19 Januari.
IV0. 3357.
1814.
Donderdag
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
i DE FAM1L1E-JUWEELEN.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
3.85.
0.05.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEH ADVERTENTIEN.
Voor iederen regel.j 0.15.
Grootere letter, naar de plaatsruimte die zij beslaan.
UG PLAATSELIJKE BELASTOiG.
V. (Slot).
{Ingezonden).
Nadat van de .belasting-tabel de laagste en de
hooge cijfers de revue zijn gepasseerd blijft het
middelste gedeelte ter beschouwing over, waarvan
de grenzen worden gegeven door de huurwaarde
f 200-/1)00. Het is zeker niet te veel gezegd, dat
verreweg de grootste helft der belastingschuldi
gen tot dit kleine gedeelte nauwelijks een vierde
der lijst behoorenzoodat de berekening hiervan
de meeste invloed op het geheele stelsel zal uit
oefenen.
Alle ambtenaren, die een gemidddeld tracte-
ment ontvangen en daarvan grootendeels of ge
heel moeten leven, alle bedrijven, die een behoor
lijk bestaan opleveren, koopinaus- eu industrieele
zaken op grooter of kleiner voet vallen in de ge
noemde categorie. Volgens de tal-el zijn de over
eenkomstige verteringen van ƒ1800 tol ƒ7000.
Plaatsen wij ons nu in het herhaaldelijk voor
komend geval, dat een ambtenaar op een trakte
ment van ongeveer ƒ1600 in deze stad van buiten
af wordt beroepen. Een jongman zonder hooge
pretentien zal zich daarmede ongetwijfeld geluk-
wenschenhij gaat naar de stad grootendeels door
gewone burgers bewoond, waar inrichtingen voor
onderwijs en andere algeineene belangen op
ruimen schaal bestaan, waar men het met
vlijt en zuinigheid een 'heel eind kan brengen.
Hij is volgens neiging en burgerplicht nog niet
lang geleden gehuwd en begint met een huis te
zoeken. Zijne verwachtingen zijn niet hoog ge
spannen, maar hij denkt toch wel eene kleine
woning overeenkomende met zijn stand en be
trekking te zullen vinden. Voorzichtig begint hij
met het vaderlijk stadsbestuur te raadplegendat
wijst hein volgens onze tabel een buis beneden
de ƒ200 huur. Nu denkt hij, dan zijn de huizen
te Leiden niet duur, en vol moed gaat hij de
stad doorkruisen om een huis op te sporen. Ik
behoef wel niet te beschrijven, voor allen die
eeDigzins met onze stad bekend zijn, of ooit onder
dergelijke omstandigheden hebben verkeerd, wat
hij zal vindenhoe teleurgesteld hij van zijne
tocht zal terugkeeren. Zoo hij niet verkiest een
onbewoonbaar hokje in te kruipen, of zich op
iLangegracht, Levendaal en dergelijke achterbuur
ten te nestelen, is hij genoodzaakt in hooger
huurwaarde te komen. Doe het niet, roept de
raad, een zuinig huisvader verwoont niet meer
dan een tiende zijner iukomsteD.
uJUoet hij dan dadelijk beginnen met kamers te
verhuren, of, als man van fatsoendelijke familie,
-goede zeden en gewoonten zich te vestigen in
een kring, waar hij volstrekt niet thuis behoort
en die zoo spoedig een struikelblok wordt hij
zijne rechtmatige ambitie tot verheffing. Des uoods
kan hij beginnen niet een bovenhuis; maar wan
neer zijn huisgezin toeneemt terwijl de huishuren
aldoor opslaan en de overige behoeften steeds
toenemen is het onmogelijk evenwicht te bewaren.
(Novelle naar het Hoogduitsch).
Vervolg.)
Zuoals men wel vooruit kon bepalen, wees de
Chevalier dit aanbod beleefd maar vast besloten af;
hij liet de toegangen tot zijn huis nog beter voor-
zieD, en keerde rustig derwaarts terug, zoDder
ziju bezoek ooit te hernieuwen. Van dien tijd af
aan zag Felix hem in vele jaren niet meer, daar
de regeeringsraad den knaap steeds van zijne
bezoeken hij den Chevalier uitsloot, en de her
innering aan den Chevalier zou zeker langzamer
hand hij hem verflauwd ziju, ware het niet dat
zijne verbeelding hem steeds met de aantrekkelijk
heid van het wonderbaarlijke en geheimzinnige
Oingaf, die zijne deelneming steeds onverflauwd liet.
Zelfs toen hij eenige jaren later door zijne moe
der de geschiedenis van zijn oom vernam, en een
helderen blik kon slaan in het stille, zeldzame
streven van den eenzamen man, verdween die
Dan maar een duurder huis en op het overige
zooveel inkrimpen. Wacht, zegt nu de stad, wilt
ge duurder woueu dan zult ge ook meer aan
mij betalen.
Al hebt ge een inkomen van ƒ1600, aan mij
wordt betaald ais ware uwe vertering ƒ2500.
Terwijl de millionair voor de helft van zijnj ver
mogen vrijstelling ontvangt, moet gij betalen als
ware uwe vertering ongeveer de helft meer dan
uw inkomen, daarmede is het einde wel te voor
zien, maar dat raakt ons niet.
Een ander uit eene groote categorie van bur
gers heeft het gebracht tot een inkomen van
3000hij is een vrij welgesteld man, heeft
daarvoor heel wat moeten werken, is niet zoo
jong meer en heeft een talrijk huishouden. Daar
hij vijf kinderen bezit, wordt zijn aanslag met
10 pCt. vermindert, dus mag hij een huis bewo
nen, overeenkomende met eene vertering van
3300, dat is (zie de tabel) ter huurwaarde van
ongeveer 350. Maar nu moeten ook heel wat
omstandigheden in acht genomen worden. Door
zijue betrekking of andere wijze van bestaan is
liij gebonden aan een goeden stand; door zijn
huishouden en verdere omstandigheden moet het
huis wat ruim zijn; vrouwlief heeft het druk en
gaat zelden uit, de kinderen zijn jong en hebben
lucht noodig, zij zijn vast gebonden aan de stad,
derhalve is een tuin aan het huis een ware levens
behoefte. Weer gaat de tocht door de stad begin
nen en zoo als een ieder zal toestemmen, die
met de plaatselijke omstandigheden bekendis,
met hetzelfde gevolg als in 't voorgenoemd geval.
Voor dien prijs is onmogelijk een huis naar om
standigheden en behoeften te verkrijgen. Ook hij
moet vervallen in hooger huurwaarde, en zal
dus opbrengen aan de stad tot van de laatste
welbesteedde penning niet alleen, maar ver daar
boven. Waren die gevallen uitzondering, dwaas
zou het zijn ze als grieven aan te rekenen;
maar alle, die niet tot de rijkgezegenden dezer
aarde eu in het bijzonder dezer stad behooren,
weten wel beter; bij tegenspraak roep ik op de
lezers van dit dagblad, om door hun getuige
nis mijne woorden te bevestigen. De inkomens
van twee tot vier of vijfduizend gulden, waar
voor menig rijke de neus ophaalt, omvatten het
grootste gedeelte en ook de kracht der burgerij,
eu zou geen van hun in een huis van meer dan
500 huur wonen? En omgekeerd zou eenieder
die meer dan 500 huishuur betaalt meer dan
5000 inkomen bezitten? Zij allen worden het
zwaarst door de lasten gedrukt; ongetwijfeld het
meerendeel boven hunne inkomsten.
Deze misbruiken moeten gekeerd worden en
daartoe is in de eerste plaats noodig ze aau het
licht te brengenhet is niet meer van onzen
tijd, dat de besturen de stille schapen scheren,
om de schreeuwende varkens van het lijf te kun
nen blijven: De bloei eener gemeente hangt niet
alleen af van het aantal aanzienlijke familiën
dat zich daar vestigt, maar in grooter mate van
de betrekkelijke welvaart der gewone burgerij.
Wanneer het eerste wordt bevorderd en bevoor
recht ten koste van het andere, kan de vooruit
gang alleen schijnbaar zijn.
Doch wij mogen niet te hard oordeelen. Ik ge
loof wel, dat het voor hen, die onder geluk
kige omstandigheden verkeeren, nooit stoffelijke
behoefte gevoeld of den zwaren strijd van be
perkte middelen tegen toenemende eischen van
het gezin hebben gekend zeer moeilijk zoo
niet onmogelijk is zich in dien toestand te ver
plaatsen; ook wel, dat zij, die door het vertrou
wen hunner medeburger^ als bezittende eene
onafhankelijke maatschappelijke positie, geroepen
zijn in het stadsbestuur over gewichtige belan
gen hunne stem te doen hooren, zich met den
besten wil niet kunnen bevrijden van vooroor-
deelen of illusien en daardoor de onderlinge
verhoudingen geheel anders beschouweu, dan zij
werkelijk zijnook in deze is de ervaring niet
alleen de beste maar zelfs de eenige leermeesteres.
Doch dit neemt niet weg, dat de zwaarste druk
weegt op hen, die met moeite en inspanning het
hoofd boven water houden.
Zij klagen niet, want dan zou hun werkelijke
toestand aan het licht komen; de stijgende prijs
der levensbehoeften, voor de bemiddelden een
strootje op den weg, is voor hen eene kwestie
van behoud of ondergang; opslag van huishuur
kan de schaal van bekommeringen doen zinken,
maar de moed blijft er in, want de kinderen
moeten fatsoenlijk- warden, opgevoed en onder
wezen, aan de vrouw het drukke gezin niet
moeilijker gemaakt worden; dus geeu beklag
over belastingen, zoo gauw wordt men dan voor
kaal of inhalig aangezien en gaat men mompe
len van wrak slaan en misloopen.
Dan zou men ook bij de groote heeren in de
reuk komen van lastig te zijn en zich met alles
te bemoeien-, en dat moet tot eiken prijs verme
den worden, want van hun welgevallen is men
afhankelijk. Dus spoedig het aanslagbillet be
taald, dan is het gedaan; verder gezwegen en
geleden.
Men kan zoo nog de voldoening hebben in.de
oflicieele berichten te lezen, dat de belasting voor
een groot gedeelte zoo spoedig en gemakkelijk is geind,
dat zij volstrekt niet bezwarend schijnt te zijn.
Ten slotte onze beschouwingen samenvattende
kan de uitkomst in korte trekken aldus worden
uitgedrukt.
Daar de heffing der plaatselijke belasting, zoo
als zij nu geschiedt:
bij minvermogenden de keus geeft tusschen eerlijk
zijn met betalen, of slinksche streken met ont
duiking
bij rijken en welgestelden ontheffing geeft voor het
gedeelte van het vermogen, dat het eerst en bil-
lijkst ware te treffen;
bij den uitgebreiden middenstand zwaar drukt
soms op het geheele inkomen, doch meestal er
boven;
zoo moet op haar gestempeld worden het brand
merk van onzedelijkheid.
Leiden, 18 Januari.
Met leedwezen verneemt men, dat de ziekte
toestand van den kolonel Booms, Minister van
Oorlog in de laatste dagen is blijven aanhouden
en eerder achter dan vooruit is gegaan, zoodat
hij zich verplicht heeft gezien, zijn ontslag als
Minister van Oorlog aan Z. M. den Koning in
te dienen.
Bij de heden gehouden stemming voor een lid
van de Provinciale Staten van Zuid-Holland voor
het hoofdkiesdistrict 's-Gravenhage,tijn ingekomen
687 stembiljetten, waarvan 5 van onwaarde zijn
verklaard. Geldig uitgebrachte stemmen 6S2, vol
strekte meerderheid 3-11. Jhr. Mr. F. G. A. Gevers
Deijnoot, burgemeester der residentie, bëkwam
357 stemmen, terwijl de heer E. B. baron Wittert
van Hoogland, wethouder van 's-Gravenhage, 311
stemmen erlangde. De overige stemmen waren
op andere personen verdeeld. Is derhalve geko
zen Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deijnoot.
Men heeft ons gevraagd tot hoelang de termijn
liep, gedurende welke men lid van het lees
museum kon worden,, zonder het, iptree-geld van
3 te betalen. Wij meenen velen geen ondiepst
te doen met te berichten, dat liet besluit van de
laatste vergadering in December beeft bedoeld
ieder dip met 1 Jan. 187). lid wordt, of, wat op
hetzelfde neerkomt, in (iet eerste kwartaal toe
treedt en de volle contributie vpqr het geheele
jaar betaalt, is van het intree-geld vrijgesteld.
Zij die zich dus nog niet vpor het lidmaatschap
hebben aangemeld, behoeven zich hierdoor althans
niet te laten terughouden. Lntusschen vermelden
wij met blijdschap, dat het ledental reeds meer
dan 200 bedraagt en nog voortdurend toeneemt.
De voorstelling in den schouwburg, verschafte
gisterenavond een uitstekend genoegen en stelde
de Amsterdamsche tooneellisten, onder directie
van den Heer Tjasink, in de gelegenheid hun
gevestigden naam te handhaven.
„Vreugde baart angst", werd het eerst opge
voerd. Waarom, dit lieve stukje een töoneel-
spel genoemd wordt, hegrijpen wij niet. Is het
soms omdat Mw. Aubiers haar zoon,,door een
valsch bericht doodgeschoten waant? Misschien;
doch wij meenen dat het een goed, ja zelfs een
uitstekend lijn blijspel is en daarvoor levert de
rol van Noël, veel grond op. De geheele handeling is
buitengewoon vroolijk, alleen Mw. Aubiers stelt
een droevig karakter voor. Oorspronkelijk is dit
lieve stukje geschreven door Régnier, acteur
aan het theatre Franqais te Parijs, die daarin
de rol van Noël vervulde en daarin getrouw ter
zijde werd gestaan door Mad. Bossant die de rol
van Mw. Aubiers vervulde. Door genoemde ar-
tisten werd dit stuk het eerst in ons land en
wel te Amsterdam, met het beste succes vertoond.
Nu spreken wij niet het eerst van Mw. Kleyne,
maar van den Heer K. Vos, die de rol van
Noël meesterlijk vervulde. Noël is een goed, eer
lijk oud man die, ofschoon slechts kamerdienaar,
romantische belangstelling niet en hij gevoelde
somtijds een geheimen onweerstaanbaren aan
drang om hem weer te zien.
lntusschen was de tijd gekomen, dat Felix tot
de keuze van een beroep moest overgaan, en de
regeeringsraad, die zijne neigingen ter nauwer-
nood kende, en nog veel minder er eenigen in
vloed op uitgeoefend had liet hem geheel en al
zijne keus, zonder hem noch de aannemelijkhe
den, noch de schaduwzijden van dezen of genen
stand voor te houden, of zonder hem zelfs met
de opofferingen of vorderingen bekend te maken
die het leven over het algemeen van de menschen
vergt.
Maar de natuur had dezen frisschen levendigen
geest, dit rijke gemoed, deze gloeiende verbeel
ding zelve de baan gewezen; zij was machtiger
dan de zorgen en wijsheid van alle menschen zou
den geweest zijn, die den knaap een minder
moeitevollen weg gewezen zou hebben; en toen
zijn talent en genie bij zijne geboorle hem in de
wieg legde, toen had zij hem ook den aandrang,
de onweerstaanbare begeerte geschonken, de
zonnige hoogte der kunst te bestijgen.
Felix was zestien jaar oud, en stond op het
punt om na eene schilderacademie te gaan om
nu ook met ernst zijn loopbaan te beginnen, toen
mevrouw Rieger haren echtgenoot na eene ver-
eeniging van ongeveer vier jaar een dochtertje
schonk. Voor het eerst scheeneen warmer gevoel
het hart van den ernsligen, koelbloedigen man
te bezielen, het was niet alleen de beminnens
waardige vriendelijkheid van den man naar de
wereld, maar iets dat naar ontroering zweemde,
waarmede hij het kleine meisje in de donkere
oogen zag, toen hij het voor de eerste maal in
zijne armen nam.
Maar hoe groot zijne vreugde ook was, zoo
was zij toch niet te vergelijken met de verruk
king waarmede Felix zijne zuster verwelkomde,
nu hij eindelijk een wensch vervuld zag, die hij
gedurende zijne kinderjaren reeds had gekoesterd.
Al de liefde en teederheid; die in het liefde
volle hart van den knaap woonde, hoopte hij op
het hoofd der kleine opeen, hij werd niet moede
om er mee ta spelen en het kind te liefkozen,
en de kleine Rosalie Radauer die anders zijn
lieveling was, werd daardoor geheel en al op den
achtergrond geschoven. Een nieuw, onbekend
gevoel ontwaakte in zijn bait: God had hem niet
alleen eene zuster gegeven, met wie hij gewil
lig en met vreugde het hart zijner moeder
■wilde deelen, waaraan hij zijn stiefvader nimmer,
een recht had afgestaan, neen, de kleine had
hem liet schoonste geschenk, eene familie geschon
ken, zij was plotseling den band geworden, dien
hem, al was het ook slechts van verre met den
vader verbond, zij maakte het oude huis tot zijn
te huis, zij opende zijn hart voor eene geheele
wereld vol liefde. Hoewel bij nu eerst, na zoo
iange jaren zich eerst werkelijk vrolijk eu dank
baar in zijn ouderlijk huis gevoelde, zoo zette hij
toch ziju vertrek naar de academie met allen
ijver en met al het ongeduld van zijn zestienjari
gen leeftijd door; het eigenaardige frische,.gevoel
der hooggespannen verwachting, waarmede de
jongeling uit de enge grenzen ,van het ouderlijk
huis in de wijde wereld en het veelbewogen
leven treedt; de vrolijke moed, die hem alles
licht doet schijnen, verkreeg ook bij hem de over
hand, en maakte hem het afscheid minder zwaar.
Zijne ouders behielden immers de kleine Anna,
waarover de Chevalier, op dringend verzoek van
den regeeringsraad peet werd, en zijne moeder,
,die hem weenend omarmd hield, en hem niet
los konde laten, beloofde hij plechtig, alle jaren
te buis te zullen komen, om haar getuigenis over
te leggen dat hij (len naam en de gedachtenis
zijns vaders in .eere hield.
Het werd nu zeer stil in het huis van Rieger,
Eelix had er meer levendigheid ingebracht als
ieder der bewoners voor zich wijde bekennen;
ernstig en verstandig genoeg, om de inogder in
al hetgeen zij gevoelde te begrijpeD en te ver>