N°. 3348.
Maandag
A°. 1871.
9 Januari.
LEIDSCI
DAGBLAD
PRIJS DEZER COXJRANX.
Voor Leiden per 3 maandenf 3.00.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
3.85.
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTKNTIEN.
Voor iederen regelj o.i5.
Grootere letter» naar de plaatsruimte die zij beslaan.
HET DERDE «l.MSTERIE TI10RBECKE.
li.
Oorzaken en gevolgen moeten wel onderschei-
.den en in vele gevallen niet van elkander losge
rukt worden, wil men tot eene juiste en onpar
tijdige beoordeeling van een toestand of eene zaak
geraken. Beide eischen te stellen voor eene be
oordeeling der aftreding van het ministerie-
Van Bosse-Fock en de optreding van het minis-
terie-Thorbecke, is onmisbaar, wil men niet de
hand reiken aan hen die door kwistig verwar
ring te strooien, het volk op een dwaalspoor
trachten te brengen.
Het ministerie-Van Bosse-Fock ia niet gevallen
omdat zijne beginselen niet die der natie waren,
maar het is teruggedeinsd voor de zware, ge
wichtige en veelomvattende taak, om te toonen
dat die beginselen door alle stormen heen proef
houdend zijn.
Het is daarvoor teruggedeinsd, omdat de ver
eende krachten te kort schoten om voort te gaan
op den weg, die door de meer bekwame leden
van het Kabinet ingeslagen was. Vandaar aar
zeling, weifeling en eindelijk moedeloosheid ten
gevolge van onbillijke oppositie van hen, die ter
wille van theorieën, waarover de gevoelens nog zeer
verdeeld zijn, ons wordingsproces sedert 1848 uit
liet oog verliezen en wegens louter meeningrer-
schil over vraagstukken, die op den weg der
liberalen liggen, voor de gevaren van eene scheu
ring der liberale partij blind zijn.
Voeg daarbij de listen en lagen van de woelige
en intrigeerende conservatieve factie, den klim-
mendeu overmoed van de ultramontanen, den niet
altijd gemoedelijken strijd van de anti-revolution-
nairen en de talrijke buitengewone omstandig
heden waarmede bet ministerie te kampen heeft
gehad, en men zal toegeven dat er geene geringe
dosis energie en kracht van alle leden van 't minis
terie noodig was, om het scbip van den staat
door de stormen heen te sturen.
Ziedaar den samenloop van omstandigheden, die
liet ministerie ondermijnd en ten slotte tot de
crisis geleid hebben. Ware het ministerie niet
op allerlei wijze onverantwoordelijk gestoord ge
worden in zijn werk, het had veilig kunnen
aanblijven; het zat volstrekt niet stil, het leefde
niet bij den dag. De oppositie tegen vele van
zijne leden was kleingeestig en moet uit andere
oorzaken endoeleinden voortgesproten zijn.
Was de strijd tegen den heer Van Bosse recht
vaardig? Neen, in hooge mate onbillijk. De lieer
Van Bosse was doordrongen van de behoefte aan
eene hervorming onzer belastingen. Onderschei
dene pogingen zijn in dien zin door hem aange
wend, en telkens bleek het daarbij dat liet spreek
woord zooveel hoofden, zooveel zinnen niet aan
kracht verloren heeft.
Eindelijk kwam hij toteeneinkomsten-belasting,
die van vele zijden buiten, maar vooral in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en door de
zoogenaamde jonge partij aangeprezen was als
het geneesmiddel van onzen ziekelijken finan-
tieelen toestand.
Wat was voor dien moeilijken stap tot hervor
ming van ons belastingstelsel zijn deel?
Miskenning, en nog eeDS miskenning.
Van de conservatieven kon men, vooral in
dit geval, niet anders verwachten. Aan hunne val-
sche voorstellingen is men evenwel gewoon. Maar
zij, die het meest op eene belasting-hervorming,
op een income-tax hadden aangedrongen, verkon
digden luide dat het den heer Van Bosse met dit
voorstel geen ernst, dat het slechts ODtworpen was
om dit heerlijk beginsel voorgoed den kop in te
drukken. Eens de zaak in dit licht gesteld, viel
het niet moeilijk den heer Van Bosse toe te voegen
dat hij de man niet was 001 doortastende maat
regelen te nemen, dat hij moest wijken voor
mannen met practischer en helderder blik.
Geene oppositie tegen den kundigen financier
was ongegronder en partijdiger dan deze.
Het doet ons dan ook goed dat er nog man
nen, mannen van talent en gezag, zijn, die het
werk, dat de heer Van Bosse geleverd heeft, on
partijdig beschouwen. Zulk een man is de be
kwame economist Mr. G. N. Pierson, die wel in het
jtjngste nummer van De Gid» eene doorwrochte
bestrijding van de inkomsten-belasting levert,
tnaar het volgende omtrent het voorstel-Van
Bosse zegt:
«De onlangs door den heer Van Bosse voor
gedragen inkomsten-belasting schijnt mij inderdaad
(de verdeeling in klassen uitgezonderd) een zeer
goed voorbeeld van hetgeen zulk eene belasting
zijn moet, als men zich streng wil houden aan
het beginsel van iedereen te laten bijdragen in
evenredigheid tot zijn inkomen. Zoodra men een
minimum van inkomsten voor ieder vrijstelt, of
eene onderscheiding maakt naar de bronnen, waar
uit het inkomen is ontstaan, verloochent men
inderdaad het beginsel waarvan men uitgaat en
kiest een nieuw beginsel tot richtsnoer. Elke wij
ziging, die men brengt in het denkbeeld om alle
belastbare inkomsten in gelijke evenredigheid te
treffen, is een prosest tegen de jnistheid van dit
denkbeeld zelf en bijgevolg een ondermijning van
de grondslagen, waarop de inkomsten-belasting
rust. Men moet niet op twee gedachten hinken.
Is het billijk, iedereen te treffe naarmate van
zijn inkomen, ja of neen? Indien ja, dan vrage
men niet naar den oorsprong of de bestemming
van het inkomen, maar treffen alle inkomsten
gelijkelijk. Maar acht men dit laatste onbillijk,
dan vervolge men ons niet langer met eene theo
rie, waaraan men toont geen geloof te hechten.
De heer Van Bosse heeft dit ook zoo begrepen
en naar die overtuiging gehandeld. Zelfs de lijf
renten heeft hij niet uitgezonderd, hoewel hij
deze toch veilig naar eene andere maatstaf had
kunnen belastenwant eene lijfrente is geen zui
ver inkomen, maar inkomen vermengd met ka
pitaal, evenals de annuiteit, die men aan eene
hypotheekbank betaalt. Dit laatste is dus eene
fout, eene overdrijving: maar voor het overige is
het ontwerp eene radicale, consequente toepassing
van het eenmaal gekozen beginsel, en men mag
niet nalaten dit eene van zijne hoofddeugden te
noemen. Welken naam moet men geven aan de
logica van hen, die u eerst op allerlei tonen
den lof zingen van de leer, dat iedereen moet
bijdragen in verhouding tot zijn inkomen, en zich
later beijveren om het betoog te levereD, dat de
billijkheid medebrengt om een zeker minimum
vrij te stellen, de inkomsten uit arbeid minder
zwaar te belasten, of eene andere bepaling te ma
ken, waardoor iedereen volstrekt niet zou bijdra
gen in verhouding tot zijn inkomen, maar in eene
geheel andere verhouding!
Ernst of kortswijl? zou men geneigd zijn aan
heD, die zoo handelen, te vragen. Eens en vooral
weusch ik duidelijk te doen uitkomen, dat ik
tegen zulke inconsequente lieden geen strijd
voertegen hen is elke strijd overtollig, of, beter
gezegd, onmogelijk. Zijn zij voorstanders van de
inkomsten belasting? Wel beschouwd: neen. Zij
verdedigen een theorie van eigen vinding, die
nog niemand heeft geformuleerd en die waar
schijnlijk niemand ooit formuleeren zal, omdat
zij uit de meest tegenstrijdige beweringen is sa
mengesteld.
De heer Van Bosse heeft in de laatste weken
menig hard woord moeten hoorenmaar het
pleit voor zijn doorzicht en gezond verstand, dat hij
zich met de aanhangers van die zonderlinge
theorie niet heeft willen inlaten en zich streng
gehouden heeft aan zijn eenmaal gekozen be
ginsel."
Drieledig was ons doel met het aanhalen van
deze beoordeeling. Eerstens om te doen zien dat
de heer Van Bosse een plan heeft ingediend, dat
door de mannen der wetenschap wel degelijk
ernstig wordt opgevat; ten andere dat de ver
wijten onverdiend zijn dat hij de man niet is,
die ons belastingstelsel kan hervormen, en ten
slotte om met het oog op volgende artikelen te
doen uitkomen dat de heer G. N. Pierson door
deze zijne jongste verhandeling in De Gids opnieuw
toont hoe er onder de liberalen nog groote ver
deeldheid bestaat over het beginsel, en niet het
minst over de toepassing van de inkomsten-be
lasting.
Lelden, I Januari.
In tegenwoordigheid van een aanzienlijk aan
tal zijner oud-leerlingen werd heden door een
commissie uit hun middeD, den oud-hoogleeraar
aan onze academie, Mr. J. De Wal een souvenir
aangeboden, bestaande in eene prachtige schrijf
tafel met stoel en eenige kostbare geschenken in
zilver. Daarbij werd hem een rijk gemonteerd
album vereerd voorzien van de photografische
portretten van alleD die tot dit blijvend aandenken
hadden bijgedragen. In eenvoudige en hartelijke
taal richtte Mr. A. A. De Pinto namens de deel
nemers een woord van waardering en vriend
schap aan den hooggeschatten leermeester en aan
Mevrouw De Wal die mede tot de bijwoning der
plechtigheid was uitgenoodigd. Diep geroerd gaf
prof. De Wal zijne oudleerlingen de verzekering
van zijne erkentelijkheid en vriendschap Wel
te recht wees de hooggeschatte man en geleerde
er op, dat hij eenmaal op zijn sterfbed zou
kunnen zeggen: „non omnis morior"
Bij de heden gehouden stemming in het
kiesdistrict Alphen voor een lid der Staten
van Zuid-Holland werden 547 stemmen uit
gebracht, waarvan 3 van onwaarde. Daarvan
bekwam de heer Hoogeveen 178, de heer Piek
123, Mr. R. T. Bijleveldt 118 en de heer J. Van
der Breggen Az. 93 stemmende overige waren
op verschillende personen verdeeld, zoodat tus-
schen de beide eerstgenoemden herstemming moet
plaats hebben.
In de maand December zijn binnen de gemeente
Leiden geboren: 119 kinderen, als: 71 zoons en
43 dochters. Overleden: 93 personen,als: 15 man
nen, 23 vrouwen, 27 zoons en 2S dochters; daar
enboven als levenloos aangegeven 5. Gehuwd 13
paren.
Gedurende het jaar 1S70 zijn binnen deze ge
meente geboren 749 zoons en 735 dochters, te
zamen 1434 kinderen, overleden van het man
nelijk geslacht 713, van het vrouwelijk geslacht
794, te zamen 1507, waarvan ongehuwd van het
mannelijk geslacht 533, van het vrouwelijk geslacht
562, gehuwde mannen 131, gehuwde vrouwen 113,
weduwenaars 49, weduwen 119. Nog zijn alhier
ingeschreven 21 personen van het mannelijk en
18 van het vrouwelijk geslacht, elders overleden,
doch alhier gewoond hebbende en 69 kinderen
als levenloos aangegeven. Zijn overleden 422 be
neden het jaar, 519 van een tot 10 jaar, 43 van
10 tot 20 jaar, 65 van 20 tot 30 jaar, 55 van 30
tot 40 jaar, 75 van 40 tot 50 jaar, 68 van 50 tot
CO jaar, 255 van 60 tot 70 jaar en daarboven.
Gehuwd 289 paren en ingeschreven 1 echtschei
ding.
In de deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 196 tot 235 vol
wassen personen en van 83 tot 118 kinderen.
De Pruisische Generaal Von Herwarth von
Bittenfeld, is door Z. M. den Koning benoemd
tot Grootkruis der Orde van den Nederl. Leeuw.
Naar men verneemt heeft Z. K. H. Prins Fre-
derik der Nederlanden, aan mevr. M. C. C. Kröl-
ler, geb. Rieghart, te IJsselstein, een zeer vleiend
schrijven gezonden en zijn dank betuigd voor het
door die dame vervaardigde gedicht, ter gelegen
heid der plechtige begrafenis van wijlen Prinses
Frederik.
Naar men aan het Handelsblad schrijft, zou voor
het kiesdistrict Assen bij de verkiezing van een
lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
ter vervanging van Mr. J. R. Thorhecke, iu aan
merking komen, de heeren Jhr. W. A. Van der
Feltz, burgemeester van Assen en de heer Fock,
afgetreden minister van Binnenl. Zaken.
De H. R. Cl. wordt verzocht de volgende me-
dedeeling op te nemen
Ik heb de eer UEd. hierdoor mede te deelen,
dat zich alhier een comité geconstitueerd heeft,
met het doel om zaaigranen, landbouvrzaden en
gelden in te zamelen om aan de bewoners van
het ten deele verwoeste noordelijke Frankrijk te
doen toekomen, ten einde 100 mogelijk te voor
komen, dat zich bij al de verschrikkingen van
den zoo bloedigen oorlog ook nog die van eenen
algemeenen hongersnood voege!
Tot u, mijnheer de redacteur, tot de geheele
Nederlandsche pers, tot alle Nederlandsche land
bouwers, tot het geheele Nederlandsche volk rich
ten wij de dringende bede: die poging te onder
steunen; opdat onmiddellijk in alle steden hoofd-
comité's en op het platteland subcomité's opgericht
worden, om die gaven, zoowel in geld als in ua-
tura in te zamelen.
Reeds zijn door ons de noodige stappen gedaan
om van het Fransche gouvernement te vernemen,
welke de voornaamste behoeften dier streken zijn;
terwijl wij ons verder ook aan de Pruisische re-
geeriDg gewend hebben, met het verzoek aan
onze verzendingen dezelfde bescherming te wil
len verleenen als aan die van het Roode Kruis.
Laten wij dan onverwijld de handen ineenslaan
en dat allerwege hoofdcomité's en subcomité's
opgericht worden, opdat bij ontvangst van gun
stige beschikking van de zijde der Pruisische re
geering alles volledig georganiseerd zij, om krach
tig de schooue taak te aanvaarden en ten uitvoer
te brengen.
Dan is het aan U, Nederlandsche landbouwers,
wier schuren ruim gevuld zijn, om van uwen
overvloed iets voor uwe arme broeders af te zon
deren, en voorzeker de bekende Nederlandsche
weldadigheid zal zich aan dit schoone werk niet
onbetuigd laten.
Ook België organiseert zich tot hetzelfde doel.
Welaan dan, toonen wij allen, als om strijd,
dat in ons een warm hart, een levendig mede
gevoel voor onze ongelukkige broeders woont, en
staven wij dit door onze daden!
Goes, De Secretaris van hel Comité:
5 Januari 1871. E. Van dek Bosch.
Te Rotterdam overleed den 4den dezer, de heer
G. H. M. Delprat, in leven emeritus predikant
der Waalsche gemeente aldaar, ridder der orde van
den Ned. Leeuw, lid der Koninklijke Academie
van Wetenschappen enz. De overledene was
ook door zijn letterkundigen arbeid op kerkelijk
gebied met roem bekend.
Eergisteren overleed te 's-Hage, in den geza
genden ouderdom van bijkans 93 jaren, de heer
A. C. de Lara, die gedurende een geruimen tijd de
betrekking van hoofdonderwijzer bij de Nederl.
Portug. Israëlietische armenschool te Amsterdam
vervulde. Van af de oprichting daarvan in 1815,
totdat hij reeds hooge jaren had, was hij met de lei
ding daarvan belast en de lof van commissiën van
toezicht, schoolopzieners en tal van kweekelingen
getuigen hoe hij zich van die taak kweet.
Bij het feest van het '25jarig bestaan dier in
richting, in 1839 gevierd, werd hem van wege
de hoofdcommissie tot de zaken der Israë
lieten in Nederland, een medaille uitgereikt
als blijk van verdiensten, ingesteld bij koninkl.
besl. van 8 Maart en 29 April 1S36. Bij de 50-
jarige viering van dat bestaan, werd hij, hoewel
hij toen niet meer werkzaam was, evenals zijne
echtgenoote, hoofdonderwijzeres der meisjesschool,
loffelijk herdacht.
Ter beurse te Rotterdam was gisteren het na
volgende telegram (in de Engelsche taal) aange
plakt, dat gisteren ten 4.20 's nam. te Bat. werd
aangeboden.
Beurscomité Amsterdam.
De Batavische Handelsvereeniging wenscht den
handel geluk, nu de directe telegrafische ge
meenschap is tot stand gebracht.
De overseining naar Rotterdam wordt ver
zocht.
De koffieveiling te Padang is tot f 34.20 afge-
loopen.
G. Suermond, President.
Mej. Betsy Perk opent den tweeden jaargang
van „Onze Roeping" door een artikel over de
Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeoiging
„Arbeid adelt." Met genoegen constateert de
geachte schrijfster, dat de verhooring harer bede
om sympathie meer en meer het voorgestelde
plan tot het stichten eener Vereeniging ter aan
moediging van Vrouwelijke Nijverheid en Kunst,
tot rijpheid doen komen.
Mevrouwen De Steurs geb. De Koek, De Ca-
sembroot geb. Van de Pol, douairière May, geb.
Leemans, Suermondt geb. Hoboken, allen te
's-Hage, 'sGravesande Guicherit geb. Van Has
selt, te Delft, De Jong van Beek en Donk geb.
gravin Nahuijs, te Zwolle, Oudemans geb. Ha-
velaar te Nijmegen en mej. C. F. van Rees, tij
delijk te Bonn, hebben zich bereid verklaard
voorloopig het commissariaat over de VereenigiDg
te aanvaarden.
Na gemeenschappelijk overleg is bepaald, den
ontworpen Bazar als aanvangspunt der werk
zaamheden te beschouwen, en deze te houden
1". ten bate van het fonds, waarom zij zal wor
den besloteD met eene verloting; 2°. om te zien
waaruit de voortbrengselen van Nijverheid en
Kunst onzer vrouwen bestaan.
De Vereeniging telt reeds meer dan 400 leden.
De gemeenteraad van Gouda heeft op een
verzoek om verhoogd subsidie voor de schut-