L
F
k
borsten der 1ste klasse, G. M. Titsingh, S. K.
Sijbrandi, J. B. Dukkers en C. Meyboom:
Op Zr. Ms. ramscbip de Buffel, de adelborsten
der 1ste klasse J. G. Snethlage en J. H. L. J.
barOD Sweerts de Landas Wijborgh:
Op Zr. Ms. raderslooniscbip ie Valk, de adel
borst der 1ste klasse J. C. Hora Siccama: en
op Zr. Ms. drijvende batterij Neptunut, de. scheeps
klerk G. A. Zeegers.
Verder worden, met ingang van den lsten
Januari aanstaande, de luitenant ter zee der lste
klasse P. Ten Bosch, de luitenant ter zee der
2de klasse H. Quispel, en de officier van ad mi
nistratie der 2de klasse G. H. Verboon, allen
dienende op Zr. Ms. schroefstoomschip Vice-Admi-
raal Koopman, eerstgenoemde als lste officier, op
non-activiteit gesteld.
Bij beschikking van den Minister van Koloniën
ad interim, van den 20sten December 1870, lit.
Apz., u". 25, zijn de scheepstimmerlieden der lste
kl. aan 's Rijks werf te Willemsoord J. Duyvet-
ter, H. A. De Rooze en W. Sterk, gesteld ter
beschikking van den Gouverneur-Generaal van
Nederlaudsch indië, om te worden geplaatst als
vice-commandeurs voor het vak van scheepsbouw
bij een der marine-etablissementen daar te lande.
Z. M. heeft aan P. A. H. De Jongh, te Maas
tricht, vergunning verleend tot het aannemen en
dragen van de gouden medaille, 2de grootte, en
aan P. Van der Weyden, te Zevenhoven (pro
vincie Zuidholland), vergunning verleend tot het
aannemen en dragen van het kruis Fidei et Vir-
tuh, welke eereteekenen hun door den Paus zijn
geschonken.
Z. M. heeft aan G. P. Grandia, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als lsten luit. bij het
korps Koninkl. scherpschutters te 's-Gravenhage
Z. M. heeft goedgevonden aan den adj.-comm
bij het bureau van den inspect, van de geneesk
dienst der landmacht D. E. Van den Ouweelen,
met ingang van den lsten Jan. 1871, uit hoofde
van lichaamsgebreken, een eervol ontslag uit zijne
betrekking te verleenen, behoudens zijne aan
spraak op pens.
Z. M. heeft goedgevonden den kapit. L. J. B.
Verschoor, van het wapen der inf., thans op
non-activ., op zijne aanvrage, op pens. te stellen
en het bedrag van dat pens., te bepalen op f 900
's jaars.
BINNENLAND.
Rotterdam, 23 December. De rivier voor de
stad is nog vrij van drijfijs. Ter beurze alhier
is eene dépêche ontvangen, meldende dat het
verkeer langs de Hessische Ludwigsbahn, de
Oostenrijksche, Beiersche en Badensche lijnen in
de richting van Zwitserland, gestremd zijn.
Utrecht, 22 December. Gisteren hield de genees
kundige raad voor Gelderland en Utrecht alhier
eene openbare vergadering onder voorzitterschap
van den inspecteur van het geneeskundig staats
toezicht, Dr. Kiehl.
De gedrukte mededeelingen omtrent het ge
neeskundig staatstoezicht, die bijna alleen tot
eeuige nieuwe mededeelingen en beschouwingen
aanleiding gaven, bevatten, wat Utrecht betreft,
geene belangrijke niet reeds bekende bijzonder
heden. Omtrent de pokken epidemie alhier deelde
de adjunct-inspecteur mede, dat zij afneemt. Dit
gaf aanleiding tot eene bespreking van de maat
regelen tot voorkoming der verspreiding daarvaD.
De reeds bekende feiten van ontduiking der
plaatselijke verordening kwamen ook hier ter
sprake en deden duidelijk uitkomen, wat de
Voorzitter in zijne openings-toespraak zeide, dat
zonder medewerking vaD het publiek, van de pu
blieke opiuie, het geneeskundig staatstoezicht
weinig nut kan stichten, Uit verschillende me
dedeelingen bleek dat elders van wege de politie,
biljetten rnet het woord /;besmetteiijke ziekte,"
duidelijk leesbaar, worden verstrekt, of op goed
zichtbare plaatsen aangeplakt, of op andere wijze
het aanwezig zijn van besmettelijke ziekte in eene
woning op voor iedereen merkbare wijze wordt
aangeduid. De heer Boer, rechtsgeleerd lid
I van den raad, verklaarde het gehoorde in over
weging te zullen nemen. De adj. inspecteur be-
richtte dat de officier van Justitie geen gevolg had
gegeven aaD zijn proces verbaal tegen de houd-
I ster eener bewaarschool wegens het toelaten van
I
kinderen uit eene besmette woning, en wel om
dat de plaatselijke verordening wel sprak van
scholen, maar die kwalificatie niet op bewaar
scholen paste, de adj. inspecteur had daarna ter
stond aan B. en Weth. voorgesteld, de verorde
ning uit te breiden, zóo, dat dergelijke bewaar
plaatsen van kinderen ook onder haar bereik
vielen. De heer Boer deelde daarop mede, dat
de commissie voor de strafverordeningen was
uitgenoodigd, dit voorstel te overwegen. Hij wees
echter tevens op de moeilijkheid eener voldoende
definitie, die in het onderhavig geval duidelijk
gebleken was.
De gedachtenwisseling over dit punt leidde
den Voorzitter er toe om den heer Boer dank
te zeggen voor de zorgen van het gemeentebe
stuur voor den openbaren gezondheidstoestand,
waarvoor de heer Boer zich erkentelijk verklaarde
in zoover die dank den goeden wil van dat be
stuur gold, er echter bijvoegende, dat wat men
doen kan, zoo miniem, zoo weinig beteekenend
is, dat dit geen lof waardig is met het oog op
hetgeen men zou willen en zou moeten doen.
De openbare macht stuit hier echter op gebrek
aan medewerking.
De heer Dompeling vestigde nog de aandacht
op het groot verschil, dat er in verschillende ge
meenten bestaat, ten aanzien van het cijfer vaD
hen, die sterven zonder geneeskundige behande
ling. De heer Scholl uit Nijmegen, schreef
een treurige blik in het menschelijk karakter
voor zooveel het sterven zonder behandeling van
jonge kinderen betreft, dit niet inroepen van ge
neeskundige hulp, toe aan de werking der be
grafenisfondsen kinderen beneden zekeren leef
tijd betalen geen bijdragen en sterven ze dan
krijgen de ouders nog geld in handen.
Voor zooveel Utrecht aangaat, dat in de sta
tistiek op deze rubriek met een hoog cijfer voor
komt schreef de adj.-inspecteur dat toe en aaD
de reeds vermelde noodlottige werking der be
grafenisfondsen, èn hoewel voor een klein deel,
aan de gebrekkige regeling der geneeskundige
armenverzorging, deelde naar aanleiding daarvan
mede welke pogingen hier zijn aangewend om
daarin verbetering te brengen wat onzen le
zers bekend is, en voegde daaraan toe, van
deu heer Boer vernomen te hebben, dat de voor
naamste diaconiën, waaronder ook de diaconie,
op wier weigering een vroeger plao van derge
lijke strekking was afgestuit, voorloopig reeds
waren toegetreden en dat men dus met eenigen
grond de hoop mocht koesteren, dat binnen kor
ten tijd, eene regeling als de ontworpene tot
staod gebracht zou kunnen worden.
Utrf.cht, 23 Dec. Van de 12 candidaten wier
examen heden ten einde liep, zijn 2 toegelaten
voor het eerste gedeelte van het natuurkundig
examen, namelijk de heeren A. J. Quanjer en
H. Van Dam, en eveneens 2 voor het tweede
gedeelte, de heeren J. Coronel en J. Van Deventer.
De schipbrug tusschen Vianen en Vreeswijk
is weggenomen.
Op Zonnenburg teekende gisterenmorgen te
acht uren F. 13.6°; de scheepvaart is geheel
gestremd.
Arnhem, 23 Dec. Gisterenavond zijn als gewone
leden der werkmans-vereeniging „Arnhem" aan
genomen 18 personen (werklieden) en als buiten
gewoon lid éen patroou. Het aantal leden neemt,
na de verlaging der contributie van 75 op 20
ets. (te beginnen met 1 Jan. a. s.) steeds toe.
In Januari, bij de eerste vergadering in het cen
traal gebouw, zal er eene muziekuitvoering zijn
van de gewone en buitengewone leden, en den
eerst daaropvolgenden Zondag een tooneelvoor-
stelling door de vereeniging „Vondels broeder-
kring" toegankelijk, gratis, voor de gewone leden
inet hunne vrouwen en de buiten gewone leden;
Introductie legen entrée zal dan verleend worden,
I voor zoover de ruimte dit toelaat. Tevens werd
gisterenavond door de vereeniging aan egne
commissie van 5 leden opgedragen, te onderzoe
ken, wat zij zou kunnen doen met betrekking
j tot het opruimen in Arnhem van sneeuw bij
dooi. Aanstaanden Woensdag moet het rapport
worden uitgebracht.
Tiel, 23 Dec. De Waal is ontzettend gewassen,
1 en door de veelvuldige regens is het land zoo
doorweekt, dat er den laatsten tijd niets gewerkt
I kon worden. De wegen zijn zoo ellendig, dat
er moed toebehoort om eeue w andeling buiten
de stad te maken. Over den weg van hier naar
het station Geldermalsen waarover in verschil
lende bladen geklaagd werd, is maar éen klacht.
Die weg is bepaald gevaarlijk om te berijden.
Bij den avond gaan dan, ook zoo weinig moge
lijk passagiers, en het is zelfs herhaaldelijk ge
beurd, dat zij er de voorkeur aan gaven om de
reis van hier naar Zalt-Bommel per stoomboot
te doen en verder per spoor. Spoedige verbete
ring dient daarin gebracht te worden.
Leeuwarden, 22 Dec. Door den Commissaris
des Konings in deze provincie is, op voorstel van
den geneeskundigen adjunct-inspecteur, de aan
dacht der gemeentebesturen gevestigd op het heer-
schen der pokken in de verschillende provinciën
van ons land. Ofschoon de ziekte zich nog niet
in Friesland vertoond heeft, wordt het nemen
van voorzichtigheidsmaatregelen toch zeer wen-
schelijk geacht, en tot de besturen de uitnoodi-
ging gericht, de vaccinatie en revaccinatie zooveel
mogelijk te bevorderen.
's-Hertogenbosch, 23 Dec. De spoorbrug over
de Dieze heeft eergisteren weer eene belangrijke
bijdrage geleverd voor haar noodlottigen invloed
op de scheepvaart. De Rotterdamsche stoomboot
beliep daarop zulk een aanmerkelijke schade, dat
zij voorloopig buiten dieost is gesteld.
Reeds ten tweede male in dit seizoen wordt de
polder van het Boschveld overstroomd en staat de
weg van hier naar Vlijmen, Heusden en de Lang
straat onder water, zoodat de gemeenschap al weer
gestremd is. Ware die weg eeo halve meter hooger,
dan zou dit voorkomen ziju, maar de militaire
genie heeft zich tegen die ophooging voortdurend
verzet. Men verneem! dat de gemeentebesturen,
die bij deze afsnijding der gemeenschap groot
ongerief ondervinden, zich tot de Hooge Regee
ring zullen wenden.
Boxtel, 22 December. Het water is ook hier
zeer hoog. De bebouwde kring der gemeente is
schier geheel ÏDgesloten. De voerlieden kunnen
met hunne karren en paarden 's-Hertogenbosch
niet dan met de grootste moeielijkheden bereiken,
terwijl het met den weg naar Eindhoven niet
beter gesteld is, daar die weg grootendeels
geïnundeerd is. In de richting naar het volkrijke
Schijndet geldt hetzelfde geval. Bijna alle kelders
ziju hier ondergeloopen. Gelukkig dat Boxtel thans
het middenpunt der spoorwegen is.
De inzender besloot het stuk aldus:
„Maar Tine en hare kindereD snuit zij haai
neus nog? dan is er dubbel reden om ons vooi
haar te interesseeren. Verkoudheden aan te ziet
gaat aan sommige genieën slecht af, en toch ooi
zij die. verkouden zijn, en meer nog dan zij die
't niet zijn, hebben behoefte aan de hartelijk
hulp van dood eenvoudige menschen.
Wat kunnen wij voor Tine en de kinderet
doen
Antwoord franco, letter Q bureau der Arnhem-
sche Courant."
Eenige dagen daarna schreef de Oud-Hoogleeraai|
VaD Vloten:
„Deze practische vraag van Q., in uw laatst^
nommer, hebben twee of drie anderen met mj
zich reeds vóór een jaar of wat gesteld, en toe.
circulairei uitgevaardigd, waarin wij tot kleine
of grooter jaarlijksche bijdragen uitnoodigden,
om in de behoeften van mevr. D. D. en haar beide
kinderen te voorzien. Dat heeft niet veel, maai
toch iets ingebracht, en ons in staat gesteld
sedert dien tijd, maandelijks een klein, klein som
melje aan haar over te inakeu, dat haar in haai|
levensonderhoud wat te gemoet komt. De kin
deren worden echter steeds grooter, en hunne,
behoeften daardoor meerder, en de kleine tol|
dusver erlangde bijdragen zullen niet volstaan,
hen blijvend te helpen. Des te welkomer is rnij
daarom Q's vraag, die de aandacht op nieuw op|
de zaak vestigt, en er toe leiden kaD, door meer
algemeene deelneming, tot meer afdoenden bij
stand te komen. Tine is met hare kinderen
Padua, waar zij door onderwijs geven in de Dood
zakelijkste behoeften van zich en de haren trachl
te voorzien, maar daartoe natuurlijk niet komen
zou, genoot zij niet de gunstige ondersteuning
van een daar gehuwde vriendin, wier maD er|
als professor werkzaam is, en die haar even be
belangeloos als voorbeeldig ter zijde staat. Aller
wenschelijkst ware het, zoo wij het er toe bren
gen konden, de maandelijksche kleine bijdragen
wat grooter te maken, en roep ik daartoe Q's,
medewerking in. Met de verzending belast zich|
de heer E. J. Potgieter te Amsterdam (Lelie
gracht), tot wien ieder, die tot dit goede doel wil,
bijdragen, zich dus te richten heeft. Voor al!e|
verdere inlichting en nadere bespreking verklaar!
zich de ondergeteekeude volgaarne bereid."
Naar aanleiding van een en ander, mijnheer
de redacteur, doe ik bij deze een beroep op de,
liefdadigheid onzer stadgenooten, en richt tot
het beleefd verzoek of de administratie van hei|
Leidsch Dagblad zich niet zou willen belasten mei
de ontvangst van giften ten einde die aan boven
genoemd adres te zenden.
Leiden, 22 December. D. O. V.
(Gaarne willen wij iets aan het adres vaD des
heer E. J. Potgieter te Amsterdam voor Tine, de
ongelukkige echtgenoot van Multatuli, en hare|
kindereu zenden, misschien zijn er andere die
dat ook wenschen te doen.
De administratie dezer Courant zal onder letter|
Q. het gezondene io ontvangst nemen, er van be
richt geveo en aan deu heer Potgieter overmaken
(Red.)
INGEZONDEN.
Onlangs kwam in de Arnhemsche Courant een
ingezonden stuk voor, waarbij de inzender inet
warmte aanbeval de ongelukkige echtgenoot van
Multatuli en hare kiuderen te ondersteunen.
Mijnheer de Redacteur.
Met verlangen nam ik Uw Nommer van gis
teren ter hand, om daarin te lezen wat Uw be
richtgever, meedeelde omtrent het examen van
de Burgerzangschool.
Aan 't einde van 't stuk gekomen, was ik niet
voldaanik vond niet wat ik zocht. Ik dachtl
namelijk dat aan Uw verslaggever wel klachten
ter oore gekomen waren van Nuts-ledeD, die der.
Commissie volstrekt geen lof brengen over de|
regeling der plaatsen. De Commissaris, tegen
woordig bij het bespreken der plaatsen, op Dins
dag morgen, heeft ook geen antwoord bekomen
rijtuig bestegen, dat hen uaar het landgoed van
St. Aubin zou brengen. De moeder was in diepe,
zeker treurige gedachteD verzonken, maar de
vrolijke blikkeu van den knaap dwaalden ver
rukt langs de stille, groene dalen, waarvan de
bergwanden zich glooiend verhieven.
Een heldere beek stroomde in rassen loop met
zijne kabbelende golfjes over de bedding van
kiezelsteeuen, alsof ze heimelijk fluisterden met
de fraaie deuneuboomen, die hier en daar aan
den oever stonden en dikwijls door zijne wilde
omarming over de bedding heeDgebogen, zich
geheel en al aan hem schenen te willen prijs
geven. Zaagmolens en ijzersmelterijen verleven
digden door huune rustelooze bedrijvigheid, den
stillen omtrek en daar tusschen zag men sierlijke,
witte landhuizen met huDne wel onderhouden
tuinen, die zich bergopwaarts in het schoonste
natuurpark, iD de denneDbosscben verloren.
Het was verwonderlijk schoon in deze afgele
gene streek, en het scheen der bedroefde vrouw toe,
dat in dit verblijf vau rust en vrede, geen nijd
noch boosheid kon doordringen, en dat zelfs de
smart hier verzacht moest worden, en zij kon het
begrijpen, dat haar broeder hier een vrede hoopte
te verkrijgen, die een krank gemoed en een be
kommerd hart te vergeefs onder het gedruisch en
gewoel der wereld zoekt.
Langzamerhand werd het daglicht flauwer, de
landelijke woningen verminderden en het ge
druisch der ijzersmelterijen verstomde. Geheel
onder in het dal, tegen den wand van het dal
gebouwd, stond een vriendelijk, wit huis, den
voorbijganger als het ware uit het dichte geboomte
dat het omgaf toewenkende, en de koetsier meende,
dat daar het doel der reis moest zijn.
Langzaam reed hij den steenachtigen weg af,
terwijl hij eene vrouw, die met een vracht hout
met moeite dien weg opkwam, naar den naam
van den eigenaar van dat huis vroeg.
„Hoe of hij heet, weet ik niet," antwoorde de
vrouw adem scheppende, terwijl zij haar last
neersmeet, „ik weet slechts dat er een gekke
Franschman woont en dat het niet pluis in dat
huis is; ze zeggen dat de duivel er rond gaat."
Felix, die gewoon geweest was, met zijn vader
Duitsch te spreken, had, hoewel Diet alles, toch
de beteekenis der laatste woorden verstaan, en
zag verrast en getroffen dan op zijne moeder en
dan naar den koetsier, die hardop begon te lachen.
„Het is toch zeker waar, hernam de vrouw be-
leedigd door de vrolijkheid van den koetsier,
„ik dien het toch wel te weten, daar mijn zusters
dochter er zes weken heeft gediend, en alleen om
het spektakel weggeloopen is."
„Het mag zijn zooals het wil, maar dat de
Franschman en ziju knecht met den duivel in
verband staan, dat is zeker. Het moet gruwelijk
zijn, zoo'n geschreeuw en gestommel als er 's nachts
gehoord wordt; ze maken gpud en smijten het
uiet handen vol op de trappen eD gangeu. Marie-
liese heeft het zelf den anderen dag gevonden."
De koetsier zou laug di orgereden zijn, ware
het niet dat hij om den kleinen Felix, die met
ingehouden adem en verlangende blikken zat te
luisteren, het gespfek voortgezet had.
„Nu, als men de goudstukken maar zoo voor
het oprapen heeft-, dan had Marie-liese zich den
duivel wel kuuDen getroosten," zeide hij.
„Zoudt gij geld willen, dat van den booze af
komstig is?" vroeg de vrouw, „Marie-liese is eene
rechtschapene christin zij heeft het niet aan
geroerd, inaar| haar goed gepakt en is weggegaan.
Al heeft zij de woorden ook niet verstaan die
des nachts door het huis geschreeuwd werden, zoo
weet zij toch wel zooveel dat het verschrikkelijke
vloeken tegen onzen lieven Heer waren en dat
men in zulk een huis niet kan blijven. De vreemde
heer kan dan ook geen dienstboden houden, ten
minste geen rechtschapene Harzbewoners of hij
moet ook Fransch volk laten komen."
Mevrouw Von Bork, die te wei Dig Duitsch ver
stond om den inhoud van dit gesprek te verstaaD,
duurde het te laDg; zij wendde zich dus tot haar
zoon en vroeg naar de reden dezer vertraging die
haar met weinige woorden de verlangde inlich
ting gaf.
Haar gelaat drukte misnoegen en 6mart uit,
zij schudde met het hoofd, gaf den koetsier bevel
door le rijden, en zeide toen afkeurend tot haar
zoon: „Hoe dwaas, Felix, om naar de praatjes
van zulke meDschen te luisteren."
De knaap glimlachte half beschaamd en half
schelmsch; „ik weet wel," zeide hij, „dat er geen
duivel is en geen spoken, maar er moet toch wel
iets wonderlijks voorvallen in het huis van oom.
„Als ziekte en ongeluk iets wonderbaarlijk
zijn ja," antwoordde zij. „Oom Charles lijdt
aan eene diepe, onherstelbare droefgeestigheid
daardoor ontvlucht hij de menschen en leeft een
zaam; maar zie eens rondom u, is het hier Diet
stil en vreedzaam, gevoelt men zich hier niet
nader tot God, als in het gewoel der wereld, en
houdt gij het voor mogelijk, dat in deze heerlijke
natuur alleen met God en zicbzelve, iemand kwaad
kan plegen?"
Hoe zwak dit argument nu ook voor een scherp
verstand moge zijn logisch zijn de vrouweu
nimmer zoo miste het toch zijne uitwerking
niet op den knaap, en stemde dit zijne moeder
gereedelijk toe, hoewel er eene groote onrust en
nieuwsgierigheid bij hem bleef bestaan.
{Wordt vervolgd.)
last
li
issi
gei
Ier
te
ut
po
ke
jiog
iet
'40
le
ags
pij:
de
vai
rlij
de
mi
!Ct
e
lie
pre
rp<
't
en
pla
en
an 5
lui
ree
et
en
un
s
nei
udt
zi
[ie
iel
ia
z
li te
hrre
'Sc
pg
le
Ier
dig
M.
ol,
on|
ngl
dei
odi
hai
en
de
:ht
ge
:en
|ns
d
H
ee
line
jiee
di
i
lie.
|ke:
de
ha
lust
Me
1
1
bm
U
bi
K
er
lor
le
lie
'g
sn,