N°. 3360.
Maandag
A°.L 1871.
23 Januari.
1
Feuilleton van het „Leidseh
Dagblad".
DE LUCHTVAART
Ai
i c
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden
10,
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.00.
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIKN.
Voor iederen regelj 0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die tij beslaan.
9 g Lelden, 21 Januari.
Het Dagblad van Zuid-Holland, dat óf de Moniteur
ran i ons gemeentebestuur is óf uit de bureelen
intriv ran het raadhuis moet ingelicht worden, blijkens
(iet -de mededeeliugen die het telkens behelst omtrent
in onze gemeente zaken, die steeds stelselmatig voor
Wilde Leidsche bladen schijnen verzwegen te worden,
it met het gewone praatje: „dat dit of dat voorstel
E: alleen voor de raadsleden is gedrukt," geeft
he heden weder den inhoud van het door de Com-
2 missie van Fabricage ingediend plan tot verbou
wing van de Stads-Gehoorzaal. Daardoor zou
tn. verkregen worden„eene ruime concert-zaal,
grooter dan die in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen te Utrecht, benevens twee kleinere
zalen tot het houden van vergaderingen en voor
lezingen. Het plan met de uitvoerige teekenin-
gen is door den gemeente-architect bewerkt."
Wanneer zal ook hier eens ingevoerd worden,
0<Kl wat te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage
en .andere groote steden reeds zoo lang bestaat,
dat, de voordrachten of voorstellen die de pu
blieke zaak betreffen, hetzij vóór de behandeling
in het Bijblad opgenomen, hetzij aan de locale
- bladen worden verstrekt!
De publieke zaak wordt niet alleen publiek
behandeld door de openbare raadsvergaderingen.
het publiek moet ook in de gelegenheid worden
- gesteld vooraf kennis te nemen van hetgeen zijne
belangen raakt. Dit doel wordt niet bereikt door
het publiceeren van het convocatie-biljet, waaruit
men meerendeels noch strekking noch bedoe-
- ling kan opmaken van de te behandelen ge
meente-belangen.
Het moge waar zijn, dat in zeldzame gevallen
- het licht der publiciteit schijnt, door de tussehen
het dagelijks bestuur en den Raad gewisselde
stukken tegen betaling verkrijgbaar testellen,
- dit pleit juist voor onzen wensch om geen enkel
6 stuk, dat later in de raadsvergadering behandeld
wordt, aan de openbaarmaking te onttrekken.
Het in extenso plaatsen der stukken in het
- Bijblad te gelijker tijd met de discussie, die daarover
heeft plaats gehad, moge de controle op onze
gemeente-vertegenwoordiging bevorderen, het stelt
de Ingezetenen niet in de gelegenheid zich over
- een of ander onderwerp, dat de algemeene of
bijzondere belangen geldt, vooraf te doen hooren.
Reeds meermalen is in den raad op het nemen
van den door ons bedoelden maatregel aangedron
gen. Zoo nu en dan merkt een of ander lid bij
de beraadslaging over de aan de orde gestelde
onderwerpen op, of het niet wenschelijk zou ge-
- weest zijn, de ingezetenen in de gelegenheid te
hebben gesteld van de zaak vooraf kennis te
nemen. Nog onlangs sprak de heer Du Rieu in
dien geest bij de behandeling van een onderwerp
betrekkelijk het onderwijs.
Men schijnt daarop al zeer weinig acht te slaan.
Nu wenschen we dringend dat daarin eene veran-
dering moge komen en spoedig een einde worde
- gemaakt aan een sleur, die van de meest bekrom-
pene denkbeelden getuigt.
Burg. en Weth. van Leiden roepen bij deze op
alle leveranciers, werkbazen enz,, welke over het
afgeloopen jaar 1870 ten laite der gemeente eenige
vordering hebben, om hunne rekeningen ten spoe
digste, immer» voor ultimo Januari e. It., ter gemeente
secretarie (afdeeling financiën) in te leveren.
De heer Mr. S. Van Houten, zeide in zijne gis
terenavond in Felix Meritis te Amsterdam voort
gezette voordracht over de inkomstenbelasting:
„In Leiden schijnt de geprojecteerde inkom
stenbelasting ook weder op eene belasting naar
de huurwaarde uit te loopen. Indien men derge
lijke belasting inkomstenbelasting noemt, dan
kan men er het woord op toepassen, waarmede
de dichter eene meermin beschrijft: van boven
eene sohoone vrouw, van onderen een leelijke
visch."
De heer H. Kern, alhier, ziet zich als medelid
der Multatuli-Commissie genoopt te verklaren, dat
het in 't Vaderland van 19 Jan. voorkomend bericht
dat die commissie haar mandaat heeft nederge-
legd, van allen grond ontbloot is.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 215 tot 249 vol
wassen personen en van 101 tot 117 kinderen.
Den 20sten Februari a. s. zal in het gebouw
van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht, een-
buitengewone algemeene vergadering van den
Weerbaarheidsbond gehouden worden, waarin
o. a. den juisten tijd voor den, in den a. s. zo
mer te houden derden nationalen schietwet-
strijd zal bepaald worden.
De heer J. A. Van Elburg arts te Loosduinen,
verklaart in het Vaderland dat hij gedurende éen
en veertig jaren in al de jaargetijden, doch meest
in den zomer gevaccineerd, en geen nadeelige
gevolgen van de inenting heeft waargenomen;
en zoo er al in die jaren pokziekte voorkwam,
dan bepaalde zij zich slechts tot enkele woningen
en wel verwijderd van elkander gelegen, en deed
zij zich goedaardig voor. Hij hoopt dat een en
ander moge bijdragen om de nuttigheid der vac
cinatie en revaccinatie te doen inzien en daartoe
bewegen.
Dezer dagen hield de ter voorbereiding van de
feestviering van 1 April 1872 te Brielle benoemde
commissie, eene langdurige vergadering, waarin
de leden o. a. van gedachten wisselden over de
vraag: welke wijze van feestviering de sympathie
der natie zou kunnen erlangen? Met eene meer
derheid van drie stemmen werd ten laatste be
sloten, het advies in te winnen van een drietal
geschiedkundigen van ons land.
In den loop der maand Februari zullen te
's-Gravenhage door de daartoe benoemde com
missie de examens worden afgenomen, voor de
betrekking van surnumerair en commies der pos-
terijeu, welke commissie bestaat uit de heeren:
J. P. Hofstede, hoofddirecteur der posterijen, voor
zitter; J. N. G. Neujean, inspecteur der posterijen
te Arnhem; W. P. Nagel, directeur van het post
kantoor te Almelo; W. Juta, directeur van het
postkantoor te Zalt-Bommel; J. J. Doffegnies,
commies bij het dep. van Financiën, secretaris,
en A. Van Poeteren, adjunct commies bijgenoemd
departement.
Naar men verneemt, bedraagt het getal adspi-
rauten voor het surnumerairsehap 26.
De Staats-Couranl bevat de volgende rivierbe-
richten.
Keulen, 20 Januari. Waterstand 9 voet 10 duim.
Het drijfijs bedekt omstreeks een tiende gedeelte
der breedte van den Rhijn.
Vreeswijk, 20 Januari. IJs vast. Waterstand
S.71 meter AP., of 2.S1 meter onder noodpeil.
Val 0.13 meter.
Gorkum, 20 Januari. IJs vast, overtocht te voet
over het ijs. Waterstand 8.14 meter-t-AP., of 2.46
meter onder noodpeil. Val 0.03 meter. Nam. half-
drie. Op bet Hollandsch Diep vóór de Deeneplaat
heeft zich het ijs iets verzet.
Sltedrecht, 20 Januari. IJs onveranderd. Wa
terstand 2.01 meter -f- AP. Val 0.01 meter; te
Ottersluis staande water. Waterstand 1.76 meter
AP. Den 19den Januari te Deeneplaat ijsbe-
weging.
Maastricht, 20 Januari. Drijfijs.
Z. M. heeft tot voorzitters en burgerlijke leden
en hunne plaatsvervangers in de onderscheiden
militieraden voor de lichting der nationale militie
van 1871, benoemd: in de provincie Zuid-Holland:
in het 1ste militiedistricttot voorzitter Jhr. J.
Mock, lid der Provinciale Stalen; tot zijn plaats
vervanger Jhr. J. Westpalm van Hoorn van Burgh,
lid der Provinciale Staten; tot lid Mr. F. M. baron
van der Duyn, wethouder der gemeente 's-Gra
venhage; tot zijn plaatsvervanger Mr. W. P. C.
Knuyse de Mey, lid van den gemeenteraad van
's-Gravenhage; in het 2de militiedistrict: tot voor
zitter C. E. Viruly, lid der Provinciale Staten;
tot zijn plaatsvervanger Mr. J. C. Reepmaker, lid
der Provinciale Staten; tot lid W. A. Van der
Wens, lid van den gemeenteraad te Rotterdam;
tot zijn plaatsvervanger A. T. Van Casteel, lid
van den gemeenteraad van Rotterdam; in het
3de militiedistrict: tot voorzitter Mr. H. C. J.
Hoog, lid der Provinciale Staten; tot zijn plaats
vervanger Mr. C. W. Hubreoht, lid der Provin
ciale Staten; tot lid Mr. R. T. Bijleveld, lid van
den gemeenteraad van Leidentot zijn plaats
vervanger J. Schel tenia, lid van den gemeente
raad van Leiden; in het 4de militiedistrict: tot
voorzitter J. A. Smits van Nieuwerkerk, lid der
Provinciale Staten; tot zijn plaatsvervanger Mr.
A. Blussé, lid der Provinoiale Staten; tot lid
G. O. Lotsy, lid van den gemeenteraad van
Dordrecht; tot zijn plaatsvervanger A. J. Ver
beek van der Sande, lid van den gemeenteraad
van Dordrecht.
Z. M. heeft Jhr. Mr. J. F'. Van Humalda van
Eysinga, te Leeuwarden, benoemd tot schoolop
ziener in het vierde schooldistrict van Friesland,
met ingang van 1 Februari 1871.
Z. M. heeft aan A. Hearings, te Heeze, vergun
ning verleend tot het aannemen en dragen van
het kruis i/Fidei et Virtuti," hem door den Paus
geschonken.
Z. M. heeft aan den heer J. J. Ponso, consul-
generaal van Turkije te Amsterdam, vergunning
verleend tot het aannemen en dragen der versier
selen van kom mandeur der orde van Medjidié.
DE PERIODIEKE PERS.
De uitslag der laatste verkiezingen in Noord-
Brabant, verdient volgens de Nieuwe Rotterdamsche
Courant zeer de aandacht.
Te Grave waren door de ultramontanen tot can-
didaten gesteld de heeren Boerkamp en Verheijen
van Esveld. Al de andere voorgestelde candida-
ten werden door de verschillende clericale bladen
met felheid bestreden, als liberalen, als voorstan
ders eener richting, die niet uit den grondtoon
van Noord-Brabant is.
Slechts éen ultramontaan werd gekozen, de heer
Verheijen; in de andere vacature werd voorzien
door de keuze van den heer Verstraaten, door
bedoelde clericale bladen bestreden.
Te Tilburg verkreeg de liberale candidaat, de
heer Jansen, 377 tegenover 363 op zijn ultramon-
taanschen tegenstander, den heer Van den Heu
vel uitgebracht, terwijl een ander liberaal, de heer
Rijpperda 112 stemmen verkreeg. (Het Vaderland
beweert in eene correspondentie uit Tilburg, dat
die stemmen den katholieken te goed zullen
komen.
Deze uitslag, zegt de N. R. Ct. geeft moed. Over
tuigend blijkt nu, dat de bevolking van Noord-
Brabant toch niet geheel onder het juk is gebracht;
dat het liberalisme in Noord-Brabant niel dood is,
zooals de Tijd c.s., bijna dagelijks uitroept.
Ook nameDS de Fransche natie betuigde in
een ingezonden stuk de heer A. E. H. in de N.
R. Ct. den hoogleeraar Quack zijnen dank voor
het laatste door hem in dit blad geschreven ar
tikel.
Men weet dat de hoogleeraar daarin betoogde,
dat Frankrijk wegens zijne volharding in den
strijd, ieders bewondering en eerbied afdwingt,
terwijl de Pruisen alleen blijven staan in hunne
bewering, dat zij voor de beschaving en tegen den
schijn strijden.
Die geestkracht der Franschen is het uitvloei
sel vao het: ,/la France une et indivisible," eene
uitdrukking waarover wij niet schouderophalend
kunnen spreken als wij zien, dat de Franschen
altijd bereid zijn haar met hun bloed te be
zegelen.
De heer A, E. H. begrijpt niet hoe het Handels
blad partij trekt voor de Duitschers en opkomt
tegen de benaming van verrader, door den hoog
leeraar aan Bazaine gegeven. De inzender pro
testeerde voorts tegen de wijze, waarop de oorlog
wordt geleverd. De nieuwe Keizer Wilhelm zal
het voor de vierschaar der geschiedenis zwaar te
verantwoorden hebben.
UU
Me
Rn'
r.|
rv
gedurende het beleg van Parijs.
[Vervolg).
Het anker, de veiligheids-kabel en de zakken
met dépêches zijn aan weerszijden der teenen
mand of schuit opgehangen.
De postduiven, die bij de aankomst ter be
stemder plaatse, uitgelaten worden om de tijding
der aankomst over te brengen, bevinden zich in
een kooi, naast de dépêches. Het luchtschip, door
een geheel leger van helpers vastgehouden, schom
melt regelmatig heen en weer, en schijnt ongedul
dig om het luchtruim te doorzweven. Een paar zak
ken met ballast worden er uitgeworpen om tot het
juiste gewicht te komen; eindelijk wordt hat
irlachez toutl" door den bestuurder van het lucht
schip uitgesproken, en de ballon verheft zich
langzaam tot een hoogte van 1000 a 1200 meters.
Op die hoogte komt de ballon in een dampkring,
waarvan de densiteit gelijk staat met de zijnehij
neemt de snelheid van dien luchtstroom aan en
volgt al zijne golvingen evenals een kurken stop op
de oppervlakte van het water. De luchtreiziger
gevoelt echter evenmin iets van de dikwijls ui
terst snelle beweging die hem medevoert, dan wij
die beneden blevenop de enorme hoogte,
die men vaak bereikt, doet zich geen duize
ling of onaangename gewaarwording gevoelen; wij
kunnen dit volgens onze ondervinding getuigen,
daar wij bij het opstijgen meer dan eens eene
hoogte van nog meer dan 4000 meters bereikten.
Wanneer de luchtreiziger zich geheel aan dien
toestand overgeeft en door geen gevoel van angst
bezield is, dan gevoelt hij zelfs eene onbeschrijfe
lijke, aangename gewaarwording, een soort van
een geheel nieuw gevoel zijner individualiteit,
die hem de aarde, die hij zoo ver beneden zich
bespeurt en waarvan hij ternauwernood het
gedruisch hoort, met een soort van medelijden
doet beschouwen. Indien hij het land, dat hij
beneden zich ziet, niet meer herkent, kan hij de
richting waarin hij voortvliegt niet anders bepa
len, dan naar de terechtwijzingen, die hij van den
bestuurder van den ballon ontvangt. Het kompas
kan weinig of geen dienst doen, daar het luchtschip
gestadig om zich zelf heen draait.
Aan zijne voeten ziet de luchtreiziger, de rivie
ren, die door de welige velden kronkelen; de
spoorwegen, die hunne evenwijdige lijnen uit
strekken; de steden, waarvan de daken en toren
spitsen in de zon schitteren; die velden, die wei
landen, die bouwlanden die de menschen in het
zweet huDS aanschijns bewerken, kortom alles om
welker bezit vaak zulke bloedige veldslagen wor
den geleverd. Dat alles schijnt hem van uit de dui
zelingwekkende hoogte als met wiskundige nauw
keurigheid afgepast en afgemeten. Nu en dan
geraakt de ballon in de wolken, en dan verdwijnt
alles voor zijn oog, de aarde en de hemel. Men
is letterlijk in een onmetelijk wolkenomkleed
sel gehuld, wat de geneesheeren zoo juist een
blaasvormige damp noemen. Wanneer men weer
uit dit lijkkleed te voorschijn komt, begroet men
met vreugde de zon, de maan en de sterren.
Hoe ondoordringbaar het omkleedsel van den
ballon ook is, toch iaat hij een gedeelte van het
gas dat hij bevat ontsnappen, welk gedeelte door
de omringende lucht wordt vervangen, die door de
poriën der stof naar binnen dringt. Ten gevolge
van dien luchtstroom van binnen naar buiten en
van buiten naar binnen, heeft het opmerkelijk
verschijnsel plaats, dat zich overigens altijd voor
doet wanneer twee gasachtige vloeistoffen ver-
eenigd worden. Daar de appendix of cylinder-
vormige buis open blijft om het scheuren te voor
komen bij de uitstrooming van het inwendige
gas (de dichtheid van de lucht vermindert naar
mate men hooger in den dampkring stijgt), ont
snapt ook daardoor een gedeelte van het gas, dat
door de lucht vervangen wordt. Men ziet dat
de appendix dus hier de hoedanigheid van vei
ligheidsklep bekleedt, evenals dit bij stoomketels
het geval is.
Het verlies van gas door die opening zou overi
gens in ieder geval plaats hebben, zelfs zonder
de inwendige uitzetting, daar de scheikunde ons
aangaaude de verspreiding der gassen leert, dat
de gasachtige vloeistoffen van verschillende den
siteit bij onderling contact zich vermengen.
Ten gevolge van dit verschijnsel en door
die verspreiding moet men altijd het oogenblik
voorzien, dat de ballon door eene vermenging van
gassen gevuld is, in volkomen evenwicht met de
hem omringende lucht, of anders gezegd, dat het
totale gewicht van den ballon dat der verplaatste
lucht overtreft. Op dat oogenblik begint men te
dalen en kan zelfs neerstorten, indien men
den ballast niet wegwerpt om weer in de
hoogte te kunnen stijgen. Op een nieuwe hoogte
gekomen doet zich hetzelfde verschijnsel spoedig
weer voor, en men moet alsdan het dalen voor
komen door zich langzamerhand van den ballast
te ontdoen.