Woensdag 528 December. EB'SB leu allj bekom DKER alsm tAND N°. 3B38. LliinsCH A°. 1870. DAGBLAD. - Ï0 12 he; 7.00. er-geri a /"5.6C te koeic a; PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 3.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVÏÏRTENTIKN Voor iederen regel0.15. Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan. HET VOORVAL AAN DE HOOGERE BURGERSCHOOL TE AMSTERDAM. iels (te: 16.01 .00. ƒ64. Alle voorstanders van het Middelbaar Onder ijs zullen met spijt en ergernis kennis genomen ebben van de betreurenswaardige voorvallen aan Hoogere Burgerscholen te Haarlem en te Am- erdam. Zonder zelfs partij te trekken voor of jer kils gen de daarin betrokken personen, moet men 'treuren, dat zij zoo weinig bedachten hoe hunne indelingen aan de algemeene zaak schade doet. den feilen strijd, die tegenwoordig tegen het enbaar onderwijs wordt gevoerd zijn zoodanige orvallen voor de tegenpartij onschatbare wape- die gretig worden aangegrepen, en dikwijls et behendigheid gehanteerd, diepe wonden toe- rengen. Het is niet moeilijk te voorzien, dat eldra het middelbaar onderwijs in dien strijd eer op den voorgrond zal treden, terwijl hij tot a toe bijna uitsluitend het lager onderwijs heeft ;oldeD. Dan zullen alle voorstanders eendrach- de handen ineen moeten slaan, want bij de miiskenbare leemten en gebreken in de wet de aanval hevig zijn. Zoo komt het mij voor ït de zaak aan de hoogere burgerschool te Am- erdam het uitvloeisel is van eene verkeerde etsuitlegging, welke op meer plaatsen in toe- issing wordt gebracht. Het geldt de bevoegdheid Bn de commissiën van toezicht op de middelbare holen. Vele leden dier commissiën schijnen dit te vatten, alsof zij gerechtigd zijn zich per- ionlijk in alle zaken, die de school en het on- irwijs raken, te mengenalle details te regelen, er elke kwestie uitspraak te doen; de leeraren hun onderricht aanhoudend te controleren, jrtom zij meenen zich nimmer genoeg met de eraren, het onderwijs en de jongens te kunnen tmoeien. Al ware dit in de wet erkend is het _:h niet twijfelachtig dat die bemoeizucht de :ootste schade aan de betrokken school kan be- ikkenen; de voorbeelden zijn in menigte daar, deze meening te staven. Het is den docent imogelijk goed onderwijs te geven, tenzij hij lfstandig voor de klasse treedt en in dat uur :ene macht boven zich heeft. De regeling van it onderwijs in zijn geheel komt den directeur alle verdere onderwijszaken aan de geza enlijke leeraren. De werkkring der commissie van toezicht moet veel mogelijk naar buiten en zoo weinig ogelijk naar binnen werken. Nimmer te treden die rechten van directeur en leeraren moet het rste artikel zijn; waar hierop inbreuk wordt tmaakt zal het nadeelig voor het onderwijs zijn. Een (link docent laat zich dat niet welgevallen neemt liever zijn ontslag, waarvan de voor leiden tot schade van het ouderwijs voorhanden Waar de commissie geheel of gedeeltelijk liten den leeraar om met de jongens over het derwijs handelt, waar zij beslist in de over- ngs-examens, waar zij de te gebruiken leerboe- ordonneert en de plaatsing der jongens in klassen beveelt, treedt zij buiten hare bevoegd- id. Deze opvatting wordt geheel bevestigd door wet, en waarlijk van den uitnemenden stants- in, die haar leverde was niet anders te wach- Oorspronkelijk was het toezicht van den p( irgemeester en Wethouders; op aandrang der mer werd het op speciaal daartoe te benoemen mmissiën overgebracht. In art. 52 wordt haar erkkring aldus omschreveD„Zij zien toe dat algemeene verordeningen op het middelbaar derwijs en de bijzondere reglementen voor de enbare burgerscholen en hoogere burgerscholen pt worden nagekomen. Zij houden uanleekening het onderwijzend personeel, bet getal der '/#rlingen en de staat van het onderwijs; zij elen den inspecteur de belangrijke veranderin- tnede, die hebben plaats gehad in de scholen, de gemeente gevestigd, en geven hem alle lichtingen die hij verlangt; zij doen zoowel i den gemeenteraad als aan Onzen Minister i Binnenlandsche Zaken de voorstellen, die in het belang van het onderwijs noodzakelijk '<ii dten." De wet spreekt duidelijk; geen woord vau nenging in het onderwijs of in de rechten en ,l|roegdheden der leeraren. Het is te wenschen het voorval te Amsterdam ten minste het t zal hebben om commissiën van toezicht, die h niet binnen de perken der wet hielden, de ,en te openen. Wel is waar wordt soms tegen- worpen dat bij enkele docenten nauwlettend ro. lenu 80 28! hl 3t li n toezicht dringend noodig is; maar zou liier de fout niet schuilen bij de onbedachtzaamheid en lichtvaardigheid, waarmede niet zelden vooral in kleine gemeenten èn de commissiën bij de voor dracht èn de gemeeDteraden hij de benoeming van leeraren te werk gaan Hoe dikwijls wordt daarbij degelijkheid en geschiktheid op den ach tergrond geschoven voor familie- of partijbelang; waarbij dan meestal vergeten wordt, dat het ge makkelijk is een docent te benoemen, maar zeer moeilijk, wanneer hij blijkt ongeschikt te zijn, hem te verwijderen, VaN Geer. Lelden, 27 December. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft den 14den dezer, de volgende circulaire aan Gedep. Staten der verschillende provinciën ge richt „Bij het in werking treden op den 1 Januari 1871| van de wet van den 20sten Juli 1S70 (Stbl. N*. 131) tot regeling van het veeartsenijkundig staatstoezicht en de vijartsenijkundige politie, ver- valleu de bestaande Provinciale- en Gemeente verordeningen betreffende de bij die wet geregelde onderwerpen, met uitzondering van die, welke betrekking hebben op de onderwerpen in art. 15 genoemd, voor- zoover die verordeningen niet in strijd zijn met de daaromtrent bestaande wette lijke voorschriften. Ik heb de eer U. in overweging te geven de Gemeentebesturen in Uwe provincie daaraan te herinneren en hen tevens opmerkzaam te maken dat, te rekenen van den lsten Januari 1871, geen onteigening van besmet of verdacht vee kan plaats hebben dan volgens de voorschriften der aange haalde Wet. Met dien datum zijn volgens art. 23 van die wet de bepalingen der onteigeningswet van den 23sten Augustus 1S51 (Stbl. N°. 125) niet langer geldig voor onteigening van besmet of ver dacht vee." haar tot het houden van zoodanige meeting de noodige stappen willen doen, tot het schenken van hunne adhaesie aan een adres, gericht aan de beide besturen der te Amsterdam gevestigde vredelichamen collectief, van den volgenden in houd „Wij ondergeteekenden, in aanmerking nemende, dat de vredezaak in Nederland alleen door een voortdurend en rusteloos in beweging houden kan worden gebaat, en dat het nuttig en noodig is dat er door het tegenwoordige geslacht zaden worden gestrooid, waarvan onze nakomelingen rijpe vruchten zullen plukken, verzoeken aan de beide besturen der Amsterdamsche vredelichamen, daar ter stede te doen honden eene mast-meeting, waarbij aan iedereen vrije toegang (of tegen be taling van vijf cents) en op aanvrage het recht van spreken worde vergund, en daartoe de noodige stappen te doen, blijvende het geheel aan hen overgelaten, den tijd wanneer en de wijze waarop nader te regelen." Zij, die aan dit verzoek door huDne adhaesie kracht willen bijzetteD, worden verzocht der re dactie vóór 1 Januari a. s. franco hun naamkaartje te zenden, daar zij op dien dag het adres, voor zien van de haar hekend geworden namen, aan de besturen zullen doen geworden. De Minister van Binnenl.Zaken heeft benoemd tot leden der commissie tot vergelijkend onder zoek van de aspiranten voor de betrekking van opziener op het stoomwezen der spoorwegdien sten; de heeren L, Cohen Stuart, directeur der polytechnische school, T. P. J. Mahieu, algemeen opziener op het stoomwezen der spoorwegdien sten, M. J. A. Masthoff, leeraar aan de hoogere burgerschool te Delft, A. A. C. De Vries Robbé, ingenieur van het stoomwezen en W. J. Woller- beek, secretaris van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten. De commissie zal te Delft zit ting houden. (St. P.) Burg. en Wellis, alhier doen te weten, dat het 2de suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting voor 1S70 is goedgekeurd door Gedep. Staten dezer provincie, bij besluit van den 20sten December jl.en op heden aan den gemeente ontvanger ter invordering ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Naar men verneemt heeft het hoogheemraad schap van Rijnland het besluit genomen, om de schepraderen van het stoomgemaal te Gouda door pompraderen te vervangen. (St. p.) Na afgelegd examen zijD de volgende candida- ten aangesteld als surnumerair bij de Maatschappij tot Exploitatie van staatsspoorwegen, namelijk: C. E. W. Van Diest, van Leerdam, te Kuilenburg; J. H. Van Doornum, van Nijmegen, te Groningen; A. H. Heymann, van Delft, te Steenwijk; L. J. Heinsius, van Leeuwarden, te Veenwouden; F. Korsting, van Zutfen, te Brumnen; G. A. P. Lespinasse, van Voorthuyzen, te Sittard; H. .1. K. Muller, van Roermond, te Echt; J. D. Nolet, van Utrecht, te üisterwijk; G. A. Noot, van Emmerik, te Hoogeveen; A. J. C. Pieterse, van Middelburg, te Goes; A. N. J. De Quartel, van ilaarssen, te Delden; H. M. W. De Quartel, van Maarssen, te Goor; J. Ratsema, van Sneek, te Akkrum; C. Van de Stadt, van Zaandam, te Zuidbroek; H. F. J. Vetter, van 's-Hage, te 's-Hage; A. J. Wolhoff, van Delft, te Horst Sevenum; W. L. C. Weimar, van 's-Hage, te Geldermalsen. Gisterenmorgen om lialfacht heeft zekere Maria Crediet, oud 55 jaren, wonende in de Haverstraat alhier, ernstige brandwonden verkregen door een stoof met vuur onder zich te plaatsen. Zij is om 5 uren des avonds naar het Cacilia-Gasthuis overgebracht. Het recht tot helling van den tol op het Am- sterd. en Goudsche rijpad c. s. is verpacht voor 3 jaren aan T. Van Hoff te Bodegraven voor ƒ1510 'sjaars. H. M. de Koningin van Zweden en Noorwe gen heeft aan het Gemeentebestuur te Voorscho ten doen toekomen eene gift van 200, om daar voor op Kersdag eene bedeeling te doen onder de armen. Van deze gift zijn den 25sten dezer 80 behoef tige huisgezinnen voorzien geworden van brood, erwten, vet en turf. De redactie van het weekblad de Vredebond oppert, het denkbeeld om in de eerste dagen van Januari a. s. in het „paleis van Volksvlijt" een meeting te houden tot bevordering van de vrede zaak in Nederland. De redactie noodigt daarom allen uit, die met „Van wege de Oostenrijksche regeering is de navolgende mededeeling ontvangen: Nadat het munttractaat, den 2-lsten Januari 1S57 tusschen Oostenrijk en de Duilsche Staten gesloten, bij tractaat van 13 Juni 1867 voor zoo veel de Oostenrijk-Hongaarsche Monarchie aangaat ontbonden was, heeft de K.K. regeering tot voor bereiding van de invoering van den gonden stauddaard besloten, de bij genoemd tractaat van 1857 onder den naam van „Gouden Kroon" vast gestelde gouden munt te vervangen door gouden muntstukken van 20 fr., gelijkstaande met 8 11. Oostenrijksche waarde, en van 10 fr., gelijkstaande met 4 fl., te vervaardigen geheel overeenkomstig de munt-overeenkomst, den 23sten December 1865 tusschen Frankrijk, België, Italië en Zwitser land gesloten. Die nieuwe gouden muntstukken zijn dien ten gevolge in de door den rijksraad te Weenen ver tegenwoordigde landen, krachtens de wet van 9 Maart 1870 en in het koningrijk Hongarije krach tens de wet N°. XII van het jaar 1869 geslagen Daar de typen en onder de voorwaarden die hier j volgen De gouden muntstukken van 8 fl. of 20 fr. hebben eene middellijn vaD 21 millimeters, een zuiver gewicht van 6.45161 grammen en een zui ver gehalte van 900 duizendsten (s/10) ('/10 koper); de gouden muntstukken van 4 fl. of 10 fr. hebben eene middellijn van 19 millimeters, eeD zuiver gewicht van 3.22580 grammen en een zuiver ge halte van 900 duizendsten ('/i0 koper). Het munt-pond (het halve kilogram), bevattende 'Il0 goud en koper, moet 77stukken van 8 fl. (20 fr.) of 155 stukken van 4 fl. (10 fr.) op leveren. De geoorloofde ruimte van gewicht en gehalte is 2 duizendsten, zoowel boven als beneden het zuiver gehalte en gewicht. De beeldenaar der nieuwe gouden Oostenrijsch- Hongaarscbe muntstukken op de voorzijde is het beeld van den keizer bd koning, omringd, wan neer zij in Oostenrijk zijn geslagen, door de woorden „Franciscus Josephus I. D. G. Impera tor et Rex" en wanneer zij in Hongarije gesla gen zijn, door de woorden „Ferenez Joséf I. K aes és M. H. S. D. O. op. Kir." De keerzijde der Oostenrijksche stukken heeft tot beeldenaar den keizerlijken adelaar met het opschrift „Imperium Austriacum," benevens de aanduiding van 20 fr. (10 fr.) aan de linker en die van 8 fl. (4 11.) aan de rechterzijde van den adelaar; het jaartal van den muntslag er onder. De keerzijde der Ilongaarsche stukken heeft tot beeldenaar het wapen van het koningrijk Hon garije met bijbehooreude landen met de woorden „Magyar Kiralysag," de aanwijzing der waarde als hierboven links en rechts van dat wapen, het jaartal er onder. De Oostenrijksche goudstukken hebben een gladden rand met het randschrift „Viribus Unitis" daarin gesneden. De ilongaarsche worden met een kartelrand gemunt. Bij de K.K. openbare kassen zijn deze goud stukken in zilver betaaibaar respectivelijk tegen 8 florijnen en 10 kreuzer, 4 fl. en 5 kreuzer Oos tenrijksche waarde. In de circulatie in Oostenrijk-Hongarije is de waarde der goudstukken conventioneel." Bij Koninklijk besluit van den 19den dezerjl., is opgeheven de betrekking van adsistent-ingenieur bij den Rijkstelegraaf (een betrekking die ver vuld wordt door het lid van de Tweede Kamer, den heer Van Kerkwijk), en bij hetzelfde besluit is bepaald dat aau het hoofd van ieder der ouder- afdeelingen Rekenplichtig beheer en Technisch beheer der afdeeling Telegrafie van het Departe ment van Financiën, staat een door den Miuister van Financiën aau te wijzen ambtenaar. De benamingen van „controleur of inspecteur en ingenieur van den Rijkstelegraaf," worden vervangen respectievelijk door die van „chef van het rekenplichtig beheer" en „chef van het tech nisch beheer." Dit besluit treedt in werking den lsten Januari 1871. Door bet Gouvernement der nationale verde diging in Frankrijk is kennis gegeven, dat door de Fransche zeemacht sedert 12 December de havens van Rouen, Dieppe en Fécamp geblok keerd zijn, en dat die blokkade zal worden uit gestrekt tot alle andere havens, die door legers van den Noord-Duitschen Bond mochten bezet worden. Z. M. heeft met ingang van den lsten Januari 1871: a. eervol ontslag verleend aan den iDgenieur der Rijkstelegrafen E. Wenckebach, met dankbe tuiging voor de in die betrekking den lande be wezen diensten, behoudens nadere regeling van het hem toekomende wachtgeld; b. benoemd tot inspecteur van den Rijkstelegraaf bij het Dep. van Fin. J. M. Collette, tot dusverre adsist.-ingen. van den Rijkstelegraaf bij dat Departement. Z. M. heeft goedgevonden den kapit. J. G. Van Gendt, van het 4de reg. iuf., op zijn verzoek, een eervol ontslag te verleenen uit de militaire dienst. Z. M. heeft bij het korps, gevormd uit de scherp- schuttersvereeniging „Prins Frederik Hendrik," 1 te Hontenisse, benoemd tot kapit.-komui., H. A. A. baron Collot d'Escury; tot lsten luit. J. Van Sikkelerus; tot 2den luit. J. A. Pateer Ez. Z, M. heeft met ingang vau 1 Januari 1S71, benoemd tot plaatsvervangende districtsveeartsen G. Mazure, te Zierikzee; J. H. Stempel, te Nieu- wersluis, gemeente Loenen a/d. Vecht; L. Van Driel, te Stratum; H. Voetelink, te Zwolle; P. Van Staa, te SneekH. Reimers, te Dalen. BINNENLAND. Amsterdam, 24 Dec. De raadszitting waarinde zaak Dibbits-Keer is behandeld, werd behalve door Burg. en Weth., door niet meer dan 26 van de 39 leden bijgewoond, Onder de afwezi gen behoorden manoen als HoltzmaD, Van der Toorn, Beeloo, de Koning en Jiiger. De beslissing van den Raad was voor de zaak van den heer Dibbits niet gunstig. De Raad toch Dam met 17 tegen 9 stemmen een motie van den heer A. Van Bosse aan, waarbij hij zich onbevoegd verklaarde om voorstellen, hetzij tot goed-, hetzij tot afkeu ring der voorgestelde schorsing van den heer Dibbits te behandelen. De door den heer Mr. Van Nierop voorgestelde motie, waarin een zekere afkeuring lag opgesloten van de uitgesproken schorsing in verhouding tot het ten laste gelegde feit, bleef daardoor buiten behandeling. De negen leden die zich tegen de aangenomen motie vet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1870 | | pagina 1