van Burg. en Weth. 1'. om hen te machtigen
om alsnu den schouwburg, tooneeljaar 1871/72,
voor openbare mededinging open te stellen, eD
2°. om hen te ontheffen van de opdracht om een
adres te ontwerpen aan Z. M. waartoe in de
vorige week was besloten.
Delft, 19 Februari. Gisterenvoormiddag was
eene koe aan het Zuideinde, den leiband moede
waaraan zij liep, haar leidsman ontsnapt en
maakte van hare vrijheid al dadelijk misbruik
door een infanterist op de hoornen te nemen en
in de lucht te werpen. Zij liep vervolgens de laan
op van het huis Oud Zorgwijkmaar werd aldaar
door eenige mannen, die haar waren gevolgd,
weder in arrest genomeu, hetgeen zij zich ge
makkelijk liet doen, daar hare buitensporigheden
meer het gevolg waren van dartelheid dan van
boosheid. De infanterist, die buiten kennis bleef
liggen, werd bij den wagenmaker Bender binnen
gebracht, alwaar hij spoedig weder tot zich zei
ven kwam. Behalve eene verwonding aan het
hoofd is hij er goed afgekomen en kon zich kort
daarop, nadat hem eenige geneeskundige hulp
was verleend, weder te voet naar de kazerne
begeven.
Rotterdam, 19 Febr. Heden arriveerden alhier
4 stoombooten, van welke de Ousel 2 uren opont
houd bij de Nieuwesluis had door het aldaar ver
zamelde ijs, hetwelk eens door haar gebroken
zijnde, de overige stoombooten, die na voornoemde
boot van de Nieuwesluis vertrokken, niet hin
derde. Er was voorts in de rivier tot voor deze
stad zeer weinig ijs, hetwelk over het algemeen
sterk afneemt. De booten met uitzondering van
de Ousel, hebben de reis in weinig meer dan ge
wonen tijd volbracht.
Met het doorkomen der eb (5 uren hedenna-
middag) kwam er veel licht <1 rijfijs van de hoven-
rivieren.
In het kanaal door Voorne is bij 11a geen ijs
meer te bespeuren. In den loop van den dag zijn
er 5 stoomschepen van hier vertrokken.
KOLONIËN.
BATAVIA, 12 Januari.
Aan het Balaviaasch Handelsblad outleenen wij
het volgende
De ministerieele crisis in Nederland is ten einde,
Een telegram, rechtstreeks Zaterdag jl. bij de
regeering alhier ontvangen, bracht het bericht
van het optreden van een miuisterie-Thorbeeke.
En we spreken stellig de publieke tneenig uit,
wanneer we zeggen, dat het bericht algemeen
met groot genoegen vernomen werd. Dit genoe
gen was te grooter, naarmate men er meer aan
was begonnen te wanhopen, dat de heer Thor-
becke na de verbrokkeling van het door hem
gevormde ministerie Van BosseDe Waal, de
portefeuille zoude willen aannemen. Het aftreden
van sommige leden is in het geheel niet het ge
volg daarvan, dat de liberale partij geslagen is.
Zij moge verzwakt zijn door onderlinge oneenig-
heden, geslagen door de conservatieve partij is
zij niet. De aanname van de verschillende min
of meer liberale wetten op koloniaal gebied, in
den loop van het vorig jaar tooDt voldoende aan,
dat de liberale richting de heerschende is. Zijn
aftreden was bij den heer De Waal inderdaad
het gevolg van zijn ziekelijkeu toestand. De ver
werping der Indische begrooting moge die aftre
ding verhaast hebben, zij geschiedde eerst nadat
hij reeds besloten had weg te gaan. Van het af
treden van de ministers van buitenl. zaken en
justitie was reeds lang sprake, terwijl het ge
vraagd ontslag van den minister van oorlog even
eens geheel een persoonlijke oorzaak had. Geen
politieke reden bestonder voor Nederlands groot-
sten staatsman om de portefeuille te weigeren.
Wanneer we de zaak dus wel overwegen, komt
het ons voor, dat de lange duur van de ministe
rieele crisis Diet te wijten is aan den heer Thor-
afkwam Het meisje zag hem eenigszins verwon
derd aan.
„Het is ter nauwernood tien uren, mijnheer de
baron," antwoordde zij. Mejufvrouw Rosalie staat
gewoonlijk niet. veel vroeger op; na een bal wordt
het bijna twaalf uren. Als mijnheer de baron ech
ter wenscht; dat ik haar wek en dan een weinig
wil wachten tot de jufvrouw wat toilet heeft
gemaakt...., maar de mijnheer is anders te
spreken, en heeft reeds sedert een kwartier
iemand bij zich in zijn kabinet."
Het scheen Felix juist niet aangenaam, dat
zijne bruid nog onzichtbaar was. „Neen, neen,
niet wekken," zeide hij afwerend: „Zij mag niet
gestoord worden; zeg haar maar, dat ik reeds
hier was." Toen hij gaan wilde, viel zijn oog
toevallig op de deur van het kabinet vaD den
heer Radauer, dat met een raampje voorzien was,
waarvan de groene gordijn eenigszins verschoven
was eD een blik in het vertrek liet slaan. Mijn
heer Radauer was, zooals het meisje reeds ge
zegd had, niet alleenals een werkzaam man
vaD zaken, veroorloofde hij zich geen kwartier
slapens boven den gewonen tijd, en was dus he
denmorgen dadelijk bereid het vroegtijdige bezoek
te ontvangen. De vreemdeling, wiens profiel Fe
lix juist kon zien, was een man van hoogstens
zesendertig jaar met een buitengewoon intelligent
becke, doch dat, evenals in 1S62, men zieh niet
eerder tot hem gewend heeft, dan bepaald noo-
dig was. Vond hij bij de samenstelling van het
laatste ministerie zijn tijd niet gekomen, die
meening konde hij thans niet meer toegedaan zijD.
Zoo ooit was thans het oogenblik daar voor zijn
optreden. Algemeen toch vindt hij in het Neder-
laDdsch staatsbestuur de, om niet te zeggen zijne
liberale richting gevolgd, en zal hij zich gesteund
vinden door eene Kamer, welke die richting ver
langt.
Thorbecke, de medeschepper der liberale be
weging in Nederland ten behoeve van Indië, de
strijder voor de vaststelling bij de wet van ver
schillende koloniale onderwerpen, ter zijde ge
staan door Van Bosse, wiens politieke gevoelens
omtrent het koloniaal beheer bekend zijn door
zijne medewerking aan het Indisch tijdschrift, en
de steun aan den afgetreden minister gegeven
kunnen, ja we zouden bij Da zeggen, zullen Indië
een grooten stap voorwaarts brengen. En dat te
meer daar hun werkkring thans gemakkelij
ker is dan dit vroeger het geval zoude geweest
ziju. Met De Waal als voorlooper, en na de aan
name van de agrarische wet, en de suikerrege
ling, deze struikelblokken voor verschillende mi-
nisteriën gedurende de laatste tien jaren, kunnen
ze thans geleidelijk voortgaan.
En dat zullen ze. Ofschoon de heer Van Bosse
iu de zitting van de Tweede Kamer van 13 Juni
1S68, geïnterpelleerd over het door hem in het
tijdschrift van N. I. geschrevene, zeide, dat dat
zijne particuliere meeningen waren, waaruit men geen
gevolgtrekkingen kon maken voor zijne handelingen als
minister, gelooven wij niet, dat hij zijne overtui
ging verloochenen zal. Gesteund of liever voor
gegaan door een man als Thorbecke kan zijD
bestuur niet anders dan wezenlijk liberaal zijn.
Met blijdschap begroeten we hem dan ook als
minister van koloniën.
7 Januari. In den Java-Bede van gisteren vin
den wij omtrent de expeditie op Bandjermassing
het ondervolgende telegram van Soerabaya van 6
Januari
Wij zijn slaags geweest op Soengei-Badandan,
alwaar wij een benteng hebben veroverd, bij welke
ontmoeting majoor Rochemont en zeven der onzen
gewODd zijn. Men zegt dat Wangkang gekwetst
en daarna overleden is.
Bij gelegenheid der opening van telegrafische
verbinding van Java met Europa heeft de Gou
verneur-Generaal van meer dan eene zijde ver
plichtende gelukvvenschen ontvangen, o. a. een
telegram van Lord Napier, gouverneur van Ma
dras, van den volgenden inhoud:
4th Januarij 1871.
1 congratulate your Excellency on the telegraphic
union of Java with the Netherlands.
Let the first word of the cable be the old word:
„Oranje boven
Al deze gelukwenschen zijn door Zijne Excel
lentie den Gouverneur-Generaal beantwoord on
der wederkeerige betuiging van de hooge belang
stelling der Nederlandsch-Indische Regeering in
deze voor het volkenverkeer zoo gewichtige ge
beurtenis.
11 Januari. Hedenochtend is de benoemde
chef van het departement van Marine in Ned.-
Indië, de vice-admiraal Uhlenbeck, met deEngel-
sche mail alhier aangekomen en met de gebrui
kelijke eerbewijzen ontvangen.
Het algemeen overzicht van het Nieuw Ba-
laviaasch Handelsblad luidt aldus:
Wie eenigermate met de stemming in Indië
bekend is, zal met onze verklaring instemmen,
dat de overgroote meerderheid weiDig ingeno
men is met de oplveding van een derde ministe-
rie-Thorbecke, waarvan ontegenzeglijk de zwak
ste zijde is, dat geen man, met de koloniën van
nabij bekend, een portefeuille heeft willen aan
nemen. De houding van den heer Thorbecke
gelaat, dat duidelijk de Oostersche afkomst
verried.
Er lag iets in de uitdrukkingsvolle trekken van
den vreemde, iets dat Felix belangstelling wekte;
het was een gelaat, dat men niet licht vergeet
als men het eenmaal heeft gezien, en zijne ge
makkelijke vlugge bewegingen verhoogde het
elegante zijner verschijning, dat door een we
wat gezocht morgentoilet en de wijze waarop hij
haar en baard droeg, evenwel eenigszins benadeeld
werd. Daar de heer Radauer den vreemdeling
op zijn kantoor ontving, zoo vermoedde Felix na
tuurlijk, dat het zaken waren, die hem hierheen
gevoerd hadden en om hen niet te storen verliet hij
dus het huis, zonder zijn aanstaanden schoonva
der goeden morgen gewenscht te hebben. Hij had
nu in alle opzichten aan zijn plicht voldaan, en
ging nu haastig, zonder rechts noch links te zien,
naar de woning van den president.
Daar vernam hij reeds in den gang van den
knecht, dat de kleine Anna een onrustigen nacht
had gehad en mevrouw Rieger nog bij haar was,
en voorzichtiger nog als gewooulijk om de zieke
niet te sloren ging hij de trap op en opende
zachtjes de deur. Zijne stiefmoeder zat aan het
raam en hield zich meteenigen vrouwelijken arbeid
onledig, maar stond op zoodra zij den binnen
tredende bespeurde. Zij gaf hem, terwijl zij naar
tegenover Indië doet geenerlei heil van zijn be
stuur verwachten. Opnieuw vraagt men zich af;
voor hoeveel tijd gaan wij een tijdperk van stil
stand te gemoet? Dat is toch de beteekenis, die
nien aan de optreding van het nieuwe kabinet
hecht. Het leven van volkeren is langer dan dat
van dezen of genen, die een rol op staatkundig
terrein vervult; dat is echter geen voldoende
troostgrond voor zoovele belangen, die steeds en
souffrance blijven. De tegenwoordige toestand iu
Nederland bewijst met den dag, dat het bestuur
van Indië meer losgemaakt moet worden van de
partijwoelingen en persoonlijke ambitiën in het
moederland, want de koloniën zijn daarvan te
lang de speelbal.
Door den Gouverneur-Generaal zijn o. a. de volgende
beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een ttveej. verlof
naar Nederland, wegens ziekte, aan den eersten comm.
bij het depart, der burg. openb. werken C. J. Brouwer
en aan den tijdelijken tweeden comm. bij de algemeene
rekenkamer.
Door den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en
Nijverheid zijn benoemd: tot hulponderwijzers aan
de openb. lagere school te Ngawi (Madioen), J. Zeven;
aan de openb. lagere school te Banjoemas, P. Schip
pers; beidon onlangs van Nederl. alhier aangekomen;
aan de openb. eerste lagere school te Padang (Suma
tra's "Westkust), Th. J. C. Klaar, onlangs van verlof
uit Nederland teruggekeerd.
Benoemd: Tot contr. der Istokl.bij het binnenl.
bestuur in het gouv. Celebes en onderhoorigheden,
de contr. der lite kl. bij het binnenl. bestuur in de
residentie Riouw en onderhoorigheden, "W. Greve;
tot contr. der 1ste kl. bij het binnenl. bestuur in
de residentie Riouw en onderhoorigheden, de benoemde
contr. der 1ste kl. bij het binnenl. bestuur in het
gouv. Celebes en onderhoorigheden, E. A. Halewijn
tot comm. op het resid.-bureau te Pekalongan, de
3de comm. bij de algem. rekenk. D. J. H. Van den
Dungen Gronovius; tot comm. op het reiid,-bureau
te Pasoeroean, de lste klerk op dat bureau W, P.
E. Schdegen; tot hoofdond. aan de openb. lagere
school te Muntok (Banka), de lste hulp-onderw. aan
de openb. tweede lagere school te Batavia D. A. P.
Kok; tot lsten hulp onderw. aan de openb. tweede
lagere school te Batavia, de hoofdonderw. aan de
openbare lagere school te Muntok (Banka) H. L.
Berckenhoff.
Ontslagen: Eervol, uit hunne betrekking, onder
toekenning van wachtgeld, de tijdelijke derde comm.
bij de algem. rekenk. voor de examinatie en liquidatie
der verantwoordingstukken en het afsluiten der be
grooting, loopende over het tijdvak, voorafgaande aan
1 Januari 1867, M. Trouerbach, E. AHemmelman,
J. E. R. Tauient en F. Van Braam Morris.
Departement-van Oorlog. Verleend: een tweejarig
verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan denkapit.
der inf. A. J. J. L. Prinsen; op verzoek, aan den
kapit. der inf. van de 3de kl. van het Nederl. leger
A. J. E. liochell, om wegens het verstrijken van de
vijfjaren, voor welke hij bij de landmacht in Nederl.
Indië is gedetacheerd, naar Nederland terug te keeren.
BUITENLAND.
FranUrgk.
Den 9den dezer is een Duitsch legerkorps, het
vijfde, uit de omstreek van Parijs opgebroken en
naar den kant van Orleans getrokken. „De on
derscheiden divisiën van dat korps zegt de
correspondent der Times in een schrijven uit Ver
sailles van den 12den rukten uit in verwon
derlijk schoone orde; den lOden werden zijdoor
haren bagage- en ammunitie-trein gevolgd. De
troepen, inzonderheid de oude soldaten van de
9de en de 10de divisie, en bepaaldelijk de 17de
en de 18de brigade, hebben gedurende den ge-
heelen loop van dezen grooten oorlog uitstekende
diensten gedaan; zij zijn onafgebroken bezig ge
weest te vechten en te marcheereD, en laatstelijk
te vechten en fortificatie-werken aan te leggen.
Het korps is bestemd naar Orleans, om tot ver
sterking voor de troepen van prins Frederik Karei
te dienen. Deze veldoverste is hier, in het hoofd
kwartier te Versailles, gekomen en heeft denkelijk
opmerkzaam gemaakt op de noodzakelijkheid om
zijne troepen, die harde diensten te doen gehad
en veel vermoeienis doorgestaan hebben, te ver-
sterkeu. Het was eeD natuurlijk gevolg van het
bezetten der Parijsche forten, dat eeD aanzienlijk
deel der belegerende krijgsmacht beschikbaar
werd voor andere werkzaamheden dan liet iuge-
het bed wees, een wenk om stil te zijn ten einde
de slapende niet wakker te maken, en geleidde
hem loen naar een aangrenzend vertrek.
„Ik kom wel wat vroeg?" vroeg Felix, „maar als
men in zorg is, dan gaat de tijd zoo langzaam
voorbij, en ik dacht dat Anna om halfelf wel
wakker zou zijn."
„O zeide de presidentsvrouw lachend: „zij slaapt
reeds voor de tweede maal, en dat doet haar
goed, want de nacht is zeer onrustig geweest,
zooals Victorine mij zegt. Dat late bezoek Felix,
de vreugde en de verrassing hadden haar toch
te zeer opgewonden, dan dat zij kon rusten en
nu moet zij de schade inhalen. Het is eigenlijk
niet goed, zulke zeldzame bezoeken te maken dat
er een verrassing door teweeg wordt gebracht."
Hij wilde iets antwoorden, maar de kleine
levendige vrouw legde hem de zachte hand op
den uiond en zeide haastig: „Neen, neen, laat
mij uitspreken Felix, voordat gij mij door gron
den weerlegt. Uwe beschouwingen en stellingen
en die van uwen vader mogen uiteenloopen zooals
se willen, maar dat is nooit geen grond om er
dat arme kind om te doen lijden. Ik spreek niet
van mij zelve, Felix; onze vriendschap is te nieuw
om er groote aanspraken op te vesten en ik spreek
dus maar van Anna.
(Wordt vervolgd).
sloten houden eener stad, die thans in de daad
gezegd kan worden aan de macht der Duitsche
troepen overgeleverd te zijn; maar zoolang de
Fransehen binnen Parijs nog in het bezit hunner
wapenen waren, zou het gevaarlijk geweest zijn
de getalsterkte van het leger vau den kroonprins
van Pruisen in aanmerkelijke mate te vermin
deren. Doch toen het bericht kwam dat de uit
levering der wapenen binnen Parijs zonder tegen
kanting of moeielijkheid plaats had, en dat de
Fransehen de bij de wapenschorsing gedane be
loften getrouw vervulden, werd in het hoofd-
kwartier alhier de staat der militaire zakeu in
de departementen een onderwerp van overwe
ging-
„De beweging van het 5de legerkorps naar
Orleans maakte eenige veranderingen in de linièn
der rondom Parijs gelegerd blijvende troepio
noodzakelijk. De landweer van de garde heet
andere kwartieren betrokken en de dorpen, d
zij tot nu toe bezet hield, aan het overschot hunt;-
rampzalige bevolking overgelaten."
De in Bordeaux verschijnende MoniUur Uni
versal vraagt of Frankrijk in de noodzakelijkheid
verkeert om alle door den vijand te stellen vre.
desvoorwaarden aan te nemen, dan wel of hei
in staat zou zijn om den strijd de» noods voott
te zelten. Het blad omhelst het laatste gevoelen
en zegt: „Vrede op gematigde voorwaarden zou
een geluk voor ons land zijn; dit erkent een
ieder behalve de heethoofden, die nog van volks
wapening in massa heil verwachten; wanneet
die partij onze krijgsaanstalten bestierde, zouden
wij niet beter kunnen doen dan dadelijk vrede
lot eiken prijs te sluitendoch die partij zal zeker
lijk buiten het bewind worden gehoudenen als
dan gelooven wij, dat wij nog hulpbronnen en
strijdmiddelen genoeg over hebben, om de door
den vijand beoogde vredesvoorwaarden te toetset
en betere te verwerven.
„Wel is waar, onze verliezen hebben een schril
barend totaal bereikt; onze in krijgsgevangenscha|
verkeerende soldaten zijn niet meer te tellen,
ons oorlogsmaterieel verdwijnt even schielijk als
het wordt aangeschaft; hoe meer geweren en
ander wapentuig wij koopen, hoe meer wij et
verliezen. Dat alles is helaas waar, en aldus zal
het voortgaan zoolang het ons niet gelukt zal
zijn eene stevige organisatie aan onze legermacht
te geven. Hierin is Gambetta niet geslaagd; hij
miskende het verschil tusschen een leger en eene
menigte van gewapende lieden.
„Gambetta's stelsel zal denkelijk door de nati
onale vergadering worden afgekeurd. De voor
keur zal er worden gegeven aan hel denkbeeld
om uitgelezene tnaar Diet talrijke troepen te
hebben totdat er generaals gevonden zijn iu
staat om groote legers aan te voeren, en inten
danten bekwaam genoeg om behoorlijk in de be
hoeften van groote legers te voorzien. Er zal voorts
ernstige zorg worden gewijd aan de kaders, die
thans veel te wenschen overlaten. Ook zal er betere
voorziening worden gemaakt om het leven en de
weerbaarheid der soldaten tegen ziekten en tegen
noodelooze uitputting te beveiligen. Dit is bij ons
Wester-leger en bij ons Ooster-leger schromelijk
verzuimd geworden, en dat verzuim hebben wij
zwaar moeten boeten; het kwaad is zoo erg ge
worden, dat het zelf zijn geneesmiddel mede
brengt. De Nationale Vergadering zal het genees
middel weten te vinden; want verstandige denk
beelden, aanbevolen door de ervaring, vinden
altijd ingang bij de vertegenwoordigende verga
deringen, wanneer deze niet door de factiën
worden onderdrukt; en onze Nationale Vergade
ring zal door geeue factie onderdrukt worden,
dat zou Frankrijk niet gedoogen. De Vergadering
zal zich nauwkeurig met den staat vandezakeo
en van onze hulpbronnen bekend maken, e
daarnaar oordeelen welke opofferingen te bewil
ligen, welke bedingen af te wijzen zijn. Wat zij
ook beslisse, baar wil zal door Frankrijk wor
den geëerbiedigd."
Oostenrijk-Hong. Monarchie.
Aan het nieuw opgetreden Ministerie wijdl
Professor Quack in de N. R. Cl. eene breedvoerige
beschouwing, waarin we o. a. het volgende lezen:
„Wanneer het Diet te veel gewaagd was, zou
den wij reeds nu zelfs de gissing willen maken
dat die strenge veroordeeling zeer eenzijdig was.
Een man als Schaflle voegt al van zelf niet in
een reactionair Kabinet, liet optreden van dezen
buitengewoon begaafden man geeft ons zelf»
eenigszins de sleutel aan de hand, om het ver
bazend rumoer en geraas te beoordeeleD, dal
bij het vernemen der benoeming van zijne mi
nisterieele ambtgenooten is gehoord. Er zijn
namelijk drie oogpunten, van waaruit men het
nieuwe Kabinet kan beoordeelen. Die oogpunten
zijn de uitlegging der Constitutie van het jaar
1867, de staud der financiën, eu de mogelijk'
wending in het beleid der buitenlaudsche aange
legenheden. Wat nu het punt der Constitutie tv
treft, zoo is het waarlijk de onrechtvaardighe-
zelve, wanneer men reeds dadelijk het Minister'
verdacht maakt eD zinspeelt op eene scheodinê
van de Grondwet. Is dan de gansdie Grondn'6
van 1866 niet een experiment, waarmede tot-nu-
toe reeds vier verschillende uitleggingen zijD be
proefd? Gaat het aan, Hobenwart te beschut'"