klaarden zijn: de beeren Ras, H. M. De Vries,
Boas, Van Hierop, Kuiper, Jitta, PenD, Tetterode
eu Crommelin.
De grieven tegen het besluit van Burgemeester
eu Wethouders werden uiteengezet door de
heeren H. M. De Vries, Jitta en Van Nierop.
Beschouwingen werden in het midden gebracht
door de heeren Kuiper, Rijnders, Crommelin en
Van Bosse, welke laatste de bevoegdheid tot het
nemen van eenig besluit betwistte. Mr. A. De
Vries hield eeu breedvoerig juridiek betoog tot
ondersteuning van het voorstel Van Bosse, en
verdedigde de schorsing uit het oogpunt van de
schoollucht. De heer P. N. Nulier verdedigde èn
de commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs èn de uitgesproken schorsing, die hij
vooral motiveerde op grond van de wijze waarop
de heer Dibbits in de commissie als beschuldiger
van den heer Keer was opgetreden. Terwijl hij toch
aan de eene zijde excuus vroeg, werd de waarde
van dat excuusvragen, zijns inziens, geheel weg
genomen door den stouten tooD, waarop hij zich
tegenover den heer Keer in de commissie plaatste.
De heer Dibbits had, volgens der heer Muller,
een veel benijdenswaardiger positie in deze dan
de heer Keer, op wieu een ieder wel wat al te
sterk aanviel, als ware hij le dernier des miscrables.
Menig leeraar van middelbaar onderwijs mocht
wenschen in een omstandigheid te komen, dat
een verwaten lid eener commissie van toezicht
hem obscurantisme deed oprijzen. Deze wijze van
argumenteeren werd door velen uit het publiek
met zulk een gesis begroet, dat de voorzitter
dreigde niet ontruiming der tribune. Die taal
werd beantwoord door Mr. A. S. Van Nierop,
die o. a. zeidewaarom is de positie van den
heer Dibbits tegenover u eene gunstige? (de heer
Muller is lid der commissie van het Middelbaar
Onderwijs.) Omdat de publieke opinie u tegen
over hem in bet ongelijk stelt. Zij wenscht de
leeraren bij liet onderwijs, van welken aard ook,
niet aan de willekeur over te laten van minder
der zake kuudigen. Zij wil niet dat deze aan
wetenschappelijke mannen methodes van onder
wijs voorschrijven. Dit heeft men een Cras, een
Van Lennep, een Den Tex indertijd hier niet
gedaan. Dat moet men ook nu niet doen, even
min bij het middelbaar als bij het liooger onder
wijs. Op het beweren der heeren Van Bosse, De
Vries, dat de Raad over de uitgesproken schor
sing geen oordeel mocht uitspreken als daartoe
onbevoegd, antwoordde de heer Van Nierop: hij
mag haar niet vernietigen als was hij rechter in
appel. Appel is ongeoorloofd, censuur is geoorloofd.
Burgemeester en Wethouders hebben zich van
de stemming onthouden, hetgeen niet het geval
was met den heer P. N. Muller, lid van de
commissie van toezicht voor het middelbaar on
derwijs, die over de motie heeft medegestemd.
Het komt der N. II. Cl. voor, dat de heer Dib
bits zeer goed van de zaak is afgekomen en in
de publieke opinie niet heeft geleden al heeft
de Raad zich ook van het uitspreken van een
oordeel onthouden. Naar men uit een advertentie
in het Algemeen Handelsblad verneemt, zijn de leer
lingen van de lVde en Vde klassen der üoogere
Burgerschool tegen Dinsdag 27 Dec. e. k., des
morgens ten 10 uren, tot eene bijeenkomst opge
roepen, met welk doel is onbekend.
Het blad verneemt eindelijk dat de Inspecteur
van het middelbaar onderwijs, Dr. Steyu Parvé,
den heer Dibbits per brief van zijne onverflauwde
hoogachting ook na het gebeurde heeft verzekerd.
Rotterdam. 27 Dec. De rivier is van boven
de stad tot beneden met licht drijfijs bedekt;
in het kanaal door Voorue, dat toegevroren was,
hebben de gisteren aangekomen zeestoomschepen
het ijs gebroken en het water bevaarbaar ge
houden. De duur der reis van de opgekomen
stoomschepen, van Liverpool, Grimsby, Hull,
Leith en Londen is op de rivier een weinig lan
ger dan gewoonlijk geweest, door het lichte
drfijijs dat door een gestadigen ebstroom werd
voortgedreven. Zeilschepen zijn niet aangekomen,
of van hier vertrokkenbij de ophooping van
het ijs in het Noordgeul en de vermoedelijke
spoedige vastzetting van hetzelve aldaar, kan
voor die soort van schepen het bevaren der rivier
niet zonder gevaar geschieden.
Leldschendaji, 25 December. Ten bewijze hoe
gevaarlijk het is om des nachts op de bedsteê-
plank een petroleumlampje, te branden, dient,
dat onder de gemeente Vrijenban, hedenmorgen
de persoon van Van G. met zijne huisvrouw,
teo gevolge van verstikking, dood op hun bed
zijn gevonden, met achterlating van vier nog
onverzorgde kinderen.
Haedkewijk, 25 Dec. Eergisteren is alhier met
veel moeite met ijsbooten de bemanning van een
schip gered, dat jl. Maandag van hier gevaren,
door de felle vorst overvallen was. Men had ge
zien dal er zich op verren afstand menschen op
het ijs bewogen, waarop men van hier ter hulp
snelde, en het gelukken mocht, een drietal man
nen te redden, die thans doelmatig verpleegd
worden. Men wil weten, dat het schip zwaar
met lijnkoeken beladen, te Meppel te huis be
hoort. Er moeten nog meer schepen op zee en
waarschijnlijk tusscben het ijs beklemd zijn.
Ymssikgen, 23 December. De 1ste luitenant
magazijnmeester der artillerie H. A. Kurster is
in rang en betrekking naar Utrecht overgeplaatst.
Tileurg, 25 December. Gisteren overleed in
de naburige gemeente Oisterwijk, de heer R.
Wierdsma, lid van de Staten der prov. Noord-
Brabant en rechter van het kanton Tilburg, in
den ouderdom van bijna zestig jaar.
I£ O L O IV I EIV.
BATAVIA, 16 September.
Het Bataviaasch comité van het Roode Kruis,
maakt heden opnieuw 7000 aan het hoofdbe
stuur te 'sHage over; hetgeen het bedrag der
hier bijeengebrachte gelden klimmen doet tot
32,000. Bovendien is door de commissie te Sa-
marang rechtstreeks Daar Nederland gezonden
ruim S200.
Weder zijn twee gevallen bekend geworden
van transporten Chineesche koelies van Macao,
die in opstand gekomen zijn. Den lOdeu October
hebben 3000 Chineezen aan boord van de Frau-
sche bark Nuevo Penelope, zes dagen na de afreis
van Macao, den gezagvoerder en de geheele Euro-
peesche equipage vermoord, met uitzondering van
zes man, die met geweld door hen gedwongen
zijn, het schip naar een bij Macao gelegen punt
terug te breDgen. Den 21sten October is het on
der San Salvador vlag varende schip Uncowah, op
13 Oct. met 537 Chinezen van Macao vertrokken,
door deze lieden in brand gestoken. Meer dan
400 dier schuldige ongelukkigen zijn in de vlam
men of in de golven omgekomen. De kapitein van
het EDgelsche schip Juanpore heeft 112 hunner,
die hij drijvende gevonden had op wrakhouten,
te Anjer aangebracht. Vandaar zijn zij, zonder
verlof te hebben kunnen bekomen om te Anjer
aan wal te gaan, door ons Gouvernement naar
Batavia overgebracht. De equipage der Uncowah
is, na vijf dagen te hebben omgezwalkt, in een
sloep en vier dagen te hebben doorgebracht op
het eiland Neptunus, door den kapt. van het San
Salvador schip Fray Benthos insgelijks te Anjer
aangekomen.
De N. I. Spoorweg-Maatschappij heeft zich tot
de Regeering gewend met het verzoek, eene com
missie te benoemen voor het keuren der gedeel
ten Solo-Delangoe en Kedoeng-Djati-Bringin.
(J. B.)
De telegrafische verbinding tusscben Singa
pore en Batavia is den 14den dezer feitelijk tot
stand gekomen. De kabel is gelegd en er bleef
niets over dan aanhechting van land en zeekabel.
Van de Hibernia is dag op dag bericht ontvangen,
Den 1-iden dezer zijn gelukvvenschen tusschen
Sir Harry Ord, gouverneur van de Straits Sett
lements, en den Gouverneur-Generaal gewisseld.
De Sumatra begeleide de Hibernia tot Belvedère-
klip, in Stolze-straat, en is reeds hier terugge
keerd, nadat de kommandant van de zeemacht
een telegram uit zee van de Hibernia had ontvan
gen, houdende dankbetuiging voor de verleende
hulp.
De Regeering heeft er zich niet toe bepaald de
opiumpacht op Java ten volle te doeD herleven,
maar nu ook de verbodsbepalingen omtrent den
verkoop en het bezit van opium voor Nias en
Sumatra's Westkust ingetrokken.
Dezer dagen heeft alhier eene bijeenkomst
plaats gehad van een 6tal Franschen, die een
adres aan den heer Jules Favre hebben ontwor
pen om den consul-generaal, den heer Duchesne
de Bellecour te doen terugroepen. Deze demon
stratie ging uit van een Franschman, die reeds
vroeger klachten over den consul-generaal had
aangeheven, omdat hij zich niet gerechtigd achtte
bij de justitie alhier ten gunste van dien Fran
schen onderdaan tusschen beide te treden. De
zes echte republikeinen (er wonen te Batavia
een 40tal Franschen) hebben in den heer Duchesne
de Bellecour een siéde van den ex-keizer gezien.
Zij (een schoenmaker, een vergulder, een gate-
sauce, een pruikemaker enz.) zijn van meening,
dat Frankrijk ook te veel tractement aaD den
consul-generaal uitbetaalt en achten bezuiniging
wenschelijk. Wie hunner de aangewezen man is
om voor half tractement (thans 60,000 francs) op
te treden, is niet uitgemaakt. De urheber van deze
demonstratie, welke iedereen belachlijk vindt,
solliciteerde tegelijkertijd om een betrekking in
Nederlandsch-Indischen dienst en zou zich ook
tevreden stellen met den post vau inspecteur der
cultures, terwijl hij vroeger zelfs zijne eerzucht
niet verder dan om tot kanselier van het consu
laat benoemd te worden, uitstrekte. De heer Du
chesne de Bellecour is hier algemeen geacht, en
een kundig ambtenaar. NB. H.)
De staat der Javasche Bank op 9 November
('s avonds), was als volgt: bankbiljetten in om
loop ƒ26,212,757.50; rekening-courant saldo's
j ƒ2,012,115.04; munt en muntmateriaal ƒ223,691,43.
(S. C.)
Wij vernemen dat de koffie-producten in de
1 residentie Pasoeroean dit jaar ruim 280,000 pi-
1 kols zullen bedragen.
Die resultaten zijn verkregen, zonder den, door
sommigen nooit volprezen, rottan te bezigen ten
einde den zoogenaamden luien inlander te drij
ven naar de koffietuinen, wel een bewijs dat men
den lust tot den arbeid kan opwekken zonder
Het moge nu dit jaar allergunstigst weder zijn
geweest voor den kolfieoogst; zonder handen tot
het in orde houden der tuinen, maar vooral om
de vrucht te plukken zou men nimmer tot een
dergelijk resultaat hebben kunnen geraken.
(Soer. Ct.)
den natuurgenoot te mishandelen.
Door den Gouverneur-Generaal van NederlandBch
Indië zijn de volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Ontslagen: op verz., eerv.
uit zijne betrekking, onder toek. van wachtg. de con
troleur der 2de kl. bij het binn. best. in de resid.
Palembang M. Reep: uit zijne betrekk., onder toek.
van wachtg., de resid. der Zuider- en Ooster-Afdeel,
van Borneo K. W. Tiedtkewegens vertrek, als 2de
buitengewoon subst.-griff., buiten bezwaar van den
lande, bij den landraad te Dernak (Samaran») H. A.
De Geer.
Benoemd: tot resid. der Zuider- en Ooster-Afd.
van Borneo, de adsist.-resid. van Tangerang (Batavia)
C. C. Tromp; tot ambt. ter beschikking bij de lan
delijke inkomsten en cult., de ambt. voor de burg.
dienst in Ned. Indië W. A. Van Aken; tot 2den
komm. op bet kantoor van den adsist.-resid. van
Benkoelen, de ambt. op wachtgeld C. W. W. Mol,
laatstelijk 2de komm. bij bet dep. der Marine.
Verklaard: dat bet aan den contr. der 1ste kl.
bij het binnenl. bestuur in de resid. Wester-Afdeel.
van Borneo J. W. Halkema verleend ontsl. uit zijne
betrekk. moet worden beschouwd, als te zijn geweest,
op verzoek, eervol, wegens ziekte, en onder toekenn.
van wachtgeld.
Goedgekeurd: dat door den Dir. van Fin. is
benoemd tot comm.-ontv. der in- en uitvoerrechten,
tevens fungeerend bavenm. te Sampang (Madura),de
onder-komm. 2de kl. bij de controle en recherche te
Samarang J. C. R. Von Bannissebt. Dat door den
Landraad te Demak (Samarang) is benoemd tot 2den
buitengewoon subst. grill', bij die rechtb., buiten be
zwaar van den lande, W. L. H. A. Harlofi", contr.
lste kl. bij de landelijke inkomsten en cultures.
Departement van Oorlog. Ontslagen: eervol, uit
Zr. Ms. milit. dienst, wegens volbrachten diensttijd,
met behoud van recht op pens., de kapit. der inf.
W. J. F. Timmerman; op verz., de 2de luit. der
cavalerie J. F. E. Marcella.
Gesteld op non-activiteit: door den kom
mandant van bet Leger en Chef vau bet Depart,
van Oorlog in Ned. Indië, bij de inf. de kapit. M.
C. E. Ruempol, onlangs van verlof uit Nederland
teruggekeerd, en zulks te rekenen van af den 4den
November jl.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Gaarne voldoe ik aan Uw verzoek om nogmaals
op de zaak van het voorstel-Hartevelt terug te
komen. Aandachtig mijn eigen stuk en Uwe op
merkingen herlezen hebbende begin ik met de
verklaring dat ik in de eerste opwelling wat
sterke indrukkingen heb gebezigddoch hoop te
vens dat die bij Uwe lezers verschoning zullen
vinden bij de gedachte dat zulk eene ernstige
zaak door verwarring en misverstand schipbreuk
heeft geleden. Vooral omtrent den hoogleeraar
Buys wil ik gaarne op Uw beter kennis en oor
deel de grievende uitdrukkingen terug nemen,
maar het zal u toch wel duidelijk zijn, dat wan
neer zoo iemand, op wien alle vrijzinnigen hier
te Leiden als een steunpilaar rekenen de gewich
tige zaak die zij ter harte nemen met zooveel
warmte bestrijdt en daardoor haar val voor een
groot gedeelte op zijne rekening heeft, eene grie
vende teleurstelling moet ontstaan bij hen, die
onze stad zoo gaarne op de baan van vooruitgang
en ontwikkeling zouden zien voorwaarts streven.
Maar toch wil het er bij mij niet in, dat de
argumenten door dien heer gebezigd ernstig ge
meend zouden zijn, wanneer ik bedenk dat door
het gaudsche land zijn helder oordeel en scherpe
blik worden op prijs ge teld en dan nog hoe wei
nig die aangevoerde gronden tegen het eenvou
dig gezond verstand steek houden. Daartoe moet
ik wijzen op het rapport van de commissie voor
de finantiën, dat blijkbaar van de welversneden
pen des heeren Buys afkomstig is, zooniet geheel,
dan toch voor een groot gedeelte: ten eerste om
dat daarin de voor een getrouw lezer van zijne
stukken in de Gids welbekende uitdrukkingen,
woordvoegingen en zinbouw voorkomen, vervol
gens omdat de argumenten daarin vervat door
hem in de beraadslaging zijn herhaald en toege
licht. Over sommige dier argumenten zal ik een
enkel woord tot toelichting en staving aanvoe
ren, want overigens blijf ik er bij, dat eene uit
voerige bespreking der gevoerde discussiëu weinig
nut meer kan doen en beter uitgesteld wordt
tot dat dezelfde zaak nogmaals op het tapijt komt,
hetgeen, daarin ben ik het met U geheel eens,
zoo heel lang niet kan uitblijven.
Zoo vinden we dan de bewering dat het moei
lijk is de juiste inkomsten te bepalen, wanneer
de eene koopman of industrieel eene toeval
lige groote overwinst bij zijne jaarlijksche
inkomsten voegt; een ander daarentegen een
gedeelte als vermeerdering van kapitaal be
schouwt. Is dit nu niet eene verwarring van
kapitaal en inkomsten? En waar gezegd wordt
dat de een van eene zekere som 10 percent trekt
omdat hij Turken, eu een ander van dezelfde
som 4 a 5 percent trekt, omdat hij soliede papie
ren koopt, zoodat Hetzelfde kapitaal verschillende
inkomsten oplevert en dus verschillend belasting
schuldig wordt, heeft daar niet dezelfde verwar
ring plaats. De belasting wordt toch niet gerekend
naar het kapitaal, waarmee zij niets te maken
heeft, maar naar de inkomsten onverschillig
welken oorsprong zij bezitten. Men zou dan ook
aldus kunnen redeneren: iemand heeft een groot
tractement, meer dan toereikend voor zijne be
hoeften, nu legt hij jaarlijks daarvan eene
over, dus zijn zijne inkomsten minder dan hi
tractement en moet hij minder belasting betalt
dan een ander, die hetzelfde tractement genie
maar het geheel voor zijne behoeften gebruik
Zoo vervalt men in de oude fout dat juist diegei
ontheven worden, die het eerst moeteu getrofi's
worden, namelijk die van groote inkomsten si
en zuinig leven. Bij eigen aangifte, die eerlij
wordt gedaan (en als regel mag dit bij de we
gcstelden toch aangenomen worden) vervalt
die bezworen geheel. Tractementen kunnen -
makkelijk gecontroleerd wordende inkomst r
van den koopman en fabriekant niet, maar t
zelf zal zeer goed weten, wat, al is het vtra
derlijk, jaarlijksch als zuiver inkomen is te 1
schouwen.
De afscheiding van inkomsten en kupitaal mo
bij de belasting streng worden in acht genome l"
Een door en door knap mensch heeft een gro
inkomen zonder daarvoor eenig kapitaal te
zitten; niemand zal hem dat benijden, want t
geniet de renten van zijn geestelijken arbeid,d
moeilijk door belasting kan getroffen worden;
een ander heeft een groot vermogen geërfd doi
kan door aanleg of wil niets anders doen da
daarvan rente trekkeneeu derde heeft van
den wat, zoodat de drie personen gelijke jaa
lijksche inkomsten genieten; is het nu nis
eenvoudig en billijk, dat zij ook alle drie eve
veel in de belasting deelen? Door deze beschoi
wing verliest ook, dunkt mij, het argument „tu
schen beurs en geweten" veel van hare krach
doch dat is zoo uitmuntend in denzelfdeu gee
door den heer Goudsmit uiteengezet, dat daarb
niets behoeft gevoegd te worden.
De val der zaak is voor een groot deel toe
schrijven aan de aanneming en latere verwe
ping van het gedwongen tarief bij onwil
eigen aangifte. Hierin heeft ook, dunkt mij, d
commissie voor de finantiën geen fraaie rol
speeld, door eerst een tarief te ontwerpen en lat
in de openbare vergadering datzelfde te bestri
den en te negeeren. Nu was de verwarrn
ten top en niettegenstaande de heer Goudsu
voorziende wat het gevolg zou zijn, het dag jts
lijks bestuur bezwoer daaraan de goede zaa
niet op te offeren, het mocht niet baten
toen was de val beslist. Is hierin de commissi
voor de finantiën van dubbelzinnigheid vrij
pleiten en had zij niet, toen eenmaal het begi:
sel van het tarief was aangenomen, een beta
dan dat werkelijk onhoudbare kunnen ontwerpei
Bedenk daarbij nogmaals met hoeveel vreugi
werd vernomen, dat de heer Buijs in die coi
missie zitting had genomen, en hoe die nu is
schaaind. Bij deze opmerkingen, die hoop
eenigzins de bitterheid vau mijn vorig schrijn
zullen rechtvaardigen zal ik het nu laten. Ni
een enkel woord over mijne anonymiteit.
Gaarne zou ik mijn naam voluit ook in
krant teekenen, maar ten eerste moet bij de
zaken niet op den naam doch op de argumente
gelet worden; zijn deze niet proefhoudend
is het vrij onverschillig van waar zij komen, zij
zij het wel dan hebben zij evenveel waarde
zij zijn van den heer Z-innicq Bergman of V!
diens stalknecht. Doch het kan u nietonbekei
zijn, hoe iemand die in eene af hankelijke posit
verkeert, in deze stad wordt nagewezen en sou
benadeeld, wanneer hij zich met de openba
zaken bemoeit. Houd u overtuigd, dat het m
niet om persoonlijke reden te doen was, daare
tegen de openbare zaak mij zeer ter harte gai
en geloof mij als voren met achting
Uw EESTXNMQ LEZER.
P
lis
ise
de
\a
D
ei
nii
et
ii ti
BUITENLAND.
Fraukrjjk.
De onvermoeide correspondent van de Fimiloj
Dr. Russel, die den tegenwoordigen veldtocht bijl :n
geheel als zoodanig heeft medegemaakt, sclue
dezer dagen uit Versailles aan dit wereldorgaai
De tegenwoordige toestand van de verschillen!
legers is een bewijs, dat de plannen van de groots
strategisten verijdeld worden door het toeval
den oorlog en door omstandigheden, waarop me
indien men ze had kunnen voorzien, nietgenoi
zou hebben gelet. Het leger van den Pruisiscliifet
en dat van den Saksischen kroonprins zijn gel
gerd om eene stad, welke geacht werd zich
te kunnen verdedigen. Eerst dacht men,
Parijs zich zou overgeven, zoodra het ingesloti lat
zou zijn. Vervolgens meende men, dat het s
capituleeren, wanneer de inwoners maar ei
korten tijd kennis zouden gemaakt hebben m
de ontberingen van een beleg. Later dacht nu
dat Parijs in 't bezit der Pruisen zou kot»
zoodra eenige kogels in de stad zouden gevvorp
worden. Eindelijk werd besloten, Parijs eenvo
dig uit te hongeren, en de een was toen vt too
oordeel, datj de belegerden het geen vier of zt Ier
de ander dat zij het hoogstens acht of tien wek
zouden uithouden. In den krijgsraad te Versaill
6cheen men het ten aanzien van een bombard
ment niet eens te zijn. In den beginne wan (fti
de Pruisen stellig van plan, daartoe over te gas ai
Alle toebereidselen toch werden voor het bomb'
De
bei
nd
50
zg
n
et
th-
lizt
er
g«
i
iar
ad-
Bet
D<
jn
ux<
gd-
1
t 1
el
"g
roo
ÏVS
1
et
et
mi
evt
ine
N
tail
IV e
-Db
'oc
ittlt
an
-oo
eb
-eb-
lap
1S|
-let