N°. 3336.
Zaterdag
A°. 4870.
24 December.
Eeuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
DE FAMILIE-JUWEELEN.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Dez# Courant vrordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJ8 DKR ADVERTKNTIKN
Voor iederen regelj o.IS.
Grootóre letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Lelden, 23 December.
De Minister van Binnenlandsclie zaken heeft
bij resolutie van 14 dezer, de volgende circulaire
aau gedeputeerde Staten in de provinciën gericht:
„Zoo als u bekend is treedt op 1 Januari 1S71
de wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad n°. 181), tot
regeling van het veeartsenijkundig staatsloezigt
en de veeartsenijkundige politie in werking, met
de naar aanleiding daarvan vastgestelde Konink
lijke besluiten van 4 December jl. (Staatsbladen
n". 190 en 191).
Daar de medewerking van de hoofden der
gemeentebesturen voor de handhaving van de
daarin vervatte wettelijke voorschriften onmis
baar is, heb ik de eer u in overweging te geven,
de aandacht van de burgemeesters in uwe pro
vincie op een en ander te vestigen.
Gestrenge handhaving dier voorschriften toch
is, zoowel in het belang van den veestapel als
van 's Rijks schatkist.
Ik acht het niet ondienstig hij deze gelegen
heid te wijzen op enkele bepalingen die wel
licht voor verschillende opvatting vatbaar zijn en
dus eene nadere uitlegging schijnen te vorderen.
1°. Iu art. 5 der aangehaalde wet is bepaald
dat de districts-veeartsen de in dat art. genoemde
plaatsen of gebouwen niet mogen binnentreden
zonder voorzien te zijn vau een schriftelijken
last van den burgemeester of den kantonrechter.
Deze last zal zoo noodig met spoed moeten ver
strekt worden, en wel op zoodanige wijze, dat
de bedoeling des wetgevers die aaD dit onderzoek
niet alleen een repressief tnaar ook kennelijk
een preventief karakter heeft willen geven, niet
worde miskend.
2°. In de artt. 14, 16, 17, 19, 21 en 25, is be
paald, dat bij afwezigheid van den district-veearts
en van een district-veearts-plaatsvervanger een
geexamineerd veearts in spoedeischendegevallen
kan geraadpleegd worden. Beide omstandigheden
worden te samen vereischt out het inwinnen
van liet advies vau een geexamineeroeu veearts,
buiten het veeartsenijkundig staatstoezicht staande,
te rechtvaardigen.
De burgemeester kan dezen niet raadplegen
dan na de zekerheid bekomen te hebben, dat
zoowel de district-veearts als zijne plaatsvervan
gers verhinderd zijn over te komen, en bovendien
moet het geval waarover raad gevraagd wordt,
spoed eischen.
3°. De laatste zinsnede van art. 16 bepaalt.dat
in gevallen van tvvijfelachtigen aard aan den
Minister vau Binnenlandsche Zaken wordt ken
nis gegeven. Gevallen van twijfelachtige!) aard
zijn die, waarin bij den districts-veearts twijfel
bestaat omtrent den aard der ziekte of omtrent
de aan te wenden maatregelen."
Bij de verkiezing van een lid der Prov. Staten
van Zeeland, voor het hoofd kiesdistrict Goes, ter
vervanging van wijlen den lieer O. Verhagen zijn
van de 1092 kiezers 752 opgekomen. Daarvan
waren uitgebracht, op Jhr. Mr. J. I. Pompe van
Mecrdervoort, candidaat der conservatieve kies-
vereeniging, 329 stemmen; op Mr. J. H. De Laet
de Kanter, candidaat der liberale kiesvereenigiug
298 stemmen. De heer P. D. Dominicus, burge
meester van Krabbendijke, bekwam 60 stemmen;
Mr. C. Van Citters, burgemeester van fleinkes-
zand 36 stemmen.
Er zal den 4den Januari herstemming plaats
hebben tusschen eerstgenoemden.
Voor de op heden gehouden aanbesteding van
werken aan het Nosocomium is het laagst inge
schreven
Voor het schoeiingswerk langs het terrein, het
maken van een afscheidingsinuur met ijzeren hek
ken enz. enz. door P. Verbruggen en J. Van
Rooijen te Waddinxveen voor f 45887en voor
het verwen en beglazen van het Nosocomium
door J. Kippel te 'sGravenliage voor f 7888.
De grafkelder van het Koninklijk Huis van
Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft, onder
het praalgraf van Prins Willem I, die den lOden
Juli 1584 te Delft vermoord werd, bevat twee
afdeelingen. In het oudere en kleinere gedeelte
rusten: Prins Willem I zelfzijne weduwe Louise
de Coligny; zijne vroeg gestorven dochter Catha-
rina Belgica van Nassau; zijne zonen de Stad
houders Prinsen Maurits en Frederik Hendrik;
zijn kleinzoon de Stadhouder Prins Willem II,
en de Prinses Amalia van Solms, weduwe van
Prins Frederik Hendrik.
In den nieuweren en grooteren kelder: de
Stadhouder Prins Willem IVzijne weduwe
Prinses Anna van Engeland; Prinses Wilhelmina
van Pruisen, weduwe van Prins Willem V; hare
dochter Prinses Louisa van Nassau, weduwe van
Carel, Erfprins van Brunswijk-Lunenburg; Koning
Willem I; zijne gemalin Koningin Wilhelmina,
geboren Prinses van Pruisen; Koning Willem II;
zijne weduwe Koningin Anna Paulowna, gebo
ren Grootvorstin van Rusland; hunne zonen
Prins Casinnir (overleden te Brussel 1822) en
Prins Alexander (overleden te Madeira 184S);
Prins Maurits (overleden 1850), zoon van Z. M.
den Koning Willem III; en twee zonen (over
leden 1834 en 1846) van Z. K. H. Prins Frederik
der Nederlanden; eindelijk bevindt zich daar
nu ook liet lichaam van Prinses Louisa van Prui
sen, gemalin van Z. K. H. Prins Frederik.
(D. v. Z.-H.)
Uit Alphen aan den Rijn wordt ons gemeld,
dd. 22 December:
Zondag den ISden dezer arresteerde de Bri
gadier-Majoor-Veldwachter alhier, éen door den
Officier van Justitie te Rotterdam, wegens gequa-
lificeerde diefstal, gesignaleerd persoon, die ech
ter op bevel van den heer kantonrechter te Alphen
dien dag nog de vrijheid werd geschonken, daar
men dien persoon genoegzaam kon vertrouwen.
Trouwens gesignaleerde dieven gaan zoo maar
niet in eens op den loop, en Zondags transpor
teert men niet gaarne een gevangene. Jammerlijk
werd deze menschlievende daad van den heer
kantonrechter slecht beantwoord, waut toen men
den man later in hechtenis wilde nemen, had
hij liet in hein gestelde vertrouwen schandelijk
misbruikt en was de vogel gevlogen.
Men wacht nu op zijn terugkomst en zal zich
dan niet laten misleiden.
Een 5Stal voorname winkeliers te '«-Graveuhage
hebben bij advertentie bekend gemaakt, dat zij
te beginnen met 1 Januari 1S71 slechts gefran
keerde brieven zullen verzenden en ontvangen.
De Afdeeling voor Wis en Natuurkundige We
tenschappen der Koninklijke Akademie van We
ienschappen, zal een gewone vergadering houden
op Zaterdag den 24sten December e. k., des
middags ten twaalf ure, in het gebouw der
Akademie Trippenhuiste Amsterdam.
Voor het Provinciaal Gerechtshof van Zuid-
Holland stonden gisteren terecht twee personen
die op de laatste Goudsche kermis met een draai
orgel dat zij voor f 0.75 per week gehuurd had
den, trachtten aan de kost te komen. Op 11 Aug. jl.
evenwel werd door hen dit orgel te Leiden ten
verkoop aangeboden, maar de Trouw die het wel
wilde koopen vond er bezwaar in en weigerde
liet omdat zij niet geloofde dat het hun eigendom
was. Om haar nu van dit denkbeeld af te bren
gen werd door den eerste een valsche brief ge
schreven, waarin ook een quitantie gesloten was
en waaruit muest blijken dat de stiefvader van
den tweeden bescb. hem de quitantie ad 17.50
waarvoor hij dat orgel zou hebben gekocht, toe
zond. Toen werd het orgel voor f 7 aan de vrouw
verkocht. Dat geld werd te zarnen gedeeld eu
verteerd, en zij begaven zich naar Amersfoort
waar zij wegens landlooperij werden veroordeeld.
Besch. legden eene volledige bekentenis af en ga
ven hunne armoede als reden voor het bedreven
feit op. De eerste werd vroeger door den mili
tairen rechter en de tweede wegens landlooperij
en bedelarij door het Hof in Utrecht tot gevan
genisstraf veroordeeld. Adv.-Gen. Mr. Van Maa-
nen requireert hunne schuldverklaring en ver
oordeeling tot tuchthuisstraf, voor den eerste van
5 tot 9 jaren en 9 maanden, voor den tweede
van 5 tot 9 jaren en 8 maanden. Mr. Pape
die voor het eerst als verdediger optrad verzocht
eene milde toepassing der strafwet, en bracht
eenige verzachten Ie omstandigheden bij.
In deze zaak heeft het Hof nog gisteren uit
spraak gedaan. Onder aanneming van verzach
tende omstandigheden werden heide beschuldig
den tot 6 en 3 maanden correctioneele gevange
nisstraf veroordeeld, terwijl ieder bovendien eene
geldboete van fö0 werd opgelegd.
Een degelijke en met zorg bewerkte inhoud,
een sierlijke en aangename vorm, zijn de eigen
schappen van „De Olij/tak zoo is de titel van dit
weekblad, dat het Geïllustreerd Stuiversmagazijn
vervangt.
De hoofd-redacteur is de kundige Ds. S.
L. Ten Hove, te Hoorn, en het eerste num
mer bevat bijdragen van gevierde namen een
gedicht van mevr. Estella Hij mans-Hertz
veld een novelle van Gerard Keller, een
historische roman, vertaald naar Schmidt-Weissen-
fels, en een geestig biuueulandech overzicht, onder
teekend met een initiaal, dat ons waarborgt voor
de toenemende belangrijkheid van deze rubriek.
De prijs is door de uitgevers op éeo gulden per
kwartaal gesteld, zeker de beste manier oui een
goed tijdschrift in veler handen te doen komen.
Wij wenscheu dit de uitgevers gaarne tue en
vermelden thans reeds met genoegen dat het Z.
K. H. prins Alexander der Nederlanden behaagd
heelt op „De Olij/tak" iu te teekenen.
Zijner Majesteits monitor Hyena, in aanbouw
op 's Rijks marinewerf te Amsterdam, is in den
namiddag van den 22sten dezer met goed gevolg
te water gebracht.
Bij Gebroeders Belinfante te 's-Gravenhage, is
het eerste nummer verschenen van een tijdschrift,
dat naar de eerste vrucht te oordeelen uitstekend
belooft te worden.
Ingevolge Zijner Majesteits besluit van den
17deu dezer, wordt het schroefstoomschip Citadel
van Antwerpen, liggende te Willemsoord, met den
2deu Januari 1S71 in dienst gesteld, en het bevel
daarover opgedragen aan den kapitein-Iuiteuant
ter zee J. A. H. Hulgenholtz. Tevens worden
met ingang van dien zelfden datum op genoem
den bodem geplaatst:
De luitenant ter zee der 1ste klasse H. Dyse-
rinck, als 1ste officier; de luitenants ter zee der
2de klasse H. A. De Smit van den Broecke, H.
Van der Meer, J. A, Willink Ketjen, W. E. Ha
zenberg de adelborsten der 1ste klasse J. D.
baron van Wassenaer tot Catvvijck, J. M. Steers,
G. De Fremery, J. C. Jeekel. A. W. F. C. Van
Woerden; de officier van gezondheid der 2de
klasse D. Matak Fonteinde officier van admi
nistratie der 2de klasse W. Hanegraaflf, en de
scheepsklerk F. H. Verheggen.
Wijder worden mede met ingaDg van den 2den
Januari aanstaande geplaatst:
Op Zr. M. schroefstoomschip Vice-Admiraal Koop
man, de luitenant ter zee der 1ste klasse A. G.
M. Van Emde, als 1ste officier; de luitenants ter
zee der 2de klasse H. J. Van der Mandele, J. C.
De Borst Verdoorn, H. H. Hora Siccama; de
adelborsten der late klasse L. J. K. A. Jeekel,
L. A. H. Lamie, J. A. Kloek, H. Velthuyzenjde
officier van gezondheid der late klasse H. L. Ko
ning de officier van administratie 2de klasse
W. F. E. Le Rutte en de scheepsklerk S. J. A.
Deyll
Op Zr. Ms. ramschip Schorpioen, de luitenant
ter zee der 2de klasse J. C. A. Wissel:
Op Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, de
luitenant ter zee der 2de klasse A. J. Krabbe:
Op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, de adel-
(Novelle naar het Hoogduitsch).
(Vervolg.)
Ook het verledene van alles ontdoen wat u lief
en dierbaar was en ernstig en moedig den strijd
met het leven beginnen." Daaraan dacht Bork
gedurig als hij zijne vrouw aanzag, want hij
vreesde ook, dat zij niet ongestoord om hem zou
kunnen weenen.
En als wilde het geluk haren lieveliDg ook nog
in die bittere uren ter zijde staan, de eerste,
die hij doorleefde, zoo werd zijn laatste wensch
ook nog vervuld.
Veertien dagen vóór zijn dood kwam er een
brief uit Duitschland, die een gerechtelijke op
roeping bevatte, om zijn bloedverwantschap te be
wijzen, met den in PruiseD overledene, kinderloo-
zen landeigenaar Rieger, ten einde zijne aanspra
ken te vergelijken met die, welke zich reeds hadden
aangemeld.
Nog eeomaal scheen de vreugde de half uit
gedoofde levensvonk weder aan te wakkeren
met lang ontbeerde kracht en levendigheid van
geest, regelde hij zijne papieren, dicteerde zijne
vrouw een brief aan het gerechtshof in Pruisen,
eu beval haar dringend aan, dat zij, ingeval hij
stierf, hare aanspraken door een kundig Duitsch
advocaat zou doen gelden, en niet tegen de reis
naar Duitschland op te zieife Hij dacht aan alles,
hij wenschte met den ijver der liefde, het dier
bare wezen, dat hij zoo teederlijk beschermd en
bewaakt had, iedere onaangenaamheid, iedere
verantwoording te besparen, en maakte daar
om een duidelijk testament, waarbij hij Marie
tot universeele erfgename zijner geringe nala
tenschap en zijner aanspraken op de erfenis be
noemde.
Nadat hij dit alles met inspanning zijner laatste
krachten bezorgd had, scheen ook zijne taak voor
dit leven afgedaan. Hij werd stil en tevreden,
het zoete gevoel der ruste was over hem geko
men, sedert hij van zijne zorgen ontheven was.
Zijne zwakheid nam toe, en hij ontsliep zacht
en zonder strijd in de armen zijDer diep geschokte
vrouw.
In den beginne versmaadde zij allen troost;
zij gaf zich met de gansche hartstochtlijkheid
harer natuur naar de smart over, even als aan
de liefde, en er was geruimen tijd noodig, eer
het gevoel der moederlijke liefde zich zegevie
rend boven de puinhoopen van haar geluk ver
hief. Maar eens ontwaakt, werd dit gevoel ook
een reddingsanker, waaraan zij zich vastgreep
en langzamerhand kreeg haar leven weder een
doel en een steunsel. Zij zocht en vond al hare
vreugde in haar zoon, haren Felix die de trek
ken zijns vaders geerfd had, hoewel hij het zwarte
haar en de donkere oogen zijner moeder bad.
Hij was over het geheel een gelukkige vereeniging
der beide natiën, en een buitengewoon begaafde
knaap, die in energie en vlugheid van opvatting
zijn leeftijd van elf jaar verre vooruit was. Vat
baar voor al het groote en schoone, begaafd met
eene levendige verbeeldingskracht en den hel
deren geest zijner moeder, bezat hij tevens
het rechtschapen en openhartige karakter zijns
vaders en bracht der bedroefde vrouw het beeld
van haren geliefden, onvergetelijken man dage
lijks getrouwer en duidelijker voor den geest.
Zoodra Marie hare zaken in zooverre gere
geld had, om een duidelijk overzicht van haar
toestand te verkrijgen, besloot zij den raad
van haren echtgenoot te volgen en met de
noodige volmachten voorzien, de reis naar
Duitschland te aanvaarden, ora daar persoonlijk
de zaak der erfenis uit den weg te ruimen. Het
aandeel waarop zij aanspraak meende te mogen
maken, was belangrijk genoeg om haar en Felix
een iDkomen te verzekeren, dat men zeer aan
zienlijk kon noemen, en hoewel Marie, zoo als
reeds gezegd is, in geldzaken zeer onervaren
was, zoo meende zij toch, door hare tegenwoor
digheid de bemoeingen van haren advocaat te
zullen bespoedigen en dat deze reize tevens eene
weldadige verstrooing voor haar zou opleveren,
Zij zocht het eerst haar broeder op; het scheen
haar dat zij na haar treffend verlies thans meer dan
ooit aanspraak mocht maken op zijn broeder
lijke bescherming en liefde, en hoewel de brief,
waarin hij voor ongeveer een jaar geleden, zijn ver
trek naar Duitschland mededeelde, bewijzen genoeg
opleverde van zijne diepe droefgeestigheid, zoo
mocht zij toch hopeD, dat hij niet zoo ontoegan
kelijk zou zijn geworden, dat hij haar zijn raad
en bijstand zou weigeren. En St. Aubin kon haar
die te gereeder verleenen, dat hij zich op korten
afstand der stad gevestigd had, waar zij hare
aanspraken moest doen geldon. Zonder hem vooraf
kennis te geven, nam zij de reis met haar zoontje
aan en bereikte het laatste spoorwegstation, van
waar zij zijne eenzame woning wilde opzoeken.
Het was een zachte, heerlijke namiddag in
Augustus, de tijd waarop de Harz in de
grootste schoonheid prijkt, toen de reizigers het