moest dus wel veel j van Rieger houden, en hem voor lietgene de i anderen waren houden, en daar allen met zoo- i veel achting van hein spraken, kreeg ik eerst recht achting voor hem. Toen bij uwe moeder j huwde, kwam hij zeldzamer en dat beviel mij; j eene vrouw die zich zoo vreemd in een onbe- kend land uioet gevoelen als zij, moet men meet tijd toewijden als gewoonlijk in de steden ge schiedt; toen begon zij te sukkelen, en had hij nog geldiger reden om weg le blijven en toen zij stierf, wie kon het hem toen ten kwade dui den, dat hij de stilte verkoos boven onze vroo lijke levenswijze?" Felix antwoordde niet, hoewel zij eene pauze maakte, en zij vervolgde een ongenblik later: „Ik had hem lang niet gezien, toen verdriet en moeite mij overvielen en God mijn dierbaren echtgenoot van mij nam. Ik win diep bedroefd, troosleloo8 en zonder raad en de eerste onder al onze bekenden, die krachtig beproefden uojople richten, was Rieger. Den grond daartoe had mijn man hem zelf gegeven, daar hij, op de zaakkennis en goede trouw van Rieger rekenende, hem met de rege ling der nalatenschap had heiast. Toen toonde hij zicli een waar vriend, Felix, onvermoeid werkzaam, bedaard, vriendelijk, opmerkzaam." Een spotachtig lachje vertoonde zich op de lip pen van Felix, maar ook slechts een ougeublik; het was geheel reeds verdwenen, toen hij anti vvoordde: „Zoo ken ik hem; op die wijze ter- kreeg hij het vertrouwen en de hand mijner moeder." „Nu, gij ziet dus, Felix, dat ik grond genoeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1