De minister heeft op ongunstig advies van B. en W. en van den commissaris des Konings geen termen gevonden hierop gunstig te beschikken. Rotterdam, 9 Jan. Dr. H. L. Vinke, pred. bij de Ned. Herv. gemeente alhier, herdacht dezer dagen zijne 25jarige ambstvervulling en ontving bij die gelegenheid een aantal geschenken. Baeendrecht, 7 Januari. Dat ook hier aan de minvermogenden wordt gedacht kan uit het na volgende blijken. In de laatste week van 1870 werd door het diaconie-armbestuur voor ruim 200 aan klee- dingstukken uitgereikt. Den 2den dezer werd door eene commissie, zooals jaarlijks, een ruime bedeeling gedaan in brood uit vrijwillig bijeen gebrachte geldenen heden werd door de leden der letterlievende vereeuiging Tollens elk minver mogend huisgezin in staat gesteld, bij eene daar toe benoemde commissie, van 30 tot 75 turven af te halen, als eene buitengewone gift bij de felle winterkoude. Ook bekostigt genoemde ver- eeniging de uitgaven eener flinke volksleesinrich- ting, waar ieder zich gratis van aangename en nuttige lectuur kan voorzien. Hiervan wordt dan ook druk gebruik gemaakt. Rosenborg, 7 Jan. Ons eiland is thans op drie der veeren met het overige vaste land door het ijs verbonden. Voor Maassluis passeeren de koeien te voet de rivier. Voor Nieuwesluis is ook een koppel ossen de rivier te voet overgetrokken, en te Brielle is heden nog een paard van Riedé, den aannemer der posterijen de rivier te voet gepasseerd. Dat er van Rozenburg zelf zoowel als van de omliggende plaatsen, veel gebruik wordt gemaakt, is te begrijpen, daar het veer geld te Brielle met ijsgang voor één passagier is gesteld op ƒ1.40, van Maassluis op 70 ets. en van Nieuwesluis zooveel guldens als deschippers zullen goedvinden te zullen vorderen, daar van dat veer geen tarief schijnt te bestaan. Gooda, 8 Jan. Aan de harddraverij met paard en slede, eergisteren te Waddiniveen gehouden, hebben veertien liefhebbers deel genomen. De prijs, zijnde eene fraaie pendule, is behaald door onzen stadgenoot De Vries, en de premie, een fraai hoofdstel, door den heer Bos van Zeven huizen. Utrecht, 9 Jan. Sedert het heerschen der Cho lera alhier, was het sterftecijfer in eene week niet. zoo hoog als in de afgeloopene, zijnde 69 behalve de thans heerschende epidemie, lijden velen aan koortsen. In de afgeloopene maand stierven echter aan pokziekte slechts 57 personen. Nijmegen, 7 Januari. De laag gelegen landen van uiterwaarden, die onlangs bij den hoogen waterstand der rivier de Waal hier in de om streken zijn oudergeloopen, zijn in onafzien bare ijsvelden herschapen, waarop men zich thans vermaakt met schaatsenrijden. Hedenmiddag oefen- den zich alhier de mineurs en sappeurs op een gedeelte der rivier boven de stad met het sprin gen van een ijsmiju, hetgeen aan de verwachting zeer goed voldeed. Aan toeschouwers ontbrak het niet. Tiel, 7 Januari. De commissie aan wie in 1868 op eene algemeene kiezersvergadering was opge dragen het ontwerpen van een reglement had thans opgeroepen alle die leden wenschten te worden van de Centrale Kiesvereeniging voor het hoofdkiesdistrict Tiel, en zich vereenigen kunnen met de beginselen in art. Ivan het concept-regle ment. Dit artikel luidt als volgt: Het doel der Ver eeuiging is om door alle gepaste middelen mede te werken totde benoeming van kundige, eerlijke, zelf standige) Vertegenwoordigers in Rijks- en pro vinciaal bestuur, van wie met grond de toepassing onzer Grondwetsbeginselen in vrijgeviger zin mag worden verwacht. Het resultaat der Vergadering, die werd geleid door Mr. A. Pijnacker Hordijk, was dat 84 leden toetraden en het reglement geamendeerd werd aangenomen. De jaarlijksche contributie is vastgesteld op ƒ0.25 (minumum.) Harderwijk, 9 Januari. Gedurende het jaar 1870 zijn bij het koloniaal werfdepot alhier aangeko men 438 onderofficieren en manschappen, uit het leger hier te lande overgeplaatst en 615 per sonen, waaronder 289 vreemdelingen, die zich op de gewone wijze voor den kolon. milit. dienst verbonden. Aan deze 1053 personen is handgeld of gratificatie uitbetaald van 120 tot 200 per persoon. 445 onderofficieren en manschappen keerden uit Oost- en 77 onderofficieren en man schappen uit West-Indië terug. Van die uit O.-I. hadden 147 en van die uit W.-I. 13 aanspraak op voortdurend gagement. Deventer, 7 Jan. Gisterennacht hebben hier vertoefd en zijn heden naar Amsterdam overge bracht vier uit Minden ontvluchte krijgsgevange nen. Zij roemden de behandeling der Pruisen in hunne gevangenschap niet, waren vol hoop en schenen niet juist bekend met den treurigen toe stand van hun vaderland. Twee waren te Sédan, éen te Worth en éen te Gravelotte gevangenge nomen. Hun aanvoerders hadden de schuld. Ten voordeele der algemeene armen zal door de onderofficieren van het 2de bat. 1ste reg. inf. alhier en met medewerking van het muziek korps van het 4de reg. huz., onder de leiding van den fortificatie-opzichter den heer Courbois, een tooneelvoorstelling gegeven worden, waarvan de opbrengst zal worden besteed (in overleg met het Gemeentebestuur) voor een buitengewone uitdee- ling van levensmiddelen en brandstoffen aan be- hoeftigen van alle gezindheden. Deventer, 8 Jan. De snerpende koude der laatste dagen heeft alle werkzaamheden doen staken. Aan tal van arbeiders wordt door de stedelijke regeering dientengevolge werk verschaft; deze zijn bezig om het ijs van de ten gevolge van den buitengewoon hoogen waterstand geïnundeerde kade langs de Welle los te hakken, waarmede zij een goed daggeld verdienen. Groningen, 8 Jan. De laatste dagen zijn alhier niet veel nieuwe gevallen van pokziekte voorge komen; het geheele getal der tot dusver aange tasten, is in verhouding tot de bevolking ruim 1 op de duizend. Ten opzichte van het platte land is slechts uit Bellingewolde, Onstwedde en Nieuwe Pekela bericht ontvangen van het voorkomen van pokken aldaar. De Kamer van Koophandel heeft gisteren tot voorzitter gekozen den heer A. De Monchy, tot vice-voorzitter den heer, P. K, Roelfsema, tot penningmeester den heer J. Juchter. Middelburg, 9 Januari. In het afgeloopen jaar zijn in de haven alhier binnengekomen 35 zee schepen, te zamen metende 5438 zeetonnen, van welke 31 onder 'Nederlandsche en 4 onder En- gelsche vlag. Van die schepen waren er 2S ge laden met steenkolen, 4 met werkhout en palm olie en 1 met koffie en suiker. Zierkzee, 7 Jan. Ons gemeentebestuur wijdt steeds zijne beste zorgen aan het onderwijs. Dezer dagen werd een nieuwe tusschenschool geopend, die een modelschool genoemd kan worden, daar alles aanwezig is wat men verlangen kan, ruimte, licht en lucht in 3 groote, goed geventileerde ver trekken, door glazen beschotten van elkaar ge scheiden zoodat de onderwijzer met het geheel kan overzien. JBU1TENLAIVD. België. Onder den titel: „Oii nous en sommes!" heeft te Brussel een brochure het licht gezien, waarvan den inhoud zoo belangwekkend is, dat we er een en ander aan ontleenen. De oorlog van 1870, zoo lezen we, is de eenige die, sedert de dageu van het eerste keizerrijk, nieuwe elementen oplevert voor de krijgsweten schap. Alles, wat krijgskunde en krijgswetenschap j betreft, wat men sedert 20 jaren uitgevonden, be werkt of ontworpen heeft, wordt nu in praktijk gebracht. Een leger van beproefde dapperheid, is binnen den tijd van 3 maanden vernietigd, en de marsch- en rustdagen hebben tot die vernietiging evenveel bijgedragen als de dagen op het slagveld. Waardoor toch dat geheeleen plotselinge ineen storten van een militair gebouw, dat op zulke hechte fundamenten scheen te steunen, dat België sedert 40 jaren voor het grootste deel zijne over leveringen heeft gevolgd? Zonder de staatkundige oorzaken aan te roeren, zullen wij ons alleen tot de militaire daadzaken bepalen. Het denkbeeld van getrokken geschut en mitrail leuses ontstond in het Fransche leger; haar komt de eer van het chassepotgeweer toe, waarvan het Pruisische leger de voortreffelijkheid erkent; het Fransche leger bezat eene ridderlijke en opper vlakkig beschouwd onovertroffen cavalerie; de Fransche marine vond de pantserschepen uit en niettegenstaande dit alles is het Fransche le ger vernietigd, en de Fransche marine tot vol slagen werkeloosheid gedoemd. Waarin ligt nu het organische gebrek? Inde Routine. Men heeft er niet genoeg acht op geslagen, dat het gebruik der nieuwe wapens een totale om keer van strategie en tactiek vordert, en in dat opzicht heeft men in Frankrijk niet conse quent gehandeld. Het Fransche leger heeft zelve veel bijgedragen tot haar noodlot, daar het haar getrokken geschut, hare chassepot-geweren, haar cavalerie, niet doelmatig wist te gebruiken. Heeft men zich bezig gehouden met de volma king der vroeger in gebruik zijnde wapening? Heeft men zich bij voorbeeld ook afgevraagd, of de versterkingen, meer nog dan den oorlog in 't veld zich naar de nieuwe artillerie regelen moest? De toestand der versterking van Straatsburg en Parijs bewijst toch, dat er niets voorbereid was. Heeft de Fransche marine zich duidelijk trachten te maken, wat men met eene gepantserde vloot ondernemen kan Het voortreffelijke Fransche leger stond in 1870 tegenover de Pruisische legermacht evenals deze in 1806 tegenover Napoleon I stond, zooals de legers van Lodewijk XV tegenover het leger van Frederik de Groote stonden. Alles, wat Napoleon I aan militaire kennis heeft nagelaten, wordt heden ten dage door de Prui sen in praktijk gebracht, terwijl zij tevens den vooruitgang der bewapeningen in het oog houden. De Fransche routine hield daarentegen vast aan het zuivere, onveranderde stelsel van Vau- ban, zonder zich af te vragen, wat die groote ingenieur zou gedaan hebben, wanneer hij zich tegen getrokken geschut had moeten verdedigen. Ter nauwernood hebben in de laatste jaren som migen, enkele onderwerpen der tactiek theore tisch behandeld wat de strategie, de legeror- ganisatie aangaat hierover hoorde men nage noeg niets. Men rekende op de dapperheid der soldaten, de onverschrokkenheid der officierenverder liet men alles aan de routine over. Het volslagen gebrek aan ernstige studie, de ongeschiktheid van den generalen staf als element der organisatie en als strategische leidslieden, de onbekwaamheid van enkele chefs, dat alles bestond sedert 5 jareD, sedert 4 maanden, bestaat nog heden. Hoe heeft zich dat leger na de tegenspoeden van 179293 hersteld. Werd dit veroorzaakt door de geestdrift der vrijwilligers! Het is van groot belang hieromtrent niet in dwaling te verkeeren, de onbekwame vrijwilligers zijn eerst goede sol daten geworden, nadat zij in aanraking kwamen met de overblijfselen van het leger van Lodewijk XV eD daardoor een werkelijke militaire ont wikkeling verkregen. Het Fransche leger had toen zijn ontwikkeling te dauken aan de orga- niseerende talenten van Camot, en het ij verin- c bel streven van zijne jeugdige leden van den gem ralen staf, die weinige jaren later de beste gemCal raals van het keizerrijk werden. Heden ten da;^al ontbreekt het Frankrijk aan tactici van dt^ eersten rang, en bijgevolg telt het leger geen goede aanvoerders. Bij de vereenigiDg der Fransche strijdkrachte: had men in de eerste plaats tot gewichtige opt ratiën behoefte aan een ervaren geDeralen slt'a! waardoor ze aangevoerd konden worden. Slech:° 1 in dat geval zouden de Duitsche legers, nietk'81 genstaande hun getalsterkte, en het vaste vei' trouwen op hunne overwinningen, zich in huns verwachtingen zeer teurgesteld kunnen ziet de gevolgen zouden dan onberekenbaar zijn' maar het is niet wel denkbaar dat dit nog platq zal hebben. we -i wil - afsi res mo t bot res vol De organisatie van het Duitsche leger heeft be: de overwinning verschaft en moest hen die zekeren, omdat men zich door aanhoudende ei grondige studie boven de gewone beschouwing®:^ verheven had en vooraf daar men door gering^ studie der strategie en tactiek het nieuwe gebrul!" der verschillende wapens volkomen eigen gemaakt. Het Duitsche leger heeft gestudeerd, het ove? denkt en neemt oorlogsmaatregelen. De gevech- PI >tri set wa ten zijn niet het onderwerp waartoe de uitsluitend: voorzorg zich bepaalt, zij vormen slechts een dee" van het geheel. TusscheD de dagen der veldslag gen liggen de even gewichtige rust en marset' dagen. Het Duitsche leger heeft hare overmacli nil hoofdzakelijk te daDken aan de wetenschappelijk^ vorming en strategische kennis van haar ge° neralen staf. (V€ De practische aanwending der strategische be schouwingen overtreft alle combinatiën der tactiel... en de veldtocht van Ig70 heeft getoond dat di zekerste waarborgen voor een gunstig gevolg, de vrije handelingen van een flinken en krachtvollf^ generalen staf te vinden zijn. Aan de cavalerie komt de eerste plaats toe it^ die dagen die de veldslagen van elkaar scheiden Hun rol was inderdaad vaD strategischen aard ei staat in het nauwste verband met de onvermoeid; werkzaamheid die de leger aanvoerders kenmerkt Het Pruisische leger, dat alles behartigde, warns in eenig opzicht de schitterende wapenfeiten vatie het keizerrijk aan kan toonen, komt de eer toe, 1 van een der eerste woorwaarden der nieuwele bewapening het voortreffelijkste middel om vawaï groote massa's cavallerie een goed gebruik te I maken in werking te hebben gebracht wanlne er is hier geen sprake van kleine detachementeniei eclaireurs, maar van geheele regementen. -pn De meeste cavalerie officieren waren, niettege- in staande de hevigheid van den strijd met de nieuw-eei vuurwapenen, van de voortreffelijkheid huuneiooi wapens overtuigd, maar het handelde zich hiencl slechts om het systeem, maar om niet in prakbri tijk te brengen. Den Pruisischen generalen sta: 1 en der Duitsche cavalerie komt dus alle lof toede Wanneer dan de operatiën der taktiek in degel dagen der gevechten volgen, dan treedt de cavalleriege: op den achtergrond, en bepaalt zich tot een opoffepn rende, en ondergeschikte missie, de PrnisischeEn legeraanvoerders hebben bewezen dat zij dei meening toegedaan zijn, dat alsdan de eersteboi plaats toekomt, aan een flinke artilllerie, ondeirijl wier bescherming de infanterie manoevreert, en'.ij: waarvan voor het vervolg niet de geringste eiioi genaardigheid zal bestaan, dat zij in groote gepie tale optreedt. Deze infanterie bezet en neemt deter positiën en handelt meer in overeenstemmingop met de door de artillerie verkregen resultaterva: dan wel door het initiatief van hun vuur. De schrijver van „Ou nous en sommes!" vat hetOo geen uit den veldtocht van 1870 te leereD is, in i zeven punten te samen, waarvan punt 3 tot Jcl hield. Overigens was zij zeer goedhartig en wel willend, hoewel zij gaarne een beschermend air aannam, waartoe de langzame en genadige toon, waarop zij, wel is waar slechts uit gemakzucht sprak, zeer goed paste. Zij was letterlijk over laden met kostbaarheden en de herhaalde zucht die zij slaakte, als zij zich weer iu het hoekje van haar sopha neêrvleide, kon ook wel op de gouden last worden geschoven, die hals en armen bedekte. Zij oDtviug mevrouw Von Bork zeer vriende lijk, en de baronstitel scheen minder indruk op haar te maken, dan op haar man, eene opmer king die mevrouw Von Bork zeer voor haar in nam. Mevrouw Radauer vond in het bewustzijn van haar rijkdom, hare juweelen en kanten, die in haar kring alles overtroffen, genoegzame zekerheid en vastheid om tegenover alle voor name personen eene vriendelijke, gemakkelijke rust en bedaardheid te bewaren, en daar zij altijd goedhartig was, was dit alles eerder komisch dan wel kwetsend, en zag men haar liever dan haar echtgenoot die niet zoo zelf bewust en be vredigd door zijn fortuin, met eene rusteloosheid naar rang, eer en aanzien streefde, die in den iioogsteu graad pijnigend en vermoeiend kon worden. Langzamerhand verzamelden zich de gasten baronessen met schtterende namen en verbleekte kleederen, jonge officiers die het niet versmaadden huune netten hier naar de rijke dochters Israels uit te werpen en daardoor het Christendom, even als hunne kas bevorderlijk zochten te zijn, en kunstenaars die zich den wierook lieten welgeval len, die hen dezen kunstlievenden en beschaaf den kring bereidwillig toebracht, vulden langza merhand de prachtige zalen. Vooral de kinde ren van het oosten onderscheiden zich door hun druk en luidruchtig gesprek en gedecideerd oor deel, bij de muziekale voordrachten gaven ze hun gevoel door levendige geestdrift lucht, die slechts nu en dan voor eene dweepende herinne ring aan Mendelssohn en Meijerbeer week. Mevrouw Von Bork die zich in dezen kring vreemd en angstig gevoelde, begon te wenscheu dat zij weer in haar stil vertrek was, en zij zocht naar een geschikt voorwendsel om zich te verwijderen, maar de heer Radauer die te huis Julius genoemd werd liet haar daartoe geen tijd. Vooreerst werden haar alle personen wier voorouders of effecten hen daartoe berech- tigden, voorgesteld, en Felix, „de Btamhouder" zooals Radauer hem eigenmachtig noemde, werd hen van verre getoond, daar hij in een zijvertrek platen en albums bezichtigde. Mevrouw Von Bork, was niettegenstaande zij dertig jaar was, nog altijd eene te schoone vrouw, om vooral door de heeren onopgemerkt te blijven. Maar er waren er slechts weinige onder hen, die het geen te zware taak rekenden Fransch te spreken, waardoor het gesprek, na eenige woorden, die de meesten hunner zich nog uit hun school tijd herinuerdeD, weder afgebroken werd. Mevr. Radauer sprak en verstond volstrekt geen Fransch. Zij moest altijd haren Julius als een zeer slechte dictionnaire aan hare zijde hebben, en verge noegde zich dus, als hij er niet was, haren gast nu en dan eens vriendelijk toe te knikken, of bij indrukwekkende muziek hare meening te kennen te geven, door hare oogen zachtkens te sluiten, en de schouders even op te halen, dat haar volstrekt geen inspanning kostte. Treurig en vol verveling zag mevr. Van Bork naar de kamer, waar Felix nog altijd de platen zag die op de tafel lagen, en daar zag zij tot hare groote vreugde den vreemdeling uit den spoortrein, die naast hem zat en zeer vriendelijk en druk met hem stond te praten. Zij wist zelf niet waarom zij zich zoozeer daarover verheugde, maar zij had een gevoel, alsof zij plotseÜDg een steunpunt in het haar onbekende gezelschap had gevonden. Na ver loop van eenigen tijd kwam hij naar de zaal, waar hij door den heer Radauer leven dig en met zichtbare blijdschap werd oul-ïss vangen. De vreemdeling was hoewel niet de innemendst-Lsa toch onloochenbaar de indrukwekkendste persooifor van het geheele gezelschap; hij beantwoorde de beleefdheden van den heer des huizes en velfoe: anderen met de bedaardheid en zorgeloosheid vat j een vorst; maar de hoogmoed en de strengheide: die de hoofdtrekken van zijne gelaatsuitdrukkinsDe waren, kwamen scherp uit, en maakte zijn gelaakt minder aangenaam dan gisteren, toen hij ziet vriendelijk tot zijne reisgezellin wendde. Einde-Ca lijk nadat hij nu en dan tamelijk onverschillige' naar mevrouw Von Bork had gezien, kwam lii.doi met den bankier naar haar toe. ro< „Mijnheer de regeerings raad Rieger." zeideTu Radauer hem voorstellende, terwijl hij innerlijk, verwenschte, dat hij niet op het Fransche woor'Ri voor „tegenpartij" konden komen, daar hij eiPo zoo gaarne had willen bijwezen: „wenscht zijntin tegenpartij voorgesteld te worden." tin he i Wordt lervolgd.) de Vgj ra Ee Bc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2