h 3378.
Maandag
A°. 1871.
13 Februari.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIKN
Voor iederêD regelj 0.1 ft
Grootere letter, naar de plaatsmimte die zij beslaan.
Ijlden, 11 Februari.
De Senaat onzer Hoogeschool heeft het doctoraat
in de wil- en natuurkunde honoris causa opgedra
gen aan den heer Th. Oppolzer Med. Dr. en Pro
fessor in de astronomie aan de Hoogeichool te
Weenen.
In de zitting van den Utrechtschen Gemeente
raad van gisteren heeft de commissie benoemd
tot het uitbrengen van rapport over eenige stuk
ken, ter zake van het Leidsche jaagpad, haar rap
port ingediend, hetwelk reeds gedrukt en rondge
deeld was, zoodat de rapporteur alleen de conclusie
mededeelde, luidende als volgt:
„De komm. heeft alzoo de eer voor te stellen
„1. Om aan de gemeente Leiden te berichten,
dat de gemeenteraad alhier, in aanmerking ne
mende het jaarlijks klimmend verlies, dat de
exploitatie van het Leidsche jaagpad oplevert
besloten heeft, om de vennootschap, bij overeen
komst van 20 Sept. 1663 tusschen de steden Lei-
deD, Utrecht eu Woerden aangegaan, zijnerzijds
op te zeggen, en mitsdien niet geneigd is mede
te werken tot daarstelling van een nieuw tarief
voor de heffing van een tol, op het gebruik van
het Leidsche jaagpad.
„2. Dat de gemeente Utrecht, bij exploit, met
beteekening vao een afschrift der overeenkomst,
den 20'Sept. 1663 tusschen de steden Leiden,
Utrecht en Woerden gesloten, aan de gemeenten
Leiden en Woerden zal doen aanzeggen, dat zij
harerzijds de vennootschap daarbij aangegaan,
met gemelde gemeenten opzegt tegen 1 Jan. 1873,
of zoodanigen vroegeren termijn, als met goed
vinden der gesamenlijke vennooten mocht bepaald
worden voor de ontbinding dier vennootschap;
onder bereidverklaring harerzijds om, na verloop
van dien termijn, met de medevennooten voor
noemd, over te gaan tot de liquidatie der ven
nootschap en verdeeling van hetgeen daartoe be
hoord heeft.
„3. Aan de veerschippers van het schuitenveer
tusschen Utrecht, Woerden en Leiden in ant
woord op het 1ste gedeelte van het door hen in
gediend verzoekschrift, te kennen te geven, dat
de Raad zich niet bevoegd acht, alleen en zon
der medewerking van den gemeenteraad van
Leiden en Woerden te beslissen op het door hen
ingediend verzoek tot vrijstelling van de tot nu
toe door hen betaalde som van voor gabellen-
geld per reis, tusschen Utrecht en Leiden, zoodat
zij zich' ten dien einde tot de gemeenteraden der
gemelde drie steden te samen zullen dienen te
adresseeren.
„4 Om de betrekking van commissaris aan
het schuitenveer tusschen Utrecht, Woerden en
Leiden, gevestigd te Utrecht, als ook gelijke be
trekking van commissaris alhier aan het schui
tenveer tusschen Utrecht en 's-Gravenhage op te
heffen, en mitsdien Burgemeester en Wethouders
uit te noodigen den tegenwoordigen titularis dier
betrekkingen eervol ontslag te verleenen, en wij
ders dienovereenkomstig de instructiën der veer
schippers in beide schuitenveeren varende te wij
zigen en daarbij, voor zooveel betraft de veer
schippers tusschen Utrecht, Woerden en Leiden,
tevens te voorzien in de aanwijzing van een an
der beambte dan den commissaris van het veer,
ten einde de som van f\, welke de veerschip
pers telken reize bij hun vertrek van hier moe
ten voldoen, van hen in ontvang te nemen."
In eene nadere vergadering zal dit rapport
aan de orde gesteld worden.
geacht werd. Steeds pal geschaard aan de zijde
van hen die de liberale beginselen verdedigden,
werd Jespers het slachtoffer zijner vastheid van
overtuiging en onafhankelijkheid van karakter.
Oprecht katholiek, wenschte hij echter niet aan
den clericalen leiband te loopen. De eenvoudige
Jespers was een van die katholieke burgers, die,
naast eene nauwgezette vervulling van kerkelijke
plichten, diep overtuigd zijn van het verderfelijke
van kerkelijken invloed op den staat; een van die
katholieken, die verlichting op staatkundig gebied
wenschen te doen samengaan met oprechte gods
vrucht. Maar ook een van die katholieken, die deelde
in de miskenning, waaraan zulke karakters bij
de clericalen blootstaan.
Even als De Poorter, Hollingerus Pijpers, Beens
en meer liberale katholieken, moest Jespers na
eene langdurige en eervolle parlementaire loop
baan zwichten voor de steeds klimmende inmen
ging der geestelijkheid bij de verkiezingen in onze
zuidelijke provinciën.
Nog eenige jaren mocht Jespers zijne rechter
lijke betrekking te '6-Hertogenbosch waarnemen,
waar eene langdurige slepende ziekte een einde
aan zijn nuttig leren maakte.
Het is, zoo men weet, onder deskundige leiding,
bewerkt door eenige stenografen uit Brussel.
De Afdeeling voor Taal-, Letter-, Geschiedkun
dige en Wijsgeerige Wetenschappen der Konink
lijke Academie van Wetenschappen, zal eene ge
wone vergadering houden op Maandag den 13den
Februari e. k., des middags te twaalf uren, in het
gebouw der Academie Trippenhuiste Amsterdam.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 222 tot 258 vol
wassen personen en van 95 tot 188 kinderen.
Een knaap van 9 jaren waagde zich heden
middag op het ijs in de HeereDgracht nabij de
K&toenfabriek. Hij stapte op een vak dat schijn
baar dichtgevroren was, doch zakte naar onder,
en zou meer gevaar hebben geloopen, indien niet
een voorbijganger P. De B. ware toegeschoten
om hem op het drooge te brengen.
Met leedwezen verneemt men het overlijden
van den Ed. Gr. Achtb. heer Mr. Franciscus Joan
nes Jespers, geboren te Breda, den 2den Februari
1790. 'Sedert 1838 was de overledene raadsheer
in het Provinciaal Gerechtshof van Noord-Brabant
en langen tijd lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal voor het district Tilburg.
De heer Jespers was een volksvertegenwoordi
ger, die door zijn humaan karakter, algemeen
In eene missive door den minster van koloniën
den beer v. Bosse, onder dd. van 28 Januari aan
de Kamers van Koophandel gericht, zegt ZExc.
o. a. dat bij het ter hand nemen van de herzie
ning der Nederlandsche-Indische tariefwet, het
hem wenschelijk voor komt, reeds nu mededee-
ling te doen van de hoofdbeginselen, waarnaar
hij bedoelde wetsherziening hoopt tot stand te
brengeo.
In de eerste plaats acht hij het raadzaam, het
bestaande tarief van invoer, uitsluitend berekend
naar het laagste thans geheven recht, in stand
te houden. Eene verhooging van het recht op
gedistilleerd, op den grondslag van verdubbeling
van het recht op jenever, thans bedragende 20
per vat, gepaard aan eene evenredige verbruiks
belasting op inlandsche sterke dranken, zal op
dat beginsel uitzondering dienen te maken.
De differentiële rechtenheffing zal op die wijze
vervallen. Hij meent dat het tijdstip gekomen is,
waarop men tot dezen reeds lang voorbereiden
stap moet overgaan.
Nu de redenen, waarom het toelaten op gelij
ken voet in Nedenlandsch-Indië van de producten
van elke industrie onraadzaam werd geacht, zijn
komen te vervallen èn ten gevolge van verschil
lende regeeringsmaatregelen, waardoor de indus
trie in Nederland is gebaat èn door de goed ge
slaagde inspanning, welke bij de Nederlandsche
industriëlen zelve viel op te merken, nu zou het
niet wel verdedigbaar wezen eene differentiële
rechtenheffing ten koste der Nederlandsch-Indische
verbruikers, in stand te houden, terwijl zoodanige
heffing in de koloniën van andere Staten reeds
lang is afgeschaft met name in de Britsche be
zittingen, van welke afschaffing vele takken van
nijverheid hier te lande de vruchten trekken.
Eene wijziging van het tarief in dien zin, acht
hij dan ook, onder de tegenwoordige omstandig
heden noodzakelijk.
Voorts stelt hij zich voor een niet differentieel
recht, naar een grondslag van 3 pCt. en ten be
drage van bijv. f 0.50 per picol suiker, f 1 per
picol koffie, op den geheelen uitvoer (behoudens
enkele vrijstellingen bijv. voor rijst) in het tarief
op te nemen.
Overigens licht het in de bedoeling, zooveel
mogelijk eenheid van tolgebied en uniforme heffing
te bevorderen en bij het wegblijven van doorvoer-
of entrepot-rechten, alleen pakhuishuur in de
entrepots in rekening te doen brengen.
In de Debating-Soclety Vooruitgang te Amster
dam zal den 15den Febr. a. s. de volgende stel
ling worden verdedigd: „De dusgenoemde „sociale
quaestie" is niet louter eene „arbeiders beweging",
maar omvat een stelsel van vraagstukken van
Staat- en Staathuishoudkundigen aard. Tusschen
de vredebeweging ten onzent en een van de fac
toren der sociale quaestie „de vraag n.l. hoe
onze grondwettige instellingen onze nationaliteit
kunnen verheffen", bestaat eene innige ver
wantschap.
Van Willemsdorp wordt gemeld, dat gisteren
namiddag de achtste spanning over het Hollandich
Diep met goed gevolg van den bouwsteiger op
de paaljukken isovergebracht.
In de eergisterenavond gehouden gemeente
raadszitting te s'Hertogenbosch, is op voorstel
van B. en Ws. goedgevonden ter gelegenheid der
ophaDden zijnde carnavalsdagen de ingezetenen
bij publicatie te waarschuwen tegen het dragen
van vreemde oude kleeding, costumes, maskers
enz. die doorgaans bij zulke gelegenheden van
buiten af worden aangevoerd, en smetstof van
aanstekelijke ziekten kunnen bevatteD, en tevens
societeitshouders en allen die gemaskeerde bal3
geven, uit te noodigen, om zoodanige kleeding-
itukken, costumes enz. ter verhuring niet in hunne
localen, toetelaten, voorts om tegen buitensporig
heden te waarschuwen. B. en Ws. houden zich
overtuigd, dat zoodanige waarschuwing meer
zedelijke invoed zal hebben dan een streng bevel
tegen bet houden van vastenavond.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft,
op een adres aan den Koning van een aantal
ingezetenen van Enkhuizen en omstreken, om
de aansluiting te bevorderen van het arrondisse
ment Hoorn door middel van spoorwegen met
de hoofdstad, te kennen gegeven dat aan uit
breiding van den voor rekening van den slaat
ondernomen spoorweg-aanleg niet kan worden
gedacht, maar dat eene aanvrage om concessie
voor den aanleg van eene dergelijke spoorweg
verbinding als particuliere onderneming met veel
belangstelling zal worden outvangen.
Het compte-rendu der handelingen van het in
1869 te 's-Gravenhage gehouden Internationaal
Statistisch Congres is thans bij den boekhande
laar Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage verschenen.
Aan het 12de verslag der te Rotterdam geves
tigde Vereeniging lot behoud van boetvaardige gevallen
vrouwen is het volgende ontleend:
„Als wij de vier laatste jaren met de vier
daarvoor gaande vergelijken, dan blijkt het, dat
langzamerhand door ons minder personen naar
het Asyl worden gezonden; zoo dit het gevolg
was van eeoe afneming in het aantal der prosti-
tuées, zou het zeker zeer verblijdend zijn. Dit
is echter helaas het geval niet. Zonder dat wij
er geheel voldoende redenen voor kunnen vinden,
is het zeker een treurig teeken des tijds, dat ook
elders wordt opgemerkt.
„Terwijl wij aan enkelen eenige ondersteuning
in kleederen gaven of behulpzaam waren in het
zoeken van een dienst, werden Id deze twee jaren
door ons 15 personen naar Steenbeek gezonden.
Bij de meeste was het de oude geschiedenis, dat
zij namelijk niet willen oppassen, uit den eenen
dienst in den ander gaan, altijd verminderende,
totdat zij eindelijk door gebrek geheel en al op
den verkeerden weg geraken en dan door tus-
8chenkomst der politie of langs een anderen weg
onze hulp zoeken eu naar Steenbeek gaan. Onder
de opgezondenen kwam een meisje voor, dat eerst
hier en later te Amsterdam in een publiek huis
was. Zij werd er door hare ouders uitgehaald;
haar vader betaalt een deel der verpleegkosten.
Nog een soortgelijk geval kwam voor, waar de
vader onze hulp verzocht voor zijne nog jeugdige
dochter, die, niettegenstaande alle pogingen door
hem in 't werk gesteld, toch een slecht leven
wilde leiden; hoewel zelf zeer behoeftig, betaalde
ook hij een klein deel der kosten. Hij bracht zelf
zijn kind naar het gesticht. Kan men zich iets
vreeselijkers denken, dan dat ouders zulke maat
regelen moeten nemen? Op het oogenblik hebben
wij elf meisjes op Steenbeek. Van de meeste valt
vooralsnog weinig goeds te zeggen. Wij wanhopen
daarom echter niet, daar soms later het goede
woord, dat op het Asyl gehoord is, zijn kracht
nog doen gelden.
„Door onze mindere werkzaamheden zijn onze
financiën in beteren toestand dan vroeger. Wij
beramen echter middelen, om op de eene of
andere wijs onze werkzaamheden uit te breideD,
in dat geval zullen er stellig weer meerdere
worden opgezonden en onze uitgaven belangrijk
toenemen. Waar wij vooral uwe zedelijke méde-
werking vragen, onthoudt ons daar uwe stoffelijke
hulp niet."
Men schrijft ons uit Dordrecht, 9 Febr.
Sedert 1 Februari is een klein detachement der
Torpedo-compagnie uit Brielle aan de Nieuwe
Merwede gestationneerd, tot het opruimen der
ijsbezettingen, welke zich iD die rivier bevinden.
Een ijsdam over de lengte van p. m. 2600 meters
moet worden weggeruimd, opdat het bovenwater
vrijen afvoer verkrijge en alzoo in de hooger ge
legen streken geene overstroomingen of doorbra
ken veroorzake.
Na vele bezwaren en moeilijkheden overwon
nen te hebben, is men na aankomst al spoedig
begonnen met het doen springen van mijnen. De
aerste proeven dienden om te zien, welke uit
werking mijnen van 100, 50 en 85 pond lading
hadden. Al spoedig had men besloten alleen mij
nen van 25 pond te nemen en ii men daarmede
reeds 3000 meter, van den mond der rivier af,
opwaarts genaderd. In den eigenlijken dam zijn
gisteren belangrijke proeven genomen. Eene mijn
van 300 pd. benevens een tal van andere mijnen
van 25 pond, alsook eene soort mijnen, uitwen
dig gewone vaatjes gelijkend, doch zeker afzon
derlijk daartoe ingericht, werden gebezigd tot het
verleggen van een stroom. De vernieling in het
ijs, door de grootste mijn teweeg gebracht, was
geweldig. Geduchte scheuren waren zichtbaar,
kolossale ijsklompen werden ellen hoog in de
lucht geslingerd en kwamen met vervaarlijk ge-
druisch neder.
Terstond was het doel bereikt, want kort na
het springen was er op de verstopte plaats een
zware stroom merkbaar en hoorde men, onder
de bovenkorst door, het andere ijs doorgaan. Be
langwekkend is het de uitwerking der mijnen,
zoo groote als kleine, te zien, en vooral interes
sant de spoedige en onverbeterlijk zekere ont
steking. Van al hetgeen wij zagen mislukte geen
enkele mijn.
Van harte hopen wij dat de onvermoeide po
gingen der heeren, met die proeven belast, mogen
bekroond blijven met dien goeden uitslag, waar
van wij heden getuigen waren.
Onnoemelijk groot zou de dienst zijn, welken
zij daarmede den bewoners van ons land in 't
vervolg konden bewijzen. (IV. H. Cl,)
In een uit Indië ontvangen schrijven van 28
Dec. 1.1., meldt men aan de N. Arnh. Cl. o. a.:
„De 2de luit. der kav. v. Vdie voor eenige
dagen aan de table d'hóte te Samarang door een
zoon van den bekenden schrijver Gerstacker,
H. M. onze geëerbiedigde Koningin hoorde belee-
digen, wegens de door de bladen geciteerde brie
ven van Napoleon III, heeft dien mijnheer in
een sabelduel eene geduchte doch welverdiende
les gegeven. Met een oor minder en twee geduchte
houwen over het hoofd, kan G. zijne onvoorzich
tigheid nu overpeinzen."
De logementhouder Kingma, te Surhuisterveen
heeft den hoofdprijs der verloting van het lioode
Kruis", een prachtig piéce de mulieu en twee can-
delabres van het fijnste agaat, met goud en émail
gemonteerd, getrokken en dezer dagen ontvangen.
Uit Vlissingen schrijft men dd. 7 Febr. aan de
Amsl. Cl.: De zeilschepen hebben zich allen in
beweging gesteld naar Antwerpen. Om zich een
denkbeeld te maken van de bedrijvigheid, die
zulk eene beweging hier teweeg bracht, dient,
dat de magazijnen en terreinen op de voormalige
Rijkswerf gevuld lagen met kostbare wijnen, door
Fraosche stoombooten hier aangebracht, die, na
lossing, naar Frankrijk zijn teruggekeerd; dat
hier op morgen zullen worden geveild 100 vaten
Virginia- en Kentucky tabak, benevens eene partij
door zeewater beschadigde goederen, en 2500
vaten Amerikaansche bloem, 150 dito reuzel, 250
kisten spek en eene partij beschadigde koffie, onder
toezicht van den vertegenwoordiger van assura
deurs te Antwerpen.
„Van den tijdelijken zaakgelastigde te Bordeaux
zijn nadere berichten omtrent den slaat van den
handel in Frankrijk ontvangen, die, ten vervolge
op de vroegere, hieronder worden medegedeeld
De handelsoperatiën in de haven van Marseille,
ofschoon zeer verminderd tengevolge van den
oorlog, blijven echter nog vrij belangrijk en geven
aanleiding tot niet onaanzienlijke transactiën. De
granen vormen het voornaamste handelsartikel.
De prijzen waren: