N°. 3341. Zaterdag A°. 1870. 31 December. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". DE FAMIL1E-JUWEELEN. ;e lrij 1! dwat iiet emt ;qdsi0 rschil 1 L' J;n guns ven 1 '«-O 1 J- tege midi DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT, jndt Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. n 3.85. 0.05. Dezn Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PEtIJS DER ADVERTENTIKN, Voor iederen regelj 0.15. Grootere lette» naar de plaatsruimte die zy beslaan. 'Daar KEN O Rb LU N ÏILT Lelden, 30 December. \age IE, 'i 1G; 'Blao ILTi mgra „Vouloir c'eit pouvoir," zoo luidt het spreekwoord oor den heer G. O. Daum, tot motto gekozen oor zijn poging, die 'het tot stand komen kan evorderen van eene voor ons vaderland in wer- dijkheid zoo hoogst belangrijke onderneming, Is: „Eene Nederlandsch-Amerikaansche Stoorn- a&rt- en .Spoorwegverbinding-Maatschappij." Tot heden," zegt de schr. in zijn belangrijke rochure, die onder den zoo even aangehaalden tel bij Martinus N ij li off, te 's-Gravenhage, dezer igen het licht heeft gezien, „schijut de wil te ebben ontbroken, en werkelijk slechts die éene tctor is maar noodig om de stoomvaart van ederland op Amerika tot stand te brengen. Dien goeden wil op te wekken, is de strekking an den inhoud dezer brochure. De schrijver bejammert dat de vroegere pogin- en, in de eerste plaats van d(en kundigen oud- apitein M. H. Jansen in zijne brochure: „Een rug over den OceaaD," niet verder hebben ge- ad dan tot een strijd tusschen voor- en tegen- anders van eene stoomvaart met subsidie. Wanneer een stoomvaart van Nederland op merika alleen mogelijk is met stoomschepen an 2000 a 3000 tonnen grootte, dan kan zeer - eker alleen Vlissingen de eenige ai'vaarisplaats jjn, doch even waar is het, dat dan een subsidie an den staat noodig is. Na de verklaring echter door den Minister van 'inanciën, afgelegd in de vergadering van de Wede Kamer der Staten-Generaal, zitting van len Ssten Juni 1870, bij de behandeling van enige wijzigingen in de postwet, acht schrijver 'lissingen als plaats van afvaart voor het tegen- roordige onmogelijk. Het is des schrijvers bedoeling niet door het ilspreken van die overtuiging opnieuw een strijd het leven te roepen, waardoor het vaderland iet wordt gebaat maar bij wenscht juist, dat jen iu het belang van ons vaderland indachtig aan de spreuk „Eendracht maakt Macht", waar- an Nederland 100 dikwerf de juistheid heeft «ren kennen, en dat door samenwerking van lie krachten een doel wordt bereikt, dat door lie partijen, hoe verschillend ook over de uit ering wordt gedacht, geacht wordt een groot ationaal belang te wezen. Dat groote nationale belang is de daarstelling an eene Stoomvaart tusscben Nederland en Ame- ka, onverschillig uit welke haven, mits de haven e noodige waarborgen aanbiedt, waardoor die loomvaart op solide grondslagen kan worden evestigd en onderhouden. Om de haven, die aan de genoemde eischen oldoet te leeren kennen, heeft schrijver zich oorgesteld de, volgende vragen te behandelen Welke stad in Nederland komt wegens hare unstige ligging en personen- en handelsverkeer oor het tegenwoordige het allereerst in aanmer ing, als plaats van afvaart naar Amerika? Wat is de grootte van de stoomschepen, die oor (Ie bedoelde stad kunnen komen Zijn de stoomschepen geschikt voor de trans atlantische vaart? Met hoeveel stoomschepen zal de dienst moeten worden begonnen en Zullen die stoomschepen met voordeel kunnen varen? Het zijn deze vragen, die schr. met groote helderheid, tal van argumenten, gemakkelijken stijl en grondige zaakkennis behandelt, zoodat we er niet aan twijfelen dat een ieder, die 'tzij door belang of belangstelling zich aangetrokken gevoelt van deze brochure kennis te nemen, zich een oordeel kan vestigen over dit hoogst belangrijk vraagstuk, dat naar we hopen in geen lange rustperiode zal blijven verkeeren. Boerhave's standbeeld komt te staan voor het nieuwe ziekenhuis, en niet voor de Bibliotheek, zooals we gisteren, naar ons nader is gebleken, onjuist mededeelden. In de gisteren te Amsterdam gehouden verga dering van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Nationaal Zangersverbond zijn de naambriefjes geopend van de bekroonde antwoorden op de prijsvragen, door dat verbond uitgeschreven, en is gebleken dat de componist van de „Stem der zee" voor mannenkoor met groot orchest, is de heer Frans Coenen, eh van „het Pelgrimslied" voor mannenkoor zonder begeleiding, de heer J. Worp. Aan die heeren zijn alzoo de prijzen van f200 en 200 toegekend. In de gewone vergadering van de Koninklijke Aca demie van Wetenschappen, afdeeling natuurkunde van Zaterdag 24 December 1.1. waren tegenwoor dig de heeren F. J. Stamkart, D. Bierens de Haan, G. M. Van der Sande Lacoste, Th. W. Engelman, E H. Voir Baumhaner, W. Koster, G E. Voor helm Schneevoogt, W. F. R. Suringar, A. Heyn- siuss, J. Bosscha, Jr. C. H. C. Grinwis, J. A. Boo gaard, N. W. P. Rauwenboff, P. Harting, J. A. Herklots, G. F. W, Baehr, P. L. Rijke, Van Has selt en C. J, Matthes, secretaris. - Schriftelijk hebben zich wegens afzijn veront schuldigd de heeren Donders, Van GeunsenVan Diesen. De Commissie voor de waarneming der zon- eklips van 12 December 1871 stelt bij monde van haar lid, den heer J. Bosscha, Jr., voor, bij den instrumentmaker S. Merz te Miinchen een klein universaal sterre-spectroscoop met de ver beteringen door de heeren Oppolzer en de Gas- paris daaraan aangebracht voor den prijs van 240 florijnen te bestelleD, en verzoekt wijders mach tiging om naar goedvinden te mogen handelen teD aanzien van hetgeen nog noodig geacht mocht vrord en, mits het verleende cred iet niet overschrij dende. Een en ander wordt toegestaan. De heer P. Harting biedt namens den beer P. A. Leupe, tijdelijk ambtenaar bij het Rijks archief, voor de Verslagen en Mededeelingen een arbeid aan over Rumphius, die naar de Commissie van redactie zal worden verzonden. Dezelfde houdt eene voordracht over een nieuw stelsel van zoölogische nomenclatuur, waarvan het ontwerp voor de opneming bestemd is. De heer Herklots spreekt over de groepen der commensalen door den heer van Beneden van de para- siten afgescheiden. Naar aanleiding van het voorgedragene oppert de heer Boogaard de bedenking, of wel de leef wijze in stede van de organisatie tot grondslag van classificatie mag worden aangenomen. De heer Bierens de Haan vestigt de aandacht op eene berekening, in de Phil. Trans, opgeno men, door deD heer J. W. L. Glaisher van de getal waarden van Sinus-, Cosinus- eu eipoDentiaal- integraal, en biedt een overdruk daarvan voor de boekerij aan. Door den heer Baehr wordt de vroeger toege zegde bijdrage over de beweging van het oog over- De secretaris doet mededeeliug omtrent eene merkwaardige practische toepassing van een zeer éénvoudig denkbeeld, geopperd en met goed ge volg beproefd door den heer W. H. Ter Heulen, die zich van de kracht van uitgeperst of uitge- spbteh water bediende om een helmduiker iD zand te doen inzakken, met het doel om een be dolven wrak te beréiken, ten einde den inhoud daarvan op brengen. Te Cray in Frankrijk, overleed de heer Dietz, benoemd historieschilder, meer bepaald van veld slagen, hoogleeraar aan de academie van scboone kunsten te Karlsruhe, in den ouderdom van 58 jaren. Hij had zich naar Frankrijk begeven om de gekwetslen te verzorgen. De Minister van Binnenl. Zaken heeft goedge vonden: voor het jaar 1871 te benoemen tot secre taris bij den geneeskundigen raad voor Zuid-Hol land, Or. C. P. Pous Koolhaas, te 's-Gravenhage. Te rekenen van den lsten Januari 1871 zal het Rijkstelegraafkantoor te Heusden op Zon-en feestdagen open zijn van 8 tot 9 uren voor- en van 12 tot 3 uren namiddags. De diensttijd op werkdagen blijft onveranderd. Met ingang van den 2den Januari aanst. zal het Rijkstelegraafkantoor te Zeist open zijn op werkdagen van 9 uren voor- tot 2 uren namid dags en van 5 tot 8 uren namiddags. De dienst tijd op Zon- en feestdagen ondergaat geene ver andering. De Staats-Couranl deelt de volgende berichten mede: Keulen, 29 December. Waterstand 10 voet 6% duim boven nul. Het drijfijs bedekt omstreeks zeven tiende deel van de oppervlakte der rivier. Arnhem, 28 December. Steeds drijfijs; doch minder dan gisteren. Westervoort, 28 December. Zeerweinigdrijfijs; overtocht met pont en schuit. Vreeswijk, 28 December. Drijfijs over de helft der rivierbreedte. Overtocht met roeibooten. Wa terstand 4.60 meter -4- AP. of 1.92 meter onder noodpeil, val 0.29 meter. Maastricht, 29 December. Twee bogen der Maas brug naar de zijde van Maastricht zijD met ijs bezet. Z. M. heeft herbenoemdN. Kerckbaert, als burgemeester der gemeenten Philippine en Sas van Gent; G. W. Bossers, secretaris van Klundert, als burgemeester dier gemeente; J. Van Iersel, als burgemeester vaD Udenhout; F! D. Sprenger, als burgemeester der gemeenten Grijpskerke en Meliskerke. Z. M. heeft met ingang van den lsten Jan. aanst., de ofiic. van gez. der 2de kl, bij de zee macht L. P. Vlaanderen bevorderd tot offic. van gez. der 1ste kl. Z. M. heeft met ingang van den lsten Januari aanst., bevorderd tot luit. ter zee der 1ste kl., de luit. ter zee der 2de kl. E. L. Ehnle, en tot luit. ter zee der 2de kl., de adelborst der 1ste kl. J L. Hordijk. BINNENLAIVD. Rotterdam, SO December. De rivier is van deze stad af tot benedeD bedekt met drijfijs. In het Noordgeul heeft het ijs zich vastgezet en is zóo opgehoopt, dat 't ondoenlijk is zelfs voor schroef- stoomschepen zich daardoor een weg te baneD zoodat de buitenlandsche scheepvaartgemeenschap met deze stad gestremd is. Er zijn dan ook heden alhier geen schepen gearriveerd noch van hier vertrokken. Niecwesluis, 29 December. De Engelsche booten Widgeon, Glencairn en de Hoil. boot Bordeaux, na eenige vertraging in het Noordgeul, waren allen te 10 uren gisterenmorgen aan de Nieuwesluis. De Widgeon zat even in de haven tusschen het ijs vast. Glencairn eu Bordeaux kunnen alsnu on mogelijk de haven aandoen. Wellicht dat heden avond met hoogwater gelegenheid komt, dat de Widgeon vooruit kan stoomen om voor de twee anderen ruimte te maken. Het ijs in de rivier zit hier vast, zoomede de geheele botlek. De overtocht op Rozenburg ge schiedt met booten, die nog onophoudelijk door het ijs zakken; alleen het fregatschip Honigbij en de schoener Herman liggen hier ingevroren. Charlois, 28 December. De rivier de Maas is hier sterk met drijfijs bezet. De overtocht riaar Rotterdam wordt echter door de stoomboot Eco- comie, tusschen het Dok en het Park, nog vrij geregeld onderhouden. De communicatie aan het Katendrecht6che veer geschied met roeibooten daar de veerboot wegens het ijs buiten dienst ge steld is. Schoonhoven, 28 December. De rivier de Lek is alhier, zoover het oog reikt, geheel met drijfijs bedekt. Zelfs zeer oude menschen heugt het niet, bij zulk een buitengewoon hoogen waterstand zooveel ijs in de rivier te hebben gezien. Tot aan de Veerpoort, waar schotbalken den toevloed van water tegenhouden, is alles herschapen in een ijsvlakte. Als de rivier in deze omstandigheden gaat „zitten," vreest men voor ernstige gevolgen. fj iniü. pCL 5 ld dn (Novelle naar het Hoogduitech). {Vervolg.) De Chevalier werd hoe langer hoe stiller, men oorde in de lange pauzen die er ontstonden iets dan de half onderdrukte zuchten van me- rouw Von Bork. De knaap overviel een onbe- Jirijflijk bang en weemoedig gevoel, en hij ging icht bij zijne moeder staan, als om zich te ver keren, dat het dierbaarste wat hij bezat, bij tin was. Eindelijk kwam Martin zeggen dat de '8e in de huiskamer gereed was, dat voor allen :n ware verlichting was, zoodat zij hartelijk ijde \varen, zich derwaarts te kunnen begeven. Dc chevalier verzocht de gesprekken over zaken 't den volgenden dag te laten rusten, zoodat het rsprek slechts over de reis en andere meer al- tmeene zaken liep, waarbij Felix mede kon 'teken.. „Uw slaapkamer is wel wat ver van die uwer moeder Felix," zeide de chevalier nadat men de thee gebruikt had, terwijl hij naar de pendule zag, „gij zijt toch niet bang?" „Bang," antwoordde de knaap trotsch, „neen, dat ben ik nooit, papa heeft mij geleerd, voor niemand en voor niets te vreezeD, en ik zou zelf niet bang zijn als het waar ware, wat die oude vrouw op den weg vertelde, dat de duivel hier rondgaat." Zijne moeder wierp hem een verwijtenden blik toe, en de chevalier zeide spotachtig, terwijl een eigenaardig lachje om zijne lippen zichtbaar werd „Wie weet het." Toen stond hij op voorgevende dat Marie rust noodig had; geleidde haar beleefd tot voor de deur vaD hare slaapkamer en verzocht haar het voor lief aan te nemen, met de hulp der oude, onbe holpen meid. „Gij ziet," zeide hij glimlachend, „dat ik er niet op gerekend had, bezoek en vooral niet van dames te ontvangen, ik vrees dat gij zeer slecht gelogeerd zult zijn, en moet dus met opoffering mijner eigene weDSchen er op be dacht zijn, dat gij zoo spoedig mogelijk eene ge schiktere woning vindt." Toen wensche hij haar goeden nacht en begaf zich naar zijne kamers. Nu brak het volle gevoel der verlatenheid eerst los bij de arme vrouw; al had zij van het weer' zien baars broeders juist geen verzachting voor haar smart verwacht, zoo was de gedachte, dat zij een raadsman, haar zoon een vaderlijken vriend in hem zou vinden, haar echter altijd een troost geweest, waarop zij haar oog richtte, als haar de lange reis moeilijk viel en de zwarigheden die zij in het vreemde land te overwinnen had ter neer drukten. Nu eerst, nu haar dat doel ODtnomen was, nu zij dien steun zag verdwijnen, toen zij erkende, dat haar broeder, der wereld afgestorven, de menschen ontvliedende, en aan lichaam en geest krank, haar nimmer tot steun en hulp kon zijn, ontzonk haar den moed, en berouwde het haar, dat zij Frankrijk verlaten had om eene zaak voor te staan waartegen zij zich in hare onervarenheid volstrekt niet opgewassen gevoelde. Onbekend met de spraak en de gebruiken wist zij niet waarheen zij zich in het vreemde land moest wenden en beschouwde hare zaak reeds als verloren. O, wie is er eenzamer en verlatener, dan eene verlatene vrouw, die met de liefde ook den steun eD de bescherming verliest en Doch kracht noch bekwaamheid bezit om even als den man moei lijke zaken te regelen of te overwinnen. Anders beweende Marie gewoonlijk slechts het verloren geluk der liefde, maar heden ook deteederezorg waaronder zij steeds had geleefd, en de stem, die haar in deze droevige bange oogenblikken toege roepen zou hebben„Kom met mij, rnst nit aan mijn hart, laat mij uw leidsman zijn" die zoude zij gevolgd hebben, ook zonder dat den zonneschijn der liefde op haar pad ware gevallen. Felix was intusschen door Martin naar zijne kamer gebracht, de knaap was nog te jong en zijne gevoelens te zeer verschillend, alsdat bij hem evenals bij zijne moeder de droefheid het heerschende zou geweest zijn. Zijne onbehagelijkheid ontstond voornamelijk door de tegenwoordigheid van zijn oom, en toen deze hem verlaten had, gaf hij zich aan andere indrukken over. Zijn slaapkamer, die dicht bij de tuinkamer lag, nam met dit vertrek de ge heele breedte van het huis in, en daarboven wa ren de beide kamers van den chevalier, die de geheele breedte van het gebouw innamen, omdat het in den winter daar warmer was. In den beginne konde Felix niet inslapen; de verschillende indrukken van dien dag, de nieuwe omgeving, zijn oom met zijne eigenaardigheden en de geheimzinnige woorden die Martin daar omtrent ontsnapt waren, hielden zijne levendige verbeelding bezig. Toen echter alles rustig bleef, maakten het zachte ruischen der boomen voor zijn raam hem langzamerhand slaperig, zijne oogen werden hoe langer hoe zwaarder totdat zij eindelijk toevielen. De ïon stond den anderen morgen reeds hoog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1