N°. 3350. Woensdag A°. lb? 1 11 Januari. HET DERDE IUIMSTEKIE T110RRECHE. Feuilleton van het Leidsch Dagblad". DE FAMILIE-JUWEELEN. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regelj 0.45. Grootere lettors naar de plaatsruimte die zij beslaan. lil. Alvorens den nieuwen toestand onze aandacht ia te 'khenken, nog eenige beschouwingen ter vol- -a, tooiing van onze zienswijze over het vorig minis terie, welks aftreding, we herhalen het, niet op zich zelve staat, maar éen schakel vormt met het- m geep in de laatste dagen volbracht is. Id eeu vorig artikel namen we den handschoen op voor den heer Van Bosse, tegen hen die blijk- )0 baar den langdurigen loopbaan van dien staatsman slechts oppervlakkig kennen en hem daardoor m kwalijk begrijpen; een onpartijdig licht be- schijne ook thans de overige afgetreden ministers, y, Beantwoordde de heer Fock niet ten volle aan de verwachting, men moet daarbij niet uit'toog <e. verliezen, dat inderdaad omtrent dien oud-minis ter al zeer groote verwachtiugen werden gekoes- teid. De heer Fock werd als burgemeester der hoofdstad van alle zijden zoo geprezeD, zijn orgamieerend en administratief talent zoo hoog gekiemd, kortom de algemeene indruk, zelfs van de' meeste oppositie-bladen, was van dien aard, dat men in Fock the right man on the right place meende te hebben. Spoediger dus dan onder andere om standigheden, kwam aan liet licht dat een uit- ■tekend burgemeester noch geen uitstekend minis ter is. Uitstekende ministers zijn echter niet alledaagsch en schuilde in Fock dan niet dat groote talent, we hadden in hem een ijverig en doortastend minister, onder wien bij het binnen- landsch bestuur kracht en klem heerschte, of, om het met eene meer populaire uitdrukking te zeg gen, een man die voor zijn zaken stond. Fock onderscheidde zich vooral door zijne stand vastige houding in de onderwijs quaestie. Het lager onderwijs vond in hem een krach tig verdediger tegen de mokerslagen van de partij, die er op uit is, de moderne wereld terug te drijven tot kerkelijk-politieke toestanden van lang vervlogen tijden. Het ultramontanisme en de orthodoxie brachten hem niet aan het wankelen. 'Het middelbaar onderwijs dankt, naast den ontwerper van het wetsontwerp, veel den heer Fock. Zijn ijverig streven om die wet nauw gezet uit te voeren, verdient lof en getuigde van zijne zucht naar verlichting van den geest der natie en naar volksontwikkeling. De eenige vraag, die nog zal moeten opgelost wordeD, is, of de heer Fock een staatsman was en of 't niet beter voor hem ware geweest indien hij ook eenige ondervinding zou hebben opgedaan in de politieke leerschool. Moge dit beter zijn geweest, de onpartijdigheid gebiedt onmiddellijk in herinnering te bren- geu, dat de heer Fock de portefeuille schoorvoe tend heeft aangenomen, en daartoe is overgegaan otn tot oplossing van eene noodlottige crisis mede te werken. De grootste oppositie tegen den heer Fock was ontleend aan zijne wetsvoordracht tot verlaging van de census. Wederom evenals het belasting wezen een vraagpunt, waaromtrent de gevoelens tusschen de liberalen zeer verdeeld zijn en dat bovendien wegens de partijbedoelingen, die er aan vastgeknoopt werden, aan krachtiger en vas ter hand heter toevertrouwd is. Iutusschen, de goede wil en ijver bleken. Een voorstel werd ingediend, een voorloopig verslag zelfs uitgebracht en welk lot de voordracht bij de openbare beraadslaging zou hebben oudergaan kan niet met zekerheid beweerd worden. De oud-minister van koloniën, de heer De Waal, wiens bekwaamheden buiten beschouwing zijn, heeft het koloniaal vraagstuk in al zijn omvang gepeild en twee belangrijke wetten, de Agrarische en Suikerwet, doen aannemen, die naar zijne over tuiging tot heil van Nederland eD Indië zullen strekken, en waardoor onze koloniën langs een bedachtzamen en geleidelijken weg zullen bestuurd worden Daar zeer vrijzinnige beginselen. Er wordt beweerd dat de Koninklijke beslui ten tot uitvoering der Agrarische wet, deze wet afbreken. De wet was liberaal, de be sluiten zouden behouden zijn. Men heeft dit opgenomen als mystificatie, en zelfs artikelen geschreven, waarin op grond daar van en van het gebeurde met de Preangerher- vorming, een weder optreding van den heer De Waal, by gerucht verspreid, bestreden werd. We vrenschen hier niet te treden in eene bespreking van deze koninklijke besluiten, maar te consta- teeren, dat als men ze naast de redevoeringen van den heer De Waal legt, bij de verdediging der Agrarische wet uitgesproken, men tot de overtuiging zal komen dat de inhoud van die besluiten daarmede volkomen overeenstemt. Jammer dat de bekwame en van vernuft tin telende De Waal een gebrek had. Een veeljarig verblijf in eene zeer hooge staatsbetrekking in Indië, heeft bij hem indrukken achtergelaten, die in een Nederlandsch parlement minder thuis be- hooren. De Waal vergat wel eens de ware betee- kenis van het gemeen overleg. Onverdiende en stelselmatige oppositie verfoeide hij, en waar dit het geval was, vergat hij meer malen op welke plaats hij stond. Zie dit een oogenblik voorbij, laat de thans geschorste iDvoeriDg der Preanger-hervorming, waarin we geen oogenblik de goede trouw van den heer De Waal verdacht hebben, ter zijde, en ODtken of De Waal niet een sieraad van het vorig ministerie was en van elk ander zou ge weest zijn. De minister van justitie, de heer Van Lilaar, werd niet 't minst gespaard. We zullen de be kwaamheden van den heer Van Lilaar, om aan het hoofd te staan van een veelomvattend de partement, niet in bescherming nemen. Daarover is genoeg gezegd. Hij bracht niet de groote her vormingen in ons rechtswezen tot stand, evenmin als wijlen de heeren Olivier eD Borret. Toch gelukte het hem partieele wijzigingen in ons rechtswezen ta brengen, waarvaD enkele bij val vonden, en hij mocht zijn op zich zelf toe te juichen voorstel tot afsehaffing der doodstraf, door de Vertegenwoordiging goedgekeurd zien, een maatregel, die hem immers de voldoening schenkt een algemeen gekoesterden wensch bevredigd te hebben. Voorts deed hij een stap op den goeden weg door eene commissie ter benoeming voor te dragen tot herzieuing van ons strafwetboek. Opmerkelijk is het oordeel van het Weekblad van het Regt over den heer Van Lilaar: z,Er mogen wetenschappelijker juristen zijn dan de heer Van Lilaar maar blinde partijdigheid alleen kan de goede eigenschappen, die hij als minister had, en de goede werken, die hij heeft tot stand gebracht, miskennen. Om slechts van dit laatste te spreken, en om slechts op een paar voorbeelden te wijzen, hij heeft oris verlost van de doodstraf en van de wet van 1861, al zij dan ook dit laatste misschien niet zijn persoonlijke wensch geweest; en, ware zijn reeds betrekkelijk lang ministerieel leven nog eenigen tijd gespaard gebleven, hij had ons waarschijnlijk ook verlost van den Code Pénal; maar het moet hem,in ieder geval als verdienste worden aangerekend, dat hij den moed gehad heeft ook daartoe daden te stellen in plaats van woorden, en dat hij althaDS eene eerste belangrijke schrede gedaan heeft om dat doel te bereiken." Over den heer Roest van Limburg liepen de gevoelens zeer uiteen. Wij scharen ons aan de zijde van hen, die in den heer Roest iets excentrieks meenden te zien, maar die in zijn beleid, tijdens de moeilijke buitenlandsche aangelegenheden onder zijn bestuur, volstrekt niets bespeurden dat wantrouwen inboezemde. De heer Roest sprak niet veel in het parlement, maar zijne redevoe ringen, 't wordt erkend, waren kort, bondig en gingen altijd recht op het doel af. We laten de beslissing aan ieder onpartijdige over, die op de hoogte van 's lands zaken is, of de heer Roest van Limburg aan de achtbaarheid en waardig heid onzer regeering naar buiten, afbreuk heeft gedaan. Of het aan den minister van oorlog, den hoog- geschatten generaal Van Muiken, gegeven zou zijn geweest, den staat onzer verdedigings middelen naar de eischen des tijds te reorgani- seeren, is eeDe quaestie die te veel van deskundige inzichten afhangt en in zoo nauw verband staat inet 's lands geldmiddelen, dat 't bijna onmogelijk i» daarover na den betrekkelijk korten tijd dat hij het departement van oorlog bestuurde, een oordeel te vellen. Onbetwistbaar legde de gene raal veel energie aan den dag, en verried de jongste mobilisatie van het leger zijn krachtig optreden waar het noodig was. De Marine was en blijft in handen van den heer Brocx aan eene uitstekende specialiteit toe vertrouwd. Lelden, ÏO Januari. Er bestaat een plan om op een nader te be palen datum in den Stadsschouwburg te doen plaats hebben een uitvoering door het muziek korps der dd. Schutterij onder leiding van den lieer J. J. H. Muller ten voordeele der algemeene armen van Leiden. Wij juichen dit voornemen zeer toe, daar het te verwachten is dat alleu zonder onderscheid, hieraan ruimschoots zullen deelnemen. In een jaargetijde waarin wij dagelijks in mindere of meerdere mate de scherpe kou gewaar worden kan het niet anders of het doel, om onze be hoeftige stadgenooten eenigermate hun lot te ver zachten, zal hiermede bereikt worden. Inteeken- lijsten worden aan de huizen aangeboden. Als caudidaten voor het lidmaatschap der Tweede Kamer der Staten-Generaal in het kiesdistrict Dord recht worden genoemd de heeren Mr. Kappeyne van de Coppello en generaal Knoop. Algemeen is de wensch, dat de verschillende kiesvereenigingen in het district slagen om een candidaat te vinden, die de sympathie der geheele liberale partij bezit, daar verdeeldheid van stemmen bij de macht der tegenpartij in dit district, niet anders dan nood lottig kan zijn. H. M. de koningin van Zweden is den 30sten Dec. behouden te Stockholm aangekomen. De koning was haar tot Laxa tegemoet gereisd. Aan het dezer dagen bekend gemaakte adres betreffende het toezicht op het middalbaar onder wijs hebben, met inbegrip der eerste ondertee- kenaars, 35S personen hunne adhaesie betuigd. Daarvan slaan 218 op de eene of andere wijze tot het onderwijs in betrekking, namelijk:! 20 leden en oud leden van plaatselijke commissiën, 133 directeurs en leeraars aan de hoogere burger scholen en andere inrichtingen van middelbaar onderwijs, 19 rectoren en verdere leeraars aan gymnasiën, 34 hoogleeraren, en 12 andere onder wijzers. Voorts behooren daar nog onder: 23 ge neeskundigen, 19 advocaten en leden der rechter lijke macht, 10 predikanten, 19 ingenieurs, 24 kooplieden, assuradeurs en fabrikanten, grooten- deels uit Amsterdam. We meenen de fabriekanten, eigenaars van stoomketels, geen ODdienst te doen, door de op gave der standplaatsen van de ingenieurs voor het stoomwezen met 1 Jan. 1871, zooals die in de Sloompost voorkomen. 1ste district (Zeeland, Brabant en Limburg), P. J. J. Bogaert, ingenieur lste kl., te Maastricht, W. A. M. Piepers, adspi- rant ingenieur, te s'-Hertogenbosch. 2de district (Zuid-Holland) S. L. Kempen, iDgeuieur 2de kl. te Rotterdam. 3de district (Noord-Holland) W. Houwens, ingenieur 2de kl., te Amsterdam. 4de district (Gelderland en Utrecht); A. A. C. De Vries Robbé, ingenieur lste kl., en N. Van Dissel, adspirent ingenieur beiden te Ede. 5de distriet (Friesland, Groningen, Drenthe en Overrijsel); H. J. P. Van Meurs, ingenieur 2de klasse, te Zwolle. Ingevolge het bepaalde bij art. 31 der wet van den 22sten Juli 1870 Staatsblad n'. 138) zullen onder anderen de navolgende vrijstellingen van (Novelle naar het Hoogduitach). Vervolg.) 'De regeeriDgsraad kwam hem echter voor, en maakte zich, zonder verder acht op hem te slaan dadelijk meester vbd het gesprek. Hij zette zich naast haar, en daar hij hare verrassing bij het hooren van zijn Daam zeer goed had opgemerkt, zeide hij»lk gevoel mij zoo ongelukkig, ma dame, dat het noodlot mij als tegenpartij tegen over zulk eene beminnelijke dame heeft geplaatst, dat ik u om uwe toegevendheid en welwillend heid moet verzoeken. Ik had er geene gedachte op, dat ik mijne rechten tegenover eene dame zou moeten bestrijden, wie weet, wat ik bij over weging van zulk een bemoeilijking van den strijd zou gedaan hebben er zijn zekere punten, waarop het sterke geslacht zwakker is, dan het zwakke, wie ten minste altijd beminnenswaardigheid en schoonheid zegevierend ter zijde staan. Hoe dit echter ook zij ik stel u in het gezellig verkeer, wapenstilstand voor, en bid u mij, al zij het dan ook verren bloedverwant, toch als den het meest daartoe gerechtigden om u van dieDst te zijn, te willen beschouwen." Mevrouw Von Bork reikte hem met eeD dank baar gevoel de hand, en op dat oogenblik glim lachte hij, waardoor zijn gelaat zoo vriendelijk en innemend werd, dat zij bij zich zelve de op merking maakte, dat hij een zeer schoon man was. Hij voerde een levendig gesprek met haar, met den tact van iemand die volkomen te hui6 is iü de groote wereld en langzamerhand ge voelde zij zich geheel tevreden met bare omge ving. Dat hij de Fransche taal zoo geheel mees ter was, droeg er zeker niet weinig toe bij, maar hij wist zoo belangwekkend te verhalen, door geschikte vragen en wendingen mevr. Von Bork op te wekken en mededeelzaam te maken, dat zij hem in korten tijd onbewust een dieperen blik in haar hart en haar karakter had doen slaan, als menig ander in maanden gelukt zou zijn. Toen men afscheid nam, verzocht hij om de verguDDing haar nu en dan in haar hotel eene visite te brengen, eeD verzoek dat de heer Ra- dauer met grenzenlooze verwondering, ja zelfs bijDa met ijverzucht aanhoorde, en door mevrouw Von Bork daarentegen geheel onbevangen werd toegestaan. Tevreden en bemoedigd door de gebeurtenis sen van dezen dag reed zij naar huis; sedert zij haar tegenstander kende, en moest bekennen, dat van al de personen, die zij, zoolang als zij iD Duitschland was, had leeren kenDen, hij verreweg de beleefdste en beminnenswaardigste was, steeg hare hoop op de gelukkige uitkomst van haar proces, zij maakte naar vrouwenaard, onjuiste gevolgtrekkingen, en meende dat er niet veel ge vaar kon bestaan in de aanspraken die hij deed gelden. De gevolgen deden haar echter zieo, dat zij zijne edelmoedigheid te veel had vertrouwd, want het proces scheen zich geducht te zullen rekken: maanden waren er reeds verloopeD, de herfst en de winter waren voorbijgegaan, de leDtezon lokte reeds hier en daar de primulaveris en sneeuwklokjes uit de smeltende sneeuw te voor schijn en nog altijd was de rechts-quaestie han gende, en geen der beide partijen had ook slechts een handbreed toegegeven. De verhouding tus schen de beide procedeerenden was intusschen zoodanig, alsof hen de zaak in het geheel Diet aanging, en was zelfs hoe langer hoe vriendschap- pelijker en vertrouwlijker geworden. Hoewel mevrouw Von Bork du en dan de welgemeende uitnoodigingen van den heer Ra- dauer aannam, zoo waren de uren, die zij met Rieger doorbracht, toch altijd het beste deel van hare eeüzame dagen. En hij kwam spoedig dage lijks en het werd haar zulk eene lieve gewoonte, dat zij treurig gestemd was als hij uitbleef. Hij had er voor gezorgd, dat Felix geschikte meesters kreeg, hij waudelde met haar en bezocht de opera met haar, bezorgde haar eene Fransche Courant, kortom hij deed alles, wat slechls een trouw vriend, of teeder minnaar kan doen, zon der echter nog van liefde of vriendschap te spre ken, of ooit op rechten daarvan aanspraak te ma ken. Warmte van gevoel scheeD hij echter dan ook weiuig te bezitteD, en waar bij andere man nen het hart raadt wat de geliefde wenscht en behoeft, daar raadpleegde hij in alle bedaardheid zijn verstand, en hij kwam daarmede even ver. Hij zou dit wellicht niet gedaan hebben als mevrouw Von Bork heui bemind had, maar hare liefde was aan het eeuzauie graf in Frankrijk gebleven en de verlatene vrouw verlangde niets anders dan eeD vriend en een leidsman, een rustig, stil, te huis. Bij de weinige aauspraken die zij nog aan het hurt van een man maakte, was zij dankbaar en geroerd voor ieder bewijs vau zorg en deelneming, dat Rieger haar bewees, en hij werd baar als de eenige die ze haar bewees, weldra onontbeerlijk. Wordt Vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1